Etaamb.openjustice.be
Decreet van 14 januari 1999
gepubliceerd op 03 februari 1999

Decreet betreffende de erkenning van de gastkamers en de toelating om de benaming « Gastkamers » te gebruiken

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1999031027
pub.
03/02/1999
prom.
14/01/1999
ELI
eli/decreet/1999/01/14/1999031027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JANUARI 1999 . - Decreet betreffende de erkenning van de gastkamers en de toelating om de benaming « Gastkamers » te gebruiken (1)


De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, College, bekrachtigen hetgeen volgt : Article 1er. Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet verstaat men onder « gastkamers » één of meerdere gemeubileerde kamers die deel uitmaken van de hoofdverblijfplaats van de aanvrager, dat bestaat uit maximum drie kamers bestemd om te verhuren en waar het ontbijt in de prijs is inbegrepen. Deze verhuur gebeurt enkel voor toeristische doeleinden en duurt voor één of meerdere overnachtingen.

Art. 3.Niemand mag de naam « gastkamers » gebruiken zonder de toestemming van het College.

Art. 4.De toelating bedoeld in artikel 3 wordt gegeven door het College op hetzelfde ogenblik als de erkenning in de hoedanigheid van gastkamers.

De erkenning als gastkamers wordt enkel door het College gegeven als aan volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen : a) van goed gedrag en zeden zijn;b) voor iedere bezetting een schriftelijk contract opmaken;c) houder zijn van een verzekering « burgerlijke aansprakelijkheid-uitbating »;d) op voorhand een netto-prijs vaststellen die berekend en gevraagd wordt per overnachting;e) de gasten kwaliteitsvol onthalen, alles in het werk stellen om hun verblijf zo goed mogelijk te maken en hen helpen bij het zoeken naar toeristische informatie.2° kwaliteitsvoorwaarden van de woning : a) bestaan uit minimum één en maximum drie kamers die uitsluitend gebruikt mogen worden door de gasten;b) beschikbaar zijn om gasten te ontvangen gedurende minstens vier maanden per jaar;c) in een algemene goede staat verkeren;d) voldoen aan de technische voorschriften die zijn bepaald door het College.

Art. 5.De toelating en de erkenning bedoeld in artikelen 2 en 4 kunnen worden geschorst, geweigerd of ingetrokken : 1° als de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 4 niet of niet langer worden in acht genomen;2° als de aanvrager of de houder van de vergunning, in België of elders, veroordeeld is door een gerechtelijke uitspraak geveld in kracht van gewijsde voor een overtreding bepaald in boek II, titel VII, hoofdstukken V, VI en VII, titel III, hoofdstukken I, IV en VI en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek, behalve als de veroordeling voorwaardelijk is en de betrokkene uitstel heeft bekomen.

Art. 6.Binnen de perken van de in de begroting ingeschreven kredieten kan het College een premie toekennen voor de uitrustings- of verbouwingswerken voor de oprichting of modernisering van gastkamers in de zin van artikelen 2 en 4 van dit decreet. Deze premie mag niet meer bedragen dan 50 % van de kostprijs van de werken.

De premie mag enkel worden uitbetaald onder volgende voorwaarden : 1° de aanvrager mag enkel de eigenaar zijn van de betrokken woning en deze laatste mag geen handelsvennootschap zijn;2° de werken mogen enkel en alleen dienen voor de verbouwing, de uitrusting, de inrichting en de modernisering van de « gastkamers »;3° de werken worden aangevat tijdens het jaar van de aanvraag en voltooid uiterlijk voor het einde van het volgende jaar;4° de kostprijs van de werken mag niet lager zijn dan 20 000 per « gastkamer »;5° de aanvraag moet ingediend worden minstens 30 dagen vóór de aanvang der werken;6° de aanvrager moet een vergunning hebben om de benaming « gastkamers » te gebruiken of moet, indien hij deze nog niet bezit, zich ertoe verbinden deze vergunningsaanvraag schriftelijk aan te vragen vóór de voltooiing der werken. De premie mag niet worden toegestaan voor de aankoop, zelfs gedeeltelijk, van een woning.

Als de aanvrager hiervoor reeds een premie heeft ontvangen, kan hij er geen meer krijgen.

Art. 7.Iedereen die zonder vergunning de in artikel 2 bedoelde benaming gebruikt, kan gestraft worden met een gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en een geldboete van 100 tot 3 000 BEF ofwel tot één van deze boetes enkel.

De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de overtredingen bedoeld in dit artikel.

Art. 8.Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van de gerechtelijke politie, het personeel van het rijkswachtkorps, de beambten en agenten van de lokale politie, de ambtenaren en beambten die hiertoe zijn aangesteld door het College zijn belast met de opzoeking en vaststelling, via proces-verbaal, van de inbreuken op dit decreet. De processen-verbaal blijven geldig tot het tegenbewijs werd geleverd.

Deze processen-verbaal worden verzonden naar de bevoegde officier van het Openbaar Ministerie en een afschrift wordt gestuurd naar de eigenaar van de woning, de overtreder indien deze niet de eigenaar is van de woning alsook naar het College en dit binnen vijftien werkdagen na de vaststelling van de overtredingen.

Art. 9.De in artikel 8 aangestelde personen mogen controles uitvoeren die zij nuttig en nodig achten ten aanzien van ieder persoon die de benaming « gastkamers » gebruikt.

Daartoe worden zij gemachtigd om alle vereiste documenten te eisen en ter plaatse over te gaan tot alle nodige controleonderzoeken.

Art. 10.Het decreet van 16 juni 1981 houdende inrichting van landelijke verblijven, verblijven op de boerderij, gemeubileerde vakantiewoningen en gastkamers wordt opgeheven wat betreft de gastkamers.

Art. 11.Het College legt de datum van de inwerkingtreding van dit decreet vast.

Bekrachtigen dit decreet, verkondigen dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.

Brussel, 14 januari 1999.

H. HASQUIN, Minister, Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, belast met Begroting, Betrekkingen met de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, alsook met Internationale Betrekkingen.

C. PIQUE, Minister, Lid van het College, belast met Bijstand aan Personen.

D. GOSUIN, Minister, Lid van het College, belast met Cultuur, Sport en Toerisme.

E. ANDRE, Minister, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding en Permanente Opleiding van Middenklasse.

E. TOMAS, Minister, Lid van het College, belast met Genzondheid, Beroepsomscholing en Bijscholing, Onderwijs, Sociale Promotie, Leerlingenvervoer en Openbaar Ambt. _______ Note (1) Gewone zitting 1998-1999 Documenten van de vergadering.- Ontwerpdecreet: 68, nr. 1. - Verslag : 68, nr. 2.

Volledig verslag. - Debat en aanneming. Zitting van 18 december 1998.

^