Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 februari 2024
gepubliceerd op 08 maart 2024

Decreet van de Franse Gemeenschap betreffende de subsidies toegekend om de internationale dimensie van de culturele operatoren van de Franse Gemeenschap te bevorderen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2024001714
pub.
08/03/2024
prom.
15/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 FEBRUARI 2024. - Decreet van de Franse Gemeenschap betreffende de subsidies toegekend om de internationale dimensie van de culturele operatoren van de Franse Gemeenschap te bevorderen (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, de Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° levende kunsten: de artistieke gebieden bedoeld in artikel 67, 1°, van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbeleid;2° muziek: de artistieke gebieden bedoeld in artikel 70, 1°, van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbeleid;3° beeldende kunsten: de artistieke gebieden bedoeld in artikel 73, 1°, van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbeleid;4° literatuur en boeken: de artistieke gebieden die vallen onder artikel 76, 1°, van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbeleid;5° film- en audiovisuele sector: de artistieke gebieden die vallen onder het decreet van 10 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2011 pub. 09/12/2011 numac 2011029587 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie sluiten inzake steun voor film en individuele creatie en onder het decreet van 4 februari 2021 inzake audiovisuele mediadiensten en videodelende diensten;6° cultureel erfgoed: de artistieke gebieden die vallen onder artikel 54 van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbeleid;7° Hoge Raad voor Cultuur: de raad die is opgericht bij het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten over het nieuwe cultuurbeleid ;8° deskundige: een natuurlijk persoon die beroepshalve bewijst geeft van een bijzondere deskundigheid, kennis of ervaring op het gebied van cultuurbeleid in verband met de sector waarop de commissie betrekking heeft;9° Waarnemingsdienst voor het cultuurbeleid: de waarnemingspost die is opgericht bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 26/04/2001 pub. 30/06/2001 numac 2001029244 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap sluiten tot oprichting van de Waarnemingspost voor het cultuurbeleid;10° culturele operator: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens activiteiten binnen het kader van het cultuurbeleid vallen en die in deze context de steun van de Franse Gemeenschap aanvraagt;11° cultuurbeleid: het beleid van de Franse Gemeenschap op cultureel vlak bedoeld in artikel 4, 1°, 3° tot 5° en 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen; 12° WBI: "Wallonie-Bruxelles International", d.w.z. de instelling van openbaar nut die werd opgericht bij het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarbij een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen van "Wallonie-Bruxelles" wordt opgericht. 13° eenmalige bijstand: eenmalige financiële bijstand verleend aan een natuurlijke of rechtspersoon;14° overeenkomst: contractuele afspraak waarbij financiële steun wordt verleend aan een rechtspersoon voor een periode van twee of vijf jaar. HOOFDSTUK II. - Ondersteunende systemen

Art. 2.§ 1. De Regering kan subsidies toekennen voor de activiteiten bedoeld in artikel 5. Deze subsidies hebben tot doel de culturele operatoren te ondersteunen bij hun inspanningen om hun internationale dimensie te bevorderen. In dit kader kan de Regering twee soorten subsidies toekennen: 1° eenmalige bijstand;2° de overeenkomst. § 2 De aanvrager van de steun bedoeld in het eerste lid is een culturele operator die zijn hoofdverblijfplaats of maatschappelijke zetel heeft in het Franse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en die door zijn activiteiten kan worden geacht onder de exclusieve bevoegdheid van de Franse Gemeenschap te vallen. § 3 In afwijking van paragraaf 2 van dit artikel kan de Regering subsidies toekennen aan rechtspersonen van wie de maatschappelijke zetel gevestigd is buiten het Franse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, als de gesteunde activiteit een meerwaarde waarborgt voor de internationale dimensie van de culturele operatoren in de Franse Gemeenschap.

Art. 3.§ 1. De culturele operator die een subsidie heeft ontvangen, leeft de wettelijke bepalingen inzake de uitoefening van zijn activiteit na en komt zijn fiscale en sociale verplichtingen na, meer specifiek wat betreft de bezoldiging van kunstenaars, auteurs, technici en administratief personeel. § 2 De culturele operator die een subsidie heeft ontvangen, moet ook de wet- en regelgeving met betrekking tot het verblijf van buitenlanders in het gastland naleven en mag geen activiteiten ontplooien die in strijd zijn met de grondwet en de wetgeving van het gastland.

Art. 4.§ 1. De voorwaarden voor erkenning of subsidie en de uitvoering daarvan mogen geen inbreuk maken op de vrijheid van meningsuiting. § 2. Onverminderd de specifieke bepalingen dienaangaande, kunnen de erkenning en de subsidies niet worden toegekend enerzijds aan rechtspersonen en anderzijds aan natuurlijke personen die deel uitmaken van een instelling of vereniging waarvan bij een definitieve rechterlijke beslissing is vastgesteld dat zij de democratische beginselen, zoals vervat in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, niet eerbiedigt, de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bestraffing van bepaalde door racisme en vreemdelingenhaat ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van genocide gepleegd door het nationaalsocialistische regime tijdens de Tweede Wereldoorlog of enige andere vorm van genocide.

Art. 5.§ 1. De Regering kan een subsidie toekennen aan een culturele operator voor de ontwikkeling van activiteiten in ten minste één van de volgende sectoren: 1° beeldende kunst en cultureel erfgoed;2° de levende kunsten;3° film- en audiovisuele sector;4° brieven en boek;5° muziek. § 2 De steun bedoeld in paragraaf 1 wordt toegekend na een gemotiveerd advies van de bevoegde culturele adviescommissie en volgens de voorwaarden bepaald door dit decreet, voor minstens één van de volgende activiteiten: 1° de creatie, productie, presentatie, distributie of promotie van werken in het buitenland;2° het produceren van promotiemiddelen om de internationale ontwikkeling van de betrokken culturele operator, activiteit of sector in de Franse Gemeenschap aan te moedigen;3° vertaling van werken, publicaties of promotiemiddelen;4° opleiding of begeleiding om de internationale ontwikkeling van de betrokken culturele operator, activiteit of sector in de Franse Gemeenschap te bevorderen;5° het ontvangen van internationale werken of professionals om de deelname van culturele operatoren uit de Franse Gemeenschap aan internationale netwerken aan te moedigen;6° prospectie voor internationale culturele markten;7° overdracht van internationale rechten op originele werken;8° deelname aan wedstrijden, evenementen en oproepen voor uitzonderlijke projecten;9° deelname aan internationale evenementen om de culturele sectoren van de Franse Gemeenschap te promoten en aan een cultureel evenement in het buitenland;10° deelname aan een internationale kunstenaarsresidentie. § 3 In afwijking van paragraaf 2 bepaalt de Regering de nadere regels volgens welke een specifieke jury kan worden ingesteld in het kader van de organisatie van een uitzonderlijke en grootschalige activiteit.

Een activiteit wordt als uitzonderlijk en grootschalig beschouwd als gevolg van: 1° haar internationale bereik, het aantrekken van de aandacht en deelname van kunstenaars, professionals uit de industrie en buitenlands publiek;2° haar culturele impact, die een belangrijke bijdrage levert aan de betrokken culturele sector, hetzij door zijn internationale invloed, hetzij door de zichtbaarheid die het de sector biedt;3° het feit dat de organisatie ervan aanzienlijke financiële middelen vereist, die verder gaan dan de gebruikelijke budgetten voor culturele projecten;4° haar organisatie, die belangrijke partnerschappen met andere culturele instellingen, bedrijven en diverse andere entiteiten omvat;5° de aantrekkingskracht die wordt gegenereerd door de organisatie van de activiteit voor een groot publiek, waardoor aanzienlijke sociale en economische spin-offs ontstaan voor de regio waar de activiteit plaatsvindt;6° de institutionele erkenning door steun van culturele instanties en instellingen.

Art. 6.§ 1. Alle steunaanvragen worden onderzocht door een culturele adviescommissie in overeenstemming met dit decreet en met inachtneming van de volgende algemene beoordelingscriteria: 1° de versterking van de internationalisering van culturele operatoren in de Franse Gemeenschap;2° het ontwikkelen van marketing, netwerken, expertise en invloed van culturele operatoren in de Franse Gemeenschap;3° de kwaliteit en uitmuntendheid van het artistieke werk of het culturele of creatieve project;4° het vermogen om bij te dragen aan de invloed van de Franse Gemeenschap;5° de begrotingsramingen zijn in overeenstemming met het project waarvoor steun wordt aangevraagd. § 2 In afwijking van paragraaf 1 van dit artikel bepaalt de Regering de voorwaarden waaronder de eenmalige subsidies bedoeld in artikel 5, tweede paragraaf, 9°, met betrekking tot de kosten voor het vervoer van voorwerpen en personen, kunnen worden toegekend zonder voorafgaand advies van de betrokken culturele adviescommissie, wanneer ze het bedrag van 400 euro niet overschrijden.

Art. 7.§ 1. Wanneer de beschikbare begrotingskredieten ontoereikend zijn om aan alle aanvragen te voldoen, worden de in artikel 2 bedoelde eenmalige subsidies toegekend volgens de volgende prioriteitscriteria, waarbij de voorkeur wordt gegeven in dalende volgorde: a) ten eerste aan projecten die bijdragen tot de ontwikkeling van de marketing van artistieke werken of culturele of creatieve projecten;b) dan aan projecten die gericht zijn op het versterken van de internationalisering van culturele operatoren van de Franse Gemeenschap;c) aan andere soorten projecten. § 2 Wanneer de beschikbare begrotingskredieten ontoereikend zijn om aan alle verzoeken te voldoen, worden de in artikel 2 bedoelde overeenkomsten toegekend overeenkomstig de volgende prioriteitscriteria, waarbij de voorkeur in dalende volgorde wordt gegeven: a) ten eerste, aan projecten die aantonen dat ze kunnen bijdragen aan de invloed van de Franse Gemeenschap;b) dan aan projecten die gericht zijn op de ontwikkeling van de marketing van artistieke werken of culturele of creatieve projecten;c) aan andere soorten projecten. HOOFDSTUK III. - Culturele adviescommissies Afdeling 1. - Commissies en hun opdrachten

Art. 8.Er zijn vijf culturele adviescommissies opgericht om de regering te adviseren over de uitvoering van het cultuurbeleid met een internationale dimensie en de toekenning van subsidies om de internationale dimensie van de culturele operatoren van de Franse Gemeenschap te bevorderen. De vijf culturele adviescommissies hebben betrekking op: 1° beeldende kunst en cultureel erfgoed;2° de levende kunsten;3° film- en audiovisuele kunsten;4° brieven en boek;5° muziek. Als een aanvraag onder de bevoegdheid van meer dan één adviescommissie valt, bepaalt WBI in overleg met de aanvrager welke commissie bevoegd is.

Art. 9.§ 1. De culturele adviescommissies zijn belast met het formuleren van een met redenen omkleed advies voorafgaand aan individuele toekenningsbesluiten in de gebieden waarvoor zij verantwoordelijk zijn. § 2 De culturele adviescommissies kunnen ook op eigen initiatief of op verzoek van de Regering of WBI adviezen en aanbevelingen formuleren over: - steunregelingen voor de internationale distributie van culturele operatoren van de Franse Gemeenschap; - het overzenden van documenten bestemd voor dossieronderzoek, onverminderd eventuele specifieke regels van WBI of specifieke wetgeving; - het programmeren van kunstenaars uit de Franse Gemeenschap op evenementen waarbij WBI betrokken is. Afdeling 2. - Samenstelling

Art. 10.§ 1. De culturele adviescommissies zijn elk samengesteld uit deskundigen en vertegenwoordigers van de administratie, als volgt verdeeld: 1° zeven deskundigen met stemrecht, benoemd door de regering na raadpleging van erkende beroepsfederaties in de betrokken sector;2° maximaal drie leden die de administratie vertegenwoordigen: ambtenaren van WBI en de Algemene Cultuuradministratie.Deze leden hebben een adviserende stem. De Commissies nodigen een vertegenwoordiger van Cocof uit voor vergaderingen waar nodig. Deze vertegenwoordiger heeft een adviserende stem.

Voor elk werkend lid bedoeld in de eerste paragraaf, 1°, wordt een plaatsvervanger benoemd. De plaatsvervanger is van hetzelfde geslacht als het werkend lid met wie hij is verbonden. § 2 De leden van de Algemene Cultuuradministratie voor delen aan de culturele adviescommissies waaraan ze deelnemen, de lijst mee van de subsidies die in het kader van een steunregeling voor de verspreiding van professionele artistieke producties in de Franse Gemeenschap worden toegekend aan artistieke producties waarvoor een subsidie wordt aangevraagd in het kader van dit decreet. § 3 Artistieke producties die door de Franse Gemeenschap worden gesubsidieerd in het kader van een steunregeling voor de verspreiding van professionele artistieke producties in de Franse Gemeenschap, worden geacht te voldoen aan de subsidiëringsvoorwaarden van het betrokken subsidiemechanisme in het kader van dit decreet.

Art. 11.Elk van de culturele adviescommissies benoemt uit zijn stemgerechtigde leden een voorzitter en een vicevoorzitter voor een ambtstermijn van drie jaar, die eenmaal kan worden verlengd.

Art. 12.De regering bepaalt de voorwaarden van de openbare oproep tot kandidaten en de procedure voor de benoeming van de leden van de culturele adviescommissies.

In deze context zorgt het ervoor dat de samenstelling van deze commissies de veelheid en diversiteit van kunstvormen in de betrokken sector weerspiegelt.

Art. 13.De leden worden benoemd door de regering voor een termijn van vijf jaar, die eenmaal kan worden verlengd, op basis van aanmeldingen die zijn ontvangen en onderzocht door WBI. Aan het einde van hun ambtstermijn blijven de leden lid van de Commissie totdat ze worden vervangen, wat binnen het jaar moet gebeuren.

Art. 14.Elk lid dat drie vergaderingen per jaar mist zonder het secretariaat hiervan op voorhand op de hoogte te stellen, wordt geacht ontslag te hebben genomen.

De regering kan het mandaat van een lid van een culturele adviescommissie beëindigen in de volgende gevallen : 1° op verzoek van het betrokken lid;2° op verzoek van de voorzitter of de secretaris van de adviescommissie waarin het betrokken lid zitting heeft, na advies van genoemde commissie. Afdeling 3. - Werking

Art. 15.De culturele adviescommissies vallen onder een huishoudelijk reglement dat door de regering is goedgekeurd. Elke wijziging van het reglement moet door de regering worden goedgekeurd.

De leden houden zich aan de gedragsregels die zijn vastgelegd in het huishoudelijk reglement, dat inzonderheid bedoeld is om de waardigheid van hun ambt te waarborgen en belangenconflicten te voorkomen.

Art. 16.De culturele adviescommissies kunnen alleen geldig beraadslagen als ten minste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Een lid mag slechts over één volmacht beschikken. Het huishoudelijk reglement legt de nadere regels vast voor het organiseren van vergaderingen die virtueel plaatsvinden.

Art. 17.De met redenen omklede adviezen van de culturele adviescommissies worden uitgebracht bij consensus van de stemgerechtigde leden. Als er geen consensus is, worden ze uitgebracht bij gewone meerderheid van de stemgerechtigde leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 18.Het secretariaat voor de culturele adviescommissies wordt verzorgd door WBI. Afdeling 4. - Aanwezigheidsvergoedingen en reiskosten

Art. 19.Stemgerechtigde leden ontvangen een presentiegeld en, indien van toepassing, een vergoeding voor gemaakte reiskosten, waarvan het bedrag en de voorwaarden worden bepaald door de regering. Afdeling 5 - Transparantie en bekendmaking van de werkzaamheden

Art. 20.§ 1. WBI stelt jaarlijks een activiteitenverslag op over de subsidies bedoeld in dit decreet en de activiteiten van de culturele adviescommissies tijdens het afgelopen kalenderjaar. Dit jaarlijks activiteitenverslag bevat minstens de volgende gegevens: 1° de lijst van leden van de culturele adviescommissies, met inbegrip van: a) een presentielijst;b) gestorte vergoedingen;c) vacante mandaten;2° de adviezen en aanbevelingen die de culturele adviescommissies op eigen initiatief of op verzoek van de regering hebben uitgebracht en de lijst van externe personen die in dit kader zijn gehoord;3° het aantal aanvragen en de lijst van steunbeslissingen, met inbegrip van de toegekende subsidiebedragen;4° een sectoroverschrijdende en toekomstgerichte analyse van de sectorale aanbevelingen. § 2 Behoudens andere door de Regering vast te stellen bewaartermijnen, voldoet de verwerking van persoonsgegevens en andere gevoelige gegevens die worden verzameld in het kader van de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde activiteitenevaluatie aan de gegevensbeschermingsnormen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

De in dit kader door WBI verzamelde en verwerkte gegevens worden bewaard voor een periode van 10 jaar vanaf de eerste dag na ontvangst van de gegevens.

Art. 21.Binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar sturen de culturele adviescommissies de relevante informatie voor hun jaarlijkse activiteitenverslag naar WBI.

Art. 22.§ 1. Uiterlijk vijf maanden na afloop van het voorafgaande kalenderjaar wordt het jaarlijkse activiteitenverslag toegezonden aan de Regering, het Parlement, de Algemene Administratie voor Cultuur, de Hoge Raad voor Cultuur, de Waarnemingsdienst voor Cultuurbeleid en aan alle leden van de culturele adviescommissies. § 2 WBI publiceert haar jaarverslag op haar website. § 3 WBI organiseert jaarlijks een publieke bijeenkomst voor professionals uit de culturele sector, leden van de culturele adviescommissies en leden van de agentschappen Wallonië-Brussel en stelt het jaarlijkse activiteitenverslag voor. HOOFDSTUK IV. - Procedure voor de toekenning en intrekking van steunaanvragen Afdeling 1. - Toekenningsprocedure

Art. 23.De regering bepaalt de procedure voor de toekenning van de subsidie. Het aanvraagdossier dat door de culturele operator wordt ingediend, bevat minstens de volgende elementen: 1° het type ondersteuning dat nodig wordt geacht;2° een gedetailleerde beschrijving van het werk of het project waarvoor steun wordt aangevraagd;3° alle bescheiden en gegevens die voor de ontvankelijkheid van de aanvraag noodzakelijk zijn, overeenkomstig de vereisten die zijn vastgesteld in het in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde aanvraagformulier ;4° alle documenten en informatie die de Culturele Adviescommissie nodig heeft om te kunnen beraadslagen over de steunaanvraag, in overeenstemming met de ontvankelijkheids- en selectiecriteria die vereist zijn om deze steun toe te kennen. Afdeling 2. - Procedure voor intrekking

Art. 24.§ 1. Een culturele operator kan een aan hem toegekende subsidie ingetrokken worden: 1° indien hij niet voldoet aan de verplichtingen die bij of krachtens de bepalingen van het decreet op hem rusten;2° als de subsidie niet wordt gebruikt in overeenstemming met de voorwaarden die werden opgelegd toen de steun werd toegekend;3° als het de gevraagde rechtvaardiging niet geeft. § 2 Zodra een inbreuk wordt vastgesteld, brengt WBI de culturele operator per aangetekende brief op de hoogte met in het bijzonder de grieven waarvan hij beschuldigd wordt. § 3 De culturele operator beschikt over dertig werkdagen om te voldoen aan de bepalingen van de aangetekende brief. § 4 Indien de culturele operator bij het verstrijken van deze termijn de bepalingen van de aangetekende brief niet heeft nageleefd, kan WBI, na de culturele operator gehoord te hebben, de steun intrekken binnen een termijn van vijftien werkdagen.

De betrokken culturele operator moet binnen de acht werkdagen na de vastgelegde datum voor het onderhoud reageren op de uitnodiging in de aangetekende brief. Indien de culturele operator zich niet beschikbaar stelt, kan WBI beslissen de subsidie in te trekken zonder hem gehoord te hebben. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 25.Dit decreet zal minstens om de drie jaar vanaf de datum van inwerkingtreding worden geëvalueerd door de regeringsdiensten.

Het evaluatierapport wordt naar de regering, het Parlement, de Hoge Raad voor Cultuur, de Algemene Cultuuradministratie en de Waarnemingsdienst voor het cultuurbeleid gestuurd.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 februari 2024.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en Onderwijs voor sociale promotie, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd en Promotie van Brussel, F. BERTIEAUX De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 645-1 - Amendement(en) tijdens de vergadering, nr. 645-2 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 645-3 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 14 februari 2024.

^