19 MEI 2004. - Decreet tot instelling van een erkenningsprocedure voor multimediaproducten met erkende pedagogische inslag (1)

Het Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In de zin van dit decreet, dient te worden verstaan onder : - Strategisch plan : het Strategisch plan inzake integratie van informatie en communicatietechnologieën in de schoolinrichtingen van het verplicht onderwijs en onderwijs voor sociale promotie, goedgekeurd door de Regering van de Franse Gemeenschap op 11 juli 2002; - Reglement : het reglement op het gebruik en het toezicht, in de zin van de eenvormige Beneluxwet op de warenmerken; - EBW : de eenvormige Beneluxwet op de warenmerken; - Multimediaproduct : elke software- of multimediacreatie, ofwel specifiek ontworpen om als onderwijsinstrument in de klas gebruikt te worden, ofwel bedoeld om breder gebruikt te worden in overeenstemming met de opdrachten van het onderwijssysteem zoals bepaald in het decreet over de opdrachten.

Art. 2.De Franse Gemeenschap stelt een erkenningsprocedure in voor multimediaproducten met erkende pedagogische inslag.

Deze erkenning neemt de vorm in van een collectief merk in de zin van de EBW.

Art. 3.§ 1. De Regering van de Franse Gemeenschap bepaalt een reglement op het gebruik en het toezicht, overeenkomstig artikel 22 van de EBW, waarbij de erkenningsprocedure toegepast wordt. § 2. Het Reglement bepaalt, inzonderheid : a) de naam van het collectieve merk;b) de producten bedoeld bij de erkenningsprocedure;c) de precieze pedagogische, technische en juridische criteria waaraan de producten moeten voldoen om als collectief merk erkend te worden;d) de procedure voor het bekomen van het collectieve merk;e) de controleprocedure voor gebruiksvoorwaarden. § 3. De Regering van de Franse Gemeenschap zorgt voor het depot van het collectieve merk en van het Reglement bij het Beneluxbureau van Den Haag, overeenkomstig artikel 21 van de EBW.

Art. 4.De Regering stelt een Commissie voor de producten met erkende pedagogische inslag in.

Deze Commissie, bestaande uit maximum twaalf leden, is de bestuursoverheid belast met het vaststellen, rekeninghoudend met de criteria bedoeld in het Reglement met toepassing van artikel 3, § 2, b) en c), van de pedagogische voordelen van de multimediaproducten die hen voorgesteld worden, desgevallend met het toekennen van het collectieve merk en met het toezicht op de naleving van de gebruiksvoorwaarden in verband met de procedure en de nadere regels bedoeld bij dit Reglement.

Art. 5.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 19 mei 2004.

De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, O. CHASTEL De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota's (1) Zitting 2003 - 2004. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 526-1. - Verslag, nr. 526-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 11 mei 2004.