gepubliceerd op 10 mei 2012
Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen »
20 APRIL 2012. - Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035898 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/06/2004 numac 2004035840 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het
decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/05/2004
pub.
09/06/2004
numac
2004035898
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen »
type
decreet
prom.
07/05/2004
pub.
04/06/2004
numac
2004035840
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen »
sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen »
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.In het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035898 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 04/06/2004 numac 2004035840 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen », gewijzigd bij de decreten van 27 april 2007, 10 juli 2008, 8 mei 2009, 9 juli 2010 en 16 juli 2010, wordt een artikel 1/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 1/1.Dit decreet houdt rekening met de bepalingen van : 1° richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt;2° het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, ver- leend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.».
Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° kaderdecreet : het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003;2° leertijd : het traject dat bestaat uit een praktijkopleiding in een onderneming, aangevuld met een theoretische opleiding in een centrum, dat voldoet aan de regels vermeld in artikel 27 tot en met 30;3° ondernemerschapstraject : een door Syntra Vlaanderen gescreend traject, dat afgestemd is op een sectoraal beroepscompetentieprofiel, een generiek ondernemersprofiel of regelgeving, dat voldoet aan de regels vermeld in artikel 31 tot en met 33;4° toegewezen traject : het traject met als doel de deelnemers sterker in te bedden binnen het ondernemerschap door hen opleidingen aan te bieden of technieken aan te leren om hun ondernemerschapscompetenties te verhogen, dat voldoet aan de regels vermeld in artikel 34;5° leertrajectbegeleider : de trajectbegeleider, vermeld in artikel 39 tot en met 40;6° centrum : een erkend centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen als vermeld in artikel 36 tot en met 38;7° regisseur : de taken van Syntra Vlaanderen die in essentie betrekking hebben op het uittekenen van het beleid en het toezicht;8° actor : de taken van Syntra Vlaanderen die verband houden met de concrete organisatie van de opleidingen.».
Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 4.Het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen is het agentschap van de Vlaamse overheid dat een kwaliteitsvolle, innovatieve, arbeidsmarktgerichte competentieontwikkeling van jongeren en volwassenen verzekert en bevordert met het oog op meer en sterker ondernemen in Vlaanderen. ».
Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Om de missie, vermeld in artikel 4, waar te maken, vervult het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen de volgende taken : 1° als algemene taken worden beschouwd : a) het bevorderen van en het bijdragen tot meer en sterker ondernemen in Vlaanderen;b) het stimuleren van ondernemend onderwijs en opleiding in Vlaanderen;c) het bevorderen van de arbeidsmarktgerichte competentieontwikkeling van ondernemers, hun medewerkers en alle ondernemende jongeren en volwassenen die hun professionele competenties willen ontwikkelen;d) het waarborgen van een doelgericht, ervaringsgericht, complementair, innovatief, actueel en flexibel aanbod via sectoraal opgebouwde trajecten;e) het subsidiëren van de leertijd en de ondernemerschapstrajecten, en het financieel tegemoetkomen in de toegewezen trajecten en in andere opdrachten die in dit decreet bepaald zijn of die bij overeenkomst aangegaan zijn;2° als taken van regisseur worden beschouwd : a) het aansturen van de behoeftedetectie en het vastleggen van de prioriteiten in overleg met de belanghebbende actoren, in het bijzonder met de centra;b) het aansturen en valideren van de innovatie binnen de leertijd en binnen de ondernemerschaps- en toegewezen trajecten, door opdrachten te geven tot ontwikkeling van innovatieve of aangepaste trajecten en modules, of van experimenten en methodieken daarrond;c) het voortdurend evalueren, monitoren, auditen en bijsturen van bereik, effectiviteit en kwaliteit van het opleidingsaanbod;d) het controleren van de trajecten en modules, zowel in functie van de kwaliteit en het financieel correcte verloop, als de conformiteit met de reglementering;e) het stimuleren, faciliteren en realiseren van effectieve en efficiënte partnerschappen;f) het opzetten van de nodige instrumenten en procedures voor kennisborging en -verspreiding;g) het organiseren en realiseren van kennisdeling met en rapportering aan de voogdijoverheid;h) het opmaken van de nodige procedures om de taken, vermeld in 2°, a) tot en met g), te waarborgen;i) het met het verantwoordelijke beleidsniveau meewerken aan de opmaak van nieuwe reglementering;j) het vastleggen van de voorwaarden en de criteria waaraan de kwaliteitssystemen binnen de leertijd en binnen de ondernemerschaps- en toegewezen trajecten moeten voldoen;k) het uitstippelen van een beleid en het ontwikkelen van een visie inzake de competentieversterking van de actoren, alsook de opvolging ervan;l) het controleren of voor het uitreiken van studiebewijzen voldaan is aan alle voorwaarden als vermeld in artikel 81, 82 en 83 van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap;m) het bepalen van het kader en de procedures voor elders verworven competenties (EVC) in de leertijd en in de ondernemerschapstrajecten;n) het ontwikkelen en coördineren van een beleid binnen de leertijd en binnen de ondernemerschaps- en toegewezen trajecten inzake de inbedding van de doel- en kansengroepen;o) het erkennen en het volgen van en het algemeen pedagogisch-didactisch toezicht op de uitvoering van de leer- en stageovereenkomsten alsmede voor de organisatie van de verplichte trajectbegeleiding in de leertijd;p) het intekenen op en het uitvoeren van projecten;q) het delen en uitwisselen van kennis met de bevoegde overheid in het kader van de beleidsvoorbereiding;r) naast het bepaalde in punt a) tot en met q) het uitoefenen van toezicht in het algemeen en inspectie in het bijzonder op de naleving van de bepalingen van dit decreet en van de namens dit decreet genomen uitvoeringsbesluiten;3° als taken van actor worden beschouwd : a) het erkennen van de individuele opleidingen binnen de leertijd en de ondernemerschapstrajecten;b) het uitvoeren van procedures voor elders verworven competenties (EVC) overeenkomstig het vastgelegde kader binnen de leertijd en de ondernemerschapstrajecten;c) het implementeren van de trajecten en modules;d) het intekenen op en uitvoeren van projecten;e) het uitvoeren van studie en onderzoek inzake behoeftedetectie, innovatie en beleidsdossiers;f) het delen en uitwisselen van kennis met de bevoegde overheid in het kader van de beleidsvoorbereiding;g) het coördineren van de uitvoering van de productontwikkeling en -innovatie inzake leertijd en ondernemerschapstrajecten en de begeleiding ervan;h) samen met andere actoren instaan voor de communicatie over het bestaande en nieuwe aanbod van de leertijd en ondernemerschapstrajecten;i) het aanleveren van de nodige gegevens, het ontwikkelen van de nodige monitoringsinstrumenten en de deelname aan audits inzake effectiviteit en kwaliteit van de leertijd en de ondernemerschapstrajecten, en de begeleiding van de actoren bij de remediëring van de auditresultaten;j) het aangaan van effectieve en efficiënte partnerschappen;k) het aanleveren van de nodige informatie voor de kennisborging;l) het aanleveren van de nodige informatie voor de opmaak van de reglementering en procedures;m) het deelnemen aan de activiteiten van kennisdeling;n) het implementeren van de competentieontwikkeling van de actoren in de leertijd en de ondernemerschapstrajecten;o) het instaan voor de vormgeving van de interne kwaliteitszorg;p) het ontwikkelen van de leerplannen algemene vorming in de leertijd overeenkomstig de onderwijseindtermen;q) het implementeren van de doel- en kansengroepen in de ondernemerschapstrajecten.».
Art. 6.In artikel 6, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt de zinsnede « de jongeren en volwassenen die een professionele loopbaan ambiëren, dan wel verder willen uitbouwen, hetzij in een zelfstandige onderneming hetzij in een kleine of middelgrote onderneming » vervangen door de zinsnede « ondernemers, hun medewerkers en alle ondernemende jongeren en volwassenen die hun professionele competenties willen ontwikkelen of versterken »;2° in punt 2° worden de woorden « de opleidingsprogramma's voor de leertijd en de gecertificeerde opleidingen » vervangen door de woorden « het programma van de leertijd en de ondernemerschapstrajecten »;3° aan punt 5° wordt de zinsnede « en financiële compensaties aan de centra en andere opleidingsverstrekkers » toegevoegd;4° in punt 9° wordt het woord « leersecretaris » vervangen door het woord « leertrajectbegeleider » en worden de woorden « directeur-afgevaardigd beheerder » vervangen door de woorden « directeur-afgevaardigd bestuurder ».
Art. 7.In artikel 10, § 1, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede « leersecretaris en lid van de raad van bestuur, directeur-afgevaardigd beheerder » vervangen door de zinsnede « leertrajectbegeleider, verbonden door een overeenkomst van aanneming met de praktijkcommissie, en lid van de raad van bestuur, directeur-afgevaardigd bestuurder ».
Art. 8.In artikel 11, § 2, en artikel 16, § 2, van hetzelfde decreet wordt de zin « Na overleg met de betrokken organisaties, willigt de Vlaamse Regering zulk gehandhaafd verzoek in. » vervangen door de zinnen « Voor ze dat verzoek inwilligt, kan de Vlaamse Regering een overleg met de betrokken organisatie vragen. Dat overleg kan worden gevraagd uiterlijk binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van het verzoek. ».
Art. 9.In artikel 14 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 3° wordt het woord « en » opgeheven;2° punt 4° wordt opgeheven.
Art. 10.In artikel 17 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 3°, 4°, 5° en 6° wordt het woord « leersecretaris » vervangen door het woord « leertrajectbegeleider »;2° aan punt 6°, c), worden de woorden « of een cursist-stagiair » toegevoegd;3° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De praktijkcommissie kan onder haar verantwoordelijkheid een of meer specifieke bevoegdheden zoals bepaald in het eerste lid, delegeren aan de gedelegeerd bestuurder.».
Art. 11.Aan artikel 19 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/07/2010 pub. 06/09/2010 numac 2010035550 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten, worden een paragraaf 3, 4 en 5 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 3. De raad van bestuur richt een commissie Screening op.
De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling, de werkingsvoorwaarden, met inbegrip van de voorwaarden die van toepassing zijn bij de herscreening van aangeboden trajecten, en de vergoeding van de leden van de commissie Screening. Bij de herscreening wordt rekening gehouden met de stabiliteit van de centra en de noodzakelijke dynamiek van het opleidingsaanbod. § 4. Naast de commissies, vermeld in paragraaf 2 en paragraaf 3, worden minstens de volgende commissies opgericht : 1° de commissie Audit;2° de commissie Strategie;3° de commissie Klachten. De raad van bestuur bepaalt de bevoegdheden en de samenstelling van die commissies. De Vlaamse Regering bepaalt de hoogte van de vergoedingen van de leden en, voor zover dit het geval is, van de experten die van die commissies deel uitmaken of er advies verstrekken. § 5. Als commissies als vermeld in paragraaf 1, 2 en 4, worden opgericht, regelt het huishoudelijk reglement, vermeld in artikel 22, de werking ervan. ».
Art. 12.In artikel 24, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden « werking van de competentiecentra » vervangen door de woorden « versterking van het competentiebeleid ».
Art. 13.Artikel 26 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 26.§ 1. Het aanbod van trajecten omvat : 1° de leertijd;2° het ondernemerschapstraject;3° het toegewezen traject. § 2. De leertijd, vermeld in paragraaf 1, 1°, is een niet-economische dienst van algemeen belang. § 3. Het ondernemerschapstraject, vermeld in paragraaf 1, 2°, waarvan de screening door de raad van bestuur of de Vlaamse Regering wordt bekrachtigd, is een niet-economische dienst van algemeen belang. De Vlaamse Regering staat in voor de bekrachtiging van de trajecten als ondernemerschapstrajecten, uitgezonderd in geval de raad van bestuur met eenparigheid van stemmen het advies van de screeningscommissie bekrachtigt.
De screening toetst de opportuniteit van het traject aan de hand van vijf te onderzoeken voorwaarden die cumulatief aanwezig moeten zijn.
Die voorwaarden zijn : a) het betreft een traject dat leidt naar zelfstandig ondernemerschap, waarin een uitstroom als kmo-medewerker mogelijk is;b) het traject beantwoordt aan een behoefte op de markt;c) het sectoraal beroepscompetentieprofiel, als dat aanwezig is, of het innovatieve karakter in het andere geval, het generieke ondernemersprofiel of de regelgeving wordt onderbouwd;d) de kansen op duurzame tewerkstelling en de economische effectiviteit verhogen;e) andere private marktspelers bieden een dergelijk traject niet aan of bouwen specifieke drempels in die de toegang tot de opleiding minstens belemmeren. Deze voorwaarden worden verduidelijkt door de Vlaamse Regering.
De bevoegde sectorcommissie, opgericht overeenkomstig artikel 19, § 2, maakt voor de opportuniteitstoetsing van een te organiseren ondernemerstraject een onderbouwd dossier op dat betrekking heeft op de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, a) tot en met d).
Het onderbouwde dossier, vermeld in het vierde lid, wordt bezorgd aan de commissie Screening, vermeld in artikel 19, § 3, eerste lid, die adviseert over de voorwaarde, vermeld in het tweede lid, e). De commissie brengt advies uit over de organisatie van ondernemerschapstrajecten.
Het onderbouwde dossier, vermeld in het vierde lid, wordt samen met het advies van de commissie Screening, vermeld in het vijfde lid, door de gedelegeerd bestuurder ter bekrachtiging voorgelegd aan de raad van bestuur.
Wanneer de beslissing tot bekrachtiging door de raad van bestuur niet gebeurt met eenparigheid van stemmen, voegt de raad van bestuur de afwijkende standpunten toe aan het opportuniteitsdossier en bezorgt hij het opportuniteitsdossier aan de Vlaamse Regering die een definitieve beslissing neemt. Alleen trajecten die door de Vlaamse Regering of de raad van bestuur worden bekrachtigd, mogen als ondernemerschapstrajecten worden benoemd. § 4. Het ondernemerschapstraject, vermeld in paragraaf 1, 2°, dat op datum van inwerkingtreding van dit decreet erkend is door de raad van bestuur als ondernemersopleiding, is een niet-cconomische dienst van algemeen belang. Dit ondernemerschapstraject wordt vrijgesteld van screening.
Derden kunnen ten aanzien van een ondernemerschapstraject dat krachtens het eerste lid vrijgesteld is van screening, aan de minister bevoegd voor professionele vorming vragen, middels een gemotiveerd beroepschrift, om het niet te erkennen als niet-economische dienst van algemeen belang. De minister zal dit beroepschrift dan voor screening aan de screeningscommissie overmaken. Het advies van de screeningscommissie wordt na advies van de raad van bestuur van Syntra Vlaanderen ter beslissing aan de Vlaamse Regering voorgelegd. § 5. Het toegewezen traject, vermeld in paragraaf 1, 3°, is een dienst van algemeen economisch belang, namelijk een opleiding of een daarmee verband houdende activiteit die van algemeen belang is en waar bijkomend een economische factor speelt, maar die geen leertijd, geen gescreend ondernemerschapstraject of geen op de datum van inwerkingtreding van het decreet door de raad van bestuur erkende ondernemersopleiding is. ».
Art. 14.In artikel 28, § 2, van hetzelfde decreet wordt het woord « leersecretaris » vervangen door het woord « leertrajectbegeleider ».
Art. 15.Artikel 31 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 31.§ 1. Het ondernemerschapstraject, vermeld in artikel 26, § 1, 2°, is een door het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen gescreend traject, dat afgestemd is op een sectoraal beroepscompetentieprofiel, een generiek ondernemersprofiel of regelgeving. Het omvat competentieversterkende acties en activiteiten die naar zelfstandig ondernemerschap leiden, waarin een uitstroom als kmo-medewerker mogelijk is.
Voor de dienstverlenende intellectuele beroepen, waarvan het zelfstandig ondernemerschap niet door een opleiding in een centrum kan worden verworven, leiden de competentieversterkende acties en activiteiten, vermeld in het eerste lid, uitsluitend naar een uitstroom als kmo-medewerker. § 2. In de ondernemerschapstrajecten kan een onderscheid gemaakt worden tussen een basiscomponent en de actualisatie van die basiscomponent. De basiscomponent en de actualisatie daarvan kunnen worden versterkt via de diverse vormen van werkplekleren.
De basiscomponent sluit nauw aan bij een sectoraal beroepscompetentieprofiel, een generiek ondernemersprofiel of regelgeving. Generieke ondernemerscompetenties, sectoraal ingevulde ondernemerscompetenties en technische beroepscompetenties worden geïntegreerd aangeboden en gradueel opgebouwd volgens een toenemende complexiteit. Binnen de basiscomponent wordt het niveau van technische complexiteit bepaald dat aanleiding kan geven tot een tussentijdse kwalificatie met waarde op de arbeidsmarkt.
De actualisatie speelt als onderdeel van het ondernemerschapstraject in op een veroudering binnen de basiscomponent naar aanleiding van wetgeving of technische of sociale evoluties en zorgt er dus voor dat de basiscomponent zijn waarde behoudt. De actualisatie heeft een beperkte duur, vastgelegd door de raad van bestuur, en wordt na verloop daarvan in de basiscomponent geïntegreerd. De actualisatie richt zich tot personen die de basistrajecten hebben gevolgd, die de basistrajecten aan het volgen zijn, of die in de sector werken.
De Vlaamse Regering bepaalt de normen voor toelating tot het ondernemerschapstraject, alsook de voorwaarden waaraan het traject moet voldoen. § 3. Het ondernemerschapstraject kan worden gecombineerd met een stageovereenkomst.
De stageovereenkomst is een overeenkomst voor bepaalde duur waarbij een ondernemingshoofd zich ertoe verbindt aan de cursist-stagiair een beroepstechnische opleiding te geven of te laten geven. De cursist-stagiair verbindt zich ertoe de techniek van een beroep aan te leren onder de leiding en het toezicht van een ondernemingshoofd, en de nodige cursussen over beroepskennis van de theoretische vorming te volgen in een centrum.
De Vlaamse Regering bepaalt de regels voor de duur, de voorwaarden, de vermeldingen en bepalingen, de rechten en plichten van de partijen, de beëindiging en de schorsing van de overeenkomst. ».
Art. 16.In artikel 32 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede « theoretische vorming en aanvullende praktijkopleiding, bedoeld in artikel 31 » vervangen door de zinsnede « ondernemerschapstrajecten, vermeld in artikel 26, § 1, 2° », en wordt het woord « georganiseerd » vervangen door de woorden « uitsluitend ingericht »;2° in paragraaf 2 worden de woorden « bedoelde vorming wordt » vervangen door de woorden « vermelde trajecten worden ».
Art. 17.In artikel 33 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede « en getuigschriften in de ondernemersopleiding » vervangen door de zinsnede « , getuigschriften en kwalificaties in de ondernemerschapstrajecten ».
Art. 18.Artikel 34 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 34.§ 1. Toegewezen trajecten zijn trajecten of andere activiteiten die aansluiten bij de missie van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, met als doel de deelnemers sterker in te bedden binnen het ondernemerschap door hen opleidingen aan te bieden of technieken aan te leren om hun ondernemerschapscompetenties te verhogen binnen een steeds evoluerende marktcontext. § 2. Toegewezen trajecten kunnen worden uitgevoerd door zowel de centra als de professionele en interprofessionele organisaties of andere private of publieke opleidingsverstrekkers. § 3. Een centrum, een professionele of interprofessionele organisatie, of een andere private of publieke opleidingsverstrekker als vermeld in paragraaf 2, kan in overeenstemming met de Europese en Belgische regels inzake overheidsopdrachten of de principes zoals bepaald in het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011, vermeld in artikel 1/1, 2°, worden aangewezen om de toegewezen trajecten uit te voeren.
De Vlaamse Regering bepaalt de concrete uitvoeringsbepalingen voor de toegewezen trajecten. § 4. Bij de toewijzing en financiële compensatie van de toegewezen trajecten treedt het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen op als regisseur. De raad van bestuur legt jaarlijks het organisatieplan vast van de toegewezen trajecten op basis van de door de Vlaamse Regering vastgelegde uitvoeringsbepalingen. Het organisatieplan wordt vastgesteld rekening houdend met de behoeftedetectie overeenkomstig artikel 5, § 1, 2°, a). § 5. Toegewezen trajecten kunnen slechts binnen de perken van de begrotingskredieten worden geïnitieerd en financieel gecompenseerd. ».
Art. 19.Artikel 35 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 20.In artikel 36, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt tussen het woord « gesubsidieerd » en het woord « indien » de zinsnede « en financieel gecompenseerd » ingevoegd.
Art. 21.In artikel 37 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 10 juli 2008 en 8 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden tussen het woord « erkend » en het woord « moet » de zinsnede « met het oog op het verstrekken van leertijd en ondernemerschapstrajecten » ingevoegd;2° in paragraaf 2 worden de woorden « moeten de bestuursorganen » vervangen door de woorden « moet de algemene vergadering »;3° in paragraaf 4, inleidende zin, wordt het woord « uitsluitend » opgeheven;4° in paragraaf 4, 1°, worden de woorden « gecertificeerde opleiding en niet-gecertificeerde opleiding » vervangen door de woorden « en ondernemerschapstrajecten »;5° aan paragraaf 4, 3°, wordt de zinsnede « , met inbegrip van de innovatie en (product) ontwikkeling » toegevoegd.
Art. 22.In artikel 38 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 10 juli 2008 en 9 juli 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, inleidende zin, wordt tussen het woord « subsidies » en het woord « toekennen » de zinsnede « en financiële compensaties » ingevoegd;2° in paragraaf 1, 2°, wordt het woord « boekhoudplan » vervangen door het woord « boekhouding »;3° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.Aan een centrum kan het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen overeenkomstig de voorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, en eventuele bijkomende voorwaarden opgenomen in de beheersovereenkomst, de volgende subsidies en financiële compensaties toekennen : 1° overeenkomstig artikel 29, een subsidie voor de leertijd;2° overeenkomstig artikel 31, een subsidie voor ondernemerschapstrajecten;3° overeenkomstig de regels, vastgelegd door de Vlaamse Regering, een subsidie of financiële compensatie voor de huur, het verwerven, de nieuwbouw, het eigenaarsonderhoud en de uitrusting van gebouwen;4° overeenkomstig de regels, vastgelegd door de Vlaamse Regering, een subsidie of financiële compensatie voor innovatie en productontwikkeling;5° overeenkomstig de regels, vastgelegd door de Vlaamse Regering, een subsidie of financiële compensatie voor projecten in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst. De subsidies, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kunnen de volgende vormen aannemen : 1° een productiesubsidie;2° een effectiviteitssubsidie. De subsidies, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden toegekend op grond van een door het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen goed te keuren organisatieplan. ».
Art. 23.In artikel 39 van hetzelfde decreet wordt het woord « leersecretarissen » vervangen door het woord « leertrajectbegeleiders ».
Art. 24.In artikel 40 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « leersecretarissen » wordt telkens vervangen door het woord « leertrajectbegeleiders »;2° in paragraaf 2 worden de woorden « en een deel van haar bevoegdheden kan overdragen » opgeheven.
Art. 25.In artikel 41 van hetzelfde decreet worden de woorden « gecertificeerde opleidingen » vervangen door het woord « ondernemerschapstrajecten ».
Art. 26.In hetzelfde decreet wordt het opschrift van hoofdstuk X vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk X. Toezicht, handhaving en sancties ».
Art. 27.Artikel 42 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 42.Met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie en het overeenkomstig artikel 39, 6°, uitgeoefende toezicht door de leertrajectbegeleiders, wordt het toezicht op de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan uitgeoefend door de door het agentschap aangewezen personeels leden.
De personeelsleden, vermeld in het eerste lid, oefenen de volgende toezichts- en controleopdrachten uit : 1° het kwaliteits- en pedagogisch toezicht;2° het financiële toezicht op de centra;3° het toezicht op de uitvoering en financiële compensatie van toegewezen trajecten;4° alle andere opdrachten die in het kader van toezicht worden toegekend bij decreet of besluit van de Vlaamse Regering. Het kwaliteits- en pedagogisch toezicht, vermeld in het tweede lid, omvat het toezicht op : 1° de uitvoering van de engagementen van de centra in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en de ondernemingsplannen;2° het organisatieplan;3° de leer- en stageovereenkomst;4° de procedures voor inschrijving, vrijstelling, en examens van cursisten;5° het opleidingsprogramma;6° de opvolging van aan de centra toegekende kwaliteitslabels. Het financiële toezicht op de centra, vermeld in het tweede lid, omvat het toezicht op : 1° de financiële aspecten van de engagementen van de centra in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en de ondernemingsplannen;2° de financiële compensaties ter uitvoering van artikel 38, § 2;3° de jaarrekeningen van de centra;4° de juistheid van de financiële informatie, en de relevantie, het consequente karakter en de bestendigheid van de boekhoudkundige principes en regels die bij de opstelling van de rekeningen worden gebruikt;5° de toepassing in dit kader van de regelgeving inzake diensten van algemeen belang, diensten van algemeen economisch belang en marktdiensten, en de analyse van de financiële processen binnen de centra in dit verband;6° de transparantie van de rapportering door de centra. Het toezicht op de uitvoering en financiële compensatie van toegewezen trajecten, vermeld in het tweede lid, omvat het toezicht op de uitvoering van de in de oproep vermelde of in overeenkomsten aangegane verbintenissen. ».
Art. 28.Artikel 43 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 43.De personeelsleden, vermeld in artikel 42, beschikken voor de uitoefening van hun toezichts- en controleopdrachten over de bevoegdheden, vermeld in artikel 5/1, 5/2, 6, § 1, 1° tot en met 5°, 7, 1° en 2° a) en b), en 8 van het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004.
Die personeelsleden stellen hun bevindingen vast in een verslag. Het verslag wordt naargelang de bepaling van de bevoegdheid in dit decreet of andere regelgeving bezorgd aan de Vlaamse Regering, de raad van bestuur, de praktijkcommissie of de instelling die een uitspraak moet doen overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en van de krachtens dit decreet genomen besluiten.
Het toezicht kan uitgevoerd worden in de vorm van : 1° een jaarlijkse controle;2° een aanvullende controle;3° een steekproefcontrole;4° een verscherpte controle;5° een administratieve controle. De vaststelling van de jaarplanning van de steekproefcontrole en de keuze van de plaats waar of persoon bij wie toezicht wordt uitgeoefend, is gebaseerd op de risico-analyse die jaarlijks door de raad van bestuur wordt opgesteld.
Het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen stelt voor de uitoefening van het toezicht een werkingscode op en maakt die bekend bij diegenen bij wie toezicht wordt uitgeoefend. ».
Art. 29.Artikel 44 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 44.De volgende maatregelen zijn mogelijk : 1° de gewone opmerking : de gewone opmerking wordt gebruikt voor kleine onregelmatigheden of voor duidelijk onvrijwillige gebreken;2° het verzoek om verbetering : bij het verzoek om verbetering wordt aangegeven welke onregelmatigheid werd geconstateerd, welke verbetering er wordt verwacht binnen welke termijn.Op een verzoek om verbetering dat niet binnen de gestelde termijn in acht wordt genomen, volgt altijd een waarschuwing; 3° de waarschuwing : bij de waarschuwing is de vermelding opgenomen welke sanctie er zal worden toegepast als de gecontroleerde geen rekening houdt met de waarschuwing. De volgende sancties zijn mogelijk : 1° de verscherpte controle : er wordt systematisch tot verscherpte controle overgegaan als een waarschuwing is gegeven.De kosten van de verscherpte controle moeten door de gecontroleerde worden gedragen bij wijze van bijzondere kostendekkende vergoeding die concreet wordt bepaald in de werkingscode, vermeld in artikel 43, vijfde lid; 2° in het kader van de leertijd of de stage : a) de schorsing, opheffing of intrekking van de erkenning van de leertrajectbegeleider;b) de opheffing of intrekking van de erkenning van de leer- of stageovereenkomst of leerverbintenis;c) de uitsluiting van het ondernemingshoofd-opleider of van de leerling;3° de schorsing, opheffing of intrekking van de erkenning en subsidiëring van de activiteiten in hun geheel of van een deel ervan;4° de schorsing, opheffing en intrekking van de erkenning van een directeur-afgevaardigd bestuurder van een centrum;5° de schorsing, opheffing of intrekking van de erkenning van een centrum. Als een sanctie als vermeld in het tweede lid wordt uitgesproken, kan beroep worden ingesteld. De procedure voor het instellen van een beroep wordt door de Vlaamse Regering geregeld. ».
Art. 30.Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 20 april 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport Ph. MUYTERS _______ Nota (1) Zitting 2011-2012 Stukken.- Ontwerp van decreet : 1425 - Nr. 1. - Amendementen : 1425 - Nr. 2. - Verslag : 1425 - Nr. 3.
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1425 - Nr. 4.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : Middagvergadering van 28 maart 2012.