Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 april 2024
gepubliceerd op 06 september 2024

Decreet betreffende de organisatie van kwalificatieverstrekkende centra voor het beroep gezinshulp

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024008366
pub.
06/09/2024
prom.
29/04/2024
ELI
eli/decreet/2024/04/29/2024008366/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 APRIL 2024. - Decreet betreffende de organisatie van kwalificatieverstrekkende centra voor het beroep gezinshulp (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder: 1° de opleidingssessie: het kwalificerende opleidingsaanbod dat de eenheden van leerresultaten omvat die zijn ontwikkeld binnen een centrum dat tot doel heeft de kennis, vaardigheden en sociaal-professioneel gedrag te verwerven die nodig zijn om het beroep gezinshulp uit te oefenen;2° het pedagogisch plan: het door het centrum opgestelde document waarin de pedagogische beginselen en richtlijnen zijn vastgesteld die van toepassing zijn op een centrum voor alle opleidingssessies die het organiseert;3° "SAFA": de hulpdienst voor gezinnen en bejaarde personen; 4° "SFMQ": de "Service francophone des Métiers et des Qualifications" bedoeld bij het samenwerkingsakkoord van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 29/10/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015205981 bron waalse overheidsdienst Samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapcommissie betreffende de Service francophone des Métiers et des Qualifications sluiten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapcommissie betreffende de oprichting van de "Service francophone des Métiers et des Qualifications", afgekort "S.F.M.Q."; 5° het beroep gezinshulp: het beroep bedoeld in artikel 220, § 2, van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid. HOOFDSTUK 2 - Doel en opdrachten van de kwalificatieverstrekkende centra

Art. 3.De hoofdopdracht van het opleidingscentrum dat de kwalificatie voor het beroep gezinshulp verstrekt, is de organisatie van een of meer opleidingssessies om de kwalificaties aan te leren die nodig zijn om als gezinshulp te werken.

Het opleidingscentrum dat de kwalificatie voor het beroep gezinshulp verstrekt, kan ook bijscholingscursussen organiseren voor SAFA-personeel en andere sociale instellingen.

HOOFDSTUK 3 - Erkenning van de kwalificatiecentra

Art. 4.Het opleidingscentrum voor het beroep gezinshulp is erkend voor het uitvoeren van de opdrachten bedoeld in artikel 3, eerste lid

Art. 5.Om te worden erkend, moet het centrum voldoen aan de volgende voorwaarden: 1° het is opgericht als vereniging zonder winstoogmerk en heeft als enig doel het uitvoeren van de in artikel 3 bedoelde activiteiten;2° het organiseert opleidingen overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan;3° het beschikt over personeel dat voldoet aan de in artikel 18 bedoelde voorwaarden;4° het stelt een pedagogisch project op dat het volgende omvat: a) de permanente opleiding van opleiders;b) de evaluatie van de opleiding door de deelnemers en het in aanmerking nemen van deze evaluatie;5° het beschikt over geschikte lokalen en uitrusting zodat de opleidingen in gunstige omstandigheden kunnen plaatsvinden;6° het toont aan dat het beschikt over de materiële, personele en financiële middelen die nodig zijn voor de goede werking van het centrum en die het in staat stellen zijn opdracht zoals bepaald in artikel 3 op doeltreffende wijze uit te voeren;7° het beoordeelt de beheersing van de vaardigheden van elke stagiair ten minste één keer tijdens de opleiding en organiseert een evaluatieperiode aan het einde van de opleiding, waarvan de vorm aan de pedagogische vrijheid van elk centrum wordt overgelaten;8° het registreert de verstrekte opleiding op zodanige wijze dat de lijst van deelnemers aan elke cursus precies kan worden gecontroleerd;9° het heeft geen achterstallige belastingschulden of uitstaande schulden voor bijdragen die geïnd moeten worden door een instelling belast met de inning van sociale zekerheidsbijdragen, noch uitstaande schulden voor de betaling van bedragen die gevorderd worden door het Gewest, door of krachtens dit decreet;10° is in de tien jaar voorafgaand aan de erkenningsaanvraag niet veroordeeld wegens overtreding van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);11° in voorkomend geval, voldoet het aan het decreet van 9 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/01/2014 pub. 28/01/2014 numac 2014200521 bron waalse overheidsdienst Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de raden van bestuur van de door het Waalse Gewest erkende privé-instellingen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de raden van bestuur van de door het Waalse Gewest erkende privé-instellingen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;12° hij is in de tien jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag niet veroordeeld geweest voor of beboet wegens het opzettelijk afleggen van een onjuiste of onvolledige verklaring met het oog op het verkrijgen van een vergunning. De voorwaarde bedoeld in paragraaf 1, 1°, is niet van toepassing op een opleidingscentrum opgericht door een provincie, een gemeente of een openbaar centrum voor sociale actie.

De Regering kan de voorwaarden waaraan een opleidingscentrum moet voldoen om erkend te worden, aanvullen of nader bepalen.

Art. 6.§ 1. De Regering of de door haar aangewezen overheid verleent de erkenning. § 2. Het opleidingscentrum voor het beroep gezinshulp dient zijn erkenningsaanvraag schriftelijk of digitaal in bij de door de Regering aangewezen overheid.

Indien het dossier niet alle gegevens bedoeld in artikel 5 bevat, ontvangt het centrum een brief van de door de Regering aangewezen overheid waarin de te verstrekken aanvullende gegevens worden bepaald.

Het moet de ontbrekende informatie uiterlijk dertig dagen na ontvangst van deze brief schriftelijk of digitaal verstrekken, op straffe van het onbehandeld laten van zijn aanvraag.

De Regering of de door haar aangewezen overheid neemt haar beslissing binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van het volledige dossier. De beslissing wordt meegedeeld aan het centrum.

Art. 7.De erkenning wordt voor onbepaalde duur verleend.

Art. 8.Het erkende centrum bewaart alle documenten die nodig zijn voor de goede organisatie van de opleiding.

Art. 9.De Regering of de door haar aangewezen overheid kan de erkenning van een opleidingscentrum dat niet langer voldoet aan de voorwaarden van dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan intrekken of opschorten.

Het opleidingscentrum beschikt over zestig dagen vanaf de kennisgeving van het voornemen om de erkenning in te trekken of op te schorten, om een verklaring in te dienen waarin wordt gerechtvaardigd dat het aan de voorwaarden voor de erkenning voldoet.

Het opleidingscentrum waaraan de erkenning wordt geweigerd of ingetrokken, kan slechts een nieuwe aanvraag om erkenning indienen ten vroegste twaalf maanden na de kennisgeving van de weigering of van de intrekking van de erkenning.

HOOFDSTUK 4 - Stagiair

Art. 10.§ 1. De opleidingssessie staat open voor iedereen die: 1° niet meer onder de leerplicht valt;2° een medisch attest voorlegt waaruit blijkt dat hij in goede gezondheid verkeert en over de nodige vaardigheden beschikt om als gezinshulp te werken;3° het uittreksel uit het strafregister bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aflevert;4° een niveau Frans heeft dat ten minste gelijkwaardig is aan niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen;5° het door het erkende centrum opgestelde motivatie- en selectiegesprek voltooit. De Regering kan de voorwaarden waaraan stagiairs moeten voldoen om deel te nemen aan een opleidingssessie aanvullen of nader bepalen. § 2. De kandidaat-stagiair bezorgt de documenten bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 2° en 3°, uiterlijk vijftien dagen voor de eerste dag van de opleidingssessie.

Het erkende centrum kan deze documenten niettemin aanvaarden tot de eerste dag van de opleidingssessie, wanneer de stagiair moeilijkheden meldt bij het verkrijgen van deze documenten. § 3. De situatie van de stagiair wordt beoordeeld op de dag dat hij aan de opleiding begint.

Art. 11.Het erkende centrum sluit elke stagiair uit die: 1° een vervalst document heeft gebruikt bij de aanvraag tot inschrijving;2° een maximale afwezigheid van honderd uur over de hele opleiding heeft, waarvan maximaal tien uur ongerechtvaardigd moet zijn.

Art. 12.Registratie is gratis.

Het erkende centrum verstrekt de stagiair gratis de werkdocumenten.

Art. 13.Bij de registratie verstrekt het erkende centrum de stagiair schriftelijk de volgende informatie: 1° het opleidingsprogramma alsook de organisatie en duur van de stages;2° het onderwijsproject, met inbegrip van de procedures voor de ontvangst van de stagiair, de organisatorische procedures voor de bewaking van de voortgang van de stagiair, de doelstellingen en het educatieve doel van de cursussen en de procedures voor de beoordeling van de verworven kennis en vaardigheden;3° de onderwijsovereenkomst, waarin de rechten en plichten van elke partij zijn vastgelegd;4° de voorwaarden en processen voor certificering en registratie als gezinshulp.

Art. 14.Het erkende centrum sluit een beroepsopleidingsovereenkomst af met de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Tewerkstelling) en met de stagiair voor de opleidings- en stagefasen.

HOOFDSTUK 5 - Opleiding

Art. 15.Onverminderd de artikelen 16 tot 18, ontwikkelt het erkende centrum, om de in artikel 3, eerste lid, bedoelde opdracht uit te voeren, leermethoden die aangepast zijn aan volwassenen en die hun deelname aan en betrokkenheid bij het opleidingsproces bevorderen.

Het erkende centrum zorgt voor de educatieve ondersteuning gedurende het hele proces.

Aan het einde van het proces, geeft het bekwaamheidsattest als gezinshulp af bedoeld bij artikel 330/3 van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.

Art. 16.§ 1. De opleiding bestaat uit theorie, een stage en individuele of groepsbegeleiding.

Het theoretische gedeelte duurt vijfhonderd uur, als volgt verdeeld: 1° veertig uur over deontologie;2° vijftig uur over sociale instellingen en sociale wetgeving;3° tachtig uur over toegepaste psychologie en pedagogie;4° honderdtien uur over hygiëne en eerste hulp;5° honderdzeventig uur huishoudopleiding;6° veertig uur over dieetkunde;7° dertig uur keuzevakken. De opleiding moet de stagiair in staat stellen de acht eenheden van leerresultaten te beheersen waarnaar wordt verwezen door de SFMQ en die het beroep van gezinshulp vormen: 1° het huis onderhouden;2° het was onderhouden;3° huishoudelijke boodschappen doen;4° de begunstigde helpen met huishoudelijke taken en werken in een multidisciplinair team;5° meewerken aan de uitvoering van het hulpverleningsplan door de begunstigde te ondersteunen in zijn hygiëne in overleg met het multidisciplinaire team;6° meewerken aan de uitvoering van het hulpverleningsplan door de begunstigde te ondersteunen op het gebied van levenskwaliteit in overleg met het multidisciplinaire team;7° meewerken aan de uitvoering van het hulpverleningsplan door de begunstigde te ondersteunen bij het bereiden en nuttigen van maaltijden in overleg met het multidisciplinaire team;8° meewerken aan de uitvoering van het hulpverleningsplan door de begunstigde te ondersteunen bij educatieve en administratieve zaken in overleg met het multidisciplinaire team De opleiding duurt zeshonderdtien uur en is als volgt opgedeeld: 1° veertig uur ontdekkingsstage;2° honderdtwintig uur opleidingsstage, waaronder: a) veertig uur op het gebied van kinderzorg;b) veertig uur in een rust- of rust- en verzorgingstehuis of in een instelling voor mensen met een handicap;c) veertig uur vastgesteld door het erkende centrum op het gebied van kinderzorg of in een rust- of rust- en verzorgingstehuis of in een instelling voor mensen met een handicap of in een centrum voor thuishulp en zorgcoördinatie;3° vierhonderdvijftig uur praktische opleiding in SAFA. De individuele of groepsondersteuning duurt vijftig uur en maakt de pedagogische opvolging van de opleiding bedoeld in het derde lid mogelijk. § 2. De Regering kan het opschrift, het onderwerp en het aantal uren van de cursussen bedoeld in paragraaf 1 wijzigen, in overeenstemming met het statuut van de gezinshulp bedoeld in artikel 220, § 2, van het Waalse Wetboek voor Sociale actie en Gezondheid.

Art. 17.Het erkende centrum kan overgangen of vrijstellingen van de cursus toekennen op basis van de leereenheden die de stagiair heeft verworven door ervaring op het gebied van dienstencheques of als hulp in de sociale huishouding binnen een SAFA.

Art. 18.Een persoon die houder is van een diploma maatschappelijk werker die ervaring heeft met SAFA verzorgt de cursus deontologie.

Een persoon die houder is van een masterdiploma in de pedagogische wetenschappen of een maatschappelijk werker verzorgt de cursus toegepaste psychologie en pedagogie.

Een persoon die houder is van een bachelor- of masterdiploma in rechten, een masterdiploma in politieke en sociale wetenschappen of een maatschappelijk werker verzorgt de cursus over sociale instellingen en sociale wetgeving.

Een persoon die houder is van een diploma verpleegkunde of arts verzorgt de cursus hygiëne en eerste hulp.

Een persoon die houder is van een diploma diëtist verzorgt de cursus diëtetiek.

Een persoon die aan een van de volgende voorwaarden voldoet, verzorgt de cursus huishoudkunde: 1° ze is houder van een diploma sociale en gezinseconomie;2° ze is gezinshulp en heeft ervaring in een SAFA;3° ze is houder van een aggregatie voor het lager secundair onderwijs in sociale en gezinseconomie;4° ze is houder van een diploma in koken en heeft ervaring in het huishouden. HOOFDSTUK 6 - Organisatie en financiering van opleidingssessies

Art. 19.De Regering of de door haar aangewezen overheid geeft het erkende centrum toestemming om een opleidingssessie te organiseren die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in hoofdstuk 5. Zij baseert haar beslissing op de aanwervingsbehoeften op korte en middellange termijn in de SAFA-diensten.

De Regering of de door haar aangewezen overheid staat de organisatie van maximaal tien opleidingssessies per jaar toe. Als het aantal aanvragen meer dan tien bedraagt, geeft de Regering of de door haar aangewezen overheid toestemming voor ten minste één opleiding per provincie. Als er meerdere aanvragen zijn voor eenzelfde provincie, worden ze in chronologische volgorde behandeld.

De Regering kan het in het tweede bedoelde maximum aanpassen afhankelijk van de beschikbare begrotingsmiddelen.

Art. 20.§ 1. Elk jaar dient het erkende centrum een aanvraag voor het organiseren van opleidingssessies in bij de Regering of de door haar aangewezen overheid, uiterlijk op 31 januari van het jaar waarin de opleidingssessie wordt georganiseerd.

Wanneer het dossier onvolledig is, ontvangt het centrum een brief van de door de Regering aangewezen overheid waarin de te verstrekken aanvullende gegevens worden bepaald. Het moet de ontbrekende informatie uiterlijk dertig dagen na ontvangst van deze brief schriftelijk of digitaal verstrekken, op straffe van het onbehandeld laten van zijn aanvraag. § 2. De aanvraag heeft betrekking op maximaal drie opleidingssessies.

Het bevat een verklaring waarin alle de-minimissteun wordt vermeld die in de voorgaande twee belastingjaren en het jaar van de trainingssessie is ontvangen.

Art. 21.De Regering of de door haar aangewezen overheid zal het erkende centrum een subsidie toekennen om de kosten te dekken voor het vergoeden van de opleiders, de werkings-, uitrustings-, coördinatie- en administratiekosten van de goedgekeurde opleidingssessie.

Indien de toekenning van de subsidie tot gevolg zou hebben dat het totale bedrag aan de-minimissteun dat aan het erkende centrum wordt verleend het plafond overstijgt dat is vastgesteld bij de in artikel 24, eerste lid, bedoelde Verordening, wijst de Regering of de door haar aangewezen overheid de subsidieaanvraag af. In dit geval wordt de opleiding niet in aanmerking genomen voor het plafond bedoeld in artikel 19, tweede lid.

De Regering of de door haar aangewezen overheid bewaart gedurende tien jaar alle gegevens met betrekking tot de subsidie die kunnen worden gebruikt om aan te tonen dat aan de voorwaarden bij de in artikel 24 bedoelde Verordening is voldaan.

Art. 22.De subsidie bedraagt dertigduizend euro per opleidingssessie, met dien verstande dat er minimaal achttien ingeschreven stagiairs en maximaal dertig stagiairs zijn.

De Regering kan het in het eerste lid bedoeld bedrag aanpassen om rekening te houden met de evolutie van de kosten, zonder evenwel de limiet van de beschikbare begrotingskredieten te kunnen overschrijden.

Art. 23.De subsidie wordt in twee schijven vereffend: 1° een voorschot van vijfenzestig procent betaald tijdens het eerste kwartaal van de organisatie van de goedgekeurde opleidingssessie, op basis van een aangifte van schuldvordering;2° een saldo van vijfendertig procent betaald tijdens het tweede semester van de organisatie van de opleidingssessie, op basis van een aangifte van schuldvordering en een activiteitenverslag met betrekking tot de realisatie ervan en waarin het integratiepercentage van de opgeleide stagiairs is opgenomen.

Art. 24.De subsidie wordt bepaald bij Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun. In de beslissing tot toekenning van de subsidie, brengt de Regering of de door haar aangewezen overheid het erkende centrum hiervan op de hoogte, onder verwijzing naar de Verordening en met vermelding van het subsidiebedrag.

De Regering kan de verwijzing bedoeld in het eerste lid aanpassen opdat dit decreet kan voldoen aan de artikelen 107 en volgende van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie alsmede aan de normen die uit het recht van de Europese Unie voortvloeien.

HOOFDSTUK 7 - Verwerking van persoonsgegevens

Art. 25.De Waalse Overheidsdienst, Economie, Tewerkstelling en Onderzoek verwerkt persoonsgegevens in de strikte mate van wat nodig is met betrekking tot de erkenning van het opleidingscentrum dat kwalificaties als gezinshulp verstrekt: 1° voor het administratieve beheer van de toekenning of weigering van de erkenning 2° voor de schorsing en intrekking van de erkenning 3° voor het beheer van geschillen met betrekking tot de erkenning. Het opleidingscentrum voor gezinshulp verwerkt persoonsgegevens in de strikte mate van wat nodig is: 1° bij de inschrijving van de stagiair, het verzorgen van de opleiding en de evaluatie van de stagiair en het bijhouden van het register bedoeld in artikel 330/4 van het reglementair deel van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;2° de rechtvaardiging van de voorwaarden voor het verlenen van de erkenning en van de subsidie en het juiste gebruik ervan.

Art. 26.De door het opleidingscentrum verstrekte persoonsgegevens die nodig zijn voor de erkenning ervan, zijn de volgende: 1° de voor- en achternamen evenals de academische of beroepskwalificaties van het onderwijzend personeel van het centrum;2° wanneer het centrum is opgericht als vereniging zonder winstoogmerk, de voor- en achternamen, alsmede het geslacht van de leden van het bestuursorgaan. De door de stagiair verstrekte persoonsgegevens die nodig zijn bij zijn inschrijving, het verzorgen van de opleiding en de evaluatie van de stagiair en het bijhouden van het register bedoeld in artikel 330/4 van het reglementair deel van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid zijn de volgende: 1° de voor- en achternamen;2° het Rijksregisternummer bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (RNP), of bij gebreke daarvan, het identificatienummer van de Kruisbank van de sociale zekerheid, zoals bedoeld in artikel 8, § 1, 2°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;3° de contactgegevens;4° leerplicht;5° de bekwaamheid om als gezinshuishoudhulp te werken vanuit medisch standpunt;6° het uittreksel uit het strafregister bedoeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aflevert;7° niveau van de Franse taalvaardigheid; 8° het regelmatig bijwonen van opleidingen. De persoonsgegevens die nodig zijn om de toekenning van de subsidie te rechtvaardigen, worden verzameld door het opleidingscentrum en overgemaakt aan de Waalse Overheidsdienst Economie, Werkgelegenheid en Onderzoek. Het gaat om: 1° de gegevens bedoeld in het eerste lid;2° de gegevens bedoeld in het tweede lid, 1° en 2°.

Art. 27.§ 1. De Waalse Overheidsdienst Economie, Werkgelegenheid en Onderzoek is verantwoordelijk voor de verwerking van de in artikel 26, eerste en derde lid bedoelde gegevens.

Het bewaart deze gegevens gedurende een periode van tien jaar vanaf het einde van de geldigheid van de erkenning van het opleidingscentrum of de opening van de opleidingssessie, al naargelang het geval. Deze periode wordt verlengd totdat alle juridische of administratieve procedures zijn uitgeput. § 2. Het opleidingscentrum dat de kwalificatie voor het beroep gezinshulp verstrekt, is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens bedoeld in artikel 26, tweede lid.

Het bewaart deze gegevens gedurende een periode van tien jaar vanaf de inschrijving van de stagiair.

HOOFDSTUK 8 - Terugvordering, controle en sancties

Art. 28.Onverminderd de artikelen 11 tot 14 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, bepaalt de Regering de modaliteiten voor de terugvordering van de ten onrechte betaalde subsidie.

De begunstigde van de onverschuldigde subsidie kan een aanzuiveringsplan aanvragen bij de door de Regering aangewezen dienst.

Bij niet-naleving van de termijnen bedoeld in het aanzuiveringsplan, wordt het totaal van de verschuldigde sommen geacht onmiddellijk invorderbaar te zijn en wordt teruggevorderd.

Art. 29.De controle op de toepassing van dit decreet en van de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/02/2019 pub. 09/04/2019 numac 2019201617 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de controle op de wetgevingen en reglementeringen m.b.t. de omscholing en de bijscholing alsook de invoering van administratieve geldboetes die van toepassing zijn in geval van inbreuk op bedoelde wetgevingen en reglementeringen type decreet prom. 28/02/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019202056 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen sluiten betreffende de controle op de wetgevingen en reglementeringen m.b.t. de omscholing en de bijscholing alsook de invoering van administratieve geldboetes die van toepassing zijn in geval van inbreuk op bedoelde wetgevingen en reglementeringen.

Art. 30.Wanneer willens en wetens een onjuiste of onvolledige aangifte is gedaan met het oog op het verkrijgen van de subsidie of de erkenning, kan aan het opleidingscentrum, zijn aangesteld of lasthebber een administratieve boete van driehonderd tot drieduizend euro worden opgelegd, afhankelijk van de procedure en de voorwaarden vastgesteld bij de bepalingen van hoofdstuk 9 van het decreet van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/02/2019 pub. 09/04/2019 numac 2019201617 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de controle op de wetgevingen en reglementeringen m.b.t. de omscholing en de bijscholing alsook de invoering van administratieve geldboetes die van toepassing zijn in geval van inbreuk op bedoelde wetgevingen en reglementeringen type decreet prom. 28/02/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019202056 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen sluiten betreffende de controle op de wetgevingen en reglementeringen m.b.t. de omscholing en de bijscholing alsook de invoering van administratieve geldboetes die van toepassing zijn in geval van inbreuk op bedoelde wetgevingen en reglementeringen.

HOOFDSTUK 9 - Slotbepalingen

Art. 31.In artikel 330/3 van het reglementair deel van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, ingevoegd bij het besluit van 10 maart 2023, worden de woorden "artikel 8 van het BESLUIT van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 november 1990 betreffende de inrichting van de opleidingscentra voor gezinshelp(st)ers" vervangen door de woorden "artikel 16 van het decreet van 29 april 2024 betreffende de organisatie van kwalificatieverstrekkende centra voor het beroep gezinshulp".

Art. 32.In artikel 330/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 10 maart 2023, worden de woorden "artikel 7 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 november 1990 betreffende de inrichting van de opleidingscentra voor gezinshelp(st)ers" vervangen door de woorden "artikel 10, § 1, van het decreet van 29 april 2024 betreffende de organisatie van kwalificatieverstrekkende centra voor het beroep gezinshulp".

Art. 33.In artikel 331 van hetzelfde besluit, worden de woorden "van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 november 1990 betreffende de inrichting van de opleidingscentra voor gezinshelp(st)ers" vervangen door de woorden "van het decreet van 29 april 2024 betreffende de organisatie van kwalificatieverstrekkende centra voor het beroep gezinshulp".

Art. 34.Worden opgeheven: 1° het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 november 1990 betreffende de inrichting van de opleidingscentra voor gezinshelp(st)ers;2° het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 november 1990 tot bepaling van het programma van de onderrichte vakken in de opleidingscentra voor gezinsbijstand, van het aantal uren dat moet worden besteed aan dit programma en van de vereiste diploma's om les te kunnen geven in deze centra.

Art. 35.Het erkende centrum, krachtens het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 november 1990 betreffende de organisatie van opleidingscentra voor gezinsbijstand, op de datum van inwerkingtreding van dit decreet, wordt geacht te zijn erkend krachtens dit decreet.

Het centrum bedoeld in het eerste lid beschikt over een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van dit decreet om te voldoen aan de erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 5 van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 29 april 2024.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2023-2024. Stukken van het Waals Parlement, 1704 (2023-2024) Nrs. 1 tot 3 Volledig verslag, plenaire zitting van 26 april 2024 Bespreking.

Stemming.


^