Etaamb.openjustice.be
Decreet van 18 juli 2008
gepubliceerd op 29 augustus 2008

Decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening

bron
vlaamse overheid
numac
2008202941
pub.
29/08/2008
prom.
18/07/2008
ELI
eli/decreet/2008/07/18/2008202941/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JULI 2008. - Decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° gebruiker : een natuurlijke persoon die vanuit een bepaalde nood, al dan niet vrijwillig, een beroep doet op zorg- en bijstandsverlening;2° zorg- en bijstandsverlening : hulp- of dienstverlening waarbij in de plaats van de gebruiker of personen uit zijn leefomgeving activiteiten van het dagelijkse leven worden verricht die ze zelf zouden uitvoeren als ze daartoe in staat zouden zijn, of waarbij de gebruiker of personen uit zijn leefomgeving worden ondersteund bij de uitvoering van die activiteiten;3° welzijnsvoorziening : een organisatie die activiteiten uitoefent in de aangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, II, 1°, 2° en 4° tot 7°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en die erkend is door of onder toezicht staat van de Vlaamse overheid.

Art. 3.Dit decreet is niet van toepassing op : 1° natuurlijke personen die een gezondheidszorgberoep uitoefenen conform de regelgeving betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;2° natuurlijke personen die tewerkgesteld zijn bij voorzieningen die vallen onder het gezondheidsbeleid, vermeld in artikel 5, § 1, I, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;3° persoonlijke assistenten, zoals vermeld in artikel 16, 4°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. HOOFDSTUK II. - Zorg- en bijstandsverlening

Art. 4.De zorg- en bijstandsverlening omvat de volgende zorgdimensies : 1° lichamelijke zorg, waartoe onder meer de volgende activiteiten behoren : het observeren en signaleren bij de gebruiker van veranderingen op fysiek vlak zoals het meten van de lichaamstemperatuur en de polsslag, het meedelen van de resultaten ervan en het vaststellen van de behoefte aan hulpmiddelen;hygiënische verzorging met inbegrip van dagelijks toilet, intiem toilet, bad, mondhygiëne, haar- en nagelverzorging; ondersteuning van de fysieke veiligheid van de gebruiker en zorg voor diens comfort; hulp bij het aan- en uitkleden; hulp bij het bewegen en verplaatsen; hulp bij eten en drinken; beperkte en elementaire verzorging zoals het verzorgen van huidirritaties en het voorkomen van drukletsels; hulp bij toiletgang met inbegrip van verzorging bij incontinentie en het aanbrengen en verwijderen van een stomazakje bij geheelde stoma; hulp bij het aanbrengen en verwijderen van een prothese of van steunkousen; bijstand bij het nemen van geneesmiddelen; eerste hulp bij ongevallen ongeacht de ernst van de situatie; toezicht bij rusteloze cliënten en stervenden; 2° psychosociale ondersteuning, waartoe onder meer de volgende activiteiten behoren : het opmerken en begrijpen van psychosociale en emotionele problemen en het bieden van ondersteuning bij de verwerking ervan;het opvangen en signaleren van problemen en het stimuleren van zelfzorg; het bijstaan van de gebruiker en zijn leefomgeving in moeilijke momenten; 3° pedagogische of agogische ondersteuning, waartoe onder meer de volgende activiteiten behoren : ondersteuning bij de verzorging of opvoeding van kinderen;ondersteuning bij mobiliteitsproblemen; revalidatie en therapietrouw.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid bepaalt of concretiseert de Vlaamse Regering per zorgdimensie de verschillende activiteiten die daarvan deel uitmaken. HOOFDSTUK III. - Kwalificatievereisten en voorwaarden voor het verstrekken van zorg- en bijstandsverlening

Art. 5.Ongeacht of hij bij een welzijnsvoorziening tewerkgesteld is of niet, mag niemand beroepshalve in residentieel of semiresidentieel verband, ambulant of in het natuurlijke thuismilieu van de gebruiker zorg- en bijstandsverlening verstrekken aan een gebruiker als hij niet beantwoordt aan de minimale kwalificatie-vereisten die de Vlaamse Regering bepaalt.

De Vlaamse Regering bepaalt die kwalificatievereisten per zorgdimensie als vermeld in artikel 4, of per groep van activiteiten die al dan niet van eenzelfde zorgdimensie deel uitmaken. Ze kan daarbij rekening houden met de categorieën van gebruikers die vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, II, 1°, 2°, 4°, 5°, 6° of 7°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en tot wie de zorg- en bijstandsverlening zich richt.

Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op natuurlijke personen die zorg- en dienstverlening verstrekken waarvoor kwalificatievereisten zijn bepaald bij of ter uitvoering van een federale wet.

Art. 6.De personen die onderworpen zijn aan de minimale kwalificatievereisten, vermeld in artikel 5, zorgen voor een goede communicatie, samenspraak en overleg met de gebruiker en desgevallend de mantelzorgers, de vrijwilligers en de andere professionele zorgverleners die betrokken zijn in de zorgsituatie van de gebruiker.

De Vlaamse Regering bepaalt daartoe de nadere regels.

Die personen zijn gebonden door de geheimhoudingsplicht, vermeld in artikel 458 van het Strafwetboek, met betrekking tot de gegevens waarvan ze bij het verstrekken van zorg- en bijstandsverlening kennis krijgen en die daarmee verband houden.

Art. 7.De Vlaamse Regering kan personen die onderworpen zijn aan de minimale kwalificatievereisten, vermeld in artikel 5, en die niet tewerkgesteld zijn bij een welzijnsvoorziening, verplichten om zich te laten registreren.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor die registratie.

Art. 8.De Vlaamse Regering organiseert het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk.

De personen, belast met het toezicht, hebben het recht om het kantoor van elke persoon die beroepshalve activiteiten van zorg- en bijstandsverlening verricht of over wie ernstige aanwijzingen bestaan dat hij beroepshalve dergelijke activiteiten verricht, te bezoeken voor zover dat kantoor geen deel uitmaakt van de woning van de betrokkene. Ze kunnen ter plaatse zelf kennis nemen van alle stukken met betrekking tot de uitoefening van die activiteiten.

Hun vaststellingen hebben bewijskracht tot het tegendeel bewezen is.

Art. 9.Een administratieve geldboete van 500 tot 5.000 euro kan worden opgelegd aan : 1° natuurlijke personen die beroepshalve activiteiten van zorg- en bijstandsverlening verrichten zonder te voldoen aan de kwalificatievereisten die daarvoor ter uitvoering van artikel 5 zijn bepaald;2° personen, uitgezonderd gebruikers, die een persoon als vermeld in 1°, belasten met het verrichten van activiteiten van zorg- en bijstandsverlening. De Vlaamse Regering kan bepalen dat de administratieve geldboete, vermeld in het eerste lid, eveneens kan worden opgelegd aan : 1° natuurlijke personen die beroepshalve activiteiten van zorg- en bijstandsverlening verrichten zonder de regels, bepaald bij of ter uitvoering van artikel 6, na te leven;2° natuurlijke personen die beroepshalve activiteiten van zorg- en bijstandsverlening verrichten zonder de verplichting, bepaald ter uitvoering van artikel 7, na te leven. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor het opleggen en het betalen van de administratieve geldboete. Ze wijst de ambtenaren aan die de geldboete kunnen opleggen.

De betrokkene kan op straffe van verval van het recht tot het instellen van een beroep binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de kennisgeving van de beslissing waarbij hem een administratieve geldboete wordt opgelegd, tegen die beslissing met een verzoekschrift een beroep instellen bij de politierechtbank. Dat beroep schorst de uitvoering van de beslissing.

Als de administratieve geldboete niet betaald wordt, wordt de geldboete bij dwangbevel ingevorderd. De Vlaamse Regering wijst de ambtenaren aan die een dwangbevel kunnen geven en uitvoerbaar verklaren. Een dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot met bevel tot betaling.

De vordering tot voldoening van de administratieve geldboete verjaart na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag waarop ze is ontstaan. De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.

Art. 10.Dit hoofdstuk is niet van toepassing op natuurlijke personen die beroepshalve zorg- en bijstandsverlening verstrekken aan slechts één gebruiker of aan meerdere gebruikers als die op hetzelfde adres wonen en behoren tot hetzelfde gezin.

In afwijking van het eerste lid kan de Vlaamse Regering bij een gemotiveerd besluit : 1° andere natuurlijke personen die beroepshalve activiteiten van zorg- en bijstandsverlening verrichten, uitsluiten van het toepassingsgebied van dit hoofdstuk;2° natuurlijke personen als vermeld in het eerste lid, onderwerpen aan het toepassingsgebied van dit hoofdstuk.

Art. 11.De Vlaamse Regering bepaalt overgangsmaatregelen voor natuurlijke personen die op de datum van inwerkingtreding van artikel 5 beroepshalve activiteiten van zorg- en bijstandsverlening uitoefenen zonder te beantwoorden aan de kwalificatievereisten die ter uitvoering van dat artikel zijn bepaald. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling

Art. 12.Voor personen die tewerkgesteld zijn in een welzijnsvoorziening treden de artikelen 1 tot en met 6 in werking de tiende dag na de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad. In afwachting van de bepaling door de Vlaamse Regering van de minimale kwalificatievereisten, vermeld in artikel 5, gelden voor deze personen de kwalificatievereisten, vermeld in de bestaande erkennings-, subsidiërings- of toezichtsregeling die betrekking heeft op de betreffende welzijnsvoorziening.

Voor wat niet geregeld is door het eerste lid stelt de Vlaamse Regering voor elke bepaling van dit decreet de datum van inwerkingtreding vast.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 juli 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE _______ Nota (1) Zitting 2007-2008. Stukken : - Ontwerp van decreet : 1708 - Nr. 1. - Amendementen : 1708 - Nrs. 2 en 3. - In eerste lezing aangenomen artikelen : 1708 - Nr. 4. - Tekst aangenomen door de commissie : 1708 - Nr. 5. - Verslag : 1708 - Nr. 6 + bijlage. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1708 - Nr. 7.

Handelingen - Bespreking en aanneming : vergadering van 9 juli 2008.

^