Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 mei 2004
gepubliceerd op 25 juni 2004

Decreet waarbij de gevolgen van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte van toepassing worden gemaakt op de gewestelijke belastingen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004201981
pub.
25/06/2004
prom.
27/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/27/2004201981/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 MEI 2004. - Decreet waarbij de gevolgen van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte van toepassing worden gemaakt op de gewestelijke belastingen (1)


Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Voor wat betreft het Waalse Gewest worden de aangegeven sommen, kapitalen of roerende waarden, indien een natuurlijke persoon omschreven in artikel 2, § 1, tweede lid, van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte die sommen, kapitalen of roerende waarden heeft genoten die niet, of die voortspruiten uit inkomsten die evenmin, in een in België wettelijk verplichte boekhouding of aangifte werden vermeld of waarop de in België verschuldigde belasting niet werd geheven, tussen 1 januari 2004 en 31 december 2004 inbegrepen, die sommen, kapitalen of roerende waarden heeft aangegeven en indien die aangifte de voorwaarden vervult van artikel 2, § 1, van voornoemde wet van 31 december 2003, na betaling van de verschuldigde eenmalige bijdrage bedoeld in artikel 4 van voornoemde wet van 31 december 2003 onweerlegbaar, definitief en volledig het voorwerp te hebben uitgemaakt van alle gewestelijke belastingen, vermeerderingen van gewestelijke betalingen, nalatigheidsinterest en geldboetes die, vóór de datum van indiening van de aangifte, voor die sommen, kapitalen of roerende waarden verschuldigd zijn of verschuldigd hadden kunnen zijn.

Dit geldt zowel in hoofde van de aangever en zijn rechtsvoorgangers als in hoofde van de natuurlijke personen of rechtspersonen van wie deze sommen, kapitalen of roerende waarden rechtstreeks of onrechtstreeks werden verkregen of die deze sommen aan de aangever of zijn rechtsvoorganger op enigerlei wijze hebben toegekend.

Art. 2.Voor wat betreft het Waalse Gewest kunnen de aangifte bedoeld in artikel 2, § 1, van voornoemde wet van 31 december 2003, de daaropvolgende betaling van de verschuldigde eenmalige bijdrage bedoeld in artikel 4 van dezelfde voornoemde wet van 31 december 2003 en het attest bedoeld in artikel 6, § 4, van dezelfde voornoemde wet van 31 december 2003 kunnen niet als indicie of aanwijzing worden aangewend om fiscale onderzoeks- of controleverrichtingen uit te voeren, om mogelijke inbreuken op de belastingwetgeving te melden of om inlichtingen uit te wisselen, behalve met betrekking tot de vaststelling van de ingevolge de aangifte verschuldigde bijdragen.

Art. 3.Voor wat betreft het Waals Gewest en binnen de perken van dit decreet, kan het attest bedoeld in artikel 6, 4°, van voornoemde wet van 31 december 2003 gebruikt worden als bewijsmiddel voor de hoven en rechtbanken, voor administratieve rechtscolleges, evenals tegenover elke openbare dienst en parastatale instelling.

Art. 4.§ 1. Voor wat betreft de successierechten waarvoor het Waalse Gewest bevoegd is krachtens artikel 3, 4°, artikel 4, § 1, en artikel 5, § 2, 4°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gewesten en de Gemeenschappen en in afwijking van artikelen 1 tot en met 3 is de aangifte bedoeld in artikel 1 zonder gevolg wat betreft de successierechten die verschuldigd zijn op de sommen, kapitalen en roerende waarden die deel uitmaken van de nalatenschap van een rijksinwoner of die geacht zijn er deel van uit te maken, in de volgende gevallen : 1° de nalatenschap valt open na 31 december 2002;2° de nalatenschap, opengevallen vóór 1 januari 2003, maakt niet het voorwerp uit van een aangifte van nalatenschap ingediend vóór 1 juni 2003 of binnen de termijn waarmee het bestuur vóór die datum schriftelijk heeft ingestemd. § 2. Voor wat betreft de registratierechten waarvoor het Waalse Gewest bevoegd is krachtens artikel 3, 6° tot en met 8°, artikel 4, § 1, en artikel 5, § 2, 6° tot en met 8°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gewesten en de Gemeenschappen en in afwijking van artikelen 1 tot en met 3 is de aangifte bedoeld in artikel 1 zonder gevolg wat betreft de registratierechten die verschuldigd zijn op de sommen, kapitalen en roerende waarden die voortvloeien uit akten die geregistreerd zijn of hadden moeten zijn na 1 juni 2003.

Art. 5.Noch de aangifte bedoeld in artikel 2, § 1, van voornoemde wet van 31 december 2003 noch de betaalde eenmalige bijdrage bedoeld in artikel 4 van dezelfde voornoemde wet van 31 december 2003 hebben gevolgen ter zake van gewestelijke belastingen die onder het Waalse Gewest ressorteren : - indien de sommen, kapitalen of roerende waarden afkomstig zijn van de verwezenlijking van witwasverrichtingen of van een onderliggend misdrijf bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld; - indien de aangever, vóór de indiening van de aangifte, schriftelijk is ingelicht over specifieke onderzoekshandelingen die een Belgisch fiscaal bestuur, een Belgische instelling voor sociale zekerheid of een Belgische sociale inspectiedienst aan het verrichten is.

Art. 6.Voor wat betreft de gewestelijke belastingen die onder de bevoegdheid van het Waalse Gewest ressorteren worden de belastingverhoging of de fiscale geldboete bij niet-aangifte van sommen, kapitalen of roerende waarden die betrekking hebben op sommen, kapitalen of roerende waarden bedoeld in artikel 2, § 1, en waarvoor de belastingplichtige gebruik kon maken van de mogelijkheid bedoeld in deze wet maar nagelaten heeft dit te doen, vanaf 1 januari 2005 vastgesteld op minstens 100 pct.

Art. 7.Dit decreet heeft uitwerking vanaf 1 januari 2004.

Kondigen dit decreet af en bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 27 mei 2004. De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Ph. COURARD _______ Nota Zitting 2003-2004.

Stukken van de Raad 701 (2003-2004) nrs. 1 en 2.

Volledig verslag, openbare vergadering van 12 mei 2004.

Bespreking - Stemming.

^