Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 maart 2010
gepubliceerd op 13 april 2010

Dienstendecreet

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2010201917
pub.
13/04/2010
prom.
15/03/2010
ELI
eli/decreet/2010/03/15/2010201917/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 MAART 2010. - Dienstendecreet


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Europese clausule

Artikel 1.Dit decreet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.

Begripsbepalingen

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "dienst" : elke economische activiteit, anders dan in loondienst, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, zoals bedoeld in artikel 57 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU);2° "dienstverrichter" : iedere natuurlijke persoon, onderdaan van een lidstaat, of iedere rechtspersoon in de zin van artikel 54 van het VwEU die in een lidstaat gevestigd is en een dienst aanbiedt of verricht;3° "vestiging" : de daadwerkelijke uitoefening van een economische activiteit bedoeld in artikel 49 van het VwEU door de dienstverrichter voor onbepaalde tijd en vanuit een duurzame infrastructuur, van waaruit daadwerkelijk diensten worden verricht;4° "afnemer" : iedere natuurlijke persoon die onderdaan is van een lidstaat of die rechten heeft die haar door communautaire besluiten zijn verleend, of iedere rechtspersoon in de zin van artikel 54 van het VwEU die in een lidstaat is gevestigd en, al dan niet voor beroepsdoeleinden, van een dienst gebruik maakt of wil maken;5° "gereglementeerd beroep" : een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waartoe de toegang of waarvan de uitoefening of één van de wijzen van uitoefening krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk worden gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties;met name het voeren van een beroepstitel die door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen beperkt is tot personen die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, geldt als een wijze van uitoefening; 6° "vergunningsstelsel" : elke procedure die voor een dienstverrichter of afnemer de verplichting inhoudt bij een bevoegde instantie stappen te ondernemen ter verkrijging van een formele of stilzwijgende beslissing over de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit;7° "eis" : elke verplichting, verbodsbepaling, voorwaarde of beperking vastgelegd in de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen of voortvloeiend uit de rechtspraak, de administratieve praktijk, de regels van beroepsorden of de collectieve regels van beroepsverenigingen of andere beroepsorganisaties die deze in het kader van de hun toegekende juridische bevoegdheden hebben vastgesteld;8° "dwingende redenen van algemeen belang" : redenen die door de vaste rechtspraak van het Europees Hof van Justitie als zodanig erkend zijn, met inbegrip van : de openbare orde, de openbare veiligheid, de staatsveiligheid, de volksgezondheid, de handhaving van het financiële evenwicht van het socialezekerheidsstelsel, de bescherming van consumenten, afnemers van diensten en werknemers, de eerlijkheid van handelstransacties, de fraudebestrijding, de bescherming van het milieu en het stedelijke milieu, dierenwelzijn, de intellectuele eigendom, het behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed en doelstellingen van het sociaal beleid en het cultuurbeleid;9° "beroepsaansprakelijkheidsverzekering" : een door de dienstverrichter afgesloten verzekering ter dekking, jegens afnemers en, in voorkomend geval, derden, van zijn eventuele aansprakelijkheid in het geval van schade voortvloeiend uit de verrichting van de dienst;10° "bevoegde autoriteit" : elke autoriteit of instantie die een toezichthoudende of regelgevende rol vervult ten aanzien van dienstenactiviteiten;11° "lidstaat" : een lidstaat van de Europese Unie;12° "lidstaat van vestiging" : de lidstaat op het grondgebied waarvan de dienstverrichter is gevestigd;13° "werkdag" : elke kalenderdag met uitsluiting van de zondagen en wettelijke feestdagen;14° "persoonsgegevens" : informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon in overeenstemming met de definitie van artikel 1, § 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;15° "Contactpunt voor de Duitstalige Gemeenschap" de natuurlijke persoon die binnen het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap aangewezen is om in het kader van de administratieve wederzijdse hulp krachtens dit decreet het aanspreekpunt te zijn tussen de Europese Commissie en de bevoegde Belgische autoriteiten. Toepassingsgebied

Art. 3.Dit decreet geldt voor de diensten die onder de bevoegdheden van de Duitstalige Gemeenschap vallen. De bevoegdheden van de federale overheid, van de andere gemeenschappen en gewesten blijven onaangetast.

Het is niet van toepassing op de volgende activiteiten : 1° diensten van algemeen belang van niet-economische aard, met inbegrip van de sociale diensten die niet onder 8° vallen;2° financiële diensten;3° levering van elektronische communicatiediensten en -netwerken en bijbehorende faciliteiten en diensten op de gebieden die in het decreet van 27 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2005 pub. 06/09/2005 numac 2005033072 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de radio-omroep en de filmvoorstellingen sluiten over de radio-omroep en de filmvoorstellingen geregeld zijn, met inbegrip van de audiovisuele diensten, met inbegrip van cinematografische diensten, ongeacht hun wijze van productie, distributie en doorgifte, en de radio-omroep;4° diensten op het gebied van vervoer, met inbegrip van leerlingenvervoer;5° diensten van uitzendbureaus;6° diensten van de gezondheidszorg, al dan niet verleend door gezondheidszorgfaciliteiten en ongeacht de wijze waarop zij zijn georganiseerd en worden gefinancierd en ongeacht de vraag of de diensten openbaar of particulier van aard zijn;7° activiteiten in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag, als bedoeld in artikel 51 van het VwUE;8° sociale diensten betreffende sociale huisvesting, kinderzorg en ondersteuning van gezinnen of personen in permanente of tijdelijke nood, die worden verleend door de staat, door dienstverrichters die hiervoor een opdracht hebben of een mandaat gekregen van de staat, of door liefdadigheidsinstellingen die als zodanig door de staat zijn erkend. Dit decreet is niet van toepassing op het gebied van belastingen.

Verhouding tot het geldende recht

Art. 4.Indien bepalingen van dit decreet strijdig zijn met een bepaling van een ander decreet of een besluit van de Regering met betrekking tot specifieke aspecten van de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit in specifieke sectoren of voor specifieke beroepen die Europees communautair recht implementeert, dan heeft de bepaling van het andere decreet of van het besluit van de Regering voorrang en is deze van toepassing op die specifieke sectoren of beroepen. Dit geldt inzonderheid voor : 1° de bepalingen van het decreet van 27 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2005 pub. 06/09/2005 numac 2005033072 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de radio-omroep en de filmvoorstellingen sluiten over de radio-omroep en de filmvoorstellingen, die de Richtlijn 89/522/EWG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten omzetten;2° de bepalingen van het decreet van 25 juni 2009 over maatregelen inzake het onderwijs en de opleiding 2009, die de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties omzetten. Berekening van de termijnen

Art. 5.Als de termijn op een zaterdag, zondag of feestdag afloopt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag. HOOFDSTUK 2. - Horizontale Omzetting Afdeling 1. - Vrijheid van vestiging

Vergunningsstelsels

Art. 6.Indien de toegang tot en de uitoefening van een dienstenactiviteit aan een vergunningsstelsel onderworpen worden, moet dit vergunningsstelsel aan de volgende criteria voldoen : 1° het is voor de betrokken dienstverrichter niet discriminatoir;2° het is om een dwingende reden van algemeen belang gerechtvaardigd;3° het nagestreefde doel kan niet door een minder beperkende maatregel worden bereikt, met name omdat een controle achteraf te laat zou komen om werkelijk doeltreffend te zijn. Lid 1 is niet van toepassing op elementen van vergunningsstelsels die direct of indirect geregeld zijn bij andere communautaire instrumenten.

Vergunningsvoorwaarden

Art. 7.Vergunningsstelsels zijn gebaseerd op criteria die beletten dat de bevoegde instanties hun beoordelingsbevoegdheid op willekeurige wijze uitoefenen.

Deze criteria zijn : 1° niet-discriminatoir;2° gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;3° evenredig met die reden van algemeen belang;4° duidelijk en ondubbelzinnig;5° objectief;6° vooraf bekend te maken;7° transparant en toegankelijk. Eisen ten aanzien van procedures en kosten

Art. 8.De vergunningsprocedures en -formaliteiten moeten duidelijk zijn, vooraf bekendgemaakt worden en geschikt zijn om een objectief en onpartijdig onderzoek van de aanvragen mogelijk te maken.

De vergunningsprocedures en -formaliteiten mogen niet afschrikken noch de dienstprestatie ongegrond bemoeilijken of vertragen. Ze moeten gemakkelijk toegankelijk zijn en eventuele kosten voor de aanvragers in verband met hun aanvraag moeten redelijk en evenredig zijn met de kosten van de vergunningsprocedures in kwestie en mogen de kosten van de procedures niet overschrijden.

Verbod op dubbele controles

Art. 9.De vergunningsvoorwaarden voor een nieuwe vestiging mogen gelijkwaardige, of gezien hun doel in wezen vergelijkbare, eisen en controles waaraan de dienstverrichter al in een andere of dezelfde lidstaat onderworpen is, niet overlappen. Het Contactpunt van de Duitstalige Gemeenschap en de dienstverrichter staan de bevoegde instantie bij door over deze eisen de nodige informatie te verstrekken.

Beroepsaansprakelijkheidsverzekering en waarborgen

Art. 10.Als een dienstverrichter zich in het Duitse taalgebied vestigt, mag geen beroepsaansprakelijkheidsverzekering of waarborg geëist worden, indien de dienstverrichter in een andere lidstaat waar hij een vestiging heeft, al gedekt is door een waarborg die gelijkwaardig is of die, met betrekking tot het doel en de dekking die hij biedt wat het verzekerde risico, de verzekerde som, de maximale waarborg en de mogelijke uitzonderingen van de dekking betreft, in wezen vergelijkbaar is.

Indien de waarborg slechts ten dele gelijkwaardig is, kan een aanvullende waarborg worden geëist voor de nog niet gedekte elementen.

Wanneer van een in het Duitse taalgebied gevestigde dienstverrichter wordt verlangd dat hij een beroepsaansprakelijkheidsverzekering sluit of een andere waarborg stelt, wordt als bewijs hiervoor genoegen genomen met een attest betreffende een dergelijke verzekerde dekking dat is afgegeven door een in een andere lidstaat gevestigde kredietinstelling of verzekeraar.

Geografische draagwijdte van de vergunning

Art. 11.De vergunning biedt de dienstverrichter op het gehele Belgische grondgebied het recht op toegang tot of uitoefening van de dienstenactiviteit, mede door de oprichting van agentschappen, dochterondernemingen, kantoren of bijkantoren, voor zover een samenwerkingsakkoord met de betrokken autoriteiten erin voorziet en tenzij een vergunning voor elke afzonderlijke vestiging of een beperking van de vergunning tot een bepaald gedeelte van het grondgebied om dwingende redenen van algemeen belang gerechtvaardigd is.

Ontvangstbevestiging

Art. 12.De ontvangst van elke vergunningsaanvraag wordt zo snel mogelijk bevestigd.

De bevestiging vermeldt de volgende gegevens : 1° de datum waarop de aanvraag ontvangen werd;2° de termijn waarbinnen een beslissing omtrent de aanvraag moet worden genomen;3° de beschikbare rechtsmiddelen, de voor de betrokken aangelegenheid bevoegde autoriteiten en de na te leven vormvereisten en termijnen;4° indien van toepassing, de vermelding dat bij het uitblijven van een antwoord binnen de gespecificeerde, eventueel verlengde termijn de vergunning wordt geacht te zijn verleend. Wanneer een aanvraag onvolledig is, wordt de aanvrager zo snel mogelijk meegedeeld dat en binnen welke termijn hij aanvullende documenten moet verstrekken en, in voorkomend geval, welke gevolgen dit heeft voor de in lid 2, 2°, bedoelde termijn.

Wanneer een aanvraag wordt geweigerd omdat deze niet aan de vereiste procedures of formaliteiten voldoet, wordt de betrokkene onverwijld van de weigering op de hoogte gesteld.

Onderzoek van de vergunningsaanvragen

Art. 13.De bevoegde autoriteit verleent de vergunning, zodra na een passend onderzoek is vastgesteld dat aan de vergunningsvoorwaarden voldaan is.

De beslissing over de vergunningsaanvraag moet worden genomen ten laatste dertig werkdagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangstbevestiging of, als het dossier onvolledig is, vanaf de datum waarop de aanvrager de bijkomende documenten ingediend heeft, tenzij de ter zake geldende wettelijke voorschriften in een andere regeling voorzien.

Indien gerechtvaardigd door de complexiteit van het onderwerp mag de termijn één maal voor een beperkte duur door de bevoegde instantie worden verlengd. De verlenging en de duur ervan worden met redenen omkleed en worden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn ter kennis van de aanvrager gebracht.

Bij het uitblijven van een antwoord binnen de in lid 2 bepaalde of overeenkomstig lid 3 verlengde termijn wordt de vergunning geacht te zijn verleend. Andere regelingen kunnen niettemin worden vastgelegd, wanneer dat gerechtvaardigd is om dwingende redenen van algemeen belang, met inbegrip van een rechtmatig belang van een derde partij.

Vergunningsduur

Art. 14.Een aan een dienstverrichter verleende vergunning heeft een onbeperkte geldigheidsduur, tenzij in gevallen waar : 1° de vergunning automatisch wordt verlengd;2° de vergunning alleen afhankelijk is van de voortdurende vervulling van de voorwaarden;3° het aantal beschikbare vergunningen beperkt is door een dwingende reden van algemeen belang, of 4° een beperkte duur gerechtvaardigd is om een dwingende reden van algemeen belang. De regeling bepaald in lid 1 doet geen afbreuk aan de mogelijkheid een vergunning in te trekken, wanneer niet meer aan de vergunningsvoorwaarden wordt voldaan.

Lid 1 heeft geen betrekking op de maximale termijn waarbinnen de dienstverrichter na ontvangst van de vergunning daadwerkelijk met zijn activiteit moet beginnen.

Selectie uit diverse gegadigden

Art. 15.Wanneer het aantal beschikbare vergunningen voor een activiteit beperkt is door schaarste van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen of de bruikbare technische mogelijkheden, wordt een selectie van de gegadigden uitgevoerd volgens een selectieprocedure die alle waarborgen voor onpartijdigheid en transparantie biedt, met inbegrip van met name een toereikende bekendmaking van de opening, uitvoering en afsluiting van de procedure.

In de in lid 1 bedoelde gevallen wordt de vergunning voor een passende beperkte duur verleend en wordt zij niet automatisch verlengd; evenmin wordt enig ander voordeel toegekend aan de dienstverrichter wiens vergunning zojuist is verlopen of aan personen die een bijzondere band met die dienstverrichter hebben.

Verboden eisen

Art. 16.De toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit in het Duitse taalgebied wordt niet afhankelijk gemaakt van een der volgende eisen : 1° discriminerende eisen die direct of indirect verband houden met de nationaliteit of, voor ondernemingen, met de plaats van de statutaire zetel, waaronder met name : a) nationaliteitseisen voor de dienstverrichter, zijn personeel, de aandeelhouders of de leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de dienstverrichter;b) de eis dat de dienstverrichter, zijn personeel, de aandeelhouders of de leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan hun verblijfplaats hebben op het betrokken grondgebied;2° een verbod op het hebben van een vestiging in meer dan een lidstaat of op inschrijving in registers of bij beroepsorden of -verenigingen in meer dan een lidstaat;3° beperkingen van de vrijheid van de dienstverrichter om tussen een hoofd- of een nevenvestiging te kiezen, met name de verplichting dat de hoofdvestiging van de dienstverrichter zich in het Duitse taalgebied moet bevinden, of beperkingen van de vrijheid om voor vestiging als agentschap, bijkantoor of dochteronderneming te kiezen;4° wederkerigheidvoorwaarden ten aanzien van de lidstaat waar de dienstverrichter al een vestiging heeft, behalve in het geval dat dergelijke voorwaarden in een communautair instrument op energiegebied zijn vastgelegd;5° de toepassing per geval van economische criteria, waarbij de verlening van de vergunning afhankelijk wordt gesteld van het bewijs dat er een economische behoefte of marktvraag bestaat, van een beoordeling van de mogelijke of actuele economische gevolgen van de activiteit of van een beoordeling van de geschiktheid van de activiteit in relatie tot de door de bevoegde instantie vastgestelde doelen van economische planning;dit verbod heeft geen betrekking op planningseisen waarmee geen economische doelen worden nagestreefd, maar die voortkomen uit dwingende redenen van algemeen belang; 6° de directe of indirecte betrokkenheid van concurrerende marktdeelnemers, ook binnen raadgevende organen, bij de verlening van vergunningen of bij andere besluiten van de bevoegde instanties, met uitzondering van beroepsorden en van beroepsverenigingen of andere organisaties die in de hoedanigheid van bevoegde instantie optreden; dit verbod heeft geen betrekking op de raadpleging van organisaties zoals kamers van koophandel of sociale partners over andere aangelegenheden dan individuele vergunningsaanvragen, noch op een raadpleging van het grote publiek; 7° een verplichting tot het stellen van of deelnemen in een financiële waarborg of het afsluiten van een verzekering bij een in het Duitse taalgebied gevestigde dienstverrichter of instelling.Dit belet niet dat de lidstaten een verzekering of financiële garanties als zodanig kunnen verlangen noch dat eisen inzake de deelname in een collectief waarborgfonds worden gesteld, bijvoorbeeld voor leden van een beroepsorde of -organisatie; 8° de verplichting al gedurende een bepaalde periode ingeschreven te staan in de registers die in België worden bijgehouden of de activiteit al gedurende bepaalde tijd in het Duitse taalgebied te hebben uitgeoefend. Afdeling 2. - Vrij verkeer van diensten

Vr ij verrichten van diensten

Art. 17.§ 1 - Aan dienstverrichters die op het grondgebied van een andere lidstaat gevestigd zijn, wordt de vrije toegang tot en de vrije uitoefening van dienstenactiviteiten in het Duitse taalgebied gewaarborgd.

De toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit mag niet van eisen afhankelijk worden gemaakt die in tegenspraak met de volgende beginselen zijn : 1° discriminatieverbod : de eisen maken geen direct of indirect onderscheid naar nationaliteit of, voor rechtspersonen, naar de lidstaat waar zij gevestigd zijn;2° noodzakelijkheid : de eisen zijn gerechtvaardigd om redenen van openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu;3° evenredigheid : de eisen moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken en mogen niet verder gaan dan wat nodig is om dat doel te bereiken. § 2 - Het vrij verrichten van diensten door een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter mag niet worden beperkt door deze aan bepaalde eisen te onderwerpen : 1° de verplichting, in het Duitse taalgebied een vestiging te hebben;2° de verplichting bij de bevoegde autoriteiten een vergunning te verkrijgen;dit geldt ook voor de verplichting zich in te schrijven in een register of bij een beroepsorde of -vereniging in het Duitse taalgebied, behalve wanneer dit decreet of een ander communautair instrument daarin voorziet; 3° een verbod voor de dienstverrichter in het Duitse taalgebied een bepaalde vorm of soort infrastructuur, met inbegrip van een kantoor of kabinet, op te zetten om de betrokken diensten te verrichten;4° de toepassing van een specifieke contractuele regeling tussen de dienstverrichter en de afnemer die het verrichten van diensten door zelfstandigen verhindert of beperkt;5° een verplichting voor de dienstverrichter om specifiek voor de uitoefening van een dienstenactiviteit een door de bevoegde instanties afgegeven identiteitsdocument te bezitten;6° eisen, andere dan die welke noodzakelijk zijn voor de gezondheid en veiligheid op het werk, die betrekking hebben op het gebruik van uitrusting en materiaal die een integrerend deel van de dienstverrichting vormen;7° de in artikel 25 vermelde beperkingen van het vrij verkeer van diensten. Aanvullende afwijkingen van het vrij verrichten van diensten

Art. 18.Artikel 17 is niet van toepassing op : 1° diensten van algemeen economisch belang;2° aangelegenheden die vallen onder de Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten;3° aangelegenheden die vallen onder Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens;4° aangelegenheden die vallen onder titel II van Richtlijn 2005/36/EG, alsmede eisen in de lidstaat waar de dienst wordt verricht, die een activiteit voorbehouden aan een bepaald beroep;5° aangelegenheden die vallen onder de verordening (EEG) 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de EG verplaatsen;6° voor wat betreft administratieve formaliteiten inzake het vrije verkeer van personen en hun verblijfplaats, aangelegenheden die vallen onder de bepalingen van Richtlijn 2004/38/EG waarin de administratieve formaliteiten van de bevoegde instanties van de lidstaat waar de dienst wordt verricht waaraan de begunstigden moeten voldoen, zijn vastgesteld;7° aangelegenheden die vallen onder Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke accountantscontrole van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen. Afwijkingen in specifieke gevallen

Art. 19.§ 1 - In afwijking van artikel 17 en enkel in uitzonderlijke gevallen kan de Regering ten aanzien van een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter maatregelen nemen betreffende de veiligheid van diensten, en dit overeenkomstig de voorwaarden en procedures die van toepassing zijn voor het nemen van soortgelijke maatregelen ten aanzien van dienstverrichters die in het Duitse taalgebied gevestigd zijn.

De in lid 1 bedoelde maatregelen kunnen alleen worden genomen wanneer de in artikel 41 bedoelde procedure van wederzijdse bijstand in acht wordt genomen en aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de nationale bepalingen overeenkomstig welke de maatregel wordt genomen, vallen niet onder een communautaire harmonisatiemaatregel op het gebied van de veiligheid van diensten;2° de maatregelen bieden de afnemer meer bescherming dan de maatregel die de lidstaat van vestiging overeenkomstig zijn nationale bepalingen zou nemen;3° de lidstaat van vestiging heeft geen maatregelen genomen of heeft maatregelen genomen die ontoereikend zijn in vergelijking met de in artikel 41 bedoelde maatregelen;4° de maatregelen zijn evenredig. § 2 - Paragraaf 1 doet geen afbreuk aan de in communautaire instrumenten vastgestelde bepalingen die het vrije verkeer van diensten waarborgen of afwijkingen daarop toestaan. Afdeling 3. - Kwaliteit van diensten en informatie

Informatie over dienstverrichters en hun diensten

Art. 20.§ 1 - De dienstverrichter moet aan de afnemers de volgende inlichtingen ter beschikking stellen : 1° zijn naam;2° zijn reschtsstatuut en zijn rechtsvorm;3° het geografisch adres waar hij is gevestigd;4° zijn adresgegevens die een snel contact en een rechtstreekse communicatie met hem, eventueel langs elektronische weg, mogelijk maken;5° het ondernemingsnummer;6° wanneer voor de activiteit een vergunningsstelsel geldt, de adresgegevens van de bevoegde instantie of van het één-loket;7° voor gereglementeerde beroepen : elke beroepsorde of vergelijkbare organisatie waarbij de dienstverrichter is ingeschreven, alsmede de beroepstitel en de lidstaat waar die is verleend, een verwijzing naar de geldende beroepsregels en de wijze waarop hierin inzage kan worden verkregen;8° in voorkomend geval, de algemene voorwaarden en bepalingen die de dienstverrichter hanteert;9° het eventuele bestaan van door de dienstverrichter gehanteerde contractbepalingen betreffende het op het contract toepasselijke recht en/of betreffende de bevoegde rechter;10° het eventuele bestaan van niet bij wet voorgeschreven garantie na verkoop;11° de prijs van de dienst wanneer de dienstverrichter de prijs van een bepaalde soort dienst vooraf heeft vastgesteld;12° de belangrijkste kenmerken van de dienst wanneer deze niet uit de context blijken;13° de in artikel 10 bedoelde verzekering of waarborgen, met name de adresgegevens van de verzekeraar of de borg en de geografische dekking. § 2 - Indien de dienstverrichters in een informatiedocument hun diensten uitvoerig beschrijven, moeten zij informatie verstrekken over hun multidisciplinaire activiteiten en partnerschappen die rechtstreeks verband houden met de betrokken dienst, en over de maatregelen die zij ter voorkoming van belangenconflicten hebben genomen.

Bekendmaking van de informatie

Art. 21.Naar keuze van de dienstverrichter worden de in artikel 20, § 1, vermelde inlichtingen : 1° op eigen initiatief door de dienstverrichter verstrekt;2° voor de afnemer gemakkelijk toegankelijk gemaakt op de plaats waar de dienst wordt verricht of het contract wordt gesloten;3° voor de afnemer gemakkelijk elektronisch toegankelijk gemaakt op een door de dienstverrichter meegedeeld adres.4° in elk door de dienstverrichter aan de afnemer verstrekt informatiedocument opgenomen waarin zijn diensten in detail worden beschreven. Bijkomende informatie

Art. 22.Op verzoek van de afnemer verstrekt de dienstverrichter de volgende bijkomende informatie : 1° wanneer de dienstverrichter de prijs van een bepaalde soort dienst niet vooraf heeft vastgesteld, de prijs van de dienst of, indien de precieze prijs niet kan worden gegeven, de manier waarop de prijs wordt berekend, zodat de afnemer de prijs kan controleren, of een voldoende gedetailleerde kostenraming;2° voor gereglementeerde beroepen, een verwijzing naar de in de lidstaat van vestiging geldende beroepsregels en de wijze waarop hierin inzage kan worden verkregen;3° informatie over zijn multidisciplinaire activiteiten en partnerschappen die rechtstreeks verband houden met de betrokken dienst, en over de maatregelen die hij ter voorkoming van belangenconflicten heeft genomen.Deze informatie moet zijn opgenomen in elk informatiedocument waarin de dienstverrichter zijn in detail beschrijft; 4° gedragscodes die op de dienstverrichter van toepassing zijn, alsmede het adres waar zij elektronisch kunnen worden geraadpleegd en de beschikbare talen waarin deze codes kunnen worden geraadpleegd; Informatie-eisen

Art. 23.De informatie die de dienstverrichter krachtens dit hoofdstuk ter beschikking moet stellen of moet meedelen, moet helder en ondubbelzinnig zijn en tijdig vóór de sluiting van het contract of, indien er geen schriftelijk contract is, vóór de verrichting van de dienst beschikbaar gesteld worden.

Verhouding tot andere informatie-eisen

Art. 24.De informatie-eisen bedoeld in deze afdeling in aanvulling op eisen die ten aanzien van dienstverrichters die in het Duitse taalgebied gevestigd zijn, in andere bepalingen zijn vervat. Afdeling 4. - Rechten van de afnemers

Verboden beperking van de rechten van de afnemers

Art. 25.Aan de afnemers worden geen eisen opgelegd die het gebruik van een dienst beperken die door een in andere lidstaat gevestigde dienstverrichter wordt aangeboden. Dit geldt inzonderheid voor de volgende eisen : 1° de verplichting bij de bevoegde instanties een vergunning te verkrijgen of een verklaring af te leggen; discriminerende beperkingen op het verkrijgen van financiële bijstand vanwege het feit dat de dienstverrichter in een andere lidstaat is gevestigd of vanwege de plaats waar de dienst wordt verricht.

Lid 1 is niet van toepassing op vergunningsstelsels die gelijkelijk gelden voor het gebruik van een dienst die door een in het Duitse taalgebied gevestigde dienstverrichter wordt aangeboden.

Discriminatieverbod

Art. 26.Aan de afnemers worden geen discriminerende eisen opgelegd op grond van nationaliteit of woonplaats.

De algemene voorwaarden voor de toegang tot een dienst die de dienstverrichter bekendgemaakt heeft, bevatten geen discriminerende bepalingen in verband met de nationaliteit of de woonplaats van de afnemer. Dit sluit echter de mogelijkheid niet uit om verschillende toegangsvoorwaarden te stellen wanneer die verschillen rechtstreeks door objectieve criteria worden gerechtvaardigd. Afdeling 5. - Geschillenbeslechting

Contactgegevens

Art. 27.Dienstverrichters moeten adresgegevens verstrekken, met name een postadres, faxnummer of e-mailadres en een telefoonnummer, waar alle afnemers, ook zij die in andere lidstaten verblijven, rechtstreeks een klacht kunnen indienen of informatie over de verrichte dienst kunnen vragen.

Dienstverrichters delen het adres van hun woonplaats of maatschappelijke zetel mee, indien dit niet hun gebruikelijke correspondentieadres is.

Onderzoek van de klachten

Art. 28.De dienstverrichters moeten zo snel mogelijk reageren op de in artikel 27 bedoelde klachten en alles in het werk stellen om bevredigende oplossingen te vinden.

Informatie-eisen

Art. 29.Voorziet een gedragscode, een handelsvereniging of beroepsorde in een regeling voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting, moeten de dienstverrichters die gebonden zijn aan een dergelijke gedragscode of lid zijn van een dergelijke handelsvereniging of een dergelijke beroepsorde, de afnemers van de dienst hiervan op de hoogte stellen, dit vermelden in elk document waarin ze hun diensten nader beschrijven en daarbij aangeven hoe toegang kan worden verkregen tot gedetailleerde informatie over de kenmerken en toepassingsvoorwaarden van deze regeling.

Bewijzen inzake eisen en informatie

Art. 30.De dienstverrichters moeten bewijzen dat aan de in de artikelen 20 tot en met 23 en 27 tot en met 29 vermelde eisen voldaan is en dat de informatie juist is. Afdeling 6. - Administratieve samenwerking

Beginselen van de wederzijdse hulp

Art. 31.§ 1 - Binnen de perken van haar bevoegdheden verstrekt de bevoegde autoriteit de inlichtingen m.b.t. een dienstverrichter en/of zijn diensten waarover zij beschikt, aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat die een met redenen omkleed verzoek doet.

Ze verstrekt informatie over het feit of de dienstverrichter op haar grondgebied is gevestigd en deze, voor zover haar bekend, zijn activiteiten niet op onrechtmatige wijze verricht. § 2 - Binnen de perken van haar bevoegdheden voert de bevoegde autoriteit de verificaties, inspecties en onderzoeken uit die haar door de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat via een met redenen omkleed verzoek aangevraagd worden.

Zij oordeelt over de aard en de draagwijdte van de uitgevoerde verificaties, inspecties en onderzoek, om gevolg te geven aan een verzoek van een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat.

Verstrekken van informatie

Art. 32.§ 1 - Binnen de perken van haar bevoegdheden en volgens de ter zake geldende bepalingen verstrekt de bevoegde autoriteit aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat die een met redenen omkleed verzoek doet, de beslissingen over tuchtrechtelijke of administratieve sancties m.b.t. de uitoefening van het beroep van de dienstverrichter, voor zover deze definitief zijn en van direct belang zijn voor de bekwaamheid en de professionele betrouwbaarheid van de dienstverrichter.

Bovendien verstrekt zij binnen de perken van haar bevoegdheden en krachtens Boek II, Titel VII, Hoofdstuk I van het Wetboek van Strafvordering informatie over strafrechtelijke maatregelen m.b.t. de uitoefening van het beroep van de dienstverrichter, voor zover deze niet meer voor verhaal vatbaar zijn, evenals elk in kracht van gewijsde gegaan vonnis betreffende de insolventie in de zin van Bijlage A van Verordening EG 1346/2000 of het faillissement waarbij sprake is van frauduleuze praktijken van een dienstverrichter, als deze inlichtingen en vonissen van direct belang zijn voor de bekwaamheid en de professionele betrouwbaarheid van de dienstverrichter.

In de mededeling moeten de geschonden bepalingen worden vermeld. § 2 - Deze mededeling geschiedt met naleving van de bepalingen tot bescherming van de persoonsgegevens en van de rechten van de personen aan wie een sanctie is opgelegd of die veroordeeld zijn, met inbegrip van de door een beroepsorde vastgelegde rechten.

De Regering bepaalt op advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer : 1° de te verwerken gegevens;2° de wijze van gegevensinzameling;3° de bewaarduur van de gegevens;4° aan wie de gegevens worden meegedeeld;5° de veiligheidsmaatregelen voor de verwerking van de gegevens. § 3 - Deelt de bevoegde autoriteit dergelijke beslissingen mee, dan stelt ze de dienstverrichter daarvan in kennis.

Modaliteite n voor het verstrekken van informatie

Art. 33.De op grond van de artikelen 31 en 32 aangevraagde inlichtingen of de resultaten van verificaties, inspecties en onderzoeken moeten zo snel mogelijk en via het elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie worden overgemaakt.

Procedure bij moeilijkheden of juridische bezwaren

Art. 34.Treden bij het beantwoorden van een verzoek om informatie of bij de uitvoering van verificaties, inspecties en onderzoeken moeilijkheden of juridische bezwaren op, dan informeert de bevoegde autoriteit onverwijld de verzoekende bevoegde autoriteit van de andere lidstaat hierover met vermelding van de redenen die zich tegen de aanvraag verzetten. Indien de aanvragende bevoegde autoriteit van de andere lidstaat zich niet bij het standpunt van de bevoegde autoriteit kan neerleggen en geen gemeenschappelijke oplossing kan worden gevonden, dan moet het Contactpunt voor de Duitstalige Gemeenschap hiervan op de hoogte worden gebracht.

Inzage van regist ers

Art. 35.De registers waarin de dienstverrichters zijn ingeschreven en die door de bevoegde Belgische instanties kunnen worden geraadpleegd, moeten onder dezelfde voorwaarden ook toegankelijk zijn voor de overeenkomstige bevoegde instanties van de andere lidstaten. De Regering legt de nadere bepalingen vast.

Besluiten van de Regering die de modaliteiten bedoeld in het eerste lid vastleggen, zijn onderworpen aan het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State en moeten, binnen vijftien maanden na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, bij decreet bekrachtigd worden.

B ehandeling van verzoeken

Art. 36.Verzoeken om informatie en om de uitvoering van verificaties, inspecties en onderzoeken die de ene bevoegde autoriteit aan een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat krachtens dit hoofdstuk richt, moeten behoorlijk met redenen worden omkleed en via het elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie worden ingediend. Meer bepaald dient te worden vermeld waarom de betrokken inlichtingen worden opgevraagd.

Gaat de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat niet in op het verzoek van de bevoegde autoriteit en kan geen gemeenschappelijke oplossing worden gevonden, dan moet de bevoegde autoriteit het Contactpunt voor de Duitstalige Gemeenschap hiervan op de hoogte brengen.

Privacy

Art. 37.De uitgewisselde informatie wordt alleen gebruikt voor de aangelegenheid waarvoor deze verzocht is.

Controle- of uitvoeringsmaatregelen

Art. 38.§ 1 - De bevoegde autoriteit treft controle- of uitvoeringsmaatregelen t.o.v. in het Duitse taalgebied gevestigde dienstverrichters, ook wanneer de dienst in een andere lidstaat is verricht of daar schade heeft veroorzaakt. § 2 - De in paragraaf 1 vermelde verplichting houdt niet de verplichting in verificaties en inspecties ten aanzien van de feiten op het grondgebied van de lidstaat uit te voeren waarin de dienst is verricht.

Die verificaties en controles worden, op verzoek van de bevoegde autoriteit en in overeenstemming met artikel 36, door de instanties van de lidstaat verricht waar de dienstverrichter tijdelijk actief is.

Maatregelen van rechtswege

Art. 39.De bevoegde autoriteit ka n ten aanzien van een dienstverrichter die niet in het Duitse taalgebied gevestigd is, verificaties, inspecties en onderzoeken van ambtswege ter plaatse uitvoeren, voor zover deze niet discriminatoir zijn, niet plaatsvinden omdat de dienstverrichter in een andere lidstaat gevestigd is, en evenredig zijn.

Alarmmechanisme

Art. 40.Wanneer een bevoegde autoriteit kennis neemt van ernstige specifieke handelingen of omstandigheden met betrekking tot de dienstenactiviteit, die op haar grondgebied of op het grondgebied van andere lidstaten ernstige schade aan de gezondheid of veiligheid van personen of aan het milieu kunnen veroorzaken, informeert zij onverwijld het Contactpunt voor de Duitstalige Gemeenschap, dat de federale coördinatoren, de andere betrokken lidstaten en de Commissie via het elektronisch systeem voor uitwisseling van informatie hiervan in kennis stelt. Bij wijziging of opheffing van het alarm wordt volgens dezelfde procedure opgetreden.

Dit doet geen afbreuk aan gerechtelijke procedures.

Wederzijds e bijstand bij afwijkingen in specifieke gevallen

Art. 41.Indien de bevoegde autoriteit voornemens is een maatregel krachtens artikel 19 te treffen, verzoekt zij - onverminderd gerechtelijke procedures, waaronder inleidende procedures en handelingen die worden uitgevoerd in het kader van een strafrechtelijk onderzoek - de bevoegde autoriteit van de lidstaat van vestiging maatregelen tegen de betrokken dienstverrichter te treffen en verstrekt zij alle nuttige inlichtingen over de ter discussie staande dienstenactiviteit en de omstandigheden ter zake via het elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie. § 2 - In voorkomend geval stelt de bevoegde autoriteit, na ontvangst van het antwoord van de lidstaat van vestiging of bij gebreke van antwoord binnen een redelijke termijn, de federale coördinatoren, de Commissie en de lidstaat van vestiging via het elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie in kennis van de door haar beoogde maatregelen.

Deze mededeling vermeldt : 1° de redenen waarom de door de lidstaat van vestiging genomen of beoogde maatregelen naar haar oordeel ongepast zijn;2° de redenen waarom de bevoegde autoriteit van mening is dat de door haar beoogde maatregelen aan de voorwaarden van artikel 19, § 2, voldoen; De maatregelen kunnen niet eerder dan vijftien werkdagen na de in paragraaf 2 bedoelde mededeling worden genomen.

In spoedeisende gevallen kan de bevoegde autoriteit die beoogt een maatregel te treffen van de paragrafen 1, 2 en 3 afwijken. De Commissie en de lidstaat van vestiging worden in dat geval onverwijld van de maatregelen in kennis gesteld, met opgave van de redenen waarom er sprake is van een spoedeisend karakter.

Verhouding tot Richtlijn 96/71/EG

Art. 42.Die afdeling hoofdstuk geldt onverminderd de samenwerking die plaatsvindt krachtens de Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten. Afdeling 7. - Administratieve vereenvoudiging

Beginsel

Art. 43.Wanneer bepalingen een dienstverrichter of afnemer verplichten tot overlegging van een certificaat, getuigschrift of enig ander document ter staving dat aan een eis is voldaan, wordt elk document uit een andere lidstaat erkend dat een gelijkwaardig doel heeft of waaruit blijkt dat aan de betrokken eis is voldaan.

Documenten uit een andere lidstaat moeten niet als origineel, voor eensluidend gewaarmerkt afschrift of authentieke vertaling worden ingediend, behalve in de gevallen bepaald in andere communautaire instrumenten of wanneer een dergelijke eis gerechtvaardigd is door een dwingende reden van algemeen belang, waaronder de openbare orde en veiligheid.

Elektronisch formulier

Art. 44.Overeenkomstig artikel 30 van het programmadecreet 2009 van 27 april 2009 wordt een elektronisch formulier van de Duitstalige Gemeenschap met eventuele bijlagen dat overeenkomstig de door de Regering bepaalde modaliteiten en voorwaarden ingevuld, geldig verklaard en gezonden wordt, gelijkgesteld met het formulier op papier dat hetzelfde opschrift draagt en krachtens de decretale en reglementaire bepalingen ingevuld, ondertekend en aan de betrokken administratie gestuurd wordt. Afdeling 8. - Strafrechtelijke bepalingen

Geldboete

Art. 45.Met een geldboete van 250 tot 10.000 EUR worden gestraft, zij die de bepalingen van de artikelen 20 tot en met 23 en 26 tot en met 29 overtreden.

Met een geldboete van 500 tot 20.000 EUR worden gestraft, zij die te kwader trouw de bepalingen van de artikelen 20 tot en met 23 en 26 tot en met 29 overtreden. HOOFDSTUK 3. - Verticlae omzetting Afdeling 1. - Archeologische peilingen en opgravingen

Wijziging van het erfgoed decreet van 23 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/06/2008 pub. 13/10/2008 numac 2008033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs - 2008 type decreet prom. 23/06/2008 pub. 14/11/2008 numac 2008033101 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van monumenten, ensembles en landschappen en betreffende de opgravingen sluiten

Art. 46.Artikel 26, lid 1, van het decreet van 23 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/06/2008 pub. 13/10/2008 numac 2008033082 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs - 2008 type decreet prom. 23/06/2008 pub. 14/11/2008 numac 2008033101 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van monumenten, ensembles en landschappen en betreffende de opgravingen sluiten betreffende de bescherming van monumenten, klein erfgoed, ensembles en landschappen en betreffende de opgravingen wordt aangevuld als volgt : "De afzonderlijke voorwaarden waaraan de Regering de vergunning verbindt, zijn niet-discriminatoir, noodzakelijk en evenredig." Afdeling 2. - Organisatoren van vechtsportmanifestaties

Wijziging van het decreet van 30 januari 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/01/2006 pub. 28/03/2006 numac 2006033029 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot wijziging van de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten type decreet prom. 30/01/2006 pub. 12/04/2006 numac 2006033028 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet ter voorkoming van de gezondheidsschaden bij sportbeoefening type decreet prom. 30/01/2006 pub. 10/04/2006 numac 2006033035 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 februari 2005 betreffende de interregionale mobiliteit van de werkzoekenden gesloten tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie sluiten

Art. 47.In het decreet van 30 januari 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/01/2006 pub. 28/03/2006 numac 2006033029 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot wijziging van de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten type decreet prom. 30/01/2006 pub. 12/04/2006 numac 2006033028 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet ter voorkoming van de gezondheidsschaden bij sportbeoefening type decreet prom. 30/01/2006 pub. 10/04/2006 numac 2006033035 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 februari 2005 betreffende de interregionale mobiliteit van de werkzoekenden gesloten tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie sluiten ter voorkoming van gezondheidsschade bij sportbeoefening worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 24, lid 3, wordt in de inleidende zin tussen de woorden "bepalingen" en "omvatten" de passus "beantwoorden ten minste aan de door de Regering vastgelegde minimumvoorschriften en" ingevoegd; 2° artikel 27 wordt met een lid aangevuld, luidende : "De voorwaarden waaraan de Regering de erkenning verbindt, zijn niet-discriminatoir, noodzakelijk en evenredig."; Afdeling 3. - Kamperen en kampeerterreinen

Wijziging van het campingdecreet van 9 mei 1994

Art. 48.In artikel 20 van het decreet van 9 mei 1994 over het kamperen en de kampeerterreinen wordt de bepaling onder 4° opgeheven. Afdeling 4. - Logiesverstrekkende inrichtingen en hotelinrichtingen

Wijziging van het hoteldecreet van 9 mei 1994

Art. 49.In het decreet van 9 mei 1994 over de logiesverstrekkende inrichtingen en de hotelinrichtingen worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° artikel 23, lid 3, wordt aangevuld met de volgende zin : "Van een bijzonder gerechtvaardigd geval is enkel sprake, wanneer specifieke bedrijfsvoorwaarden of zwaarwichtige technische moeilijkheden aanwezig zijn." 2° artikel 29, lid 2, wordt vervangen als volgt : "De hotelvergunning geldt voor onbepaalde duur, onverminderd de opschorting of intrekking ervan." Afdeling 5. - Kinderopvang

Wijziging van het decreet van 9 mei 1988

Art. 50.In artikel 4, lid 2, van het decreet van 9 mei 1988 tot overname van sommige personeelsleden van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn en tot regeling van het herbergen van kinderen tot twaalf jaar, vervangen bij het decreet van 7 januari 2002, wordt na de eerste zin een nieuwe zin ingevoegd, luidende : "De criteria en procedures voor de erkenning zijn niet-discriminatoir, noodzakelijk en evenredig." Afdeling 6. - Serviceflatgebouwen

Wijziging van het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen sluiten

Art. 51.In het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen sluiten betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 3, lid 3, worden de woorden "ten hoogste" opgeheven; 2° artikel 4, § 1, lid 2, wordt aangevuld met de volgende zin : "Dit geldt echter niet voor de serviceflatgebouwen."; 3° artikel 4, § 1, lid 3, wordt aangevuld met de volgende zin : "De voorlopige erkenning van serviceflats geldt voor zes maanden."; 4° artikel 5, § 2, lid 2, wordt aangevuld met de volgende zin : "Dit geldt echter niet voor de serviceflatgebouwen."; 5° in artikel 5, § 4, tweede en derde zin, worden telkens de woorden "of dienstprestaties" opgeheven; 6° artikel 5, § 5, wordt vervangen als volgt : " § 5 - De erkenning geldt voor een onbepaalde duur."; 7° artikel 8, lid 2, wordt aangevuld met de volgende zin : "Dit geldt echter niet voor de serviceflatgebouwen."; 8° artikel 10 wordt aangevuld met de volgende zin : "De voorwaarden waaraan de Regering de erkenning verbindt, zijn niet-discriminatoir, noodzakelijk en evenredig."; 9° een artikel 10.1 wordt ingevoegd, luidende : "Art. 10.1 - De Regering beslist over de aanvragen om toelating, voorlopige erkenning en erkenning binnen honderdtwintig dagen na de ontvangst van de aanvraag." HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling Verslaggeving

Art. 52.De Regering brengt regelmatig vers lag uit aan het Parlement over : 1° de gevolgen die de omzetting van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt heeft op de uitoefening en organisatie van de bevoegdheden van de Duitstalige Gemeenschap;2° de voorstellen van de EU-Commissie voor de aanpassing van deze richtlijn met het oog op de voltooiing van de interne markt voor diensten en de mogelijke gevolgen ervan voor de uitoefening en organisatie van de bevoegdheden van de Duitstalige Gemeenschap. Een eerst verslag zal ten laatste op 1 april 2011 bij het Parlement worden ingediend. De indiening van de volgende verslagen gebeurt om de drie jaar, telkens ten laatste op 1 april. Het Parlement kan van de Regering tussentijdse verslagen eisen.

Inwerkingtreding

Art. 53.Dit decreet heeft uitwerking op 28 december 2009.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 15 maart 2010.

K.-H. LAMBERTZ, Minister-President, Minister van Lokale Besturen O. PAASCH, Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid Mevr. I. WEYKMANS, Minister van Cultuur, Media en Toerisme H. MOLLERS, Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden _______ Nota Zitting 2009-2010 Parlementaire stukken : 29 (2009-2010) N° 1 Ontwerp N° 2 Voorstel tot wijziging N° 3 Voorstellen tot wijziging N° 4 Verslag Integraal verslag : 15 maart 2010 Nr. 9 Bespreking en aanneming

^