Etaamb.openjustice.be
Decreet van 07 juli 1998
gepubliceerd op 22 augustus 1998

Decreet houdende oprichting van de Vlaamse Sportraad en de Adviserende Beroepscommissie voor sportaangelegenheden

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035851
pub.
22/08/1998
prom.
07/07/1998
ELI
eli/decreet/1998/07/07/1998035851/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JULI 1998. - Decreet houdende oprichting van de Vlaamse Sportraad en de Adviserende Beroepscommissie voor sportaangelegenheden (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - De Vlaamse Sportraad

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Er wordt voor de Vlaamse Gemeenschap een Vlaamse Sportraad opgericht, hierna « de Raad » te noemen.

Art. 3.De Raad heeft als opdracht om op eigen initiatief, op verzoek van de Vlaamse regering of het Vlaams Parlement, onafhankelijke en deskundige adviezen en aanbevelingen te verstrekken omtrent het sportbeleid en omtrent ontwikkelingen in andere domeinen die voor het sportbeleid relevant zijn.

Art. 4.De Vlaamse regering is verplicht het advies van de Raad in te winnen: 1° over elk voorontwerp van decreet en elk reglementair besluit over een gemeenschaps- of een gewestaangelegenheid inzake sport met uitzondering van de begroting, alsook van elk reglementair besluit dat betrekking heeft op de organisatie en de werking van de Vlaamse Openbare Instelling bevoegd voor de sport;2° telkens als een decreet of besluit bepaalt dat de raad om advies gevraagd moet worden.

Art. 5.§ 1. De Raad bestaat uit 17 leden, die bij voorkeur in meer dan één deelgebied van het sportbeleid deskundig zijn en die ten minste vijf jaar ervaring hebben in de sportsector. Ten minste één lid is vertrouwd met de problematiek van de Vlaamse aanwezigheid in Brussel.

Er is onverenigbaarheid tussen een mandaat in de Raad en een mandaat in de raad van bestuur van de Vlaamse Openbare Instelling bevoegd voor de sport. Er is eveneens onverenigbaarheid met enig ambt of mandaat dat via openbare verkiezing toegankelijk is. Een lid van de Raad kan niet tegelijkertijd deel uitmaken van het personeel van de voor de sport bevoegde diensten van de Vlaamse regering of van de Vlaamse Openbare Instelling bevoegd voor de sport. § 2. De Vlaamse regering benoemt de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Raad voor een eenmaal hernieuwbare termijn van vijf jaar.

Ten hoogste twee derde van de leden is van hetzelfde geslacht. De voorzitter en de ondervoorzitter zijn van een verschillend geslacht.

In geval van opvolging beëindigt de opvolger het mandaat van de voorganger.

Art. 6.De Raad stelt binnen drie maanden na zijn samenstelling een huishoudelijk reglement op dat voor goedkeuring aan de Vlaamse regering wordt voorgelegd. Het huishoudelijk reglement regelt de werking van de Raad en van zijn dagelijks bestuur.

Art. 7.§ 1. De Raad komt minstens viermaal per jaar in plenaire vergadering bijeen.

Wanneer uitvoering wordt gegeven aan een decretale verplichting tot het geven van advies, bepaalt de Vlaamse regering de termijn waarbinnen dat advies wordt gegeven.

De Raad maakt zijn aan de Vlaamse regering gegeven eindadviezen openbaar zoals bepaald in het huishoudelijk reglement vermeld in artikel 6. Alle adviezen en aanbevelingen van de Raad worden meegedeeld aan het Vlaams Parlement. § 2. Op de plenaire vergaderingen kunnen steeds externe deskundigen worden uitgenodigd.

Art. 8.§ 1. Binnen de Raad wordt een dagelijks bestuur opgericht. Het dagelijks bestuur heeft als opdracht om de werkzaamheden van de Raad te organiseren, te coördineren en voor te bereiden, alsook de beslissingen van de Raad uit te voeren. Het dagelijks bestuur is samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitter en drie leden gekozen door de Raad. Ten hoogste twee derde van de leden van het dagelijks bestuur is van hetzelfde geslacht. § 2. De Raad kan op verzoek van de Vlaamse regering of op eigen initiatief ad hocwerkgroepen oprichten om adviezen voor te bereiden.

Een lid van de Raad zit een dergelijke werkgroep voor. De Raad kan voor elke werkgroep een beroep doen op personen die geen lid zijn van de Raad. Een werkgroep heeft een beperkte, door de Raad omschreven opdracht. Na het vervullen van de opdracht wordt de werkgroep door de Raad opgeheven.

Art. 9.De Raad stelt een jaarverslag op, dat vóór 1 april aan de Vlaamse regering en aan het Vlaams Parlement wordt voorgelegd.

Art. 10.Het secretariaat van de Raad en van de ad-hocwerkgroepen wordt waargenomen door de diensten van de Vlaamse regering. HOOFDSTUK II. - De Adviserende Beroepscommissie voor sportaangelegenheden

Art. 11.Er wordt een Adviserende Beroepscommissie voor sportaangelegenheden opgericht, hierna « de Commissie » te noemen.

Art. 12.De Commissie heeft als opdracht om de Vlaamse regering te adviseren met betrekking tot bij de Vlaamse regering ingediende beroepen, bezwaar- of verweerschriften tegen het door de Vlaamse gemeenschap geuite en formeel betekende voornemen om: 1° een vergunning of verlenging ervan geheel of gedeeltelijk te weigeren, in te trekken of te schorsen;2° een erkenning of subsidiëring, verlenging of wijziging van een erkenning of subsidiëring te weigeren;3° een erkenning of subsidiëring in te trekken of te schorsen. In haar adviezen beoordeelt de Commissie de procedurele en formele aspecten van het dossier. Ze geeft geen inhoudelijke appreciatie.

Art. 13.§ 1. De Commissie bestaat uit zeven leden, waaronder de voorzitter en een ondervoorzitter. De voorzitter heeft een juridische opleiding genoten en heeft juridische ervaring in sportaangelegenheden.

De overige leden zijn deskundig en hebben ervaring in de sportsector.

Er is onverenigbaarheid tussen een mandaat in de Raad of de raad van bestuur van de Vlaamse Openbare Instelling bevoegd voor de sport enerzijds, en een mandaat in de Commissie anderzijds. Een lid van de Commissie kan niet tegelijkertijd deel uitmaken van het personeel van de voor de sport bevoegde diensten van de Vlaamse regering of van de Vlaamse Openbare Instelling bevoegd voor de sport. Ten hoogste twee derde van de leden van de Commissie is van hetzelfde geslacht. § 2. De Vlaamse regering benoemt de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Commissie voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.

De voorzitter en de ondervoorzitter zijn van verschillend geslacht. § 3. De Commissie kan zich laten bijstaan door externe deskundigen die de adviezen voorbereiden.

Art. 14.§ 1. De Vlaamse regering regelt de werking van de Commissie. § 2. De Vlaamse regering kan geen beslissing nemen wanneer bezwaar is aangetekend tegen een voornemen van beslissing, zonder het advies van de Commissie te hebben gevraagd. § 3. De Vlaamse regering bepaalt de termijn waarbinnen advies wordt uitgebracht en de termijn waarbinnen ze, na ontvangst van het advies, een beslissing neemt. Wanneer na de vastgestelde termijn geen advies werd uitgebracht, kan de Vlaamse regering een beslissing nemen zonder het advies van de Commissie. § 4. De voor de sport bevoegde diensten van de Vlaamse regering of van de Vlaamse Openbare Instelling bevoegd voor de sport zullen op verzoek van de Commissie alle informatie bezorgen waarover ze beschikken omtrent het dossier dat aan de basis ligt van het beroep.

Art. 15.Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door de diensten van de Vlaamse regering.

Art. 16.Het decreet van 23 juli 1992 houdende oprichting van een Vlaamse Hoge Raad voor de Sport wordt opgeheven.

Art. 17.Dit decreet treedt in werking op 1 augustus 1998.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 7 juli 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS _______ Nota (1) Zitting 1997-1998. Stukken. - Voorstel van decreet : 1047 -nr. 1. - Amendementen : 1047 - nr. 2. - Verslag: 1047 - nr. 3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : middagvergadering van 24 juni 1998.

^