gepubliceerd op 03 april 2003
Decreet houdende wijziging van het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van de psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest
13 MAART 2003. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van de psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest (1)
De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 5, tweede lid, van het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van de psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest worden de woorden « onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden » vervangen door de woorden « met de voorafgaande toestemming van de Regering en onder de door haar bepaalde voorwaarden ».
Art. 3.Hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk III. - Organisatie van het centrum Afdeling 1. - De Regering
Art. 6.De Regering bepaalt het algemeen beleid van het centrum op grond van een met de raad van bestuur gesloten beheersovereenkomst.
De beheersovereenkomst heeft o.a. betrekking op : 1o de algemene doelstellingen toegewezen aan het centrum voor de drie jaar na de ondertekening ervan; 2o de aan te wenden middelen om die doelstellingen te halen.
De beheersovereenkomst wordt tussen de Regering en de raad van bestuur gesloten uiterlijk wanneer de Regering instemt met de begroting van het jaar waarop het betrekking heeft. Zodra de overeenkomst gesloten is, wordt ze door de Regering voor informatie aan de Waalse Gewestraad overgemaakt.
De beheersovereenkomst loopt drie jaar en wordt bij de begroting van het centrum gevoegd.
De Regering bepaalt de procedure voor de opstelling van de overeenkomst en de modaliteiten voor de uitvoering ervan.
De Regeringscommissarissen bezorgen de Regering jaarlijks een evaluatieverslag over de uitvoering van de beheersovereenkomst. Na ontvangst maakt de Regering het verslag ter informatie over aan de Waalse Gewestraad.
Art. 7.Alleen de Regering is bevoegd voor : 1o de opstelling van het ontwerp van jaarlijkse begroting dat ter goedkeuring aan de Waalse Gewestraad voorgelegd wordt; 2o de opstelling van het vijfjarige investeringsprogramma, aanpassingen inbegrepen; 3o de machtiging om elk contract of elke overeenkomst van 620.000 euro of meer (excl. BTW) te sluiten; 4o de machtiging om elke lening aan te gaan; 5o de machtiging om diensten om te vormen, op te richten of af te schaffen, alsmede om de capaciteit ervan te wijzigen; 6o de machtiging om elk akkoord met derden te sluiten i.v.m. zorg- en dienstverstrekkingen. Afdeling 2. - De raad van bestuur
Art. 8.§ 1. Het centrum wordt bestuurd door een raad van bestuur die samengesteld is uit tien leden, met name : 1o vier personen aangewezen door de Regering op grond van hun bevoegdheden inzake ziekenhuisbeheer; 2o drie personen aangewezen door de Regering op grond van hun bevoegdheden inzake geestelijke gezondheidszorg; 3o drie vertegenwoordigers van de Regering.
Minstens één van de leden bedoeld in 1o en één van de leden bedoeld in 2o hebben zitting in de raad van bestuur van beide centra, alsook drie vertegenwoordigers van de Regering. § 2. De volgende personen wonen de vergaderingen van de raad van bestuur bij met raadgevende stem : 1o de directeur van het psychiatrische ziekenhuis en de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis; 2o de hoofdgeneesheer; 3o het hoofd van het departement verpleegkunde; 4o de verantwoordelijke van de paramedische en psychosociale diensten; 5o een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid met minstens de rang van directeur; 6o de twee regeringscommissarissen die bij het centrum aangewezen zijn. § 3. Op verzoek van de raad van bestuur mag de voorzitter van de medische raad de vergaderingen van eerstgenoemde raad met raadgevende stem bijwonen. § 4. De raad van bestuur mag elke persoon die hem de nodige technische gegevens kan verstrekken, op één van zijn vergaderingen uitnodigen.
Hij kan eveneens de vertegenwoordiger van de zorgbehoevenden, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van psychiatrische verzorgingstehuizen, uitnodigen voor de behandeling van elk vraagstuk betreffende het beheer van het psychiatrische verzorgingstehuis.
Die vertegenwoordiger wordt op eigen verzoek gehoord.
Art. 9.De Regering wijst de voorzitter en twee ondervoorzitters van de raad van bestuur aan onder de leden bedoeld in artikel 8, § 1, 1o en 2o.
Art. 10.§ 1. De leden van de raad van bestuur worden aangewezen voor vijf jaar.
Dat mandaat is verlengbaar. § 2. Het mandaat van bestuurder is onverenigbaar met het mandaat of de functies van : 1o lid van de Regering van de Federale Staat, van een Gewest of een Gemeenschap; 2o lid van het Europees Parlement, van de federale wetgevende kamers of van het Parlement van een Gewest of een Gemeenschap; 3o provinciegouverneur of bestendig afgevaardigde; 4o personeelslid van het centrum; 5o externe adviseur of wettige adviseur van het centrum. § 3. Naast de onverenigbaarheden bedoeld in paragraaf 2 mogen de voorzitter en de ondervoorzitters van de raad van bestuur geen burgemeester zijn, noch voorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Ze mogen ook niet onder het hiërarchische gezag van een lid van de Regering staan. Er mag, wat de voorzitter betreft, geen rechtstreeks of onrechtstreeks persoonlijk belangenconflict ontstaan wegens de uitoefening van een activiteit of het hebben van belangen binnen een rechtspersoon die een met de activiteit van het centrum concurrerende activiteit uitoefent. § 4. Bij overlijden of ontslag van een lid van de raad van bestuur of als een onverenigbaarheid zoals bedoeld in de paragrafen 2 en 3 de voorzitter, ondervoorzitters of leden van de raad van bestuur belet hun functies verder uit te oefenen, voorziet de Regering binnen drie maanden in hun vervanging. Het nieuwe lid voleindigt het mandaat van het lid dat vervangen wordt. Elk lid dat drie opeenvolgende vergaderingen van de raad van bestuur zonder excuus mist, wordt als ontslagnemend beschouwd. § 5. De Regering kan voortijdig een einde maken aan het mandaat van een lid van de raad van bestuur. De Regering zorgt voor zijn vervanging binnen drie maanden. Het nieuwe lid voleindigt het mandaat van het lid dat vervangen wordt.
Art. 11.De leden van de raad van bestuur bedoeld in artikel 8, § 1, mogen niet ouder zijn dan 65 jaar op de datum van hun aanwijzing.
Art. 12.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de Regering beschikt de raad van bestuur over alle bevoegdheden die de administratie van het centrum nodig heeft.
Hij wordt belast met de volgende opdrachten : 1o de Regering een voorstel van voorontwerp van jaarlijkse begroting voorleggen; 2o de Regering een voorstel van vijfjarig investeringsprogramma's voorleggen, aanpassingen inbegrepen; 3o leningen aangaan, mits voorafgaande toestemming van de Regering; 4o de Regering een voorstel voorleggen m.b.t. de omvorming, oprichting of afschaffing van diensten, alsmede m.b.t. de wijziging van de capaciteit van de diensten; 5o de Regering een voorstel voorleggen voor elk akkoord met andere ziekenhuizen, zorginstellingen of ûdiensten i.v.m. zorgverstrekking en vorming; 6o de Regering om de drie maanden een overzicht bezorgen van de ziekenhuisboekhouding t.a.v. de aangenomen begroting; 7o de subsidiërende overheden al de nodige stukken en gegevens verstrekken binnen de gestelde termijnen; 8o een jaarlijks aan de Regering voor te leggen bedrijfsplan opstellen. Dat plan bevat de omschrijving van de te voeren acties en overwogen middelen om de in de beheersovereenkomst vermelde doelstellingen te halen. § 2. De raad van bestuur mag sommige van zijn bevoegdheden overdragen aan de directeur van het psychiatrische ziekenhuis, aan de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis of aan de directiecomités, behalve de bevoegdheden bedoeld in paragraaf 1, tweede lid.
Art. 13.De personen bedoeld in artikel 8, §§ 1, 2 en 3, mogen niet aanwezig zijn op de raad van bestuur tijdens de behandeling van of de beraadslaging over een punt i.v.m. een vraagstuk waarbij ze een rechtstreeks belang hebben, hetzij persoonlijk, hetzij als gelastigde, bestuurder of personeelslid van elk ander ziekenhuis, zorginstelling of -dienst.
Art. 14.De raad van bestuur maakt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering.
Art. 15.De raad van bestuur wijst zijn secretaris aan onder de personeelsleden van het psychiatrische ziekenhuis op de voordracht van de directeur van dat ziekenhuis.
Art. 16.§ 1. De Regering verzoekt de raad van bestuur om advies over elk voorontwerp van decreet of van reglementair besluit betreffende de organisatie en de werking van het centrum. De raad van bestuur brengt advies uit binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek. Als het advies niet binnen die termijn gegeven wordt, mag het genegeerd worden. In geval van behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid kan de Regering de raad van bestuur om advies verzoeken binnen uiterlijk vijftien dagen. Als het advies niet binnen die termijn gegeven wordt, mag het genegeerd worden. § 2. De raad van bestuur legt de Regering elk voorontwerp van decreet of reglementair besluit voor waarvan hij de aanneming nuttig acht.
Art. 17.De Regering bepaalt het bedrag van de vergoedingen en presentiegelden die toegekend zullen worden aan de leden van de raad van bestuur en aan de Regeringscommissarissen. Afdeling 3. - Het dagelijkse beheer
Onderafdeling 1. - De directeur van het psychiatrische ziekenhuis en de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis
Art. 18.Het psychiatrische ziekenhuis en het psychiatrische verzorgingstehuis worden elk bestuurd door een directeur die door de Regering benoemd wordt.
De directeur van het psychiatrische ziekenhuis en de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis worden benoemd voor vijf jaar.
Hun mandaat is verlengbaar. De Regering bepaalt de benoemingsvoorwaarden, het administratieve en het geldelijke statuut van de directeur van het psychiatrische ziekenhuis en van de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis.
Art. 19.De directeur van het psychiatrische ziekenhuis en de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis staan onder het gezag van de raad van bestuur. Ze voeren de beslissingen van de raad van bestuur uit alsmede, wat de directeur van het psychiatrische ziekenhuis betreft, de beslissingen van het directiecomité van het ziekenhuis en, wat de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis betreft, de beslissingen van het directiecomité van het tehuis.
Art. 20.De directeur van het psychiatrische ziekenhuis vervult de directiefunctie omschreven in de ziekenhuiswetgeving. De directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis wordt belast met de algemene directie van de dagelijkse activiteit van het psychiatrische verzorgingstehuis.
Art. 21.Bij afwezigheid of verhindering van de directeur van het psychiatrische ziekenhuis of van de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis worden hun bevoegdheden uitgeoefend door een personeelslid van niveau 1 dat aangewezen wordt door de raad van bestuur.
Onderafdeling 2. - Directiecomités
Art. 22.§ 1. Binnen het psychiatrische ziekenhuis wordt een directiecomité opgericht. Het bestaat uit de directeur van het psychiatrische ziekenhuis, de hoofdgeneesheer, het hoofd van de afdeling verpleegkunde, de verantwoordelijke van de paramedische en psychosociale diensten en de verantwoordelijken van de diensten gemeenschappelijk aan het psychiatrische ziekenhuis en aan het psychiatrische verzorgingstehuis, met name de verantwoordelijke van de administratieve diensten, de verantwoordelijke van de financiële diensten, de verantwoordelijke van de technische diensten, de verantwoordelijke voor het beheer van menselijke hulpbronnen, de ziekenhuisapotheker, de logistiekverantwoordelijke en, wat het psychiatrische ziekenhuis « Les Marronniers » betreft, de veiligheidsverantwoordelijke.
De directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis heeft ook zitting in het directiecomité van het psychiatrische ziekenhuis, met raadgevende stem. § 2. Het directiecomité van het psychiatrische ziekenhuis wordt voorgezeten door de directeur van het psychiatrische ziekenhuis.
Art. 23.§ 1. Binnen het psychiatrische verzorgingstehuis wordt een directiecomité opgericht. Het bestaat uit de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis, de coördinator, de psychiater, de verantwoordelijken van de gemeenschappelijke diensten bedoeld in artikel 22, § 1, eerste lid, alsmede uit de vertegenwoordiger van de zorgbehoevenden, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van psychiatrische verzorgingstehuizen.
De directeur van het psychiatrische ziekenhuis heeft ook zitting in het directiecomité van het psychiatrische verzorgingstehuis.
De directeur van het psychiatrische ziekenhuis, de verantwoordelijken van de gemeenschappelijke diensten en de vertegenwoordiger van de dienstbehoevenden hebben raadgevende stem. § 2. Het directiecomité van het psychiatrische verzorgingstehuis wordt voorgezeten door de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis.
Art. 24.De voorzitter van het directiecomité bepaalt de agenda met inachtneming van de aanvragen van de overige leden van het directiecomité.
Art. 25.De voorzitter roept het directiecomité zo spoedig mogelijk bijeen als de dringende noodzakelijkheid ingeroepen wordt op gemotiveerd verzoek van minstens drie leden. De aanvraag vermeldt de punten die op de agenda geplaatst moeten worden.
Art. 26.Het directiecomité vergadert slechts op geldige wijze als de meerderheid van de leden aanwezig is. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Als het aantal leden van het directiecomité na regelmatige oproeping niet volstaat, beraadslaagt het directiecomité op geldige wijze tijdens de volgende zitting over de punten die twee keer achtereenvolgens op de agenda voorkomen, ongeacht het aantal aanwezige leden. De oproeping vermeldt deze bepaling.
Art. 27.De Regering kan beslissen andere personen op te nemen in de directiecomités bedoeld in de artikelen 22 en 23.
Art. 28.De directiecomités maken hun huishoudelijk reglement op en leggen het ter goedkeuring voor aan de Regering. »
Art. 4.Hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 5.Hoofdstuk VI van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk VI. - Begroting, rekeningen en controle
Art. 31.§ 1. De controle op het centrum wordt door de Regering uitgeoefend via twee commissarissen.
De Regering benoemt twee commissarissen voor elk centrum. Ze kunnen ter plaatse inzage nemen van de boekhouding en boekhoudstukken, de briefwisseling, de notulen, de periodieke toestanden en in het algemeen van alle schriften. § 2. Ze dienen binnen vier volle dagen beroep in bij de Regering tegen elke beslissing die ze in strijd achten met de wetten, de decreten, de besluiten, de beheersovereenkomst, het algemeen belang en de principes van goed beheer.
Het beroep is opschortend.
De termijn begint te lopen vanaf de dag van de vergadering waarop de beslissing genomen wordt voor zover de Regeringscommissarissen regelmatig opgeroepen zijn en, zo niet, vanaf de dag waarop ze er kennis van genomen hebben.
Als de Regering de nietigverklaring niet heeft uitgesproken binnen dertig dagen, met ingang van dezelfde dag als die bedoeld in het vorige lid, wordt de beslissing definitief. Die termijn kan bij besluit van de Regering met tien dagen verlengd worden.
Het besluit tot verlenging of nietigverklaring wordt betekend aan de raad van bestuur. § 3. Als de raad van bestuur verzuimd heeft een maatregel te treffen of een handeling uit te voeren waarin de wetten, decreten en besluiten of de beheersovereenkomst voorzien, kan de Regering hem verplichten orde op zaken te stellen binnen een welbepaalde termijn. Als de raad van bestuur na afloop van die termijn al het nodige niet heeft gedaan, mag de Regering in zijn plaats optreden.
Het besluit wordt betekend aan de Waalse Gewestraad.
Art. 32.Het ontwerp van jaarlijkse begroting van het centrum wordt door de Regering opgemaakt op voorstel van de raad van bestuur van het centrum. Het wordt bij het ontwerp van algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest gevoegd en ter goedkeuring voorgelegd aan de Waalse Gewestraad.
Art. 33.Het gebrek aan goedkeuring op de eerste dag van het begrotingsjaar vormt geen beletsel voor het gebruik van de kredieten waarin het ontwerp van begroting voorziet, tenzij het gaat om uitgaven van een nieuw principe die niet toegestaan worden door de begroting van het vorige jaar.
Kredietenoverschrijdingen waarvoor het Gewest een tegemoetkoming zou moeten verlenen die hoger is dan die waarin zijn begroting voorziet, worden eerst goedgekeurd door een overeenkomend krediet op de begroting te stemmen.
Art. 34.De raad van bestuur bezorgt de Regering minstens om de drie maanden een periodiek overzicht van zijn activiteiten en een desbetreffend jaarverslag.
Hij maakt uiterlijk 31 mei van het jaar na dat waarop het beheer betrekking heeft, de jaarrekening betreffende de uitvoering van zijn begroting op, alsook de balans en de resultatenrekening.
De balans en de resultatenrekening zijn het voorwerp van een ontwerp van decreet houdende regeling van de begroting, dat als bijlage bij de algemene rekening van het Waalse Gewest aan de Waalse Gewestraad wordt voorgelegd.
De Regering stelt de lijst van de oninbare vorderingen op.
Art. 35.De Regering organiseert de controle op de verbintenissen.
Art. 36.De Regering bepaalt de regels voor : 1o de overlegging van de begroting; 2o de boekhouding; 3o de rekening en verantwoording; 4o de periodieke toestanden en verslagen.
De Regering bepaalt de modaliteiten voor de schatting van de bestanddelen van het vermogen en voor de berekening en de vastlegging van het maximumbedrag van de reserves en voorschotten die nodig zijn voor de activiteiten van de instelling.
Art. 37.Het centrum gebruikt zijn bezittingen en liquide middelen alleen om de opdrachten te vervullen die hem bij dit decreet toegewezen worden.
Art. 38.De Regering bepaalt de modaliteiten van de door de bedrijfsrevisoren te voeren controle. De bedrijfsrevisoren zijn lid van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren en worden aangewezen door de Regering.
De uitgaven i.v.m. de controle op de handelingen die niet gedekt worden door de prijs van de hospitalisatiedag, zijn voor rekening van het Gewest. »
Art. 6.Artikel 20 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 20.De Regering legt het administratieve en geldelijke statuut en de personeelsformatie vast. Het psychiatrische ziekenhuis en het psychiatrische verzorgingstehuis hebben elk hun eigen personeelsformatie ».
Art. 7.De artikelen 11 en 12 van hetzelfde decreet worden de artikelen 29 en 30 en de artikelen 20 en 21 worden de artikelen 39 en 40.
Art. 8.Zolang de raad van bestuur geen beslissing heeft genomen overeenkomstig artikel 12, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen door artikel 3, oefenen de directeur van het psychiatrische ziekenhuis, de directeur van het psychiatrische verzorgingstehuis, het directiecomité van het psychiatrische ziekenhuis en het directiecomité van het psychiatrische verzorgingstehuis gedurende maximum 6 maanden na de inwerkingtreding van dit decreet de bevoegdheden uit die aan de leidend ambtenaar en aan het directiecomité toegekend waren bij hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 januari 1998, en bij het uitvoeringsbesluit van 9 november 1995 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest, gewijzigd bij de besluiten van 20 juli 2000, 18 januari 2001 en 13 december 2001, onder voorbehoud van de bevoegdheden die krachtens dit decreet voor andere instellingen bestemd zijn.
Art. 9.Artikel 1, 10o, van het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren wordt opgeheven.
Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de personeelsleden van de centra evenwel onderworpen aan het administratieve en geldelijke statuut dat op hen van toepassing is vanaf de inwerkingtreding van dit decreet tot de inwerkingtreding van het besluit van de Regering bedoeld in artikel 6 van dit decreet.
Art. 10.Dit decreet treedt in werking op de datum die de Regering bepaalt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 13 maart 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stukken van de Raad 461 (2002-2003), nrs. 1 tot 4.
Volledig verslag , openbare vergadering van 26 februari 2003.
Bespreking. - Stemming.