Etaamb.openjustice.be
Decreet van 18 november 2021
gepubliceerd op 08 december 2021

Decreet tot regeling van studietoelagen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2021022504
pub.
08/12/2021
prom.
18/11/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2021. - Decreet tot regeling van studietoelagen


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Beginselen en toepassingsgebied

Artikel 1.De regering kent een studietoelage toe aan een leerling die secundair onderwijs met volledig leerplan volgt of aan een student die hoger onderwijs met volledig leerplan volgt, op voorwaarde dat hij of zij als minvermogend wordt beschouwd en overeenkomstig de voorwaarden bepaald in dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten.

Art. 2.§ 1. Dit decreet is van toepassing op Belgische leerlingen of studenten die zijn ingeschreven in een door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichting of -instelling. § 2 Wordt gelijkgesteld met een Belgische leerling of student: 1. iedere burger van de Unie die op het grondgebied verblijft en zijn familieleden, overeenkomstig artikel 24, paragraaf 1, van Richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden;2. het kind van een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie, van een staat die partij is bij de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat, dat gerechtigd is een beroep te doen op de bepalingen van artikel 7, paragraaf 2, of artikel 10 van Verordening (EU) nr.492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie. § 3. Het verkrijgen van een studietoelage wordt uitgebreid tot Belgische leerlingen die studies volgen in een andere Lidstaat van de Europese Unie, voor zover deze studies door de overheden bevoegd voor het onderwijs van het betrokken land als studies van secundair onderwijs worden erkend en bekrachtigd worden met een diploma van een niveau dat gelijkwaardig is aan dat van de inrichtingen voor secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd.

Het verkrijgen van een studietoelage wordt uitgebreid tot Belgische leerlingen die studies volgen in een staat buiten de Europese Unie, voor zover deze studies door de overheden bevoegd voor het onderwijs van het betrokken land als studies van secundair onderwijs worden erkend en bekrachtigd worden met een diploma van een niveau dat gelijkwaardig is aan dat van de inrichtingen voor secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd en dat niet verkregen kan worden bij genoemde inrichtingen. § 4. Het verkrijgen van een studietoelage wordt uitgebreid tot Belgische leerlingen die studies volgen in een andere Lidstaat van de Europese Unie, voor zover deze studies door de overheden bevoegd voor het hoger onderwijs van het betrokken land als studies van hoger onderwijs met volledig leerplan worden erkend en bekrachtigd worden met een diploma van hoger onderwijs van een niveau dat gelijkwaardig is aan het diploma dat wordt uitgereikt aan het eind van een initiële bachelor- of masteropleiding door instellingen voor hoger onderwijs met volledig leerplan die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd.

Het verkrijgen van een studietoelage wordt uitgebreid tot Belgische leerlingen die studies volgen in een staat buiten de Europese Unie, voor zover deze studies door de overheden bevoegd voor het hoger onderwijs van het betrokken land als studies van het hoger onderwijs met volledig leerplan worden erkend en bekrachtigd worden met een diploma van een niveau dat gelijkwaardig is aan dat van de instellingen voor hoger onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd en dat niet verkregen kan worden bij genoemde instellingen. § 5. Het voordeel van de studietoelage wordt uitgebreid tot een leerling of student die onderdaan is van een andere Staat dan die bedoeld in artikel 2, § 2, die in België verblijft en er studeert, op voorwaarde dat op 31 oktober van het school- of academiejaar waarvoor de studietoelage wordt aangevraagd: a) ofwel de leerling of student, of zijn wettelijke vertegenwoordiger indien deze minderjarig is, ten minste één jaar erkend is als vluchteling, staatloze of begunstigde van subsidiaire bescherming door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen of door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen;b) ofwel de leerling of student ten minste vijf jaar in België heeft verbleven. Onder "verblijven in België" wordt verstaan het beschikken over een wettelijke verblijfsvergunning van meer dan drie maanden op het Belgisch grondgebied overeenkomstig de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Art. 3.Behalve met het oog op het behalen van een bekwaamheidsgetuigschrift in een andere studierichting in het kwalificerend secundair onderwijs, kan geen studietoelage worden toegekend aan een leerling of student die reeds een diploma van gelijk of hoger niveau heeft behaald, ongeacht of hij daartoe een studietoelage heeft ontvangen.

Het voordeel van een studietoelage wordt toegekend in geval van inschrijving in een voorbereidend jaar voor het hoger onderwijs bij een secundaire school die door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd of gesubsidieerd.

Wat het hoger onderwijs betreft, kan geen studietoelage worden toegekend voor de inschrijving voor een doctoraatsstudie.

Art. 4.Voor de toepassing van dit decreet wordt een leerling of student minvermogend geacht wanneer zijn middelen of die van de personen die fiscaal hem ten laste hebben of die in zijn onderhoud voorzien, het door de regering vastgestelde bedrag niet overschrijden.

Deze stelt de criteria vast voor de bepaling van de hoogte van deze studietoelagen en bepaalt de voorwaarden en nadere regels voor de toekenning van deze toelagen.

Art. 5.Een minvermogend leerling in het secundair onderwijs kan aanspraak maken op een studietoelage voor het lopende schooljaar indien hij een attest voorlegt waaruit blijkt dat hij regelmatig is ingeschreven in zijn studiejaar bij een door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde inrichting voor secundaire onderwijs met volledig leerplan.

Een minvermogend student in het hoger onderwijs kan aanspraak maken op een studietoelage voor het lopende academiejaar als hij een bewijs van definitieve inschrijving kan voorleggen in een door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde instelling voor hoger onderwijs voor een initiële opleiding die tot een academische bachelor- of mastergraad leidt, of voor een initiële opleiding die tot de academische graad van geaggregeerde leidt van het hoger secundair onderwijs.

De studietoelage mag alleen worden gebruikt ter dekking van de kosten in verband met het onderhoud van de leerling of student en de door hem gevolgde studie. Deze middelen mogen niet in beslag worden genomen voor schulden die de leerling, de student of hun wettelijke vertegenwoordiger hebben gemaakt en die geen verband houden met deze doeleinden.

Art. 6.Een leerling of student kan voor eenzelfde school- of academiejaar slechts één studietoelage ten laste van de Franse Gemeenschap ontvangen. Bovendien kan hij deze toelage, voor hezelfde school- of academiejaar, niet cumuleren met een door een ander land toegekende studietoelage.

Studietoelagen worden uitbetaald in het lopende school- of academiejaar. HOOFDSTUK II. - Aanvraag, nietigverklaring en terugvordering van een studietoelage

Art. 7.De aanvraag om studietoelageverlening wordt door de leerling of student of door zijn wettelijke vertegenwoordiger ingediend bij de administratie die bevoegd is voor de studietoelagen, tussen 1 juli en 31 oktober van het betrokken school- of academiejaar, behalve in uitzonderlijke gevallen die door de regering worden bepaald.

De leerling of student of zijn wettelijke vertegenwoordiger is het enige aanspreekpunt voor het beheer en de follow-up van de aanvraag van de studietoelage.

Na overlegging van een beschikking van de gezins- en jeugdrechtbank kan de persoon die in het onderhoud van de leerling of student voorziet, indien de wettelijke vertegenwoordiger dit niet doet, een aanvraag indienen voor een studietoelage.

De beslissingen over de aanvraag worden genomen binnen drie maanden na de datum van voltooiing van het dossier en worden door de voor de studiefinanciering verantwoordelijke administratie onverwijld ter kennis van de betrokkene gebracht.

Art. 8.§ 1. De regering verklaart de beslissing tot toekenning van de studietoelage nietig, indien de begunstigde bij de toekenning van de studietoelage niet aan een van de in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten gestelde voorwaarden voldeed of indien hij de toelage heeft verkregen op grond van bewust onjuiste, tegenstrijdige of onvolledige verklaringen.

In dergelijke gevallen wordt het volledige bedrag van de studietoelage gevorderd.

Er wordt een rente van 12% aangerekend indien de begunstigde de studietoelage heeft verkregen op basis van bewust onjuiste, tegenstrijdige of onvolledige verklaringen. Zij wordt toegepast vanaf de eerste van de maand die volgt op de datum van ontvangst van de studietoelage. § 2. De regering trekt de beslissing tot toekenning van de studietoelage in, wanneer de begunstigde zijn studie zonder gegronde reden afbreekt.

In dit geval betaalt de begunstigde de ontvangen studietoelage terug naar rata van de volgende percentages: - 80% van het bedrag van de toegekende studietoelage wanneer de studie vóór 1 januari volgend op het begin van het beoogde school- of academiejaar wordt stopgezet; - 50% van het bedrag van de toegekende studietoelage wanneer de studie na 1 januari wordt stopgezet.

Onder "gegronde reden" wordt verstaan: - het overlijden van de begunstigde; - het overlijden van een van de personen die in zijn onderhoud voorziet of hem om belastingdoeleinden als persoon ten laste heeft aangemerkt; - het verlies van de hoofdbetrekking, zonder dat enige vergoeding wordt betaald, of de beëindiging van iedere winstgevende bezigheid door de begunstigde of door een van de personen die hem onderhouden of hem om belastingdoeleinden als ten laste komend hebben aangemerkt; - de begunstigde of een van de personen die in zijn onderhoud voorzien of die hem om belastingdoeleinden als persoon ten laste hebben aangegeven, gedurende ten minste dertig opeenvolgende dagen werkloos is; - de ziekte van de begunstigde of van een van de personen die hem ten laste hebben of fiscaal te zijnen laste hebben verklaard, gestaafd door een medisch attest, waardoor hij het school- of academiejaar niet kan voltooien. § 3. De beslissing tot nietigverklaring en de daaropvolgende aanvraag om terugbetaling worden de schuldenaar per aangetekend schrijven ter kennis gebracht, met vermelding van: - verrichte betalingen en hun datums; - de gronden waarop terugbetaling wordt verlangd; - het totaal gevorderde bedrag; - de termijn waarbinnen de terugbetaling moet geschieden. § 4. Overeenkomstig artikel 54 van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten houdende de organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de regering van de Franse Gemeenschap, kunnen aan de begunstigde betalingsfaciliteiten worden toegekend.

Art. 9.De administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en invordering van fiscale en niet-fiscale schulden is ambtshalve belast met het nastreven, overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de Staatseigendommen van 22 december 1949, van de gehele of gedeeltelijke invordering van de gevorderde studietoelagen.

Art. 10.De door de met de studietoelagen belaste administratie onverschuldigd betaalde bedragen worden definitief door de begunstigden teruggevorderd, voor zover zij niet verkregen zijn door frauduleuze handelingen of opzettelijk onjuiste, tegenstrijdige of onvolledige aangiften, indien de terugbetaling niet wordt gevorderd binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de eerste januari van het begrotingsjaar waarop de uitgave is aangerekend. HOOFDSTUK III. - Klachten en beroepsprocedures

Art. 11.De leerling of student of zijn wettelijke vertegenwoordiger die elke beslissing van de regering met betrekking tot de uitvoering van dit decreet betwist, kan bij deze laatste klacht indienen door zich te richten tot de administratie waarvan het adres vermeld staat op de website gewijd aan de studietoelagen en in de administratieve brieven.

Na overlegging van een beschikking van de Familierechtbank en de Jeugdrechtbank kan de persoon die in het onderhoud van de leerling of student voorziet, de vordering indienen indien de wettelijke vertegenwoordiger dit niet doet.

Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet de klacht, naar behoren gemotiveerd, per aangetekende brief worden ingediend binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing.

De regering neemt binnen dertig dagen na ontvangst een beslissing over de klacht. Haar beslissing wordt per aangetekende brief meegedeeld.

Art. 12.§ 1. Als de klacht wordt afgewezen, kan de leerling of student, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de studietoelagen. Deze laatste heeft de status van een onafhankelijke administratieve autoriteit.

Na overlegging van een beschikking van de Familierechtbank en de Jeugdrechtbank kan de persoon die in het onderhoud van de leerling of student voorziet, bij gebreke van de wettelijke vertegenwoordiger, het beroep instellen.

Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet het met redenen omklede beroep bij aangetekend schrijven worden ingesteld binnen dertig dagen na de kennisgeving van de in artikel 11, lid 4, bedoelde beslissing.

Wanneer een klacht wordt ingediend bij de bemiddelaar die de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest gemeen hebben, binnen de in lid 3 bedoelde termijn, wordt deze termijn geschorst.

Het overblijvende gedeelte van deze termijn gaat hetzij in op het moment waarop de eiser in kennis wordt gesteld van de beslissing om de klacht niet te behandelen of af te wijzen, hetzij bij het verstrijken van een termijn van een maand vanaf de indiening van de klacht, indien de beslissing niet eerder is genomen.

De Commissie van beroep voor de studietoelagen bestaat uit: 1. een magistraat, voorzitter;2. een vertegenwoordiger van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap;3. een vertegenwoordiger van het officieel gesubsidieerd onderwijs;4. een vertegenwoordiger van het confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs;5. een vertegenwoordiger van het niet-confessionele gesubsidieerde vrij onderwijs;6. twee vertegenwoordigers van de minister bevoegd voor de studietoelagen;7. twee vertegenwoordigers van de representatieve studentenorganisaties. De in de punten 2°, 3°, 4°, 5° en 7° genoemde leden worden bij voorrang gekozen uit de leden van de raad voor de toelagen voor het hoger onderwijs.

De leden vermeld onder punt 6° mogen niet deel uitmaken of hebben uitgemaakt van de administratie belast met de studietoelagen.

De voorzitter en de leden van de Commissie van Beroep voor de studietoelagen worden door de regering benoemd.

Het mandaat van de leden is hernieuwbaar. De ambtstermijn bedraagt vijf jaar, behalve voor de vertegenwoordigers van de representatieve studentenorganisaties, voor wie deze twee jaar bedraagt.

Bij overlijden of ontslag van de voorzitter of een lid maakt de vervanger de ambtstermijn van zijn voorganger af.

Voor het onder punt 1 genoemde lid worden twee plaatsvervangers benoemd. Voor elk ander lid van de Commissie van beroep voor studietoelagen wordt een plaatsvervanger benoemd.

Het secretariaat van de beroepscommissie wordt gevoerd door een ambtenaar van de administratie die bevoegd is voor de studiefinanciering. Hij zetelt zonder stemrecht.

De regering stelt de procedure en het functioneren van de Commissie van beroep voor studietoelagen vast. HOOFDSTUK IV. - De administratie belast met de studietoelagen

Art. 13.De administratie die belast is met de studietoelagen kan alle nuttige inlichtingen inwinnen voor de toepassing van dit decreet. HOOFDSTUK V. - De Hogere Raad voor studietoelagen

Art. 14.§ 1. Er wordt een Hogere Raad voor de studietoelagen ingesteld, die tot opdracht heeft op eigen initiatief of op aanvraag van de regering advies uit te brengen over aangelegenheden betreffende de studietoelagen.

De Hogere Raad voor de studietoelagen wordt in alle gevallen geraadpleegd: 1° betreffende het algemene beleid inzake studietoelagen;2° over ontwerpen tot wijziging van decreten of reglementen betreffende de studietoelagen. In dergelijke gevallen brengt de Hogere Raad voor de studietoelagen zijn advies uit binnen 60 dagen na ontvangst van een verzoek om advies.

Om redenen van met redenen omklede dringendheid kan de regering om een advies binnen een kortere termijn verzoeken. § 3. De Hogere Raad voor de studietoelagen bestaat uit: 1° twee vertegenwoordigers van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap;2° twee vertegenwoordigers van het officieel gesubsidieerd onderwijs;3° a) drie vertegenwoordigers van het confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs;b) een vertegenwoordiger van het niet-confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs;4° een vertegenwoordiger van de ouderverenigingen van het gesubsidieerd officieel secundair onderwijs;5° een vertegenwoordiger van de ouderverenigingen van het gesubsidieerd vrij secundair onderwijs;6° drie vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de studenten, waaronder één voor de universiteiten, één voor de hogescholen en één voor de hogere kunstscholen;7° twee vertegenwoordigers van de Commission Vie étudiante, démocratisation et affaires sociales (CoVEDAS) van ARES die geen vertegenwoordiger zijn van representatieve studentenorganisaties;8° de ambtenaar-generaal belast met de studietoelagen of zijn vertegenwoordiger. Voor elk lid van de Hogere Raad voor de studietoelagen wordt een plaatsvervanger benoemd.

De regering benoemt de werkende leden en de plaatsvervangende leden en, onder de werkende leden bedoeld in de punten 1° tot 3°, een voorzitter en twee ondervoorzitters.

Het secretariaat van de Hogere Raad voor de studietoelagen wordt waargenomen door een ambtenaar van de administratie die belast is met de studietoelagen.

Het mandaat van de leden is hernieuwbaar. De ambtstermijn bedraagt vijf jaar, behalve voor de vertegenwoordigers van de representatieve studentenorganisaties, voor wie deze twee jaar bedraagt.

Het lid dat wordt benoemd ter vervanging van een overleden of aftredend lid, maakt de ambtstermijn van zijn voorganger af.

Afhankelijk van de agendapunten kan de Hogere Raad voor de studietoelagen in het kader van zijn opdrachten deskundigen uitnodigen. § 4. De Hogere Raad voor de studietoelagen wordt door zijn voorzitter bijeengeroepen, hetzij op verzoek van de regering, hetzij op verzoek van een derde van zijn leden.

De oproeping gaat samen met de agenda.

De regering keurt het huishoudelijk reglement van de Hogere Raad voor de studietoelagen inzake studietoelagen goed. HOOFDSTUK VI. - Jaarverslag

Art. 15.De administratie die belast is met de toekenning van studietoelagen maakt jaarlijks een verslag bekend over haar werkzaamheden en die van de raad van beroep en de Hogere Raad voor de studietoelagen. HOOFDSTUK VII. - Verwerking van persoonsgegevens

Art. 16.Persoonsgegevens worden verwerkt ten behoeve van de uitvoering van dit decreet.

De administratie die belast is met de toekenning van studietoelagen is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens.

De verwerkte gegevens zijn persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de toepassing van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, zoals de identificatiegegevens van de aanvrager, de begunstigde en de leden van het huishouden, de gegevens betreffende het diploma van de leerling of student, en de fiscale en bankgegevens die noodzakelijk zijn voor de behandeling van de aanvraag.

Gegevens in dossiers over studietoelagen worden bewaard gedurende 7 jaar vanaf de datum van de aanvraag van een studietoelage. HOOFDSTUK VIII. - Overgangsbepalingen

Art. 17.Voor de studietoelagen met betrekking tot het school- en academiejaar 2021-2022 wordt het voordeel van een studietoelage uitgebreid tot Belgische leerlingen die in het buitenland studeren op voorwaarde dat: 1° ofwel deze studies door de bevoegde onderwijsinstanties van het betrokken land erkend worden als studies van secundair onderwijs en ze bekrachtigd worden door een diploma van een niveau dat gelijkwaardig is aan dat van een diploma uitgereikt door inrichtingen van secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd, en dat niet bij deze inrichtingen kan worden behaald;2° ofwel deze studies gevolgd worden in een buitenlandse inrichting voor secundair onderwijs die dichter bij zijn woonplaats ligt dan een inrichting voor secundair onderwijs in de Franse Gemeenschap die studies met een vergelijkbaar doel aanbiedt. Voor de studietoelagen voor het school- en academiejaar 2021-2022 wordt het voordeel van een studietoelage uitgebreid tot Belgische studenten die in het buitenland studeren op voorwaarde dat: 1° ofwel deze studies erkend worden als studies van het hoger onderwijs met volledig leerplan door de overheden van het betrokken land die bevoegd zijn voor het hoger onderwijs en zij bekrachtigd worden met een diploma van hoger onderwijs van een niveau dat gelijkwaardig is aan het diploma dat aan het einde van een initiële bachelor- of masteropleiding wordt uitgereikt door de door de Franse Gemeenschap erkende instellingen voor hoger onderwijs met volledig leerplan en dat niet kan worden behaald bij de genoemde instellingen;2° ofwel deze studies gevolgd worden bij een buitenlandse instelling van hoger onderwijs die dichter bij zijn woonplaats is gelegen dan een instelling voor hoger onderwijs met volledig leerplan in de Franse Gemeenschap die studies met een vergelijkbaar doel aanbiedt.

Art. 18.Voor de studietoelagen met betrekking tot het school- en academiejaar 2021-2022 en de voorafgaande jaren zijn de nadere regels voor terugbetaling die bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 26 juni 1991 tot vaststelling van de nadere regels voor de terugbetaling van de studietoelagen.

Art. 19.Artikel 15 van het decreet tot regeling van de studietoelagen voor de Franse Gemeenschap, dat op 7 november 1983 werd gecoördineerd, blijft van toepassing tot 31 december 2021. HOOFDSTUK IX. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 20.De wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van studietoelagen en -leningen wordt opgeheven.

Art. 21.Het koninklijk besluit van 16 november 1972 tot vaststelling van de verschillende studieniveaus wordt opgeheven.

Art. 22.Het koninklijk besluit van 17 mei 1977 tot uitbreiding van het voordeel van de wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van studietoelagen en -leningen aan leerlingen en studenten die in het buitenland studeren, wordt opgeheven.

Art. 23.Het koninklijk besluit van 17 mei 1977 tot uitbreiding van het voordeel van de wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van studietoelagen en leningen aan sommige categorieën van buitenlandse leerlingen en studenten die in België verblijven en studeren, wordt opgeheven.

Art. 24.Het decreet van 8 juni 1983 waarbij aan gezinnen met ten minste drie ten laste komende kinderen studieleningen werden toegekend, wordt opgeheven.

Art. 25.Het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 8 juli 1983 tot vaststelling van de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning en de terugbetaling van de studieleningen bestemd voor gezinnen met ten minste drie kinderen ten laste, wordt opgeheven.

Art. 26.Het decreet houdende regeling van de studietoelagen voor de Franse Gemeenschap, gecoördineerd op 7 november 1983, wordt opgeheven.

Art. 27.Het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 23 mei 1985 betreffende de toekenning van studietoelagen aan de studenten van de Koninklijke Muziekconservatoria en van het Instituut voor Kerkmuziek en Muziekpedagogie wordt opgeheven.

Art. 28.Het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 26 juni 1991 tot vaststelling van de nadere regels voor de terugbetaling van de studietoelagen wordt opgeheven.

Art. 29.Het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 2 augustus 1994 tot vaststelling van de pedagogische voorwaarden voor de toekenning van studietoelagen aan leerlingen van het bijzonder secundair onderwijs wordt opgeheven.

Art. 30.Dit decreet treedt in werking op 1 juli 2021, met uitzondering van de artikelen 2, derde en vierde paragraaf, en 8, tweede paragraaf, die in werking treden op 1 juli 2022, uitsluitend voor de studietoelagen met betrekking tot het school- en academiejaar 2022-2023 en volgende jaren, en van artikel 12, eerste paragraaf, dat in werking treedt op 1 januari 2022.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 november 2021.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vice-President en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, Fr. DAERDEN De Vice-Presidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2021-2022 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 298-1. - Commissieamendement(en), nr. 298-2. - Commissieverslag, nr. 298-3. - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 298-4 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 17 november 2021.

^