Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 april 2004
gepubliceerd op 21 juni 2004

Decreet tot wijziging van het decreet van 19 juli 2001 betreffende de sociale hulpverlening aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004029218
pub.
21/06/2004
prom.
28/04/2004
ELI
eli/decreet/2004/04/28/2004029218/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 APRIL 2004. - Decreet tot wijziging van het decreet van 19 juli 2001 betreffende de sociale hulpverlening aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie (1)


Het Parlement heeft aangenomen en wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In artikel 1 worden een punt 7° en een punt 8° toegevoegd, luidend als volgt : « 7° contactdienst : erkende dienst ter bevordering van het behoud of het herstel van de betrekking tussen het kind en zijn gedetineerde ouder; 8° ouder : persoon met wie het kind een afstammings- of een adoptieband heeft of die een ouderlijke rol binnen de familiekring van het leven van het kind heeft uitgeoefend.»

Art. 2.Na artikel 3 wordt een artikel 3 bis ingevoegd, luidend als volgt : « 1. De contactdienst heeft als algemene opdracht de mogelijkheid te geven aan de gedetineerde ouder die erom verzoekt, een betrekking met het kind verder te zetten. § 2. Binnen de inrichtingen hebben deze diensten met name als opdracht : 1° één of meer voorafgaande individuele onderhouden met de gedetineerde ouder te organiseren om kennis te nemen van zijn aanvraag en om voor de passende follow-up te zorgen;2° mee te werken aan de opvang en de begeleiding van kinderen in het onderwijs tijdens het bezoek van deze kinderen aan hun gedetineerde ouder;3° individuele follow-ups met de gedetineerde ouder te organiseren om hem te begeleiden in het contactwerk met het kind, en eventueel in het verbreken van deze band;4° voor zover het mogelijk is, praatgroepen te organiseren met gedetineerde ouders met het oog op een uitwisseling over de rol van de ouders; 5° een samenwerking in te stellen met de verschillende partijen van de gevangeniswereld, inzonderheid de sociale psycho-sociale dienst (S.P.S.) en met de buitenpartijen die bevoegd zijn voor de hulpverlening aan gedetineerden, in het bijzonder met de diensten voor hulpverlening aan gedetineerden (D.H.D.); 6° in geval van overbrenging van een gedetineerde ouder naar een andere inrichting, te zorgen voor de overheveling van het dossier, in samenspraak met de gedetineerde ouder, naar de bevoegde erkende contactdienst. § 3. Buiten de inrichtingen hebben deze diensten onder meer als opdracht : 1° ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de belangen van het kind om contact op te nemen met hun gedetineerde ouder;daartoe kan de dienst contact opnemen met de diensten voor gerechtelijke bescherming of de diensten voor hulpverlening aan de jeugd van de woonplaats van de ouder die het kind bewaart of van de verblijfplaats van het kind; indien een dossier op naam van het kind geopend wordt door één van de bevoegde instanties, brengen deze een advies over het mogelijke contact tussen het kind en zijn gedetineerde ouder uit; in geval van een negatief advies van de bevoegde instanties of bij weigering van het kind of van zijn familie worden de bezoeken van het kind aan zijn gedetineerde ouder niet georganiseerd; 2° een onderhoud vóór het bezoek organiseren met het kind en de persoon die hem bewaart naargelang hun wens.In dit geval wordt het kind begeleid. Vanaf 12 jaar kan hij kiezen door wie hij wil worden begeleid; 3° samen te werken met de openbare en private diensten in relatie met het kind en zijn naasten, die kunnen bijdragen tot het vervullen van hun opdracht;

Art. 3.Het opschrift van hoofdstuk II wordt gewijzigd als volgt : « De erkenning voor diensten voor sociale hulpverlening aan de gedetineerden »

Art. 4.Een nieuw hoofdstuk IIbis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « De erkenning voor contactdiensten ».

Art. 5.In hoofstuk IIbis wordt een nieuw artikel 7bis ingevoegd, luidend als volgt : § 1. Om te worden erkend en gesubsidieerd moet de contactdienst beantwoorden aan de volgende voorwaarden : 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk met als doel de banden gedetineerde ouder- kind te ontwikkelen en zijn activiteitenzetel hebben in het Franse taalgebied of in het tweetalig gewest Brussel-Hoofdstad;de verplichting betreffende het maatschappelijk doel van de V.Z.W. heeft geen betrekking op de diensten voor hulpverlening aan de gedetineerden die een erkenning als contactdienst aanvragen; 2° de opdrachten bedoeld in artikel 3bis, § 2, 1°, 2°, 3°, 5° en 6°, en § 3, 1° en 2° regelmatig uitvoeren;3° gratis prestaties betreffende de opdrachten bedoeld in artikel 3bis verstrekken, zonder onderscheid in ras, geslacht, taal, geloof, mening of sociale herkomst;4° beschikken over lokalen waarin minstens een administratief secretariaat kan georganiseerd worden;5° zijn activiteiten uitoefenen in de inrichting(en) waarvoor erkenning wordt verleend. § 2. De Regering bepaalt de specifieke erkenningsvoorwaarden betreffende het personeel van de contactdiensten. »

Art. 6.In hoofdstuk IIbis wordt een nieuw artikel 7ter ingevoegd, luidend als volgt : « De bepalingen van artikel 7 zijn van toepassing op de contactdiensten. »

Art. 7.Na artikel 8 wordt een nieuw artikel 8bis ingevoegd, luidend als volgt : « Binnen de perken van de budgettaire kredieten kent de Regering de contactdiensten subsidies toe voor hun personeelskosten en hun werkingskosten.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de toekenning van de subsidies bedoeld in het vorige lid. »

Art. 8.Artikel 9, eerste lid, van het decreet wordt gewijzigd als volgt : « Er kunnen subsidies worden verleend aan erkende diensten voor hulpverlening aan gedetineerden of aan andere instellingen of verenigingen die zich onderscheiden door hun sociale hulpverlening aan gedetineerden, voor de bijzondere projecten die zijn willen realiseren in het raam van hun opdrachten. Nochtans kan een dienst voor hulpverlening aan gedetineerden die ook als contactdienst wordt erkend, geen aanspraak maken op subsidies voor bijzondere projecten betreffende de specifieke opdracht bedoeld in artikel 3bis. »

Art. 9.Na artikel 10 wordt een nieuw artikel 10bis ingevoegd, luidend als volgt : « De contactdiensten kunnen de medewerking vragen van vrijwilligers voor de begeleiding van het kind, indien nodig, van zijn leefplaats naar de inrichting of voor een logistieke hulp aan professionele medewerkers in het vervullen van hun opdracht.

De vrijwilligers moeten door het personeel van de contactdienst worden ingelicht over de doeleinden en de werking van de dienst alsook over de te vervullen opdracht.

Ze moeten de principes waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van het kind en waarmee discretie wordt gehouden, naleven. Ze moeten op elk ogenblijk een uitreksel van het strafregister kunnen tonen dat vrij is van veroordeling of interneringsmaatregel voor de daden vermeld in de artikelen 372 tot 377, 379 tot 380 ter en 383 tot 387 van het strafwetboek, gepleegd op een minderjarige die jonger is dan 16 jaar of die zijn deelneming veronderstellen. »

Art. 10.Punt 1° van het tweede lid van artikel 11 wordt gewijzigd als volgt : « te zorgen voor de contacten voor een doeltreffende samenwerking tussen de Regering, de bevoegde diensten van de Regering, de diensten voor sociale hulpverlening aan de gedetineerden, de contactdiensten en, desgevallend, de psychosociale diensten van de strafinrichtingen en van de inrichtingen voor de bescherming van de maatschappij; ».

Art. 11.Artikel 12, § 1, eerste lid, wordt aangevuld als volgt : « 6°. een vertegenwoordiger van elke erkende contactdienst, aangesteld door de Regering, op voordracht van deze dienst. »

Art. 12.In artikel 9 van dit decreet dient te worden verstaan onder « uittreksel uit het strafregister » het getuigschrift van goed zedelijk gedrag, vrij van dezelfde veroordelingen en interneringsmaatregelen tot de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 10 van de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister.

Art. 13.De Regering stelt de datum van de inwerkingtreding van dit decreet vast.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 april 2004.

De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, O. CHASTEL De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, F. DUPUIS De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken van de raad. - Ontwerp van decreet, nr. 504-1. - Commissieamendementen, nr. 504-2. - Verslag, nr. 504-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 20 april 2004.

^