Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 april 2024
gepubliceerd op 24 januari 2025

Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2024205549
pub.
24/01/2025
prom.
22/04/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 APRIL 2024. - Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Toepassingsgebied Dit decreet is van toepassing op alle dienstverrichters die werkzaam zijn in de geestelijke gezondheidszorg en die het in hoofdstuk 2 vermelde aanbod aan diensten voor laagdrempelige en georganiseerde ondersteuning in de Duitstalige Gemeenschap aanbieden.

Art. 2.Verwijzingen naar personen De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 3.Definities Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° aanbod aan diensten voor ambulante ondersteuning: aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning die dicht bij huis ter beschikking staan van de betrokkene.Het heeft tot doel ervoor te zorgen dat de betrokkene aan het maatschappelijke leven kan deelnemen doordat hij in zijn thuisomgeving blijft. Op dat aanbod kan ook een beroep worden gedaan na een verblijf in een residentiële voorziening; 2° aanbod (aan diensten): dienst van algemeen economisch belang, zoals omschreven in artikel 14 en artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en in het daaraan gehechte Protocol nr.26, bestaande uit de personenondersteuning inzake geestelijke gezondheidszorg die wordt verricht door een dienstverrichter en die tot doel heeft, met inachtneming van de in artikel 5 vermelde dienstverleningsprincipes, de geestelijke gezondheid en de levenskwaliteit van de betrokkenen te bevorderen, te behouden en/of te verbeteren; 3° betrokkene: elke natuurlijke persoon met psychische ondersteuningsbehoeften die gebruik maakt of kan maken van het aanbod aan diensten inzake geestelijke gezondheidszorg;4° bewoner: betrokkene met een gestabiliseerde psychische aandoening die gebruik maakt van de woonstructuren voor beschut wonen die worden vermeld in artikel 13;5° referentiepersoon: persoon die niet-beroepshalve zorgt voor een betrokkene met wie hij een nauwe band heeft, ongeacht of hij daarvoor vergoed wordt of niet.Als referentiepersonen gelden ook de mantelzorgers vermeld in de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203605 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat type wet prom. 12/05/2014 pub. 29/09/2014 numac 2014000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat. - Duitse vertaling sluiten betreffende de erkenning van de mantelzorger; 6° burgergericht: gericht op kwalitatief hoogstaande oriëntering, begeleiding en opvang inzake geestelijke gezondheidszorg voor de individuele betrokkenen en hun referentiepersonen;7° Algemene Verordening Gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);8° dienstverrichter: natuurlijke persoon of rechtspersoon resp. vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die in hoofdberoep, bijberoep of als vrijwilliger een aanbod van de personenondersteuning verricht; 9° destigmatisering: alle maatregelen op bevolkingsniveau en opvangmaatregelen op individueel niveau die publieke stigmatisering of zelfstigmatisering als gevolg van een psychische belemmering tegengaan.Publieke stigmatisering is de stigmatisering in de samenleving. Zelfstigmatisering is de door de betrokkenen verinnerlijkte stigmatisering; 10° ervaringscompetentie: de kennis en competentie die het resultaat zijn van ervaring met burgergerichte zorg, opgedaan als betrokkene of in een context, en die herstelgericht kunnen worden ingezet voor zichzelf en voor anderen.Die ervaring kan alleen tot kennis en competentie op het gebied van personenondersteuning leiden, als die ervaring door contact met gelijkgezinden verwerkt en uitgebreid wordt en als kennis, attitudes, bekwaamheden en methoden door opleiding of vrijwilligerswerk werden doorgegeven, om de uitgebreide ervaring op het gebied van burgergerichte ondersteuning op competente wijze te gebruiken; 11° bevordering van de geestelijke gezondheid: handelingen om het emotioneel en sociaal welzijn te beschermen, te ondersteunen en te behouden en individuele, sociale en omgevingsgebonden voorwaarden te creëren die een optimale psychologische en psychofysiologische ontwikkeling mogelijk maken en de zelfredzaamheid van het individu verbeteren.Bevordering van de geestelijke gezondheid heeft betrekking op een positieve geestelijke gezondheid en niet op psychische aandoeningen; 12° genezing: uniek en persoonlijk zoekproces dat, rekening houdend met de gevolgen van een stoornis, gericht is op het ontwikkelen van een nieuwe zingeving en nieuwe doelstellingen in het leven die in overeenstemming zijn met de eigen persoonlijke waarden, zodat een hoopvol en vervuld leven mogelijk blijft of wordt;13° aanbod aan diensten voor groepen: aanbod aan diensten die op een welbepaalde locatie ter beschikking staan van verscheidene betrokkenen tegelijk;14° geïntegreerde zorg: zorg en ondersteuning via een gezondheidstraject, gaande van gezondheidspromotie en preventie tot nazorg, met als doel de gezondheid en daardoor ook de levenskwaliteit van de betrokkenen op het gebied van geestelijke gezondheid levenslang te behouden, te verbeteren en/of te stabiliseren;15° levenskwaliteit: graad van tevredenheid die een persoon ervaart op geestelijk, lichamelijk, sociaal, omgevingsgebonden en spiritueel niveau, alsook op het niveau van de onderlinge relatie tussen deze aspecten in zijn leven;16° geestelijke gezondheid: staat van psychische gezondheid en welzijn waarin elke mens zijn eigen potentieel benut, met de stress van het dagelijkse leven kan omgaan en kan bijdragen aan de gemeenschap waartoe hij behoort.Geestelijke gezondheid is een vast bestanddeel van gezondheid; 17° netwerk voor geestelijke gezondheidszorg: geformaliseerd partnerschap dat bevoegd is voor geestelijke gezondheid en betrokken is bij de burgergerichte zorg.Het aanbod aan diensten inzake geestelijke gezondheidszorg wordt vergemakkelijkt en geoptimaliseerd in samenwerking met vertegenwoordigers van de betrokkenen en hun referentiepersonen; 18° aanbod aan laagdrempelige psychosociale diensten: initiatieven van een lokale overheid, van lokale actoren of van de bevolking die niet voornamelijk door professionals worden uitgevoerd en die tot doel hebben bij te dragen aan de ondersteuning van de betrokkenen en hun referentiepersonen.Daaronder vallen ook organisaties die betrokkenen of hun referentiepersonen samenbrengen; 19° aanbod aan diensten voor laagdrempelige ondersteuning: aanbod aan diensten die tot doel hebben het welzijn van de betrokkenen in hun omgeving te verhogen en de sociale cohesie te bevorderen;20° aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning: het hele aanbod aan ambulante, transmurale en/of residentiële diensten die verricht worden door dienstverrichters en die ofwel vergunningsplichtig zijn, ofwel kunnen worden erkend;21° personenondersteuning: het hele aanbod aan diensten voor laagdrempelige en georganiseerde ondersteuning;22° proefproject: bijzonder initiatief voor personenondersteuning dat gekenmerkt wordt door een tijdelijk, innovatief en experimenteel karakter;23° preventie van psychische aandoeningen: handelingen die gericht zijn op het verminderen van risicofactoren en het versterken van beschermende factoren die verband houden met psychische aandoeningen, met als doel het risico, de incidentie, de prevalentie en het opnieuw optreden van psychische aandoeningen te verminderen;24° psychologische ondersteuningsbehoefte: behoefte op het gebied van cognitieve vaardigheden, emotieregulatie of gedrag van een betrokkene die wijst op verstoorde psychologische, biologische of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychisch functioneren.De opvangbehoefte op het gebied van geestelijke gezondheidszorg omvat ook de opvangbehoefte die verband houdt met verslaving aan psychoactieve stoffen, kansspelen, gokken of andere soorten stoffen of activiteiten; 25° zelfzorg: de beslissingen en handelingen van een natuurlijke persoon in het dagelijks leven om zijn geestelijke gezondheid te behouden, te versterken of te herstellen, alsook daarmee samenhangende activiteiten;26° vertegenwoordiger: een van de hierna volgende natuurlijke personen: a) de wettelijke of door de rechter aangewezen vertegenwoordiger van de betrokkene;b) de door de betrokkene notarieel aangewezen gevolmachtigde, met uitzondering van de personen die werken voor een dienstverrichter op wie de betrokkene een beroep doet;27° dagforfait: de door de Regering bepaalde vaste subsidie per dag, per plaats van een transmurale en/of residentiële voorziening;28° aanbod aan diensten voor transmurale en/of residentiële ondersteuning: aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning die ter beschikking staan van de betrokkene.Ze hebben tot doel de betrokkene bij wijze van tussenoplossing een toevluchtsoord of opvang te bieden en hem door een stabilisering de mogelijkheid te bieden om terug te keren naar een thuisomgeving; 29° ondersteuningscapaciteit: het aantal vergunde plaatsen van een transmurale en/of residentiële voorziening;30° aanbod dicht bij huis: aanbod dat op geringe afstand van de woonplaats bestaat.Een aanbod wordt in elk geval als 'dicht bij huis' beschouwd, als het wordt verricht in het noorden van het Duitse taalgebied, d.i. in de gemeenten Eupen, Lontzen, Kelmis en Raeren, en tegelijk ook in het zuiden van het Duitse taalgebied, d.i. in de gemeenten Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach en Sankt Vith.

Art. 4.Onderwerp en doelstelling Dit decreet: 1° beschrijft de activiteiten van de personenondersteuning;2° bepaalt de voorwaarden voor de vergunning en erkenning van de dienstverrichters;3° bepaalt de financiering van de dienstverrichters. Het doel is de gezondheid en daardoor ook de levenskwaliteit van de betrokkenen op het gebied van geestelijke gezondheid te behouden, te verbeteren en/of te stabiliseren door het volgende te doen: 1° de zelfhulpcompetentie en de zelfzorg sterken;2° vroegtijdige ondersteuning op het gebied van gezondheidspromotie en preventie aanbieden.Daarbij is het belangrijk voor een laagdrempelige toegang te zorgen; 3° een specifiek aanbod aan diensten voor medische en psychosociale ondersteuning creëren;4° de referentiepersonen ondersteunen;5° de actieve deelname van de betrokkene aan de samenleving ondersteunen;6° de sectoroverschrijdende netwerkvorming en afspraken tussen netwerkpartners bevorderen, met als doel op een burgergerichte manier de best mogelijke ondersteuning te bieden en de overgang van het ene naar het andere aanbod vlot te laten verlopen, en dit binnen het kader van geïntegreerde zorg.

Art. 5.Dienstverleningsprincipes Bij de uitoefening van hun opdracht nemen de dienstverrichters de volgende rechten van de betrokkenen in acht en leven ze, in het belang van de betrokkenen, de volgende principes na: 1° het recht op waardigheid, fysiek en mentaal welzijn, vrijheid en veiligheid;2° het recht op zelfbeschikking;3° het recht op privacy;4° het recht op begeleiding op maat die aan de geldende kwaliteitsnormen voldoet;5° het recht op een laagdrempelige toegang, gepersonaliseerde informatie en gepersonaliseerd advies om een afgewogen beslissing te kunnen nemen;6° het recht op communicatie en het recht om deel te nemen aan het maatschappelijk leven en aan culturele activiteiten;7° het recht op vrijheid van meningsuiting, gedachtevrijheid en gewetensvrijheid, vrijheid van levensbeschouwing, cultuur en religie;8° het recht op vrije keuze van de dienstverrichter en het recht tot wijziging van die keuze, voor zover de wet die rechten niet inperkt. De dienstverrichters waarborgen in de uitoefening van hun opdracht dat de medewerkers: 1° de referentiepersonen bij de begeleiding van de betrokkene ondersteunen en hen bij de begeleiding betrekken;2° multidisciplinair en sectoroverschrijdend samenwerken met andere dienstverrichters bij de begeleiding van de betrokkene. De Regering bepaalt de verdere inhoud van de rechten en principes vermeld in het eerste en het tweede lid en bepaalt de nadere regels die de dienstverrichters in de uitoefening van hun opdracht moeten naleven.

Art. 6.Vertegenwoordiger Binnen de perken van de wettelijke voorschriften kan de vertegenwoordiger van de betrokkene alle in dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan vermelde rechten en plichten van de betrokkene in diens naam en voor diens rekening waarnemen. Daarbij handelt hij uitsluitend in het belang van de betrokkene.

HOOFDSTUK 2. - Aanbod aan diensten voor personenondersteuning Afdeling 1. - Aanbod aan diensten voor laagdrempelige ondersteuning


Art. 7.Aanbod aan diensten voor laagdrempelige psychosociale ondersteuning Het aanbod aan diensten voor laagdrempelige psychosociale ondersteuning bestaat uit diensten die in het Duitse taalgebied dicht bij huis worden georganiseerd en de geestelijke gezondheid van de bevolking bevorderen. Het gaat om diensten die de geestelijke gezondheid bevorderen of psychische aandoeningen voorkomen en ter beschikking staan van alle betrokkenen. De betrokkenen kunnen zich bij de diensten melden of de dienstverrichters kunnen langsgaan bij de betrokkenen. Het aanbod omvat minstens een van de volgende diensten: 1° informatie- en bewustmakingsevenementen organiseren over welzijn, zelfzorg en ondersteuning van referentiepersonen;2° voortgezette opleidingen organiseren over welzijn, zelfzorg en ondersteuning van referentiepersonen;3° informatie, advies en oriëntering bieden aan betrokkenen die vragen hebben over geestelijke gezondheid;4° sociale re-integratie en inclusie in de maatschappij en destigmatisering;5° stabilisering en bevordering van de zelfredzaamheid. De psychosociale ondersteuning dicht bij huis kan individueel of in groep plaatsvinden. Ze kan in fysieke of virtuele vorm worden georganiseerd.

De Regering kan nog andere diensten bepalen die verricht worden in het kader van het aanbod aan diensten voor laagdrempelige psychosociale ondersteuning.

Art. 8.Oriënterend en begeleidend advies door professionals Het aanbod aan oriënterend en begeleidend advies door professionals dient ter begeleiding van betrokkenen die versterkte begeleiding voor hun geestelijke gezondheid wensen, maar niet de behoefte hebben om gebruik te maken van een georganiseerd ondersteuningsaanbod. Het omvat psychologische eerstelijnshulp, hulp bij zelfhulp, alsook een aanbod aan tussenoplossingen voor de periode waarin een betrokkene wacht op de begeleiding in een georganiseerd ondersteuningsaanbod. Het aanbod aan diensten wordt dicht bij huis georganiseerd.

Het aanbod aan oriënterend en begeleidend advies door professionals is laagdrempelig en op korte termijn beschikbaar en omvat in het bijzonder een of meer van de volgende diensten: 1° het bevorderen en stabiliseren van de gezonde ontwikkeling van de betrokkenen;2° het ondersteunen van de betrokkenen bij het omgaan met persoonlijke en familiale conflicten en crisissen en de factoren die daaraan ten grondslag liggen;3° het versterken van de relatie tussen de betrokkene en zijn referentiepersonen;4° het bevorderen van de competenties van de betrokkene en zijn referentiepersonen;5° het versterken van de sociale participatie en de vrijetijdsbesteding, het bieden van gezelschap;6° het ondersteunen van de betrokkene bij het omgaan met alledaagse problemen, ontwikkelingsproblemen en gedragsproblemen;7° het ondersteunen van de betrokkene bij zijn maatschappelijke integratie, educatieve integratie en, indien van toepassing, integratie op de arbeidsmarkt;8° het ondersteunen van de autonome levenswijze en de zelfredzaamheid van de betrokkenen;9° een eerste psychologische begeleiding van de betrokkenen die eventueel kan leiden tot een oriëntering naar het aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning;10° de nazorg van betrokkenen die een beroep hebben gedaan op een aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning, maar dat aanbod niet langer nodig hebben en gestabiliseerd zijn. De eerstelijnszorg kan in fysieke of virtuele vorm worden georganiseerd.

De Regering kan de nadere regels en de verdere doelstellingen van het oriënterend en begeleidend advies door professionals bepalen. Afdeling 2. - Aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning

Onderafdeling 1. - Aanbod aan diensten voor ambulante ondersteuning

Art. 9.Ambulante begeleidingsdiensten De ambulante begeleidingsdienst behoort tot het aanbod aan diensten voor ambulante ondersteuning, vindt overdag plaats en is bestemd voor betrokkenen.

Hij omvat minstens twee van de volgende diensten: 1° psychosociale begeleiding en ondersteuning;2° doorverwijzing naar het aanbod aan diensten voor personenondersteuning;3° activering en ondersteuning;4° stabilisering;5° bevordering van sociale participatie en vrijetijdsbesteding;6° multidisciplinaire samenwerking in het netwerk. De Regering kan nog andere diensten bepalen die in het kader van de ambulante begeleidingsdienst verricht worden.

Art. 10.Ambulante therapie Ambulante therapie behoort tot het aanbod aan diensten voor ambulante ondersteuning en is bestemd voor betrokkenen met een psychische aandoening. De toegang is laagdrempelig.

Ze omvat minstens de volgende diensten: 1° psychologische of psychosociale multidisciplinaire begeleiding en ondersteuning;2° coördinatie van of doorverwijzing naar het behoeftegerichte aanbod aan diensten voor personenondersteuning in het netwerk;3° activering en ondersteuning van de resources van de betrokkene en/of de referentiepersonen;4° bevordering van veerkracht, sociale participatie en vrijetijdsbesteding. De Regering kan nog andere diensten bepalen die in het kader van de ambulante therapie verricht worden.

Art. 11.Psychosociale dagopvang De psychosociale dagopvang behoort tot het voor groepen bestemde aanbod aan diensten voor ambulante ondersteuning, vindt overdag plaats en is bestemd voor betrokkenen met een psychische aandoening.

Hij omvat de volgende diensten: 1° psychosociale ondersteuning;2° activering en ondersteuningsmaatregelen;3° het structureren van het dagelijks leven;4° het verrichten van diensten inzake gezondheidspromotie en preventie;5° het mee vorm geven van de vrijetijdsbesteding;6° het aanbieden van gemeenschapsruimten, rustruimten en sanitaire ruimten;7° multidisciplinaire samenwerking in het netwerk. De Regering kan: 1° nog andere diensten bepalen die in het kader van de psychosociale dagopvang verricht worden;2° de toegangsvoorwaarden bepalen. Onderafdeling 2. - Aanbod aan diensten voor residentiële en/of transmurale ondersteuning

Art. 12.Psychiatrische kortverblijven Het psychiatrisch kortverblijf is een aanbod aan diensten voor transmurale en/of residentiële ondersteuning waarvan betrokkenen met een psychische aandoening gebruik kunnen maken gedurende een periode van hoogstens drie maanden per kalenderjaar en gedurende hoogstens drie opeenvolgende maanden. Het is bedoeld om de last op de schouders van de mantelzorgers te verlichten.

Het omvat de volgende diensten: 1° verrichten van diensten van de gezondheidszorg;2° waarborgen van medische begeleiding;3° psychosociale ondersteuning;4° activering, alsook ondersteuning en mobilisatiemaatregelen;5° specifieke revalidatiemaatregelen;6° verrichten van diensten ter bevordering van de gezondheid en ter voorkoming van ziekten;7° mee vorm geven aan de vrijetijdsbesteding;8° aanbieden van huishoudelijke diensten;9° aanbieden van een woonruimte;10° samenwerken met andere dienstverrichters in het netwerk. De Regering kan: 1° nog andere diensten bepalen die in het kader van een psychiatrisch kortverblijf verricht worden;2° de toegangsvoorwaarden bepalen.

Art. 13.Woonstructuren voor beschut wonen Woonstructuren voor beschut wonen behoren tot het aanbod aan diensten voor residentiële en/of transmurale ondersteuning die zich hoofdzakelijk tot meerderjarige bewoners met een gestabiliseerde psychische aandoening richten en hen een woongelegenheid met begeleiding bieden. Afhankelijk van de woonstructuur worden therapeutische of psychosociale maatregelen aangeboden. Ze zijn ontworpen om de levenskwaliteit van de bewoner te behouden en/of te herstellen in een thuisvervangende omgeving.

Ze omvatten de volgende diensten: 1° aanbieden van een woonruimte;2° aanbieden van een gemeenschappelijke keuken of een individuele keukenhoek;3° participatieve organisatie van het dagelijks leven;4° pedagogische en psychosociale ondersteuning;5° activering en ondersteuningsmaatregelen;6° begeleiding naar andere instellingen en diensten;7° bevordering van sociale participatie en vrijetijdsbesteding;8° ondersteuning, aangepast aan de mentale en fysieke mogelijkheden, verricht door gekwalificeerd personeel;9° samenwerking met artsen-specialisten;10° samenwerking met andere dienstverrichters in het netwerk;11° het verrichten van diensten inzake gezondheidspromotie en preventie. De Regering kan: 1° nog andere diensten bepalen die in het kader van de woonstructuren voor beschut wonen verricht worden;2° de toegangsvoorwaarden bepalen. HOOFDSTUK 3. - Vergunningsprocedure, sluitingsprocedure en erkenningsprocedure Afdeling 1. - Vergunningsprocedure en sluitingsprocedure


Art. 14.Toepassingsgebied Deze afdeling is van toepassing op het aanbod aan diensten voor transmurale en/of residentiële ondersteuning.

Art. 15.Beginsel van de vergunning § 1 - Voor het aanbod aan diensten voor transmurale en/of residentiële ondersteuning dienen de dienstverrichters in de volgende gevallen een vergunningsaanvraag in bij de Regering: 1° om een ondersteuningsaanbod te creëren of aan te bieden;2° om de ondersteuningscapaciteit te wijzigen. Bij het toekennen van de vergunning bestaat de vergunning uit een planningsvergunning, gevolgd door een exploitatievergunning bij het verrichten van het aanbod. § 2 - De planningsvergunning vermeld in § 1, tweede lid, verleent de dienstverrichter het recht om de nodige plannings- en uitvoeringswerkzaamheden uit te voeren en zo de geplande projecten vermeld in § 1, eerste lid, te realiseren. § 3 - De exploitatievergunning vermeld in § 1, tweede lid, verleent de dienstverrichter het recht om zijn aanbod aan diensten te verrichten.

Ze moet voorafgegaan worden door een planningsvergunning.

De dienstverrichters vragen de exploitatievergunning drie maanden vóór het verrichten van de dienst en uiterlijk bij het verstrijken van de planningsvergunning aan.

Art. 16.Vergunningsvoorwaarden § 1 - De Regering verleent de planningsvergunning als: 1° de door de Regering vastgelegde bouwnormen en specifieke veiligheidsmaatregelen in acht genomen worden;2° het te creëren aanbod beantwoordt aan een behoefte die voldoende gedocumenteerd is. De Regering bepaalt welke documenten moeten worden verstrekt om de behoefte vermeld in het eerste lid, 2°, aan te tonen. § 2 - De Regering kent de exploitatievergunning toe als er een planningsvergunning werd toegekend.

De Regering bepaalt de verdere voorwaarden voor het verkrijgen van de exploitatievergunning. Die hebben in het bijzonder betrekking op: 1° de juridische vorm van de dienstverrichter;2° de boekhouding; 3° het concept m.b.t. de organisatie van het ondersteuningsaanbod; 4° het inspraakrecht van de betrokkenen en van de referentiepersonen, in het bijzonder inzake participatie bij het bepalen van de levensomstandigheden in het transmurale en/of residentiële aanbod;5° de rechten en plichten van de vertegenwoordiger, met behoud van de toepassing van andersluidende bepalingen;6° het bestaan van een overeenkomst tussen de dienstverrichter en de betrokkene met een psychische aandoening in de vorm van een dienstverleningsovereenkomst;7° de openingstijden, de wachtdiensten, de toegankelijkheid en de manier waarop de dienstverleningsovereenkomst kan worden opgezegd;8° het kwaliteitsmanagement, met inbegrip van het klachtenbeheer;9° de geplande personeelssamenstelling. De Regering kan uitzonderingen op de verplichting om aan de voorwaarden vermeld in het tweede lid te voldoen, bepalen.

Art. 17.Vergunningsprocedure § 1 - Dienstverrichters die een planningsvergunning en een exploitatievergunning willen krijgen, dienen daartoe een aanvraag in bij de Regering.

Bij de aanvraag worden documenten gevoegd waaruit blijkt dat de voorwaarden vermeld in artikel 16 vervuld zijn.

De planningsvergunning is drie jaar geldig.

Tot uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de planningsvergunning kunnen de dienstverrichters een gemotiveerd verzoek indienen om de vergunning voor een periode van ten hoogste één jaar te verlengen. De Regering beslist over deze aanvraag tot verlenging binnen drie maanden na ontvangst van de volledige aanvraag.

De exploitatievergunning wordt in principe voor onbepaalde duur verleend. De Regering bepaalt in welke uitzonderlijke gevallen een exploitatievergunning voor bepaalde duur kan worden verleend.

Eventueel kan ze samen met de planningsvergunning worden verleend. § 2 - De dienstverrichters die een vergunning hebben, dienen een nieuwe vergunningsaanvraag of gedeeltelijke vergunningsaanvraag in: 1° voordat de eventueel voor bepaalde duur verleende vergunning verstreken is;2° als de dienstverrichter, de Regering of de inspecteurs vaststellen dat de gegevens die in de vergunning vermeld staan, niet meer overeenstemmen met de werkelijkheid of om andere redenen gewijzigd moeten worden;3° als de dienstverrichter een aanvullend ondersteuningsaanbod wil aanbieden, voor zover het gaat om een aanbod vermeld in artikel 14. § 3 - De Regering bepaalt: 1° de vorm en de inhoud van de vergunningsaanvraag of van de aanvraag om verlenging van de planningsvergunning;2° de procedure en de verdere nadere regels en voorwaarden om de exploitatievergunning en planningsvergunning te verkrijgen;3° de procedure om de planningsvergunning te verlengen;4° de procedure om een exploitatievergunning te verlenen, voor onbepaalde duur of eventueel voor bepaalde duur;5° de procedure om de vergunning te wijzigen;6° de beroepsmogelijkheden indien een aanvraag wordt afgewezen.

Art. 18.Overdracht van de vergunning § 1 - De vergunning voor een aanbod wordt aan een bepaalde dienstverrichter verleend en dit voor het transmurale en het residentiële aanbod op een bepaalde vestigingsplaats.

Het verkopen of kopen van ondersteuningscapaciteiten is verboden, tenzij de Regering dit op verzoek en in uitzonderlijke gevallen uitdrukkelijk toestaat. Het overdragen van ondersteuningscapaciteiten aan een andere dienstverrichter zonder wijziging van de vestigingsplaats is wel toegelaten. De nieuwe dienstverrichter dient daartoe een nieuwe vergunningsaanvraag in. § 2 - Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 is de overdracht van ondersteuningscapaciteiten aan een andere dienstverrichter of aan dezelfde dienstverrichter met wijziging van de vestigingsplaats, voor bepaalde tijd toegelaten, als het vergunde ondersteuningsaanbod op de oorspronkelijke vestigingsplaats verbouwd wordt. De dienstverrichter aan wie de ondersteuningscapaciteit tijdens de verbouwingsfase wordt overgedragen, heeft geen afzonderlijke vergunning nodig. Na beëindiging van de verbouwingsfase gaat de oorspronkelijk overgedragen ondersteuningscapaciteit terug naar de oorspronkelijke vestigingsplaats.

Voor de toepassing van het eerste lid bepaalt de Regering de tijdstippen waarop een verbouwing als begonnen en als beëindigd wordt beschouwd.

Art. 19.Verplichtingen voor het behoud van de exploitatievergunning Voor het behoud van de exploitatievergunning komen de dienstverrichters de volgende verplichtingen na: 1° de verplichtingen naleven die overeenkomstig artikel 16 ten grondslag liggen aan de planningsvergunning en de exploitatievergunning;2° de personeelsnormen inzake aantal en/of kwalificatie van het personeel naleven;3° het betrokken aanbod verrichten met inachtneming van de actuele normen;4° zorgen voor de continuïteit van de opvang;5° de kwaliteitsnormen inzake de dienstverleningsprincipes vermeld in artikel 5 naleven;6° de overeenkomstig hoofdstuk 2 bepaalde opdrachten werkelijk vervullen. De Regering kan: 1° de verplichtingen vermeld in het eerste lid nader preciseren;2° nog andere verplichtingen voor het behoud van de vergunning vastleggen.

Art. 20.Vergunning als financieringsvoorwaarde Dienstverrichters van wie het ondersteuningsaanbod vóór het verrichten ervan met toepassing van deze afdeling door de Regering vergund werd, krijgen een financiering overeenkomstig hoofdstuk 4.

Art. 21.Niet-naleving van de vergunningsvoorwaarden § 1 - Indien de dienstverrichter een of meer voorwaarden die ten grondslag liggen aan de vergunning of die voor het behoud van de vergunning dienen, niet naleeft, maant de Regering hem overeenkomstig de door haar bepaalde regels aan om die vergunningsvoorwaarden na te komen.

Indien de dienstverrichter, na de aanmaning vermeld in het eerste lid, de vergunningsvoorwaarden nog altijd niet naleeft: 1° schorst de Regering de vergunning van de dienstverrichter en/of trekt ze die in;2° schorst de Regering de vergunning van de dienstverrichter gedeeltelijk en/of trekt ze die gedeeltelijk in;3° trekt de Regering de financiering van de dienstverrichter geheel of gedeeltelijk in. De sanctie bepaald in het tweede lid, 3°, kan gecombineerd worden met de sancties bepaald in het tweede lid, 1° en 2°.

De gedeeltelijke schorsing of de gedeeltelijke intrekking van de vergunning heeft betrekking op de ondersteuningscapaciteit of, in geval van een overtreding van artikel 16, § 1, eerste lid, 1°, op afzonderlijke kamers.

De Regering: 1° bepaalt de procedure voor de schorsing en de intrekking van de vergunning;2° preciseert de nadere regels voor de gedeeltelijke schorsing en de gedeeltelijke intrekking van de vergunning of, naargelang van het geval, van de financiering. § 2 - Tijdens de gedeeltelijke schorsing, de schorsing of de intrekkingsprocedure kan de dienstverrichter zijn aanbod alleen verrichten voor bewoners die al een beroep deden op zijn aanbod voordat de beslissing tot schorsing of tot instelling van een intrekkingsprocedure ter kennis werd gebracht. Het aanbod kan niet worden uitgebreid tot andere betrokkenen. De dienstverrichter is ertoe verplicht de bewoners die een beroep doen op het aanbod in te lichten over de beperking van de uitbreiding en over de redenen ervan.

De Regering bepaalt de vorm, de inhoud en de procedure voor de kennisgeving van de informatie vermeld in het eerste lid.

Art. 22.Sluiting De intrekking van de vergunning heeft de sluiting of de beëindiging van het aanbod tot gevolg.

De Regering bepaalt de procedure voor de sluiting of de beëindiging van het aanbod.

Art. 23.Sluiting van een woonstructuur voor beschut wonen Vanaf de kennisgeving van de intrekking van de vergunning zijn dienstverrichters die woonstructuren voor beschut wonen aanbieden, ertoe verplicht ervoor te zorgen dat de betrokken bewoners binnen een door de Regering bepaalde termijn in een andere voorziening worden opgevangen. Na het verstrijken van die termijn wordt de woonstructuur voor beschut wonen gesloten.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan de Regering bij wijze van tussenoplossing de onmiddellijke sluiting bevelen, indien uiterst dringende redenen voor de volksgezondheid of de veiligheid dit rechtvaardigen.

De Regering bepaalt de procedure voor de sluiting of de beëindiging van het aanbod.

Art. 24.Beëindiging van het ondersteuningsaanbod De vrijwillige stopzetting van het aanbod heeft de beëindiging van het aanbod tot gevolg.

De Regering bepaalt de procedure voor de beëindiging van een ondersteuningsaanbod.

Art. 25.Toewijzingsbesluit De vergunning kan gepaard gaan met een mandaat waarbij de betrokken dienstverrichter wordt belast met het beheer van een dienst van algemeen economisch belang.

In geval van een overdracht van ondersteuningscapaciteit met toepassing van artikel 18, § 1, tweede lid, wordt de dienstverrichter aan wie de ondersteuningscapaciteit is overgedragen, pas met het beheer van een dienst van algemeen economisch belang belast nadat hij de desbetreffende vergunning heeft ontvangen. In geval van een tijdelijke overdracht van ondersteuningscapaciteit aan een andere dienstverrichter met toepassing van artikel 18, § 2, wordt de nieuwe dienstverrichter belast met het beheer van een dienst van algemeen economisch belang voor de duur van de overdracht.

De Regering legt de nadere regels vast. Afdeling 2. - Erkenningsprocedure


Art. 26.Toepassingsgebied Deze afdeling is van toepassing op het aanbod aan diensten voor ambulante ondersteuning.

Art. 27.Principe en erkenning als financieringsvoorwaarde Dienstverrichters die een aanbod aan diensten voor ambulante ondersteuning aanbieden, kunnen bij de Regering een erkenning aanvragen overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling.

Dienstverrichters van wie het ondersteuningsaanbod vóór het verrichten ervan met toepassing van deze afdeling door de Regering erkend werd, krijgen een financiering overeenkomstig hoofdstuk 4.

Art. 28.Erkenningsvoorwaarden De Regering kent de erkenning toe als: 1° het aanbod of de wijziging van de urencontingenten op het tijdstip van de aanvraag voldoet aan de criteria;2° de door de Regering vastgelegde normen in acht genomen worden;3° de voorwaarden bepaald in artikel 16, § 2, tweede lid, vervuld zijn.

Art. 29.Erkenningsprocedure § 1 - Dienstverrichters die een erkenning willen krijgen, dienen daartoe een aanvraag in bij de Regering.

Bij de aanvraag worden documenten gevoegd waaruit blijkt dat de voorwaarden vermeld in artikel 28 vervuld zijn.

De erkenning wordt in principe voor onbepaalde duur toegekend. De Regering bepaalt in welke uitzonderlijke gevallen een erkenning voor bepaalde duur kan worden verleend. § 2 - De dienstverrichters die een erkenning hebben, dienen een nieuwe erkenningsaanvraag of gedeeltelijke erkenningsaanvraag in: 1° voordat de eventueel voor bepaalde duur verleende erkenning verstreken is;2° als de dienstverrichter, de Regering of de inspecteurs vaststellen dat de gegevens die in de erkenning vermeld staan, niet meer overeenstemmen met de werkelijkheid of om andere redenen gewijzigd moeten worden;3° als de dienstverrichter een aanvullend ondersteuningsaanbod wil aanbieden, voor zover het gaat om een aanbod aan diensten voor ambulante ondersteuning. § 3 - De Regering bepaalt: 1° de vorm en de inhoud van de erkenningsaanvraag;2° de procedure en de verdere nadere regels en voorwaarden om de erkenning te krijgen;3° de procedure om een erkenning te verlenen, voor onbepaalde duur of eventueel voor bepaalde duur;4° de beroepsmogelijkheden indien een aanvraag wordt afgewezen.

Art. 30.Overdracht van de erkenning De erkenning voor een aanbod wordt toegekend aan een bepaalde dienstverrichter.

Het verkopen of kopen van urencontingenten is verboden, tenzij de Regering dit op verzoek en in uitzonderlijke gevallen uitdrukkelijk toestaat.

Art. 31.Verplichtingen voor het behoud van de erkenning Voor het behoud van de erkenning komen de dienstverrichters de volgende verplichtingen na: 1° de verplichtingen naleven die overeenkomstig artikel 28 aan de erkenning ten grondslag liggen;2° de verplichtingen vermeld in artikel 19, eerste lid, 2°, 3° en 5°, naleven. De Regering kan: 1° de verplichtingen vermeld in het eerste lid nader preciseren;2° nog andere verplichtingen voor het behoud van de erkenning vastleggen.

Art. 32.Niet-naleving van de erkenningsvoorwaarden § 1 - Indien de dienstverrichter die een erkenning heeft een of meer verplichtingen niet nakomt, maant de Regering hem overeenkomstig de door haar bepaalde regels aan om die verplichtingen na te komen.

Indien de dienstverrichter, na de aanmaning vermeld in het eerste lid, de verplichtingen nog altijd niet nakomt, schorst de Regering de erkenning van de dienstverrichter en/of trekt ze die in.

De Regering bepaalt de procedure voor de schorsing en de intrekking van de erkenning. § 2 - Tijdens de schorsing of de intrekkingsprocedure krijgt de dienstverrichter geen of geen volledige financiering overeenkomstig hoofdstuk 4.

Art. 33.Toewijzingsbesluit De erkenning kan gepaard gaan met een mandaat waarbij de betrokken dienstverrichter wordt belast met het beheer van een dienst van algemeen economisch belang.

In geval van een overdracht van urencontingenten met toepassing van artikel 30, tweede lid, wordt de dienstverrichter aan wie de urencontingenten zijn overgedragen, pas met het beheer van een dienst van algemeen economisch belang belast nadat de Regering de overdracht heeft toegestaan.

De Regering legt de nadere regels vast.

HOOFDSTUK 4. - Financiering Afdeling 1. - Aanbod aan diensten voor laagdrempelige ondersteuning


Art. 34.Financiering via een overeenkomst Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan het aanbod aan diensten voor laagdrempelige ondersteuning via een overeenkomst tussen de Regering en de dienstverrichter worden gesubsidieerd.

De Regering bepaalt de daarmee samenhangende raamvoorwaarden.

De dienstverrichters die een aanbod aan diensten voor laagdrempelige ondersteuning aanbieden, kunnen een financiële bijdrage voor het gebruik van hun diensten vragen aan de betrokkenen. Afdeling 2. - Aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning

Onderafdeling 1. - Gemeenschappelijke bepaling

Art. 35.Toepassingsgebied De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op het aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning.

Art. 36.Verplichte vergunning of erkenning Alleen dienstverrichters die een vergunning of erkenning hebben, kunnen een subsidie ontvangen.

Bij het vastleggen van het bedrag van de subsidie wordt rekening gehouden met de geschatte inkomsten van de dienstverrichter.

Onderafdeling 2. - Financiering door middel van een financiële bijdrage

Art. 37.Financiële bijdrage van de betrokkene Dienstverrichters die een aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning aanbieden, kunnen een financiële bijdrage voor het gebruik van hun ondersteuningsaanbod vragen aan de betrokkenen.

Dienstverrichters die het volgende aanbod aan diensten aanbieden, sluiten daartoe met de betrokkene een overeenkomst waarin de door de financiële bijdrage gedekte diensten worden bepaald: 1° psychosociale dagopvang;2° psychiatrische kortverblijven;3° woonstructuren voor beschut wonen. De Regering bepaalt voor het aanbod aan diensten vermeld in het eerste lid: 1° de berekeningsregels om de te betalen bijdrage te bepalen;2° de bijdragetarieven om gebruik te maken van het ondersteuningsaanbod;3° de voorwaarden en nadere regels voor de verhoging van de bijdragetarieven;4° de minimumprestaties die door de financiële bijdrage gedekt worden in het kader van een overeenkomst tussen de dienstverrichters vermeld in het tweede lid en de betrokkene. Onderafdeling 3. - Financiering door middel van een begeleidingsforfait

Art. 38.Financieringswijze Dienstverrichters die volgende diensten aanbieden, kunnen, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, een subsidie ontvangen in de vorm van een begeleidingsforfait overeenkomstig artikel 39: 1° psychosociale dagopvang;2° psychiatrische kortverblijven.

Art. 39.Subsidiëring § 1 - De subsidiëring geschiedt forfaitair en is gebaseerd op de door de Regering bepaalde taken.

Het begeleidingsforfait kan betrekking hebben op: 1° de totale kosten van de dienstverrichter of;2° bepaalde personeels- en/of werkingskosten. § 2 - Indien een dienstverrichter de afgesproken taken niet vervult, vordert de Regering het begeleidingsforfait in het daaropvolgende jaar terug of verrekent ze dat bedrag met de subsidie voor het daaropvolgende kalenderjaar. § 3 - De Regering bepaalt: 1° de subsidiëringsvoorwaarden.Die hebben in het bijzonder betrekking op de benutting van het ondersteuningsaanbod; 2° het bedrag van de subsidie;3° de procedure voor de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie;4° de begeleidingssubsidies;5° de jaarlijkse aanwezigheidsdagen. Onderafdeling 4. - Financiering door middel van dagforfaits

Art. 40.Financieringswijze Dienstverrichters die woonstructuren voor beschut wonen aanbieden, kunnen, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, een bewonersgebonden subsidie ontvangen overeenkomstig artikel 41, een personeelsgebonden subsidie overeenkomstig artikel 42 en een subsidie voor een bijzonder aanbod aan diensten overeenkomstig artikel 43.

Art. 41.Bewonersgebonden subsidiëring § 1 - De Regering bepaalt de jaarlijkse aanwezigheidsdagen om de bewonersgebonden subsidiëring en de andere subsidiëringsvoorwaarden vast te leggen.

De toekenning van de subsidie vermeld in het eerste lid is gebonden aan het naleven van de vergunningsvoorwaarden. § 2 - De subsidiëring vermeld in paragraaf 1 wordt berekend door de ondersteuningscapaciteit te vermenigvuldigen met de aanwezigheidsdagen en het door de Regering bepaalde dagforfait. § 3 - Een afwijking van 3 % van de vastgelegde aanwezigheidsdagen wordt getolereerd. § 4 - Indien een dienstverrichter een afwijking van meer dan 3 %. bereikt, vordert de Regering het dagforfait voor elke ontbrekende aanwezigheidsdag op basis van de vastgelegde aanwezigheidsdagen in het daaropvolgende jaar terug of verrekent ze dat bedrag met de subsidie voor het daaropvolgende kalenderjaar. § 5 - De Regering bepaalt: 1° het bedrag van het dagforfait;2° de procedure voor de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie;3° indien van toepassing, andere berekeningscriteria.

Art. 42.Personeelsgebonden subsidiëring De personeelsgebonden subsidiëring wordt bepaald door: 1° de beroepskwalificatie van het personeel;2° de benutting van de toepasselijke eindeloopbaanmaatregelen;3° de berekeningsgrondslagen voor de subsidiëring van de personeelskosten in de sectoren "sociale aangelegenheden" en "gezondheid". De Regering: 1° bepaalt de nadere voorwaarden en regels, alsook het bedrag van de subsidie vermeld in het eerste lid;2° kan nog andere grondslagen voor de subsidiëring bepalen.

Art. 43.Subsidie voor een bijzonder aanbod aan diensten De toekenning van de subsidie voor een bijzonder aanbod aan diensten is gebonden aan de indiening, door de dienstverrichter, van concepten om een bijzonder aanbod aan diensten te creëren die door de Regering moeten worden goedgekeurd.

De Regering bepaalt: 1° het bedrag van de subsidie en de bestanddelen ervan;2° de procedure voor de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie;3° indien van toepassing, andere berekeningscriteria. Onderafdeling 5. - Financiering via een overeenkomst

Art. 44.Financiering via een overeenkomst Met behoud van de toepassing van de onderafdelingen 1 tot 4 en afdeling 3 en binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan het aanbod aan diensten voor georganiseerde ondersteuning worden gesubsidieerd via een overeenkomst tussen de Regering en de dienstverrichter.

De Regering bepaalt de daarmee samenhangende raamvoorwaarden. Afdeling 3. - Beheerscontracten


Art. 45.Beheerscontracten Met inachtneming van de voorschriften bepaald in hoofdstuk 2 kunnen de Regering en een dienstverrichter die een vergunning heeft gekregen, de subsidiëring en de nadere taakomschrijving vastleggen in een beheerscontract als bedoeld in artikel 105 van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap.

HOOFDSTUK 5. - Proefprojecten

Art. 46.Ondersteuning van proefprojecten § 1 - Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen en onder de voorwaarden die samen met een projectaanbieder in het kader van een overeenkomst zijn vastgelegd, kan de Regering proefprojecten ondersteunen voor een periode die beperkt is tot hoogstens drie jaar.

Drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst dient de projectaanbieder bij de Regering een evaluatie in.

Indien een project voor een periode van minder dan drie jaar goedgekeurd werd, kan de Regering, op verzoek van de projectaanbieder, beslissen of het project verder ondersteund wordt voor een periode van in totaal drie jaar. § 2 - De Regering bepaalt: 1° de voorwaarden voor de ondersteuning van een proefproject;2° de vorm en de inhoud van de aanvraag betreffende een proefproject;3° de procedure voor de ondersteuning van een proefproject;4° de nadere regels voor de evaluatie van het proefproject. Na afsluiting en positieve evaluatie van het proefproject bepaalt de Regering: 1° de voorwaarden voor de voortzetting van het aanbod;2° de verdere ondersteuning en financiering van het aanbod. HOOFDSTUK 6. - Netwerkvorming

Art. 47.Netwerkvorming In het Duitse taalgebied werken alle dienstverrichters uit de geestelijke gezondheidszorg samen in een netwerk.

Het netwerk voor geestelijke gezondheidszorg streeft de in artikel 4, tweede lid, vermelde doelstellingen inzake geestelijke gezondheid na door een georganiseerde, gestructureerde en sectoroverschrijdende uitwisseling onder de betrokken actoren. Alle dienstverrichters die op grond van dit decreet een vergunning hebben of op vrijwillige basis erkend zijn, zijn ertoe verplicht om deel te nemen aan de netwerkvorming.

Alle andere dienstverrichters die werkzaam zijn in de geestelijke gezondheidszorg staat het vrij om als netwerkpartner mee te werken. De netwerkpartners staan in een niet-hiërarchische relatie tot elkaar.

De taken van het netwerk vermeld in het eerste lid omvatten in het bijzonder: 1° vorm geven aan het gezondheidstraject inzake geestelijke gezondheid, wat minstens de volgende aspecten omvat: a) zorgen voor een vlotte overstap binnen het netwerk, gaande van preventie tot en met nazorg;b) koppelingen tot stand brengen tussen het bestaande aanbod aan diensten;2° de kwaliteit en kwantiteit van het bestaande aanbod aan diensten regelmatig evalueren en een eigentijds aanbod aan diensten uitwerken dat afgestemd is op de behoefte van de bevolking;3° een efficiënt netwerk en afspraken onder de netwerkpartners tot stand brengen;4° jaarlijks verslag uitbrengen aan de Regering. Voor de uitvoering van die taken vindt minstens één netwerkbijeenkomst per jaar met alle netwerkpartners plaats. Het netwerk fungeert onder de verantwoordelijkheid van een stuurgroep.

HOOFDSTUK 7. - Vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens

Art. 48.Vertrouwelijkheid Met behoud van de toepassing van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moeten de dienstverrichters, de Regering en andere personen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, de gegevens die hun in de uitoefening van hun opdracht toevertrouwd worden, vertrouwelijk behandelen.

Art. 49.Verantwoordelijken voor de gegevensverwerking § 1 - De Regering is verantwoordelijk voor de verwerking van de in artikel 51, eerste lid, vermelde gegevens voor de vervulling van de doeleinden vermeld in artikel 52, § 1. Ze geldt als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming voor de verwerking van die gegevens.

Zij mag de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden dan de uitvoering van die opdrachten gebruiken. § 2 - De dienstverrichters zijn verantwoordelijk voor de verwerking van de in artikel 51, tweede lid, vermelde gegevens voor de vervulling van de doeleinden vermeld in artikel 52, § 2.

Ze gelden als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, lid 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming voor de verwerking van die gegevens.

Ze mogen de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden dan de uitvoering van die opdrachten gebruiken.

Art. 50.Verwerking van gezondheidsgegevens De verwerking van gegevens over de gezondheid van de betrokkenen geschiedt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar uit de gezondheidszorg die werkzaam is bij de dienstverrichter en die overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek gebonden is aan het beroepsgeheim. De Regering verwerkt de gegevens over de gezondheid van de betrokkenen onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar uit de gezondheidszorg.

Art. 51.Gegevenscategorieën De Regering en de in artikel 55 vermelde externe deskundigen kunnen overeenkomstig artikel 49 gegevens uit de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken: 1° met betrekking tot de betrokkenen die worden opgevangen door de dienstverrichters: a) identiteitsgegevens en contactgegevens en in het bijzonder het rijksregisternummer en het identificatienummer van de Kruispuntbank vermeld in artikel 8, § 1, 1° en 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;b) identiteitsgegevens en contactgegevens van de vertegenwoordiger en de familieleden van de betrokkene;c) gegevens over de gezinssituatie van de betrokkene;d) gegevens over de verzekeringsstatus van de betrokkene;e) gegevens over de sociale en financiële situatie van de betrokkene;f) gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de betrokkene: - gegevens over de lichamelijke gezondheid; - gegevens over inentingen; - gegevens over de geestelijke gezondheid; - gegevens over het gedrag; - gegevens over risico's en risicofactoren; - gegevens over de bekwaamheden en vaardigheden; - gegevens over de medicatie; 2° met betrekking tot het personeel van de dienstverrichters: a) identiteitsgegevens en contactgegevens;b) informatie over de kwalificatie;c) gegevens over de beroepssituatie;d) gerechtelijke gegevens in de vorm van een uittreksel uit het strafregister;e) loonbewijzen. De dienstverrichters die een vergunning of erkenning hebben, kunnen overeenkomstig artikel 49 gegevens uit de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerken: 1° met betrekking tot de betrokkenen die worden opgevangen door de dienstverrichters: a) identiteitsgegevens en contactgegevens en in het bijzonder het rijksregisternummer en het identificatienummer van de Kruispuntbank vermeld in artikel 8, § 1, 1° en 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;b) identiteitsgegevens en contactgegevens van de vertegenwoordiger en de familieleden van de betrokkene;c) gegevens over de gezinssituatie van de betrokkene;d) gegevens over de verzekeringsstatus van de betrokkene;e) gegevens over de sociale en financiële situatie van de betrokkene;f) gegevens over de gezondheid en de ontwikkeling van de betrokkene: - gegevens over de lichamelijke gezondheid; - gegevens over inentingen; - gegevens over de geestelijke gezondheid; - gegevens over het gedrag; - gegevens over risico's en risicofactoren; - gegevens over de bekwaamheden en vaardigheden; - gegevens over de medicatie; g) gerechtelijke gegevens, voor zover ze betrekking hebben op de handelingsbekwaamheid van de betrokkene;2° met betrekking tot het personeel van de dienstverrichters: a) identiteitsgegevens en contactgegevens;b) informatie over de kwalificatie;c) gegevens over de beroepssituatie;d) gerechtelijke gegevens in de vorm van een uittreksel uit het strafregister. De Regering kan de gegevenscategorieën vermeld in het eerste en tweede lid preciseren.

Art. 52.Doeleinden van de verwerking § 1 - De Regering verzamelt en verwerkt de categorieën van gegevens vermeld in artikel 51, eerste lid, voor de volgende doeleinden: 1° het toekennen van de in hoofdstuk 4 bepaalde subsidiëring;2° het uitvoeren van controles op de naleving van de vergunnings-, erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden overeenkomstig de artikelen 16 en 55;3° het controleren van de in artikel 56 vastgelegde rapportering. Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan de Regering de gegevens die vermeld staan op het uittreksel uit het strafregister uitsluitend verwerken om overeenkomstig de artikelen 4 en 5 te controleren of het gedrag van het personeel verenigbaar is met de behoeften en de bescherming van de betrokkenen die door de dienstverrichters worden opgevangen. § 2 - De dienstverrichters verzamelen en verwerken de in artikel 51, tweede lid, vermelde categorieën van gegevens voor het aanvragen en behouden van de erkenning overeenkomstig hoofdstuk 3, voor het krijgen en behouden van de subsidiëring overeenkomstig hoofdstuk 4, voor de rapportering overeenkomstig artikel 56 en voor de correcte en passende uitvoering van hun opdracht inzake opvang met het oog op het welzijn van de begeleide betrokkenen.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de dienstverrichters de gegevens over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de betrokkene uitsluitend verwerken om een op de behoeften van de betrokkene afgestemde begeleiding en opvang te bieden.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de dienstverrichters de gegevens die vermeld staan op het uittreksel uit het strafregister uitsluitend verwerken om overeenkomstig de artikelen 4 en 5 ervoor te zorgen dat het gedrag van hun personeel verenigbaar is met de behoeften en de bescherming van de betrokkenen die door de dienstverrichters worden opgevangen.

Art. 53.Duur van de gegevensverwerking De gegevens mogen tot maximaal tien jaar nadat de betrokkene voor het laatst gebruik heeft gemaakt van het aanbod van een dienstverrichter of tot maximaal tien jaar nadat het personeelslid gestopt is met werken bij de dienstverrichter in kwestie worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokken personen te identificeren. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd.

Art. 54.Veiligheidsmaatregelen De Regering en de dienstverrichters die een vergunning of erkenning hebben, letten er bij de verwerking van de in artikel 51 vermelde gegevens op dat gepaste veiligheidsmaatregelen worden genomen.

Voor zover gegevens geanonimiseerd of gepseudonimiseerd worden, is de daarmee samenhangende techniek gebaseerd op de aanbevelingen van het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa).

De Regering kan: 1° preciseren welke veiligheidsmaatregelen in de omgang met de vermelde persoonsgegevens moeten worden toegepast;2° nog andere passende technische en organisatorische maatregelen in de zin van artikel 32 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming nemen om een veiligheidsniveau te waarborgen dat aangepast is aan het risico. HOOFDSTUK 8. - CONTROLE- EN STRAFBEPALINGEN

Art. 55.Inspectie en controle § 1 - De dienstverrichters vermeld in dit decreet vallen onder het toezicht van de inspecteurs die door de Regering worden aangewezen.

Met het oog op de uitoefening van hun opdracht kunnen de inspecteurs zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van het openbaar gezag.

De met het toezicht belaste inspecteurs mogen alle onderzoeken, controles en opsporingen uitvoeren en alle inlichtingen verzamelen die zij noodzakelijk achten om zich ervan te vergewissen dat de bepalingen van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten ervan nageleefd worden.

Ze kunnen: 1° iedere persoon ondervragen over feiten waarvan de bekendheid nuttig is voor de uitoefening van het toezicht;2° ter plaatse kennis nemen van alle boeken en bescheiden voorgeschreven door dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan en afschriften of uittreksels ervan vervaardigen;3° alle boeken en bescheiden inzien die noodzakelijk zijn om hun opdracht te vervullen;4° alle ruimten van de dienstverrichters die niet als woongelegenheid dienen te allen tijde inspecteren;5° de woningen met toestemming van alle meerderjarige bewoners inspecteren;6° in de uitoefening van hun ambt een beroep doen op de hulp van de lokale of federale politie;7° met inachtneming van de voorwaarden vermeld in 4° en 5° de onderzoeken en controles uitvoeren zonder voorafgaande aanmelding en zonder door een vertegenwoordiger van de dienstverrichter begeleid te worden.In dat geval krijgt de vertegenwoordiger van de dienstverrichter in aansluiting daarop onmiddellijk feedback. § 2 - De Regering kan bovendien externe deskundigen, onder toezicht van de inspecteurs, belasten met het onderzoek en de beoordeling van een dienstverrichter. In dat geval ondersteunen de met die taken belaste deskundigen de inspecteurs bij de uitoefening van hun bevoegdheden vermeld in paragraaf 1. § 3 - De aanwending van de toegekende subsidies wordt gecontroleerd overeenkomstig de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.

Art. 56.Rapporteringsverplichtingen § 1 - De dienstverrichters die een vergunning of erkenning hebben, dienen jaarlijks uiterlijk op 30 april een activiteitenverslag over hun in het vorige jaar verrichte diensten in bij de Regering.

De Regering bepaalt de structuur en de inhoudelijke minimumeisen van het in te dienen activiteitenverslag. § 2 - Alle dienstverrichters bezorgen de Regering, als ze daarom verzoekt, alle relevante informatie en statistische gegevens.

De Regering bepaalt de vorm en de termijnen.

Art. 57.Commissaris-afgevaardigde Indien in het kader van de uitoefening van de inspectie in de woonstructuren voor beschut wonen ernstige tekortkomingen in de uitoefening van de opdracht worden vastgesteld en indien deze niet binnen de gestelde termijn door de dienstverrichter worden verholpen, dan kan de Regering - los van de mogelijkheid om de vergunning in te trekken - ten laste van de dienstverrichter een commissaris-afgevaardigde aanwijzen om de leiding van het opvangaanbod waar te nemen.

De Regering bepaalt de nadere regels en voorwaarden terzake, alsook de rechten en plichten van de commissaris-afgevaardigde.

Art. 58.Strafrechtelijke bepaling Wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en/of met een geldboete van 1.000 tot 10.000 euro wie: 1° een overeenkomstig hoofdstuk 3, afdeling 1, vergunningsplichtig ondersteuningsaanbod zonder de nodige vergunning verricht of na de intrekking van die vergunning aanbiedt of exploiteert;2° op onwettige wijze schriftelijk of mondeling beweert te beschikken over een in dit decreet bepaalde vergunning of erkenning;3° de uitoefening van de in artikel 55 bepaalde inspectie weigert of belemmert. HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen

Art. 59.Wijzigingsbepaling In hoofdstuk II van het decreet van 18 maart 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/03/2002 pub. 10/07/2002 numac 2002033050 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de Infrastructuur sluiten betreffende de Infrastructuur wordt het opschrift van afdeling 5, ingevoegd bij het decreet van 22 februari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/02/2016 pub. 01/03/2016 numac 2016201142 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bestrijding van doping in de sport sluiten en gewijzigd bij het decreet van 15 december 2021, gewijzigd als volgt: "Afdeling 5 - Ziekenhuizen en woonstructuren voor beschut wonen in de sector van de geestelijke gezondheidszorg".

Art. 60.Wijzigingsbepaling In artikel 44.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 22 februari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/02/2016 pub. 01/03/2016 numac 2016201142 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bestrijding van doping in de sport sluiten en gewijzigd bij het decreet van 15 december 2021, worden de woorden "en psychiatrische verzorgingstehuizen" vervangen door de woorden "en woonstructuren voor beschut wonen in de zin van artikel 13 van het decreet van 22 april 2024 betreffende de geestelijke gezondheidszorg".

Art. 61.Opheffingsbepaling Opgeheven worden: 1° het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer sluiten betreffende de psychiatrische verzorgingstehuizen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 13 december 2018;2° artikel 6 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 21/08/2009 numac 2008015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag inzake de erkenning van diploma's betreffende het hoger onderwijs in de Europese Regio, gedaan te Lissabon op 11 april 1997 (2) sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016;3° de artikelen 47 tot 50 van dezelfde gecoördineerde wet;4° het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 december 2002;5° de koninklijke besluiten van 15 en 19 juli 1976 tot nadere omlijning van de in overweging te nemen prestaties met het oog op de berekening van de anciënniteit, bedoeld in artikel 18 van het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg;6° het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/07/1990 pub. 11/06/2015 numac 2015000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 10/07/1990 pub. 11/06/2015 numac 2015000297 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van psychiatrische verzorgingstehuizen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2008.

Art. 62.Overgangsbepaling Aanbod dat al vóór de inwerkingtreding van dit decreet toegelaten of erkend was met toepassing van het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer sluiten betreffende de psychiatrische verzorgingstehuizen en het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiering van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, wordt met toepassing van dit decreet als volgt als voorlopig vergund resp. erkend beschouwd en kan binnen de volgende termijnen in aanmerking komen voor de indiening van een vergunningsaanvraag of erkenningsaanvraag overeenkomstig dit decreet: 1° woonstructuren voor beschut wonen die een van de volgende toelatingen, vergunningen of erkenningen hebben, worden voor een overgangstermijn van vijf jaar beschouwd als woonstructuren die overeenkomstig dit decreet vergund of erkend zijn: a) voorzieningen met een toelating of erkenning als psychiatrisch verzorgingstehuis overeenkomstig het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer sluiten betreffende de psychiatrische verzorgingstehuizen;b) voorzieningen met een toelating, vergunning of erkenning als initiatief van beschut wonen met toepassing van artikel 6 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 21/08/2009 numac 2008015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag inzake de erkenning van diploma's betreffende het hoger onderwijs in de Europese Regio, gedaan te Lissabon op 11 april 1997 (2) sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen;2° de ambulante therapie die een erkenning heeft als dienst voor geestelijke gezondheidszorg overeenkomstig het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, wordt voor een overgangsperiode van tien jaar beschouwd als een therapie die overeenkomstig dit decreet vergund is. Het behoud van de voorlopige toelating of erkenning van het aanbod aan diensten vermeld in het eerste lid, is gedurende de overgangsperiode gebonden aan de naleving van de toelatings- en erkenningsvoorwaarden bepaald bij of krachtens de voormelde gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 21/08/2009 numac 2008015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag inzake de erkenning van diploma's betreffende het hoger onderwijs in de Europese Regio, gedaan te Lissabon op 11 april 1997 (2) sluiten, het voormelde decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer sluiten en het voormelde koninklijk besluit van 20 maart 1975.

Tijdens die overgangsperiode ontvangen ze een subsidie en een financiële bijdrage overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan, zonder dat ze alle uit dit decreet voortvloeiende vergunnings- of erkenningsverplichtingen hoeven te vervullen. De financiering is tijdens de periode vermeld in het eerste lid gebonden aan de naleving van de toelatings- en erkenningsvoorwaarden bepaald bij of krachtens de voormelde gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 21/08/2009 numac 2008015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag inzake de erkenning van diploma's betreffende het hoger onderwijs in de Europese Regio, gedaan te Lissabon op 11 april 1997 (2) sluiten, het voormelde decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer sluiten en het voormelde koninklijk besluit van 20 maart 1975, alsook aan de naleving van de overeenkomsten die op grond van dit decreet worden gesloten.

Art. 63.Inwerkingtreding Dit decreet treedt in werking op 1 mei 2024.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 22 april 2024.

O. PAASCH, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën A. ANTONIADIS, De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting I. WEYKMANS, De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media L. KLINKENBERG, De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Parlementaire stukken: 347 (2023-2024) Nr.1 Ontwerp van decreet 347 (2023-2024) Nr. 2 Verslag 347 (2023-2024) Nr. 3 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 22 april 2024 - Nr. 72 Bespreking en aanneming


^