Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 26 april 2001
gepubliceerd op 30 juni 2001

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2001029244
pub.
30/06/2001
prom.
26/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/26/2001029244/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 APRIL 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 87, §§ 1 en 2 van de wet van 8 augustus 1980;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 september 2000;

Geletop het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 12 oktober 2000;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap op 12 oktober 2000;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur, Besluit :

Artikel 1.Bepalingen In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap;2° het Waarnemingscentrum : het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap;3° Het Begeleidingscomité : de instelling belast met de overdenking, de oriëntering en de evaluatie ingesteld bij artikel 14;4° de instanties voor advies : de raden en de commissies voor advies ingesteld door de verschillende regelingen inzake de bij artikel 3, 1°, a) bedoelde aangelegenheden. HOOFDSTUK I. - Het Waarnemingscentrum, opdrachten en organisatie Afdeling . - Het Waarnemingscentrum

Art. 2.Er wordt bij de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap een Waarnemingscentrum voor de Beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap opgericht. Afdeling 2. - Opdrachten

Art. 3.In samenwerking met de diensten van de Regering heeft het Waarnemingscentrum als opdracht : 1° een permanente inventaris op te maken van : a) de beleidsvoeringen en de gegevens betreffende de culturele aangelegenheden in brede zin en inzonderheid deze bedoeld bij artikel 4 1 tot 8°, 10° en 14° van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 alsook op het gebied van het kunstonderwijs, en meer in het bijzonder wat betreft : - de taal, het boekwezen, de letteren en de bibliotheken; - de toneelkunsten; - de permanente opvoeding en de jeugd; - de plastische kunsten, de musea en het patrimonium; - de culturele animatie; - de audiovisuele sector, de multimedia, de culturele ondernemingen en de steun aan de pers; - de culturele infrastructuren en uitrustingen; - de vorming tot de beroep inzake cultuur, inzonderheid het kunstonderwijs; - de internationale betrekkingen; - de culturele aspecten van het beleid inzake toerisme. b) de operators, vereningingen en instellingen, al dan niet gesubsidieerd, die in voormelde domeinen actief zijn;c) de beroepen, de ambachten en de betrekkingen ontwikkeld in voormelde domeinen;d) de bezorging van het culturele animatie; - de audioviuele sector, de multimedia, de culturele ondernemingnen en de steun aan de pers; - de culturele infrastructuren en uitrustingen; - de vorming tot de beroepen inzake cultuur, inzonderheid het kunstonderwijs; - de internationale betrekkingen; - de culturele aspecten van het beleid inzake toerisme. b) de operators, verenigingen en instellingen, al dan niet gesubsidieerd, die in voormelde domeinen actief zijn;c) de beroepen, de ambachten en de betrekkingen ontwikkeld in voormelde domeinen;d) de bezorging van het cultureel bezit en de culturele diensten aan de Franstalige bevolking, van haar culturele praktijken en de manieren waarop de burgers toegang hebben tot het cultureel leven en eraan deelnemen, inventaris waarvan de uitwerking op methodologisch vlak werd bedacht in samenwerking met de Dienst voor Statistieken van de Algemene Dienst voor informatica en voor Statistieken van het Ministerie;2° de resultaten van de studies en van de opzoekingen te verzamelen en te coördineren die werden gerealiseerd op het vlak van aangelegenheden bedoeld bij artikel 3, 1°, a) van dit besluit, persoonlijke studies te maken of zo nodig er te doen maken;3° op het verzoek van de Regering van de Franse Gemeenschap, van een lid ervan, van de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, of op eigen initiatief, analyses van elke kwestie in verband met de beleidsvoeringen inzake cultuur te verwezenlijken;4° haar verworven kennis ter beschikking van de instanties voor advies en de bevoegde administraties te stellen betreffende de beleidsvoeringen inzake cultuur in België en in het buitenland;5° een rol van toezicht te laten spelen bij middel van de in de Franse Gemeenschap ontworpen evaluatiemiddelen voor de beleidsvoeringen inzake cultuur en een rol van hulpbezorging voor het treffen van beslissingen in de rest van het land en in het buitenland.

Art. 4.Onder het toezicht en de autoriteit van de Regering, bevordert en maakt het Waarnemingscentrum bij de culturele operators en de grote massa de inhoud en de geschiedenis bekend van de beleidsvoeringen inzake cultuur die in de Franse Gemeenschap worden gevolgd alsook de resultaten van de studies en de opzoekingen die op die domeinen worden ondernomen.

Onder de autoriteit en het toezicht van de Regering, oefent het Waarnemingscentrum op het verzoek van een culturele operator, publiek of privaat, een informatiefunctie uit die betrekking heeft op de sociale en economische context en op de culturele omgeving vanhet (de) project(en) dat (die) deze operator wenst te ontwikkelen.

Art. 5.Voor de realisatie van de opdrachten die hem worden toevertrouwd bij de artikelen 3 en 4, roept het Waarnemingscentrum ten minste tweemaal per jaar, al de vertegenwoordigers samen van elke Instantie voor advies.

Wanneer hetWaarnemingscentrum een analyse maakt of laat maken van een culturele sector in het bijzonder, raadpleegt hij ambtshalve de Ambtenaar-generaal van de betrokken dient(en) en de Instantie(s) voor advies van de betrokken sector(en), alsook de Minister(s) belast met de betokken sector(en). Afdeling 3. - Werking

Art. 6.De Regering legt de nodige samenwerkingsbanden met elke internationale, federale, gemeenschappelijke, gewestelijke of plaatselijke publiek- of privaatrechtelijke intelling voor het vervullen van de opdrachten van het Waarnemingscentrum.

Art. 7.Onverminderd de bevoegdheden van de bestaande Instanties voor advies alsook de opdrachten inzake gewoon beheer van de diensten van de Regering, voorziet de samenwerking tussen hen en het Waarnemingscentrum erin dat de Instanties voor advies, de diensten van de Regering en het Waarnemingscentrum de nodige informaties uitwisselen voor het vervullen van hun respectieve taken en opdrachten.

In het bijzonder betrekt het Waarnemingscentrum de diensten van de Regering bij de in de maak en de lopende studies en de opzoekingen en houdt ze op de hoogte ervan en geeft hen kennis van de resultaten van de werkzaamheden uitgevoerd krachtens de artikelen 3 en 4.

Eveneens betrekken de diensten van de Regering het Waarnemingscentrum bij de studies en opzoekingen die op hun initiatief worden overwogen in de domeinen die onder hun bevoegdheden vallen en houden ze op de hoogte ervan. Zij geven het de nodige informaties voor het vervullen van zijn opdrachten, inzonderheid de nota's en de verslagen over de oriëntaties van de beleidsvoeringen inzake cultuur die zij voorleggen de regelingen betrefffende hun eigen aangelegenheden, de eindbestemming van de begrotingskreieten die zij beheren, en de jaarverslagen van de Intanties voor advies over de aangelegenheden die zij behandelen.

Art. 8.De resultaten van de studies en de opzoekingen betreffende de aangelegenheden en de beleidsvoeringen inzake cultuur, die op initiatief van de Franse Gemeenschap zijn verwezenlijkt of door haar gesubsidieerd, worden aan het Waarnemingscentrum overgemaakt.

Art. 9.De bij artikel 3, 3° bedoelde analyse worden ambtshalve doorgezonden naar de auteur van de aanvraag, naar de leden van de Regering, naar de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, naar de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering bevoegd voor de aangelegenheden waarvan sprake, en naar hun diensten. Afdeling 4. - Organisatie

Art. 10.De personeelsleden van de diensten van de Regering, die ter beschikking van het Waarnemingscentrum zijn gesteld, worden ingedeeld bij het Secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap

Art. 11.De Regering stelt onder het personeel van het Waarnemingscentrum, de persoon aan, bekend onder de benaming « Coörinator », die zorgt voor de coördinatie van de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum. Afdeling 5. - Onafhankelijkheid van het Waarnemingscentrum

Art. 12.Het Waarnemingscentrum leidt zijn opdrachten en voert ze uit in volle intellectuele, methodologische en wetenschappelijke onafhankelijkheid.

De Regering bepaalt voor de personeelsleden van het Waarnemingscentrum het reglement voor de gevallen van onverenigbaarheid met het uitoefenen van hun opdrachten.

Art. 13.Om de twee jaar, vóór dertig juni, bezorgt het Waarnemingscentrum aan de Regering en aan het Parlement van de Franse Gemeenschap een activiteitenverslag alsook een prospectieve nota over de oriëntatie van zijn werkzaamheden. HOOFDSTUK II. - Het Begeleidingscomité Afdeling 1. - De bevoegdheden

Art. 14.Een overdenkings-, orienterings- en evaluatieorgaan wordt ingesteld om de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum te begeleiden. Dit orgaan wordt Begeleidingscomité genoemd.

Overminderd de onafhankelijkheid van het Waarnemingscentrum, waarin voorzien bij artikel 12 van dit besluit, bepaalt het Begeleidingscomité de algemene oriënteringen van de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum.

De Begeleidingsdienst wordt regelmatig geraadpleegd door het Waarnemingscentrum over zijn werkhypothesen, zijn methodologie en de gegevens waarop het zich steunt.

Het Begeleidingscomité zorgt er eveneens voor dat de aanvragen voor analyses gericht tot het Waarnemingscentrum, alsook deze die het Waarnemingscentrum op eigen initiatief wenst te realiseren, onder de bevoegdheden van het Waarnemingscentrum vallen.

Het Waarnemingscentrum onderwerpt zich aan de beslissingen van het Begeleidingscomité. Afdeling 2. -Samenstelling en werking

Art. 15.§ 1. Het Begeleidingscomité bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende stem. § 2. Zijn stemgerechtigd lid van het Comité : 1° de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of zijn afgevaardigde;2° zes deskundigen aangewezen door de Regering onder de personaliteiten van de universitaire kringen of van opzoekingscentra;3° de Voorzitter(-ster) van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector of zijn (haar) vertegenwoordiger;4° de Voorzitter(-ster) van de Hoge Raad voor de Toneelkunsten of zijn (haar) vertegenwoordiger;5° de Voorzitter(-ster) van de Commissie voor Advies van de Culturele centra of zijn (haar) vertegenwoordiger;6° de Voorzitter(-ster) van de Hoge Raad voor de Musea of zijn (haar) vertegenwoordiger;7° de Voorzitter(-ster) van de Raad voor het Boekenwezen of zijn (haar) vertegenwoordiger;8° de Voorzitter(-ster) van de Hoge Raad voor Vaste Opvoeding of zijn (haar) vertegenwoordiger;9° de Voorzitter(-ster) van de Franstalige Jeugdraad of zijn (haar) vertegenwoordiger;10° de Voorzitter(-ster) van de Raad voor Opvoeding en Vorming of zijn (haar) vertegenwoordiger;11° een vertegenwoordiger gemandateerd door de Vereniging van Steden en Gemeenten van Wallonië;12° een vertegenwoordiger gemandateerd door de Vereniging van de Stad en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;13° een vertegenwoordiger gemandateerd door de Vereniging van de Waalse Provincies;14° de Commissaris-generaal voor Internationale Betrekkingen of zijn vertegenwoordiger; § 3. Zijn lid van het Comité met raadgevende stem : 1° de Ambtenaar-generaal verantwoordelij voor het Algemeen Bestuur voor Cultuur of zijn afgevaardigde;2° de Ambtenaar-generaal verantwoordelijk voor de Algemene Directie voor Cultuur of zijn afgevaardigde;3° de Ambtenaar-generaal verantwoordelijk voor de Algemene Dienst voor de Audiovisuele sector en de Plurimedia of zijn afgevaardigde;4° de Ambtenaar-generaal verantwoordelijk voor het Algemeen Bestuur voor Infrastructuur of zijn afgevaardigde;5° de Ambtenaar-generaal verantwoordelijk voor het Algemeen Bestuur voor Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek of zijn afgevaardigde;6° de Ambtenaar-generaal verantwoordelijk voor de Algemene Directie voor het niet verplicht Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek of zijn afgevaardigde;7° de Franstalig voorzitter van de Vaste Commissie voor het Cultureel Pakt of zijn vertegenwoordiger;8° het personeel van niveau 1 van het Waarnemingscentrum. § 4. De Regering mag de volgende personen verzoeken om stemgerechtigd in het Comité te zetelen : 1° drie Parlementsleden van de Franse Gemeenschap;2° drie leden van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie;3° drie Waalse Parlementsleden. § 5. De hoedanigheid van lid van het Begeleidingscomité is onverenigbaar met het behoren tot een vereniging die de principes van de democratie niet naleeft, zoals onder andere verwoord in de Europese overeenkomst voor het behoud van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.

Art. 16.Het Begeleidingscomité kan een of meer deskundigen bij haar werkzaamheden betrekken, met raadgevende stem, wanneer deze werkzaamheden van technische aard zijn waarvoor bijzondere bevoegdheden vereist zijn.

Art. 17.Het voorzitterschap van het Begeleidingscomité wordt waargenomen door een van de stemgerechtigde leden.

Tijdens het eerste jaar staat het Begeleidingscomité onder het voorzitterschap van de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Daarna wordt de voorzitter van het Begeleidingscomité uit eigen midden gekozen voor een maximale duur van vijf jaar, eenmaal hernieuwbaar.

De Voorzitter roept het Begeleidingscomité samen en stelt de agenda van zijn werkzaamheden op.

Art. 18.De mandaten van de door de Regering aangestelde leden zijn gekoppeld aan de duur van het bewind. Zij vervallen van rechtswege binnen de vier maanden die volgen op de hernieuwing van de Raad van de Franse Gemeenschap. Die mandaten zijn eenmaal hernieuwbaar.

Er wordt een einde gestelde aan de uitoefening van de functies van een lid dat zijn hoedanigheid verliest krachtens welke het werd aangesteld; een vervanger die zijn maandaat beëindigt, wordt aangewezen onder dezelfde voorwaarden als deze die werden nageleefd voor de aanstelling van de vervangen persoon.

Art. 19.Het Begeleidingscomité kiest onder de stemgerechtigden vijf leden uit die het Bureau vormen.

Het Bureau is belast met de voorbereiding van de beslissingen van het Begeleidingscomité. Het vergadert ten minste zesmaal per jaar. De tijdspanne tussen twee vergaderingen mag niet langer zijn dan een kwartaal.

Art. 20.Het Begeleidingscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op alsook dat van het Bureau.

Art. 21.Enkel de leden van het Begeleidingscomité bedoeld bij artikel 15, § 2, 3° e, bij artikel 16 van dit besluit mogen een zitpenning ontvangen voor hun deelneming aan werkvergaderingen en de terugbetaling krijgen van hun reis- en verblijfkosten.

De Regering stelt de bedragen ervan vast. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2001.

Art. 23.De Minister van Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 april 2001.

De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van de Audiovisuele Sector, Kunsten en Letteren, R. MILLER

^