22 MEI 2023. - Decreet ter ondersteuning van de journalistiek in de Duitstalige Gemeenschap

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.Doelstellingen Dit decreet heeft tot doel de aanbieders van mediadiensten in de Duitstalige Gemeenschap de gelegenheid te bieden om hun journalistieke bekwaamheden verder te ontwikkelen en hun journalistieke projecten te realiseren.

Art. 2.Verwijzingen naar personen Verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 3.Definities Voor de toepassing van dit decreet gelden de volgende definities: 1° aanbieder van mediadiensten: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de redactionele verantwoordelijkheid draagt voor de keuze van de gedrukte, audiovisuele, auditieve of online inhoud van de mediadienst en die bepaalt hoe deze wordt georganiseerd;2° Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);3° journalistiek project: een project dat via een medium rechtstreeks of onrechtstreeks bijdraagt tot het verschaffen, redactioneel bewerken, produceren en/of verspreiden van informatie die bestemd is voor het publiek en in het belang van het publiek is;4° Code: de als bijlage bijgevoegde Code die op 16 oktober 2013 werd goedgekeurd door de Raad voor journalistieke deontologie;5° Raad voor journalistieke deontologie: het vakorgaan vermeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 25 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/03/2013 pub. 07/05/2013 numac 2013202446 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot erkenning en subsidiëring van een instantie voor de zelfregulering van journalistieke deontologie sluiten tot erkenning en subsidiëring van een instantie voor de zelfregulering van journalistieke deontologie;6° redactionele verantwoordelijkheid: het uitoefenen van een doeltreffende controle, zowel met het oog op de samenstelling van de journalistieke bijdrage als met het oog op de terbeschikkingstelling ervan. HOOFDSTUK 2. - ONDERSTEUNING

Art. 4.Basisprincipe van de ondersteuning Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering ondersteuning geven voor de deelname aan of organisatie van voortgezette opleidingen en voor de realisatie van journalistieke projecten, zoals bepaald in dit hoofdstuk.

Art. 5.Aanvraag § 1 - De ondersteuning kan worden aangevraagd door aanbieders van mediadiensten die: 1° hun hoofdverblijfplaats of zetel in het Duitse taalgebied hebben;2° door hun berichtgeving een lokale en/of regionale verbondenheid hebben met de Duitstalige Gemeenschap;3° hun op basis van dit decreet ondersteunde publicaties in de Duitse taal maken;4° zich ertoe verbinden de Code na te leven. § 2 - De aanvraag wordt schriftelijk bij de Regering ingediend.

De Regering kan ieder jaar maximaal drie projectoproepen organiseren waarin wordt gewezen op de mogelijkheid projectaanvragen in te dienen.

In de projectoproep bepaalt de Regering de termijn waarbinnen de projecten moeten worden ingediend. Deze termijn bedraagt minstens dertig kalenderdagen. § 3 - De aanvraag moet vergezeld zijn van de volgende bijlagen: 1° een gedetailleerde projectbeschrijving, met inbegrip van een tijdschema;2° een overzicht van het in artikel 6 vermelde financieel plan;3° een verklaring op erewoord dat de Code zal worden nageleefd.

Art. 6.Financieel plan De aanvrager stelt een financieel plan op voor het hele project. In dat voorlopig financieel plan bedraagt het eigen aandeel van de aanvrager in de financiering van het project minstens 20.

Art. 7.In aanmerking komende journalistieke projecten en voortgezette opleidingen De beoordeling van het journalistieke project of de voortgezette opleiding gebeurt op een schaal van 100 punten. Aan de hand van de volgende criteria wordt met de volgende weging geëvalueerd: 1° journalistieke meerwaarde - 30 punten;2° innovatief karakter - 30 punten;3° duurzaamheid - 20 punten;4° realiseerbaarheid - 10 punten;5° financieel plan - 10 punten. Om in aanmerking te komen voor ondersteuning moet een project minstens 70 punten behalen en mag het voor geen enkel beoordelingscriterium minder dan 50 van het maximumaantal punten behalen.

Art. 8.Advies § 1 - De Regering legt de volledige ondersteuningsaanvragen ter advies voor aan een vakjury. De vakjury, die bestaat uit drie deskundigen op het gebied van journalistiek, media en media-educatie, wordt door de Regering aangesteld voor een hernieuwbare termijn van drie jaar.

De Regering legt de procedure vast die moet worden gevolgd in geval van belangenverstrengeling van de juryleden.

De Regering bepaalt de samenstelling en de werkwijze van de vakjury, verzorgt het secretariaat en regelt de onkostenvergoeding voor de leden van de vakjury. § 2 - De vakjury bezorgt de Regering binnen dertig werkdagen na ontvangst van het aanvraagdossier een advies. Als dit advies na afloop van deze termijn ontbreekt, wordt ervan uitgegaan dat het advies positief is.

In haar advies beoordeelt de vakjury: 1° of de in artikel 5 opgesomde aanvraagvoorwaarden vervuld zijn;2° in hoeverre er voldoende van de in artikel 6 genoemde middelen voor de uitvoering van het project aanwezig zijn;3° of het project krachtens artikel 7 in aanmerking komt voor ondersteuning.

Art. 9.Beslissing van de Regering De Regering beslist over de aanvraag binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het advies van de vakjury of na het verstrijken van de termijn vermeld in artikel 8, § 2, eerste lid.

Indien de Regering in haar beslissing afwijkt van het advies van de vakjury, voegt zij een bijzondere motivering aan haar beslissing toe.

Art. 10.Subsidie De subsidie bedraagt hoogstens 80 van de aanvaardbare kosten. Alle relevante en dienstige kosten kunnen in dit verband in aanmerking genomen worden.

De Regering kan categorieën van de aanvaardbare kosten vastleggen, alsook, in voorkomend geval, maximumbedragen per categorie.

Art. 11.Uitbetaling De subsidie wordt in de vorm van voorschotten van 100 van het te verwachten subsidiebedrag verleend.

Ten laatste drie maanden na afloop van het project worden de volgende documenten bij de Regering ingediend: 1° een activiteitenverslag, met inbegrip van een vooruitzicht op de voortzetting van het project;2° een overzicht van de uitgaven die in aanmerking komen voor ondersteuning en de bijbehorende bewijsstukken.

Art. 12.Coëfficiënt De Regering kan het bedrag van alle in dit decreet voorziene subsidies met een coëfficiënt vermenigvuldigen om ze aan te passen aan de beschikbare begrotingsmiddelen en aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Art. 13.Controle Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, kan de Regering te allen tijde laten onderzoeken of de bepalingen van dit decreet worden nageleefd.

Art. 14.Terugvordering Overeenkomstig artikel 13, eerste lid, van dezelfde wet vordert de Regering een subsidie terug indien: 1° de subsidiërings- en uitbetalingsvoorwaarden niet vervuld zijn;2° de subsidie voor andere doeleinden werd gebruikt;3° de in dit decreet bepaalde controle belemmerd of verhinderd werd. De subsidieontvanger die niet overeenkomstig artikel 11 van dezelfde wet kan verantwoorden dat de subsidie werd aangewend voor de doeleinden waarvoor zij werd verleend, betaalt het deel dat niet werd verantwoord terug overeenkomstig artikel 13, tweede lid, van dezelfde wet. HOOFDSTUK 3. - VERTROUWELIJKHEID EN BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS

Art. 15.Verwerking van persoonsgegevens § 1 - De Regering is verantwoordelijk voor de in dit decreet vermelde verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Voor de nakoming van de in de artikelen 4 en 13 genoemde taken geldt de Regering als verwerkingsverantwoordelijke als bedoeld in artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. § 2 - De Regering mag de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden gebruiken dan voor de uitvoering van haar wettelijke of decretale opdrachten die verband houden met dit decreet.

De in artikel 16, § 1, opgesomde gegevenscategorieën worden voor de volgende doeleinden verwerkt: 1° toetsing of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 5;2° controle van de aanwending van de toegekende subsidie overeenkomstig artikel 13; 3 communicatie met de aanvrager.

De verwerking van persoonsgegevens gebeurt met inachtneming van de toepasselijke regelgeving inzake gegevensbescherming.

Art. 16.Gegevenscategorieën § 1 - De Regering kan overeenkomstig artikel 15 uitsluitend identiteitsgegevens en contactgegevens van de aanvrager of betrokken personen en projectgebonden gegevens verwerken. § 2 - De Regering kan de in paragraaf 1 vermelde gegevenscategorieën preciseren.

Art. 17.Duur van de gegevensverwerking Wanneer de ondersteuning verleend wordt, mogen de in artikel 16, § 1, genoemde gegevens niet langer dan tien jaar na de goedkeuring van de aanvraag overeenkomstig hoofdstuk 2 bewaard worden in een vorm die het mogelijk maakt de betrokken personen te identificeren. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van deze termijn vernietigd.

Wanneer de ondersteuningsaanvraag afgewezen wordt, mogen de in artikel 16, § 1, genoemde gegevens niet langer dan vijf jaar na de afwijzing van de aanvraag overeenkomstig hoofdstuk 2 bewaard worden in een vorm die het mogelijk maakt de betrokken personen te identificeren. Indien er een administratieve of gerechtelijke procedure loopt en deze meer dan vijf jaar duurt, wordt de bewaartermijn verlengd tot de procedure definitief beëindigd is. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van deze termijn vernietigd.

Art. 18.Veiligheidsmaatregelen De Regering bepaalt in voorkomend geval de veiligheidsmaatregelen die noodzakelijk zijn voor de verwerking van de persoonsgegevens waarin dit hoofdstuk voorziet. HOOFDSTUK 4. - SLOTBEPALINGEN

Art. 19.Inwerkingtreding Dit decreet treedt in werking op 1 juli 2023.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 22 mei 2023.

O. PAASCH, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën A. ANTONIADIS, De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting I. WEYKMANS, De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media L. KLINKENBERG, De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Zitting 2022 - 2023 Parlementaire stukken: 267 (2022 - 2023) Nr. 1 Ontwerp van decreet 267 (2022-2023) Nr. 2 Verslag 267 (2022-2023) Nr. 3 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 22 mei 2023 - Nr. 58 Bespreking en stemming