gepubliceerd op 04 september 2002
Decreet tot wijziging van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1)
11 JULI 2002. - Decreet tot wijziging van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten) (1)
De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen wat volgt :
Artikel 1.In artikel 101 van het decreet decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten) worden de woorden "In de loop van de maand maart," geschrapt en wordt het woord" maakt" geplaatst na de woorden "De Regering".
Art. 2.In artikel 226 van hetzelfde decreet worden de woorden "Uiterlijk op 1 mei," geschrapt en wordt het woord "maakt" geplaatst na de woorden "De inrichtende macht".
Art. 3.In artikel 356 van hetzelfde decreet worden de woorden ", uiterlijk op 1 mei," geschrapt.
Art. 4.Artikel 62, 6°, van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten) wordt als volgt gewijzigd : de woorden "De Regering richt een commissie voor de erkenning van die nuttige ervaring op en stelt er de samenstelling vast. De Regering bepaalt de regels volgens welke die nuttige ervaring wordt erkend." worden vervangen door de woorden "de Regering kan, na advies van een commissie die zij opricht en waarvan zij de samenstelling en werking bepaalt, deze nuttige ervaring erkennen".
Art. 5.Artikel 499 van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten) wordt als volgt gewijzigd : de woorden "Het is niet van toepassing op de hogere kunstscholen." wordt vervangen door de woorden "Hoofdstuk I is niet van toepassing op de hogere kunstscholen".
Art. 6.Dit decreet treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad verschijnt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen.
Gedaan te Brussel, op 11 juli 2002.
De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, R. MILLER De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota's (1) Zitting 2001-2002. Documenten van de Raad . - Ontwerpdecreet, nr. 285-1 - Commissieamendementen, nr. 285-2. - Verslag, nr. 285-3.
Integraal verslag. - Bespreking en stemming. Vergadering van 3 juli 2002.