14 MAART 2003. - Besluit van de Vlaamse regering ter uitvoering van het decreet houdende ondersteuning van de Federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk en houdende ondersteuning van de Vereniging van Vlaamse Cultuurcentra

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende ondersteuning van de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk en houdende ondersteuning van de vereniging van Vlaamse cultuurcentra, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2002 en 29 november 2002;

Gelet op het advies van de Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding, gegeven op 29 januari 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor de tijdige toekenning van een financiële ondersteuning aan de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk en de vereniging van Vlaamse cultuurcentra onverwijld de wijze van dossiervorming moet worden geconcretiseerd;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De Federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk, hierna de FOV te noemen, moet voor 1 februari 2002 aantonen dat ze beantwoordt aan de voorwaarden, bepaald in artikel 3, § 1, 1°, 2°, 3° en 5°, van het decreet van 6 juli 2001 houdende ondersteuning van de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk en houdende ondersteuning van de vereniging van Vlaamse cultuurcentra, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2002 en 29 november 2002, hierna het decreet te noemen. § 2. De Vereniging van Vlaamse Cultuurcentra, hierna de VVC te noemen, moet voor 1 maart 2003 aantonen dat ze beantwoordt aan de voorwaarden, bepaald in artikel 4bis, § 1, 1°, 2°, 3°,en 5° van het decreet.

Art. 2.De bijdragen, bepaald in artikel 3, § 2 en 4bis, § 2, van het decreet, worden jaarlijks uitgekeerd nadat de FOV en de VVC een dossier hebben voorgelegd. De uiterste indieningsdatum is 1 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop de subsidies betrekking hebben. Dat dossier bevat de volgende documenten : 1° de lijst van de erkende organisaties of gesubsidieerde cultuurcentra die voldoen aan de verplichtingen eigen aan het lidmaatschap;2° de activiteitenplanning en de begroting voor het volgende werkjaar, goedgekeurd door de algemene vergadering.

Art. 3.De bijdrage, bepaald in artikel 3, § 2, en 4bis, § 2, van het decreet, wordt vastgesteld op basis van de subsidiegegevens van het meest recente kalenderjaar dat bekend is op het ogenblik van de toekenning.

Art. 4.De FOV en de VVC dienen jaarlijks, voor 1 april, een door de algemene vergadering goedgekeurd financieel en werkingsverslag over het voorbije jaar in bij de bevoegde administratie.

Art. 5.§ 1. Voor de tegemoetkoming in de bijdrage, bepaald in artikel 3, § 2, van het decreet, dient de FOV voor de begrotingsjaren 2002 en 2003, respectievelijk voor 1 februari 2002 en voor 1 februari 2003 de documenten, genoemd in artikel 2 van dit besluit, in bij de bevoegde administratie. § 2. Voor de toekenning van de subsidie voor het begrotingsjaar 2002, bepaald in artikel 4bis, § 4, van het decreet, dient de VVC voor 1 maart 2003 een financieel en werkingsverslag over 2002 in bij de bevoegde administratie. Voor de tegemoetkoming in de bijdrage, bepaald in artikel 4bis, § 2 van het decreet, dient de VVC voor het begrotingsjaar 2003 de documenten, genoemd in artikel 2 van dit besluit, in bij de bevoegde administratie voor 1 februari 2003.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 7.De minister, bevoegd voor de cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 maart 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd, en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN