Etaamb.openjustice.be
Decreet van 25 mei 2007
gepubliceerd op 04 juli 2007

Decreet houdende diverse maatregelen inzake Hogescholen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2007029098
pub.
04/07/2007
prom.
25/05/2007
ELI
eli/decreet/2007/05/25/2007029098/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 MEI 2007. - Decreet houdende diverse maatregelen inzake Hogescholen (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Artikel 34 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, vervangen bij het decreet van 30 juni 2006, wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van het eerste lid, 1°, kunnen de studenten die houder zijn van het bekwaamheidsbewijs van gebrevetteerd verpleger(-ster) ook verkortingen of vrijstellingen van sommige delen van het studieprogramma genieten, dat leidt tot de graad van bachelor in verpleegkundige zorgverlening. »

Art. 2.Er wordt een artikel 71bis, luidend als volgt, ingevoegd in Hoofdstuk III van Titel IV van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen : «

Art. 71bis.§ 1. In geval van samenvoeging van Hogescholen, kan in het voorstel tot samenvoeging, bedoeld bij artikel 62, § 1, bepaald worden dat één of meer Directeur-Voorzitters van de samengevoegde Hogescholen hun mandaat zullen voleindigen binnen de Hogeschool voortkomend uit de samenvoeging. Is het niet het geval, dan wordt tot een aanwijzing overgegaan overeenkomstig, naargelang het geval, artikel 67, tweede lid, of artikel 70, tweede lid.

In het geval meerdere directeur-voorzitters aldus hun mandaat behouden, bepaalt het voorstel tot samenvoeging ook de nadere regels voor de uitoefening van deze mandaten, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat het geheel van de prerogatieven van de directeur-voorzitters bedoeld bij de decreets- en reglementaire bepalingen niet gelijktijdig door meerdere mandatarissen kunnen worden uitgeoefend. Het voorstel tot samenvoeging kan, nochtans, bepalen dat deze mandatarissen deel mogen nemen aan de raad van bestuur, het beheersorgaan of het directiecollege. »

Art. 3.In Hoofdstuk III van Titel IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 71ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 71ter.§ 1. In geval van samenvoeging van Hogescholen, voleindigt de categoriedirecteur van een samengevoegde Hogeschool zijn mandaat in de Hogeschool voortkomend uit de samenvoeging wanneer geen enkel van de andere samengevoegde scholen deze categorie bevat.

Wanneer eenzelfde categorie in meerdere samengevoegde Hogescholen bestaat, kan in het voorstel tot samenvoeging, bedoeld bij artikel 62, § 1, bepaald worden dat één of meer directeurs van deze categorie hun mandaat zullen voleindigen binnen de Hogeschool voortkomend uit de samenvoeging. In het geval dat meerdere categoriedirecteurs aldus hun mandaat behouden, bepaalt het voorstel tot samenvoeging ook de nadere regels voor de uitoefening van deze mandaten, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat het geheel van de prerogatieven van de categoriedirecteurs bedoeld bij de decreets- en reglementaire bepalingen niet gelijktijdig door meerdere mandatarissen kunnen worden uitgeoefend binnen dezelfde categorie. Het voorstel tot samenvoeging kan, nochtans, bepalen dat deze mandatarissen deel mogen nemen aan de raad van bestuur, het beheersorgaan of het directiecollege. Het kan ook, voor een maximale duur van vijf jaar, een afweging van de stemmen op het Directiecollege bepalen.

In afwijking van het tweede lid, wanneer binnen eenzelfde categorie van de Hogeschool voortkomend uit de samenvoeging, bepaald wordt ofwel dat het onderwijs verdeeld verstrekt wordt over twee vestigingen verwijderd van elkaar met meer dan vijf kilometer, ofwel dat twee onderwijsniveaus, een hoger onderwijs van het lange type en een hoger onderwijs van het korte type, ingericht worden op twee verschillende vestigingen, en wanneer, daarenboven, het voorstel tot samenvoeging bepaalt dat het onderwijs verstrekt op iedere vestiging, binnen de samengevoegde Hogeschool twee verscheidene departementen binnen dezelfde categorie zal uitmaken, kan voornoemd voorstel tot samenvoeging tevens bepalen dat twee directeurs die de leiding hebben, elk in één van de samengevoegde Hogescholen, van de betrokken categorie, de prerogatieven zullen uitoefenen van categoriedirecteur, elk voor één van beide departementen, in de Hogeschool voortkomend uit de samenvoeging, en dit tot het einde van hun lopende mandaat. § 2. In geval van overdracht van de categorie van de ene Hogeschool naar een andere Hogeschool, voleindigt de directeur van de overgedragen categorie zijn mandaat in de aannemende Hogeschool wanneer deze categorie in deze Hogeschool niet bestond voor de overdracht.

Wanneer dezelfde categorie als deze die overgedragen wordt in de Hogeschool voor de overdracht bestond, kan in het voorstel tot overdracht, bedoeld bij artikel 62, § 1, bepaald worden dat de directeur van de overgedragen categorie zijn mandaat zal voleindigen binnen de aannemende Hogeschool. In dat geval, indien een directeur een mandaat in deze categorie uitoefende binnen de aannemende Hogeschool op het ogenblik van de overdracht, bepaalt het voorstel tot overdracht ook de nadere regels voor de uitoefening van deze mandaten, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat het geheel van de prerogatieven van de categoriedirecteurs bedoeld bij de decreets- en reglementaire bepalingen niet gelijktijdig door meerdere mandatarissen kunnen worden uitgeoefend binnen dezelfde categorie. Het voorstel tot overdracht kan, nochtans, bepalen dat deze mandatarissen deel mogen nemen aan de raad van bestuur, het beheersorgaan of het directiecollege.

In afwijking van het tweede lid, wanneer binnen de categorie van de aannemende Hogeschool die een overdracht genoot, bepaald wordt ofwel dat het onderwijs verdeeld verstrekt wordt over twee vestigingen verwijderd van elkaar met meer dan vijf kilometer, ofwel dat twee onderwijsniveaus, een hoger onderwijs van het lange type en een hoger onderwijs van het korte type, ingericht worden op twee verschillende vestigingen, en dat, daarenboven, het voorstel tot overdracht bepaalt dat het onderwijs verstrekt op iedere vestiging, binnen de aannemende Hogeschool twee verscheidene departementen binnen dezelfde categorie zal uitmaken, kan voornoemd voorstel tot overdracht tevens bepalen dat de twee directeurs die de leiding hebben, de ene in de afstaande Hogeschool en de andere in de aannemende Hogeschool, van de betrokken categorie, de prerogatieven zullen uitoefenen van de categoriedirecteurs, elk voor één van beide departementen, in de aannemende Hogeschool, en dit tot het einde van hun lopende mandaat. » .

Art. 4.Artikel 100 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2006, wordt aangevuld als volgt : « In geval van samenvoeging van Hogescholen of overdracht van de categorie van de ene Hogeschool naar de andere, behoudt de categoriedirecteur benoemd overeenkomstig het vorig lid zijn ambt, naargelang het geval, in de Hogeschool voortkomend uit de samenvoeging of in de aannemende Hogeschool. Artikel 71 is op hem echter van toepassing. Voor de toepassing van deze bepaling, wordt hij geacht een mandaat uit te oefenen. »

Art. 5.De personeelsleden bedoeld bij artikel 1bis, § 1, van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, die aan een samenvoeging deelnemen, worden in hun betrekking behouden in de Hogeschool voortkomend uit de samenvoeging, zonder wijziging van hun statutaire toestand als gevolg van de samenvoeging.

Art. 6.Artikel 15, 3°, van hetzelfde decreet, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 1 dat met ingang van 1 september 2006 uitwerking heeft.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 25 mei 2007.

De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M-D. SIMONET De Vice-President, Minister van Begroting en Financiën, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, C. EERDEKENS, De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mme C. FONCK _______ Nota's (1) Zitting 2006-2007 : Stukken van de Raad.- Ontwerp van decreet, nr. 397-1. - Verslag, nr. 397-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 22 mei 2007.

^