Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 juli 2001
gepubliceerd op 17 augustus 2001

Decreet houdende ondersteuning van de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035848
pub.
17/08/2001
prom.
06/07/2001
ELI
eli/decreet/2001/07/06/2001035848/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2001. - Decreet houdende ondersteuning van de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk : a) de erkende verenigingen voor volksontwikkelingswerk, bedoeld in het decreet van 19 april 1995 houdende een subsidiëring voor verenigingen voor volksontwikkelingswerk, met inbegrip van de krachtens dat decreet erkende landelijke verenigingen van migranten;b) de erkende instellingen voor volksontwikkelingswerk, bedoeld in het decreet van 19 april 1995 houdende een subsidieregeling voor instellingen voor volksontwikkelingswerk;c) de erkende diensten voor sociaal-cultureel werk voor volwassenen, bedoeld in het decreet van 19 april 1995 houdende een subsidieregeling voor diensten voor sociaal-cultureel werk voor volwassenen en houdende een wijziging van het decreet van 2 januari 1976 tot erkenning en subsidiëring van de Nederlandstalige koepelorganisaties voor beleidsvoorbereidend overleg in de sector van het sociaal-cultureel werk voor volwassenen. HOOFDSTUK II. - Ondersteuning van de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk

Art. 3.§ 1. De Vlaamse regering neemt een gedeelte van de jaarlijkse bijdragen ten laste waartoe de erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk die lid zijn van de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk, hierna de FOV te noemen, krachtens de statuten van die federatie verplicht zijn.

De Vlaamse regering is hiertoe verplicht als de FOV aan de volgende voorwaarden voldoet en blijft voldoen : 1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel overeenkomstig de wet van 27 juni 1921, waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend : 2° haar zetel hebben in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° volgens haar statuten tot doel hebben : a) de gemeenschappelijke belangen van de aangesloten organisaties te behartigen;b) de leden te informeren over de werking van de FOV;c) op te treden als vertegenwoordiger van alle aangesloten leden naar de overheid en waar daarom gevraagd wordt;4° meer dan de helft van alle erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk tot lid hebben, die samen meer dan de helft ontvangen van alle vaste basissubsidies, werkingssubsidies en/of personeelssubsidies die door de Vlaamse regering worden toegekend aan erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk;5° met het steunpunt voor sociaal-cultureel werk een samenwerkingsovereenkomst gesloten hebben waarin de FOV en dit steunpunt hun onderlinge samenwerking regelen om te komen tot een optimale uitvoering van die opdrachten van de FOV en van het steunpunt die met elkaar samenhangen;6° de collectieve arbeidsovereenkomst voor het sociaal-cultureel werk naleven. § 2. De Vlaamse regering bepaalt haar tussenkomst in de jaarlijkse bijdragen, bedoeld in § 1, afhankelijk van de grootte van die jaarlijkse bijdragen, van het aantal leden van de FOV en hun financiële draagkracht en van de activiteitenplanning, de begroting en de financiële draagkracht van de FOV. De tussenkomst in de jaarlijkse bijdrage van een bepaalde erkende organisatie voor volksontwikkelingswerk bedraagt minimaal 0,7 procent van de som van de vaste basissubsidie, de werkingssubsidie en de personeelssubsidie die de Vlaamse regering aan die erkende organisatie voor volksontwikkelingswerk toekent.

Die tussenkomst wordt ten laatste op 1 maart van het jaar waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, betaald aan de erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk die lid zijn van de FOV. De Vlaamse regering bepaalt op welke wijze en wanneer de FOV haar activiteitenplanning en haar begroting moet meedelen aan de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 4.De door de Vlaamse regering aangewezen dienst oefent jaarlijks ter plaatse of op stukken toezicht uit op de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 3.

De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels van dit toezicht. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen, opheffingsbepalingen en inwerkingtreding

Art. 5.Het decreet van 2 januari 1976 tot erkenning en subsidiëring van de Nederlandstalige koepelorganisaties voor beleidsvoorbereidend overleg in de sector van het sociaal-cultureel werk voor volwassen, gewijzigd bij de decreten van 8 april 1987, 21 december 1988, 25 juni 1992, 1 juli 1992, 19 april 1995, 19 december 1997 en 30 juni 2000, wordt opgeheven op 1 januari 2002.

De Vlaamse regering mag voor het werkingsjaar 2001 toestaan dat de erkende Nederlandstalige koepelorganisaties voor beleidsvoorbereidend overleg in de sector van het sociaal-cultureel werk voor volwassenen afwijken van de erkenningsvoorwaarde, bepaald in artikel 3, 7°, van hetzelfde decreet.

In afwijking van artikel 3, § 2, eerste lid, mag de tussenkomst in de jaarlijkse bijdrage van een bepaalde erkende organisatie voor volksontwikkelingswerk verschuldigd voor het jaar 2001, minder bedragen dan 0,7 procent van de som van de vaste basissubsidie, de werkingssubsidie en de personeelssubsidie die de Vlaamse regering aan die erkende organisatie voor volksontwikkelingswerk toekent.

In afwijking van artikel 3, § 2, tweede lid, mag de tussenkomst in de jaarlijkse bijdrage verschuldigd voor het jaar 2001, op een latere datum betaald worden aan de erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk die lid zijn van de FOV.

Art. 6.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 juli 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX _______ Nota (1) Zitting 2000-2001 Stukken. - Voorstel van decreet : 481 - Nr. 1 - Advies van de Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding : 481 - Nr. 2 - Amendementen : 481 - Nr. 3 - Advies van de Raad van State : 481 - Nr. 4 - Amendementen : 481 - Nrs. 5 en 6 - Verslag : 481 - Nr. 7 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 481 - Nr. 8 Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergaderingen van 3 en 4 juli 2001.

^