Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 april 2006
gepubliceerd op 14 juni 2006

Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 tot aanvulling van hetzelfde decreet

bron
vlaamse overheid
numac
2006035759
pub.
14/06/2006
prom.
28/04/2006
ELI
eli/decreet/2006/04/28/2006035759/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 APRIL 2006. - Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 tot aanvulling van hetzelfde decreet (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 tot aanvulling van hetzelfde decreet.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Artikel 2.1.2 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 2.1.2. De milieuplanning op gewestelijk niveau omvat : 1° het tweejaarlijks opstellen van een milieurapport;2° het vijfjaarlijks opstellen van een milieubeleidsplan;3° het jaarlijks opstellen van een milieujaarprogramma. Het milieujaarprogramma vormt een herkenbaar onderdeel van de begroting en sluit er inhoudelijk bij aan.

Op provinciaal en gemeentelijk niveau kunnen eveneens milieubeleidsplannen en milieujaarprogramma's worden opgesteld. »

Art. 3.In artikel 2.1.7 van hetzelfde decreet wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De Vlaamse Regering stelt in de loop van het jaar dat volgt op haar aantreden een milieubeleidsplan vast met het oog op de bescherming en het beheer van het milieu. Dat plan beoogt de doeltreffendheid, de efficiëntie en de interne samenhang van het milieubeleid op alle beleidsniveaus te bevorderen.

Het plan wordt onder meer opgesteld op basis van het regeerakkoord en van de gegevens van het milieurapport en houdt onder meer rekening met : 1° de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.1 van dit decreet; 2° de redelijkerwijze te verwachten financiële, sociaal-economische en ruimtelijke gevolgen van het milieubeleid;3° de mogelijke ontwikkelingen op lange termijn.»

Art. 4.In artikel 2.1.9 van hetzelfde decreet wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Uiterlijk acht maanden voor de voorziene datum van inwerkingtreding van het milieubeleidsplan stelt de Vlaamse Regering het ontwerpplan voorlopig vast en deelt het mee aan het Vlaams Parlement, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, de Milieu- en Natuurraad, de provincies en de gemeenten. »

Art. 5.Artikel 2.1.12 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 2.1.12. Bij wijze van overgangsmaatregel blijft het MINA-plan 3 geldig tot 31 december 2010. Bij wijze van eenmalige uitzondering in het kader van de overgangsmaatregel kunnen, rekening houdend met de adviezen van MINA-Raad en SERV, in het milieu-jaarprogramma 2008 de nodige actualisaties en aanvullingen i.f.v. internationale ontwikkelingen en bevindingen uit recente milieu- en natuurrapporten worden aangebracht aan de doelstellingen en maatregelen voor de periode 2008-2010. De adviezen aan de MINA-Raad en SERV worden hierbij voorafgaand aan de begroting 2008 gevraagd.

Voorafgaande inspraak voor het publiek m.b.t. de actualisaties en aanvullingen wordt voorzien. »

Art. 6.Artikel 2.1.14 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 7.In artikel 2.1.15 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De provincieraad kan in de loop van de eerste helft van het jaar dat volgt op de verkiezingen voor de provincieraad een provinciaal milieubeleidsplan vaststellen met het oog op de bescherming en het beheer van het milieu op het grondgebied van de provincie.

Het provinciaal milieubeleidsplan geeft op het niveau van de provincie nadere uitwerking aan het gewestelijk milieubeleidsplan. Binnen de perken van de provinciale bevoegdheden kan het provinciaal milieubeleidsplan het gewestelijk milieubeleidsplan ook aanvullen. Het provinciaal milieubeleidsplan moet conform de bindende bepalingen van het gewestelijk milieubeleidsplan zijn. »; 2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Bij het van kracht worden van elk nieuw gewestelijk milieubeleidsplan kan het bestaande provinciaal milieubeleidsplan herzien worden. De bepalingen van het bestaande provinciaal milieubeleidsplan die niet conform de bindende bepalingen van het nieuw gewestelijk milieubeleidsplan zijn, verliezen van rechtswege hun geldigheid. »

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt een artikel 2.1.17bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 2.1.1 7bis. § 1. Bij de herziening van het plan met het oog op de afstemming op het gewestelijk milieubeleidsplan, vermeld in artikel 2.1.15, § 3, volstaat de vaststelling door de provincieraad bij een met redenen omkleed besluit. Het herziene plan wordt ter kennis gebracht van de instanties, vermeld in artikel 2.1.17, § 1. § 2. De Vlaamse Regering kan binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving, vermeld in § 1, de bepalingen van het plan die niet conform de bindende bepalingen van het gewestelijk milieubeleidsplan zijn door een met redenen omkleed besluit vernietigen. »

Art. 9.In artikel 2.1.18 van hetzelfde decreet wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De Vlaamse Regering kan aan de provincies een subsidie toekennen voor het uitvoeren van een provinciaal milieubeleidsplan of milieujaarprogramma. Ze bepaalt de voorwaarden en de nadere regels hiervoor. »

Art. 10.In hetzelfde decreet wordt een artikel 2.1.18bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 2.1.18bis. Een milieubeleidsplan als vermeld in artikel 2.1.15 wordt een eerste keer opgesteld in 2007. Op dat ogenblik kan ook gekozen worden voor een bekrachtiging of actualisering van het bestaande provinciale milieubeleidsplan, eventueel gekoppeld aan een verlenging van de planperiode. In dat geval volstaat een herzieningsprocedure als vermeld in artikel 2.1.17 bis . »

Art. 11.In artikel 2.1.19 van hetzelfde decreet wordt § 2 opgeheven.

Art. 12.Artikel 2.1.20 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 13.In artikel 2.1.21 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De gemeenteraad kan in de loop van de tweede helft van het jaar dat volgt op de verkiezingen voor de gemeenteraad een gemeentelijk milieubeleidsplan vaststellen met het oog op de bescherming en het beheer van het milieu op het grondgebied van de gemeente.

Het gemeentelijk milieubeleidsplan geeft op het niveau van de gemeente nadere uitwerking aan het gewestelijk en het provinciaal milieubeleidsplan. Binnen de perken van de gemeentelijke bevoegdheden kan het gemeentelijk milieubeleidsplan het gewestelijk en het provinciaal milieubeleidsplan ook aanvullen. Het gemeentelijk milieubeleidsplan moet conform de bindende bepalingen van het gewestelijk en het provinciaal milieubeleidsplan zijn. »; 2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Bij het van kracht worden van een nieuw provinciaal of gewestelijk milieubeleidsplan kan het bestaande gemeentelijk milieubeleidsplan herzien worden.

De bepalingen van het bestaande gemeentelijk milieubeleidsplan die niet conform de bindende bepalingen van een nieuw gewestelijk of provinciaal milieubeleidsplan zijn, verliezen van rechtswege hun geldigheid. »

Art. 14.In hetzelfde decreet wordt een artikel 2.1.23bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 2.1.23bis. § 1. Bij de herziening van het plan met het oog op de afstemming op het provinciaal of gewestelijk milieubeleidsplan, vermeld in artikel 2.1.21, § 3, volstaat de vaststelling door de gemeenteraad bij een met redenen omkleed besluit. Het herziene plan wordt ter kennis gebracht van de instanties vermeld in artikel 2.1.23, § 1. § 2. De bestendige deputatie kan binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving, vermeld in § 1, de bepalingen van het plan die niet conform de bindende bepalingen van het gewestelijk of provinciaal milieubeleidsplan zijn door een met redenen omkleed besluit vernietigen. »

Art. 15.In artikel 2.1.24 van hetzelfde decreet wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De Vlaamse Regering kan aan de gemeenten een subsidie toekennen voor het uitvoeren van een gemeentelijk milieubeleidsplan of milieujaarprogramma. Ze bepaalt de voorwaarden en de nadere regels hiervoor. »

Art. 16.In hetzelfde decreet wordt een artikel 2.1.24bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 2.1.24bis. Een gemeentelijk milieubeleidsplan als vermeld in artikel 2.1.21 wordt een eerste keer opgesteld in 2007. Op dat ogenblik kan ook gekozen worden voor een bekrachtiging of actualisering van het bestaande gemeentelijk milieubeleidsplan, eventueel gekoppeld aan een verlenging van de planperiode. In dit geval volstaat een herzieningsprocedure als vermeld in artikel 2.1.23bis. »

Art. 17.In artikel 2.1.25 van hetzelfde decreet wordt § 2 opgeheven.

Art. 18.Artikel 2.1.26 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 19.Artikel 3 van het decreet van 30 april 2004 tot aanvulling van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 april 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS _______ Nota (1) Zitting 2005-2006. Stukken. - Ontwerp van decreet, 691 - Nr. 1. - Verslag, 691 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 691 - Nr. 3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 19 april 2006.

^