Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 januari 2022
gepubliceerd op 10 maart 2022

Decreet tot invoering van een waarborg bij inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen

bron
vlaamse overheid
numac
2022040128
pub.
10/03/2022
prom.
21/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 JANUARI 2022. - Decreet tot invoering van een waarborg bij inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot invoering van een waarborg bij inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Dit decreet wordt aangehaald als: het Indemniteitsdecreet van 21 januari 2022.

Dit decreet regelt de toekenning van waarborgen voor het eerste risico op schade, geheel of gedeeltelijk verlies van inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen.

Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder: 1° cultuurgoederen: de goederen van betekenis voor de paleontologie, de archeologie, de prehistorie, de geschiedenis, de cultuurgeschiedenis, de literatuur, de kunsten of de wetenschappen;2° organisatie: de organisator of medeorganisator van een tijdelijke tentoonstelling met inkomende bruiklenen conform de bepalingen van dit decreet;3° tentoonstelling: een tijdelijke tentoonstelling met cultuurgoederen voor een initiële duur van maximaal één jaar;4° waarborg: een waarborg die de Vlaamse Gemeenschap verleent voor het eerste risico op schade, volledig of gedeeltelijk verlies van inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen. HOOFDSTUK 2. - De waarborg

Art. 4.De volgende organisaties kunnen een aanvraag indienen tot waarborgstelling door de Vlaamse Gemeenschap voor inkomende bruiklenen voor tentoonstellingen: 1° collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties die aangewezen zijn als cultureelerfgoedinstellingen met toepassing van artikel 17 van het Cultureelerfgoed decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2021 pub. 22/02/2022 numac 2022020178 bron vlaamse overheid Decreet houdende tweede aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 23/12/2021 pub. 29/12/2021 numac 2021043608 bron vlaamse overheid Decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschapvoor het begrotingsjaar 2022 sluiten;2° collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties die met een kwaliteitslabel ingedeeld zijn bij het landelijke niveau met toepassing van artikel 24 van het voormelde decreet;3° universiteitsarchieven en universiteitsbibliotheken met een kwaliteitslabel met toepassing van artikel 7 van het voormelde decreet.

Art. 5.Een organisatie komt in aanmerking voor een waarborg als al de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° de tentoonstelling wordt georganiseerd in de eigen tentoonstellingsruimtes door een organisatie als vermeld in artikel 4;2° de tentoonstelling draagt in belangrijke mate bij tot twee van de volgende doelstellingen: a) de internationale uitstraling van Vlaanderen;b) de verrijking van het culturele aanbod in Vlaanderen;c) de ontsluiting van wetenschappelijk onderzoek;d) de internationale belangstelling voor of de betekenis van het behandelde thema of de behandelde discipline;3° de totale waarde van de inkomende bruiklenen bedraagt minimaal vijftig miljoen euro.De volgende bruiklenen worden niet meegerekend om de totale waarde te berekenen: a) bruiklenen die eigendom zijn van erfgoedinstellingen of van hun inrichtende machten die gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied, met uitzondering van de collecties van de federale instellingen;b) bruiklenen die eigendom zijn van erfgoedinstellingen of van hun inrichtende machten die gevestigd zijn in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap;4° de organisatie beschikt over een risicoanalyse voor de inkomende bruiklenen en voor de lokalen waar de tentoonstelling gehouden wordt. Die risicoanalyse gaat in op de veiligheid, beveiliging, klimaatomstandigheden en lichtregime die op de tentoonstelling en op de inkomende bruiklenen van toepassing zijn. De organisatie geeft ook aan welke maatregelen ze zal nemen in opvolging van de uitgevoerde risicoanalyse. De Vlaamse Regering bepaalt de verdere vereisten waaraan de risicoanalyse moet voldoen; 5° de organisatie legt een bindend voorstel voor van een of meer verzekeringsmaatschappijen om het residuele risico van de bruiklenen onder waarborg van de Vlaamse Gemeenschap te dekken. De Vlaamse Regering kan de doelstellingen, vermeld in het eerste lid, 2°, nader bepalen en laat zich bij de toetsing van de doelstellingen, vermeld in het eerste lid, 2°, adviseren door de Raad voor het behoud van roerend cultureel erfgoed, vermeld in artikel 4 van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang.

Art. 6.Er wordt geen waarborg verleend voor de volgende bruiklenen: 1° bruiklenen die in de openlucht worden tentoongesteld;2° bruiklenen die eigendom zijn van organisaties als vermeld in artikel 4, of van hun inrichtende macht.

Art. 7.De toegekende waarborg dekt het eerste risico tot 50% van de totale waarde van de bruiklenen onder die waarborg, verminderd met een franchise waarvan de Vlaamse Regering het bedrag bepaalt.

Als door de toekenning van de waarborg aan een aanvrager het maximumbedrag van het totaal aan verleende waarborgen, vermeld in artikel 10, wordt overschreden, wordt de waarborg beperkt tot de toegestane limiet. Een verzekerings-maatschappij verzekert de waarde van de bruiklenen die die limiet overschrijden.

De toegekende waarborg gaat pas in vanaf het moment dat de verzekering ingaat die de organisatie afsloot om het residuele risico van de bruiklenen onder waarborg van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de franchise, te dekken.

De organisatie sluit voor de bruiklenen die vallen onder de waarborgregeling, voor het niet-gewaarborgde gedeelte, met uitzondering van de franchise, een verzekering af bij een verzekeringsmaatschappij.

Art. 8.De waarborg dekt alle risico's met uitsluiting van de volgende risico's: 1° terrorisme;2° oorlog;3° opzet of nalatigheid door de bruikleengever of zijn gemachtigde;4° inherent of voortbestaand defect;5° restauratie- of conservatiewerkzaamheden ondernomen met toestemming van de eigenaar;6° titelclaims van derden. In afwijking van het eerste lid worden de uitgesloten risico's opgenomen in de verzekeringspolissen afgesloten met de verzekeringsmaatschappijen, vermeld in artikel 7, overeenkomstig uitgesloten van de waarborg.

Als een bruikleengever uitdrukkelijk vraagt om dekking van een of meer van de uitgesloten risico's, vermeld in het eerste of het tweede lid, kan de Vlaamse Regering op basis van een gemotiveerde vraag van de organisatie beslissen om de dekking van de waarborg uit te breiden tot een of meer van die risico's.

Art. 9.De waarborg geldt van nagel tot nagel.

In het eerste lid wordt verstaan onder van nagel tot nagel: de periode vanaf het moment dat de bruikleen op de vaste standplaats bij de bruikleengever wordt weggenomen, tot op het moment dat de bruikleen terug op de vaste standplaats bij de bruikleengever wordt geplaatst.

De waarborg begint ten vroegste vier maanden voor de start van de tentoonstelling en vervalt uiterlijk vier maanden na het einde van de tentoonstelling. Op gemotiveerd verzoek van de organisator kan de Vlaamse Regering beslissen om de waarborg voor een langere periode toe te kennen of te verlengen mits de organisator kan garanderen dat het restrisico gedekt wordt door een verzekeringsmaatschappij. De waarborg wordt nooit retroactief verleend.

De tijdsintervallen die gedekt zijn door een andere waarborgregeling of verzekering voor dezelfde risico's worden uitgesloten.

Een verlenging van de waarborg door een verlenging van de tentoonstelling wordt minimaal twee maanden voorafgaand aan die verlenging aangevraagd.

Art. 10.Het totale risico waaraan de Vlaamse Gemeenschap ten gevolge van de krachtens dit decreet verleende waarborgen blootgesteld wordt, mag op enig moment in de tijd nooit meer bedragen dan 600.000.000 euro.

Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks op 1 januari gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. De basis voor de indexering is het prijsindexcijfer dat van kracht is op de datum van de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11.In het decreet van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap wordt het totale bedrag aan waarborgen ingeschreven dat in de loop van een begrotingsjaar toegekend kan worden.

Per begrotingsjaar wordt jaarlijks voor een totaal van maximaal 1.200.000.000 euro aan waarborgen verleend.

Een waarborg wordt aangerekend op het bedrag, vermeld in artikel 10, eerste lid, voor de looptijd van de toegekende waarborg.

Art. 12.De aanvraag van een waarborg wordt ten vroegste twee jaar en uiterlijk drie maanden voor de aanvang van de tentoonstelling ingediend bij de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst.

De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens en documenten een aanvraagdossier bevat, aan welke vormelijke voorwaarden een aanvraagdossier voldoet en op welke wijze een aanvraagdossier ingediend wordt.

De Vlaamse Regering beslist over de toekenning van de waarborg, in volgorde van de ontvangst van de aanvragen.

De volgende wijzigingen vallen niet onder de toegekende waarborg tenzij die voorafgaand aanvaard worden door de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst: 1° wijzigingen van de bruiklenen onder waarborg;2° wijzigingen in de looptijd van de tentoonstelling waarvoor de waarborg is toegekend.

Art. 13.De organisatie waaraan een waarborg wordt toegekend, betaalt een toetredingsbijdrage. De Vlaamse Regering bepaalt de hoogte van die toetredingsbijdrage.

Art. 14.Bij schade aan bruiklenen waarop de waarborg van toepassing is, neemt de organisatie de nodige maatregelen om verdere schade te beperken.

Bij verlies of diefstal doet de organisatie onmiddellijk aangifte bij de politie.

Bij schade, verlies of diefstal brengt de organisatie onmiddellijk de bruikleen gever en de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, daarvan op de hoogte.

De Vlaamse Gemeenschap verzaakt niet aan haar subrogatierecht in geval van opzet of grove fout.

De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, behandelt de schadeclaims.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen om schadeclaims te behandelen.

Art. 15.Bij de aanvang en de beëindiging van de bruikleen wordt een conditiestaat van de bruiklenen opgesteld om eventuele schade die tijdens de waarborgperiode veroorzaakt is, tegensprekelijk te kunnen vaststellen. HOOFDSTUK 3. - Staatssteun, vertrouwelijkheid en verwerking van persoonsgegevens

Art. 16.In dit artikel wordt verstaan onder Algemene Groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van artikel 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

De waarborg wordt beschouwd als staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie. De steun wordt verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

Conform de Algemene Groepsvrijstellingsverordening komen de volgende organisaties niet in aanmerking voor de waarborg: 1° organisaties ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat door een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij de steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt;2° organisaties die onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, 18, van de voormelde verordening.

Art. 17.Elke persoon die, in welke hoedanigheid ook, betrokken is bij de uitvoering en de toepassing van dit decreet, is verplicht tot geheimhouding over de vermogensrechtelijke situatie van de inkomende bruiklenen en over de bewaarplaats van de inkomende bruiklenen voor en na de tentoonstelling waarvoor de waarborg is verleend. Hij is verplicht om de volstrekte vertrouwelijkheid van alle gegevens die hij vaststelt of die hem toevertrouwd zijn met toepassing van dit decreet, in welke vorm ook, te bewaren.

Overtredingen van de geheimhoudingsplicht, vermeld in het eerste lid, worden gestraft conform artikel 458 van het Strafwetboek.

Art. 18.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder de algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming). § 2. De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, treedt op als verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van dit decreet, meer bepaald bij het ontvangen, beoordelen en verwerken van aanvragen tot waarborg, bij de uitvoering van toegekende waarborgen, en de afhandeling van schadegevallen.

De volgende categorieën van personen hebben toegang tot de verwerkte persoonsgegevens: 1° de personeelsleden van de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst ter uitvoering van het eerste lid;2° de deskundigen. § 3. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit decreet heeft betrekking op de volgende categorieën van betrokkenen: 1° de bruikleengever en -nemer, hun personeelsleden en hun aangestelden;2° de deskundigen;3° de dossierbehandelaars. § 4. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit decreet heeft betrekking op de volgende categorieën van persoonsgegevens: 1° de identificatiegegevens, het rijksregisternummer of het identificatienummer van de sociale zekerheid en andere identificatiegegevens;2° de contactgegevens;3° de tewerkstellingsgegevens;4° de financiële gegevens;5° de gegevens over kennis en expertise. § 5. De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, vraagt in eerste instantie de persoonsgegevens en andere gegevens op bij de authentieke gegevensbronnen, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van artikel III.66, III.67 en III.68 van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten. Als de gegevens daar niet kunnen verkregen worden kan de voormelde dienst die gegevens verkrijgen bij de aanvrager.

De uitwisselingen van persoonsgegevens vinden plaats met tussenkomst van de bevoegde dienstenintegratoren, vermeld in artikel 3 van het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 01/08/2012 numac 2012035894 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator sluiten houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator. § 6. De maximale bewaartermijnen voor persoonsgegevens die op basis van dit decreet conform artikel 5, lid 1, e), van de algemene verordening gegevensbescherming worden bewaard, worden vastgelegd in beheersregels als vermeld in artikel III.81, § 2, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten. Bij het bepalen van die bewaartermijnen wordt rekening gehouden met de cultuurhistorische waarde van de dossiers. § 7. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen met betrekking tot de categoriën van betrokkenen, de categoriën van persoonsgegevens, de categoriën van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens, de beveiliging van die gegevens, en de passende waarborgen voor de rechten en de vrijheden van de betrokkenen. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding

Art. 19.De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 januari 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1003 - Nr.1 - Verslag : 1003 - Nr. 2 - Amendement na indiening van het verslag : 1003 - Nr. 3 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1003 - Nr. 4 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 19 januari 2022.

^