gepubliceerd op 26 juni 1999
Decreet betreffende milieu-initiatie in het Waalse Gewest
6 MEI 1999. - Decreet betreffende milieu-initiatie in het Waalse Gewest (1)
De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet beoogt de creatie van een net van centra voor milieu-initiatie in het Waalse Gewest om het publiek voor te lichten, ontvankelijk te maken en op te leiden inzake milieu-aangelegenheden.
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° « C.R.I.E. » : "centre régional d'initiation à l'environnement" (gewestelijk centrum voor milieu-initiatie); 2° vzw : vereniging zonder winstoogmerk opgericht overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend.
Art. 3.De Regering verspreidt de « C.R.I.E. » met inachtneming van de volgende criteria : 1° het geografische evenwicht;2° het belang van het natuurlijke patrimonium;3° de bevolkingsdichtheid.
Art. 4.Elk « C.R.I.E. » heeft als hoofdopdracht de algemene milieukennis te bevorderen bij jeugd- en volwassenenorganisaties, in scholen, gezinnen en besturen.
In dat verband is het centrum belast met : 1° het uitwerken van een animatiemethodologie en het ter beschikking stellen van didactisch en vulgarisatiemateriaal;2° de organisatie van animaties en sensibilisatie-activiteiten;3° de organisatie van stages;4° de organisatie van opleidingen. Elk « C.R.I.E. » is gespecialiseerd in ten minste één van de milieu-aangelegenheden bedoeld in artikel 6, § 1, II, 1°, 2°, 3°, III, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, en V, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993.
Art. 5.Na advies van het in artikel 9 bedoelde begeleidingscomité erkent de Regering volgens de door haar bepaalde procedure de vzw's die het beheer van de « C.R.I.E. » zullen waarnemen. Ze bepaalt in welke gevallen en volgens welke procedure de erkenning kan worden ingetrokken.
De erkenning wordt verleend voor drie jaar en is verlengbaar.
Om erkend te worden moet de vzw aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° haar maatschappelijk doel ligt in de lijn van de in artikel 1 bedoelde doestellingen; 2° haar raad van bestuur telt onder zijn leden ten minste twee personen die houder zijn van een diploma in de pedagogie en twee die houder zijn van een diploma in de wetenschappen m.b.t. milieu-aangelegenheden; 3° haar project past in het kader van de in artikel 4 bedoelde opdrachten;4° haar financieel beheer is gezond. De erkenning slaat met name op de volgende gegevens : 1° het doel van de opdracht;2° de wijze waarop toezicht wordt gehouden op de vervulling van de opdracht;3° de door de vzw te verstrekken documenten, met name het activiteiten- en het boekhoudverslag;4° de middelen die de vzw ter beschikking stelt voor de vervulling van haar opdracht;5° de respectievelijke verplichtingen van de Regering en de vzw.
Art. 6.Gedurende de erkenning verschaft de Regering de krachtens artikel 5 erkende vzw de onroerende en roerende goederen die nodig zijn voor het vervullen van de in artikel 4 bedoelde opdrachten.
Art. 7.De Regering draagt bij tot de werking van het « C.R.I.E. » d.m.v. een jaarlijkse toelage waarvan ze het bedrag per centrum bepaalt.
De Regering bepaalt de voorwaarden waaronder de jaarlijkse toelage wordt betaald.
Art. 8.De Regering is belast met de administratieve opvolging en de controle van het gebruik van de toelagen van het « C.R.I.E. ».
De Regering zorgt voor de jaarlijkse evaluatie van de binnen het « C.R.I.E. » verrichte activiteiten, met name op grond van een activiteitenverslag dat de krachtens artikel 5 erkende vzw's haar jaarlijks overmaken.
Art. 9.Er wordt een begeleidingscomité opgericht dat moet zorgen voor de samenhang en de evaluatie van de binnen de « C.R.I.E. » uitgeoefende activiteiten en de Regering advies moet geven in het kader van de erkenningsprocedure.
De Regering bepaalt de samenstelling en de werkwijze van het comité.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 6 mei 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken van de Raad. - 495 (1998-1999) Nrs. 1 à 6.
Volledig verslag. - Openbare vergadering van 28 april 1999.
Bespreking. Stemming.