gepubliceerd op 09 november 2004
Decreet houdende het Nederlandstalig onderwijs in Brussel-Hoofdstad
7 MEI 2004. - Decreet houdende het Nederlandstalig onderwijs in Brussel-Hoofdstad (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende het Nederlandstalig onderwijs in Brussel-Hoofdstad. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I
Art. 2.Aan artikel III.4 van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. In afwijking van § 1 kan de inrichtende macht voor de scholen van het Nederlandstalige onderwijs in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad binnen de hierna omschreven periode van inschrijving, de doorverwijzing vervangen door de volgende regeling.
In dat geval wordt de inschrijving, na instemming van de ouders, in afwijking van het bepaalde in artikel III.1, § 2, tweede lid, slechts definitief onder de hierna bepaalde voorwaarden.
Voor de toepassing van deze paragraaf beginnen de inschrijvingen ten vroegste op 1 september van het schooljaar dat voorafgaat aan het schooljaar waarvoor de inschrijvingen worden genomen. Indien op 1 februari van het volgende jaar de maximumcapaciteit voor nieuwe inschrijvingen in overeenstemming met artikel III.3, 1°, is overschreden, kan de inrichtende macht voorrang verlenen aan de leerlingen die voor 1 februari zijn ingeschreven en van wie de thuistaal met toepassing van artikel III.4, § 1, tweede lid, moet worden geacht het Nederlands te zijn. Deze voorrang is beperkt tot ten hoogste het percentage van de beoogde leerlingengroep dat uitstijgt boven dat van de relatieve aanwezigheid in het werkingsgebied, bedoeld in artikel II.1,13°, verminderd met tien procent. Voor inschrijvingen in een bestaande leerlingengroep waarvoor een maximumcapaciteit is bepaald, wordt het maximum voor de voorrang berekend op het totaal van de leerlingengroep, nieuwe inschrijvingen en inschrijvingen uit een vorig schooljaar samengenomen.
De toekenning van voorrang en de verdere invulling van de lijst van leerlingen die definitief zijn ingeschreven, respecteren telkens de volgorde van inschrijving. De bemiddelingsopdracht van het lokale overlegplatform, bedoeld in artikel V.5, is niet van toepassing.
Deze paragraaf is niet van toepassing als de inschrijving een onthaaljaar of een studierichting in het secundair onderwijs betreft die binnen het werkingsgebied van het lokaal overleg slechts in één school wordt aangeboden.
De Vlaamse Regering onderwerpt ten laatste tegen 1 september 2006 de regeling van deze paragraaf aan een tussentijdse evaluatie. Ten laatste tegen 1 september 2007 volgt een definitieve evaluatie. » HOOFDSTUK III. - Voorrangsbeleid Brussel
Art. 3.De V.Z.W. Voorrangsbeleid Brussel geniet de in artikel 4 bedoelde subsidie-enveloppe voorzover zij voldoet aan volgende voorwaarden : 1° zij stelt zich tot doel een netoverschrijdende structuur uit te bouwen ter ondersteuning van de Nederlandstalige basisscholen in Brussel. Deze netoverschrijdende structuur is gericht op het creëren van een omgeving waarin de leerlingen : a) positief kunnen functioneren op schoolniveau;b) de nodige inzichten en vaardigheden verwerven om goed maatschappelijk te kunnen functioneren;c) goed toegerust worden voor de ontwikkeling van hun professionele loopbaan; 2° zij legt uiterlijk op de eerste dag van de zesde maand na afsluiting van het boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag van de V.Z.W. Voorrangsbeleid Brussel ter kennisgeving voor aan de Vlaamse regering.
Art. 4.De Vlaamse Regering waarborgt telkens drie jaar na elkaar ten minste dezelfde subsidie-enveloppe voor de loonkosten van de personeelsleden en de werkingsmiddelen binnen de door de Vlaamse Gemeenschap vastgestelde begrotingskredieten.
Art. 5.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder de V.Z.W. Voorrangsbeleid Brussel de V.Z.W. verstaan die aangewezen is bij het door het Protocol van 6 oktober 2003 verlengde Protocol van 4 juni 1999 tussen de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken en de voorzitter van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, collegelid bevoegd voor Onderwijs, Voorschoolse Aangelegenheden en Gezondheidszorg. HOOFDSTUK IV. - Bicultureel onderwijs
Art. 6.De V.Z.W. Werkgroep Immigratie geniet de in artikel 7 bedoelde subsidie-enveloppe voorzover zij voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° zij stelt zich tot doel het verschaffen van, voor Nederlandstalige scholen in Brussel : a) de structurele en/of inhoudelijke ondersteuning van het project 'Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur' en andere initiatieven met betrekking tot meertalig onderwijs en talensensibilisering;b) een vormingsaanbod voor leerkrachten, leerlingen en hun ouders; 2° zij legt uiterlijk op de eerste dag van de zesde maand na de afsluiting van het boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag van de V.Z.W. Werkgroep Immigratie der kennisgeving voor aan de Vlaamse Regering.
Art. 7.De Vlaamse Regering waarborgt telkens na drie jaar na elkaar ten minste dezelfde subsidie-enveloppe voor de loonkosten van de personeelsleden en de werkingsmiddelen, binnen de door de Vlaamse Gemeenschap vastgestelde begrotingskredieten. HOOFDSTUK V. - Inwerkingstredingsbepaling
Art. 8.De bepalingen van dit decreet treden in werking op 1 januari 2005, met uitzondering van artikel 2 dat in werking treedt op 1 september 2004, voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2005-2006.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 7 mei 2004.
De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken. - Voorstel van decreet : 2091, nr. 1. - Amendement : 2091, nr. 2. - Verslag 2091, nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2091, nr. 4.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : middagvergadering van 28 april 2004 en vergadering van 29 april 2004.