Etaamb.openjustice.be
Decreet van 04 april 2024
gepubliceerd op 06 mei 2024

Decreet houdende diverse maatregelen met betrekking tot de klassengrootte in het leerplichtonderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2024003903
pub.
06/05/2024
prom.
04/04/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 APRIL 2024. - Decreet houdende diverse maatregelen met betrekking tot de klassengrootte in het leerplichtonderwijs (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - BEPALINGEN TOT WIJZIGING VAN HET DECREET VAN 13 JULI 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET GEWOON KLEUTERONDERWIJS EN LAGER ONDERWIJS EN DE WIJZIGING VAN DE ONDERWIJSWETGEVING

Artikel 1.Artikel 31bis/1 van het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving wordt vervangen als volgt ; « Artikel 31bis/1.- § 1. Het aantal leerlingen in het 3e, 4e, 5e en 6e leerjaar lager onderwijs mag niet meer dan 28 per klasgroep bedragen.

In de vestigingen gelegen in gemeenten die onder artikel 10 van de wet van 30 juli 1963 houdende de taalregeling in het onderwijs vallen, mag dit aantal met één eenheid verhoogd worden.

Het maximum aantal leerlingen in het 1ste en 2e leerjaar van het lager onderwijs is 24 per klasgroep. § 2. De inrichtende macht of haar afgevaardigde legt uiterlijk op 15 oktober van het schooljaar een overzichtstabel voor advies voor aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan bedoeld in artikel 25. De regering biedt een model van tabel voor : - de identificatie van de betrokken schoolinrichting ; - de vermelding de datum van de vergadering van het plaatselijk sociaal overlegorgaan; - de identificatie van deelnemers en de vakbondsorganisatie die zij vertegenwoordigen; - de vermelding van klassen met overschrijdingen per studiejaar, samen met de betrokken klas : o het aantal leerlingen dat de toegestane norm overschrijdt ; o de opgegeven reden voor de overschrijding, uit de onderstaande lijst, en de argumenten voor het kiezen van deze reden; - de vermelding van het gunstige of ongunstige advies dat tijdens de vergadering door de verschillende aanwezige vakbondsvertegenwoordigers werd gegeven en, in het geval van een ongunstig advies, de redenen daarvoor.

Indien de normen bedoeld in § 1 overschreden worden, zelfs voor één enkele wekelijkse lestijd, moet de inrichtende macht of haar afgevaardigde de redenen hiervoor vermelden in de overzichtstabel die voorgelegd wordt aan het lokaal sociaal overlegorgaan; deze redenen vallen onder de onderstaande situaties en voorwaarden: 1° in vestigingen die gelegen zijn in zones of delen van zones die bepaald zijn overeenkomstig artikel 2bis waar het duidelijk is dat het aantal klassen niet kan worden verhoogd zonder nieuwe vestigingen of schoolinrichtingen op te richten;2° in vestigingen die niet op een andere manier georganiseerd kunnen worden vanwege de grootte en/of het aantal lokalen, ook als dit te wijten is aan overmacht.Onder "overmacht" wordt verstaan een gebeurtenis die onweerstaanbaar, onvoorzienbaar en extern is aan de persoon die zich erop beroept; 3° als de bevolking van de vestiging tussen 15 januari en 30 september met meer dan 8% toeneemt, zonder gebruik te kunnen maken van de bepalingen van de artikelen 27 en 37, en op voorwaarde dat de vestiging in kwestie niet geherstructureerd is;4° als het aantal klassen dat georganiseerd kan worden op basis van het lestijdenpakket bepaald op 15 januari en/of op 30 september niet toelaat dat een klasgroep in tweeën gesplitst wordt;5° als gevolg van een bijzondere pedagogische organisatie;6° in het geval van een lokale situatie die niet is opgenomen in de lijst op basis van artikel 2bis van dit decreet en die met name het gevolg is van een demografische verandering die gevolgen heeft voor alle vestigingen in een gemeente of in naburige gemeenten, of van de sluiting van een vestiging op de eerste dag van het schooljaar of op 1 oktober van het lopende schooljaar; 7° in het geval van een schoolverandering, zoals bedoeld in artikel 2.4.1-1 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, wanneer de leerling die de overschrijding veroorzaakt het onderwerp van de school verandering is geweest; 8° in het geval van een behoud bedoeld in artikel 2.3.1-6 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, wanneer de leerling die de overschrijding veroorzaakt aan een dergelijk behoud onderworpen is geweest.

Wanneer de overzichtstabel aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan wordt voorgelegd, geven de vertegenwoordigers van de vakbondsorganisatie elk een gunstig of ongunstig advies. Er wordt een ongunstig advies gegeven als er een overschrijding wordt vastgesteld en er nog steeds onenigheid is over de opgegeven reden, of als er geen reden wordt opgegeven.

De vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties die een ongunstig advies hebben uitgebracht, kunnen binnen vijf kalenderdagen vanaf de dag die volgt op het uitbrengen van het advies, per aangetekende brief of langs elektronische weg een gemotiveerd beroep zonder schorsende werking indienen bij de diensten van de regering.

Indien op 15 oktober bedoeld in het eerste lid de inrichtende macht of haar afgevaardigde de bovenvermelde overzichtstabel niet aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan heeft bezorgd, beschikken de vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties eveneens over een termijn van vijf kalenderdagen om, een beroep zonder opschortende werking aan te tekenen tegen dit ontbreken van een overzichtstabel.

De diensten van de Regering onderzoeken het dossier en stellen, in voorkomend geval, de betrokken inrichtende macht in kennis van hun bezwaren . De inrichtende macht heeft dertig kalenderdagen de tijd om haar schriftelijke opmerkingen in te dienen.

Afhankelijk van het geval neemt de Minister bevoegd voor het basisonderwijs - of zijn afgevaardigde - of de Regering een beslissing binnen zestig dagen na het einde van de termijn bedoeld in het vorige lid.

Een overtreding wordt vastgesteld als aan het einde van de procedure blijkt dat er geen geldige reden is voor de overschrijding, dat de opgegeven reden ongegrond is of als de inrichtende macht blijft verzuimen een reden op te geven of een tabel in te dienen. Wanneer een inbreuk wordt vastgesteld, legt de Minister belast met het basisonderwijs of zijn afgevaardigde volgens de hierboven beschreven procedure één van de volgende sancties op : 1° de waarschuwing en herhaling van de administratie aan de inrichtende macht ;2° bij recidive binnen drie jaar : - een verbod op het ontvangen van steun in het kader van de extra lestijden zoals bedoeld in artikel 31 bis/2 gedurende de volgende twee schooljaren voor de betrokken school ; - een boete waarvan het bedrag niet lager dan 250 euro en niet hoger dan 2.500 euro mag zijn.

In het geval van een tweede recidive, vastgesteld door diensten van de Regering, zal de regering een boete opleggen, volgens de hierboven beschreven procedure, gelijk aan 5% van de jaarlijkse werkingsdotaties of -subsidies van de betreffende school.

Werkingssubsidies en -dotaties worden door de Regering terugbetaald op de datum, geregistreerd door de diensten van de Regering, waarop weer aan alle normen voor klassengrootte wordt voldaan. § 3. De overzichtstabellen waarnaar in § 2 wordt verwezen, worden uiterlijk op de laatste schoolwerkdag voor het begin van de wintervakantie (kerstvakantie) naar de diensten van de Regering gestuurd.

De Algemene Inspectiedienst is verantwoordelijk voor het uitvoeren van systematische controles op de naleving van de bepalingen bedoeld in dit artikel overeenkomstig de door de regering vastgestelde nadere regels.

Om de drie jaar, uiterlijk op 31 maart, voeren de diensten van de Regering een beoordeling uit van de naleving van de normen betreffende de klassengrootte. ».

Art. 2.In artikel 31bis/2 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Een globaal aantal van 764 lestijden wordt toegekend aan de vestigingsplaatsen geconfronteerd met de toestand bedoeld in artikel 31bis/1, tweede lid, 3° om de normen bedoeld in § 1 van hetzelfde artikel te kunnen bereiken. ».

Art. 3.In hetzelfde decreet wordt een artikel 41bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 41bis.§ 1. Het aantal leerlingen in het kleuteronderwijs ligt tussen 22 en maximaal 24 per klasgroep. § 2. De inrichtende macht of haar afgevaardigde legt uiterlijk op 15 oktober van het schooljaar aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan bedoeld in artikel 25 een overzichtstabel voor, opgesteld volgens het model bedoeld in artikel 31bis/1, § 2.

Als de normen vastgelegd in § 1 overschreden worden, zelfs voor een enkele wekelijkse lestijd, moet de inrichtende macht of haar afgevaardigde de redenen hiervoor uitleggen in de overzichtstabel die voorgelegd wordt aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan; deze redenen vallen onder de onderstaande situaties en voorwaarden: 1° in vestigingen die gelegen zijn in zones of delen van zones die bepaald zijn overeenkomstig artikel 2bis waar het duidelijk is dat het aantal klassen niet kan worden verhoogd zonder nieuwe vestigingen of schoolinrichtingen op te richten;2° in vestigingen die niet op een andere manier georganiseerd kunnen worden vanwege de grootte en/of het aantal lokalen, ook als dit te wijten is aan overmacht.Onder "overmacht" wordt verstaan een gebeurtenis die onweerstaanbaar, onvoorzienbaar en extern is aan de persoon die zich erop beroept; 3° wanneer het aantal klassen dat kan worden georganiseerd op basis van de betrekkingen toegekend overeenkomstig de artikelen 41 tot 44 ter niet toelaat dat een klasgroep in tweeën wordt gesplitst;4° in het geval van een lokale situatie die niet is opgenomen in de lijst op basis van artikel 2 bis en die met name het gevolg is van een demografische verandering die gevolgen heeft voor alle vestigingen in een gemeente of in naburige gemeenten, of van de sluiting van een vestiging op de eerste dag van het schooljaar of op 1 oktober van het lopende schooljaar;5° als gevolg van een bijzondere pedagogische organisatie; 6° in het geval van een schoolverandering, zoals bedoeld in artikel 2.4.1-1 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, wanneer de leerling die de overschrijding veroorzaakt het onderwerp is van de schoolverandering; 7° in het geval van een behoud zoals bedoeld in artikel 2.3.1-6 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, wanneer de leerling die de overschrijding veroorzaakt onder een dergelijk behoud valt.

Wanneer de overzichtstabel aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan wordt voorgelegd, geven de vertegenwoordigers van de vakbondsorganisatie elk een gunstig of ongunstig advies. Er wordt een ongunstig advies gegeven als er een overschrijding wordt vastgesteld en er nog steeds onenigheid is over de opgegeven reden, of als er geen reden wordt opgegeven.

De vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties die een ongunstig advies hebben uitgebracht, kunnen binnen vijf kalenderdagen vanaf de dag die volgt op het uitbrengen van het advies, per aangetekende brief of langs elektronische weg een gemotiveerd beroep zonder schorsende werking indienen bij de diensten van de regering.

Indien op 15 oktober bedoeld in het eerste lid de inrichtende macht of haar afgevaardigde de bovenvermelde overzichtstabel niet aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan heeft bezorgd, beschikken de vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties eveneens over een termijn van vijf kalenderdagen om, een beroep zonder opschortende werking aan te tekenen tegen dit ontbreken van een overzichtstabel.

De diensten van de Regering onderzoeken het dossier en stellen, in voorkomend geval, de betrokken inrichtende macht in kennis van hun bezwaren . De inrichtende macht heeft dertig kalenderdagen de tijd om haar schriftelijke opmerkingen in te dienen.

Afhankelijk van het geval neemt de Minister bevoegd voor het basisonderwijs - of zijn afgevaardigde - of de Regering een beslissing binnen zestig dagen na het einde van de termijn bedoeld in het vorige lid.

Een overtreding wordt vastgesteld als aan het einde van de procedure blijkt dat er geen geldige reden is voor de overschrijding, dat de opgegeven reden ongegrond is of als de inrichtende macht blijft verzuimen een reden op te geven of een tabel in te dienen. Wanneer een inbreuk wordt vastgesteld, legt de Minister belast met het basisonderwijs of zijn afgevaardigde volgens de hierboven beschreven procedure één van de volgende sancties op : 1° de waarschuwing en herhaling van de administratie aan de inrichtende macht ;2° bij recidive binnen drie jaar : - een verbod op het ontvangen van steun in het kader van de extra lestijden zoals bedoeld in artikel 31 bis/2 gedurende de volgende twee schooljaren voor de betrokken school ; - een boete waarvan het bedrag niet lager dan 250 euro en niet hoger dan 2.500 euro mag zijn.

In het geval van een tweede recidive, vastgesteld door diensten van de Regering, zal de regering een boete opleggen, volgens de hierboven beschreven procedure, gelijk aan 5% van de jaarlijkse werkingsdotaties of -subsidies van de betreffende school.

Werkingssubsidies en -dotaties worden door de Regering terugbetaald op de datum, geregistreerd door de diensten van de Regering, waarop weer aan alle normen voor klassengrootte wordt voldaan. § 3. De overzichtstabellen waarnaar in § 2 wordt verwezen, worden uiterlijk op de laatste schoolwerkdag voor het begin van de wintervakantie (kerstvakantie) naar de diensten van de Regering gestuurd.

De Algemene Inspectiedienst is verantwoordelijk voor het uitvoeren van systematische controles op de naleving van de bepalingen bedoeld in dit artikel overeenkomstig de door de regering vastgestelde nadere regels.

Om de drie jaar, uiterlijk op 31 maart, voeren de diensten van de Regering een beoordeling uit van de naleving van de normen voor klassengrootte. ».

TITEL II. - WIJZIGINGEN VAN HET DECREET VAN 29 JULI 1992 HOUDENDE ORGANISATIE VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS MET VOLLEDIG LEERPLAN

Art. 4.Artikel 23bis van het decreet van 29 juli 1992 houdende de organisatie van het volledig secundair onderwijs wordt vervangen als volgt : «

Artikel 23bis.§ 1. In het secundair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, zijn de normen voor de klassengrootte - groep leerlingen van het secundair onderwijs in dezelfde klasgroep of een groep van twee of meer klasgroepen geplaatst onder de leiding van een leerkracht in overeenstemming met het wettelijke lesrooster - als volgt : a) in de eerste gemeenschappelijke graad mag geen enkele klas meer dan 24 leerlingen tellen, behoudens afwijking toegekend overeenkomstig paragraaf 4;b) in het 1ste gedifferentieerde leerjaar mag geen enkele klas meer dan 15 leerlingen tellen;c) in het 2de gedifferentieerde leerjaar mag geen enkele klas meer dan 18 leerlingen tellen;d) in de tweede graad van het algemeen onderwijs mogen de klassen gemiddeld niet meer dan 26 leerlingen tellen, met een maximum van 29 leerlingen;cursussen in het laboratorium mogen gemiddeld niet meer dan 16 leerlingen tellen, met een maximum van 19 leerlingen; e) in de derde graad van het algemeen onderwijs mogen de klassen gemiddeld niet meer dan 29 leerlingen tellen, met een maximum van 32 leerlingen;cursussen in het laboratorium mogen gemiddeld niet meer dan 16 leerlingen tellen, met een maximum van 19; f) in de tweede en derde graden van het technisch doorstromingsonderwijs en het kunstdoorstromingsonderwijs mogen de klassen gemiddeld niet meer dan 26 leerlingen tellen met een maximum van 29 leerlingen, ook wanneer leerlingen van de derde graad van het algemeen onderwijs worden samengevoegd;cursussen in het laboratorium mogen gemiddeld niet meer dan 16 leerlingen tellen met een maximum van 19 leerlingen; g) in de tweede en derde graad van het technisch kwalificatieonderwijs en het kunstkwalificatieonderwijs mogen de klassen gemiddeld niet meer dan 25 leerlingen tellen met een maximum van 28 leerlingen;deze grens wordt verlaagd tot een gemiddelde van 16 leerlingen met een maximum van 19 leerlingen voor de cursussen beroepspraktijk, en tot een gemiddelde van 12 leerlingen met een maximum van 15 leerlingen voor de cursussen beroepspraktijk die onder het afzonderlijk telsysteem vallen zoals voorzien in het besluit van 31 augustus 1992; het gemiddeld aantal van 10 leerlingen met een maximum van 12 leerlingen zal niet overschreden worden wanneer de veiligheid dit vereist; h) in de tweede graad van het beroepsonderwijs mogen de klassen, en in het bijzonder de klassen van de algemene cursussen, gemiddeld niet meer dan 19 leerlingen tellen, met een maximum van 22 leerlingen;de limiet wordt verlaagd tot een gemiddelde van 16 leerlingen met een maximum van 19 voor de cursussen beroepspraktijk, tot een gemiddelde van 12 leerlingen met een maximum van 15 voor de cursussen beroepspraktijk die onder een aparte telling vallen; het gemiddelde aantal van 10, met een maximum van 12, wordt niet overschreden als de veiligheid dit vereist; i) in de derde graad van het beroepsonderwijs mogen de klassen gemiddeld niet meer dan 22 leerlingen tellen met een maximum van 25 leerlingen;de limiet wordt verlaagd tot een gemiddelde van 16 leerlingen met een maximum van 19 voor de cursussen beroepspraktijk, tot een gemiddelde van 12 leerlingen met een maximum van 15 voor de cursussen beroepspraktijk die onder een aparte telling vallen; het gemiddelde aantal van 10 leerlingen met een maximum van 12 wordt niet overschreden als de veiligheid dit vereist; j) in de voorbereidende leerjaren bedoeld in artikel 2, § 3, 2°, en § 4, tweede lid, van de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs, mogen de klassen gemiddeld niet meer dan 25 leerlingen tellen. Op advies van de Algemene Raad voor het Secundair Onderwijs, dat gebaseerd is op een voorstel dat haar door de Algemene Inspectiedienst zal worden voorgelegd, zal de regering een lijst opstellen van gegroepeerde basisopties waarbij de cursussen beroepspraktijk een zodanig risico inhoudt dat de veiligheid vereist dat een leraar een beperkt aantal leerlingen onder zijn of haar toezicht heeft. § 1/ 1. De inrichtende macht of haar afgevaardigde dient uiterlijk op 15 oktober van het schooljaar een overzichtstabel in bij het plaatselijk sociaal overlegorgaan. De regering biedt een model van tabel voor : - de identificatie van de betrokken schoolinrichting ; - de vermelding de datum van de vergadering van het plaatselijk sociaal overlegorgaan; - de identificatie van deelnemers en de vakbondsorganisatie die zij vertegenwoordigen; - de gegroepeerde basisoptie en de enkelvoudige basisoptie, die in de verschillende graden en vormen kunnen worden gehandhaafd; - de vermelding van klasgroepen die per leerjaar, per betrokken klas overschreden worden: o het studiejaar, de onderwijsvorm en het type cursus ; o het gemiddelde dat nageleefd moet worden ; o het maximaal toegestane aantal leerlingen ; o het aantal leerlingen dat de toegestane norm overschrijdt ; o de opgegeven reden voor de overschrijding, uit de onderstaande lijst, en de argumenten voor het kiezen van deze reden; - de vermelding van het gunstige of ongunstige advies dat tijdens de vergadering door de verschillende aanwezige vakbondsvertegenwoordigers werd gegeven en, in het geval van een ongunstig advies, de redenen daarvoor. § 1/ 2. De gemiddelden bedoeld in § 1 mogen niet worden overschreden.

De maxima bedoeld in § 1 mogen alleen worden overschreden onder de voorwaarden vastgesteld in de paragrafen 2, 3 en 4.

Wanneer de overzichtstabel aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan wordt voorgelegd, geven de vertegenwoordigers van de vakbondsorganisatie elk een gunstig of ongunstig advies. Er wordt een ongunstig advies gegeven als er een overschrijding wordt vastgesteld en er nog steeds onenigheid is over de opgegeven reden, of als er geen reden wordt opgegeven.

De vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties die een ongunstig advies hebben uitgebracht, kunnen binnen vijf kalenderdagen vanaf de dag die volgt op het uitbrengen van het advies, per aangetekende brief of langs elektronische weg een gemotiveerd beroep zonder schorsende werking indienen bij de diensten van de regering.

Indien op 15 oktober bedoeld in het eerste lid de inrichtende macht of haar afgevaardigde de bovenvermelde overzichtstabel niet aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan heeft bezorgd, beschikken de vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties eveneens over een termijn van vijf kalenderdagen om, een beroep zonder opschortende werking aan te tekenen tegen dit ontbreken van een overzichtstabel.

De diensten van de Regering onderzoeken het dossier en stellen, in voorkomend geval, de betrokken inrichtende macht in kennis van hun bezwaren . De inrichtende macht heeft dertig kalenderdagen de tijd om haar schriftelijke opmerkingen in te dienen.

Afhankelijk van het geval neemt de Minister bevoegd voor het secundair onderwijs - of zijn afgevaardigde - of de Regering een beslissing binnen zestig dagen na het einde van de termijn bedoeld in het vorige lid.

Een overtreding wordt vastgesteld als aan het einde van de procedure blijkt dat er geen geldige reden is voor de overschrijding, dat de opgegeven reden ongegrond is of als de inrichtende macht blijft verzuimen een reden op te geven of een tabel in te dienen. Wanneer een overtreding wordt vastgesteld, legt de Minister belast met het secundair onderwijs of zijn afgevaardigde volgens de hierboven beschreven procedure één van de volgende sancties op : 1° de waarschuwing en herhaling van de administratie aan de inrichtende macht ;2° bij recidive binnen drie jaar : - een verbod op het ontvangen van steun in het kader van de toekenning van extra lestijden zoals bedoeld in § 5 gedurende de volgende twee schooljaren voor de betrokken school ; - een boete waarvan het bedrag niet lager dan 250 euro en niet hoger dan 2.500 euro mag zijn.

In het geval van een tweede recidive vastgesteld door de diensten van de Regering kan de regering, met inachtneming van de hierboven beschreven procedure, een boete opleggen die gelijk is aan 5% van de jaarlijkse werkingssubsidies of -dotaties van de betrokken school.

Werkingssubsidies en -dotaties zullen door de Regering opnieuw worden toegekend op de datum vastgesteld door de diensten van de Regering en waarop aan alle normen voor klassen-grootte is voldaan. § 2. Het maximumaantal leerlingen vastgesteld in § 1, eerste lid, d) tot i) mag worden overschreden met : - één leerling wanneer het vastgestelde maximum minder dan 15 is; - twee leerlingen wanneer het vastgestelde maximum 15 of meer is.

Deze overschrijding is echter alleen mogelijk als geen enkele enkelvoudige of gegroepeerde basisoptie voor de graad en de vorm in kwestie op 15 januari van het vorige schooljaar onder de behoudsnorm lag.

Deze overschrijdingen gelden slechts voor één klasse-groep per studiejaar.

De inrichtende macht of haar afgevaardigde moet de redenen voor deze overschrijdingen vermelden in de overzichtstabel bedoeld in § 1/1 die aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan voorgelegd wordt, deze redenen kunnen inzonderheid betrekking hebben op de hierna vermelde situaties : a) tijdens een gezamenlijke opleiding, in een cursus die in het betreffende jaar in slechts één of twee groepen wordt georganiseerd; behoren tot de gezamenlijke opleiding de cursussen die geen deel uitmaken van de enkelvoudige of gegroepeerde basisopties; b) in één of meer cursussen van een enkelvoudige of gegroepeerde basisoptie die in één enkele groep op het niveau van het betrokken jaar georganiseerd wordt;c) in één of meer cursussen van een gegroepeerd basisoptie, als de school op 1 oktober in de betrokken graad en de betrokken vorm ten minste het volgende organiseert : - een optie in de sector Industrie; - een optie in de houtbouwsector; - een optie waarvan de creatie, het behoud of de hergroepering wordt ondersteund in de vorm van perioden die worden toegekend door de netoverschrijdende subregionale sturingsinstantie (IPIEQ afgekort) opgericht door het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 15/07/2009 numac 2009029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van subregionale sturingsinstanties en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen type decreet prom. 30/04/2009 pub. 10/07/2009 numac 2009029356 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de acties inzake alfabetisering en integratie in het onderwijs voor sociale promotie type decreet prom. 30/04/2009 pub. 07/10/2009 numac 2009029532 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de Hogere Kunstscholen (1) type decreet prom. 30/04/2009 pub. 30/06/2009 numac 2009029353 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector sluiten betreffende de oprichting van netoverschrijdende sturingsinstanties van het kwalificerend onderwijs (IPIEQ) en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificerend onderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen. § 3. Het maximumaantal leerlingen vastgesteld in § 1, eerste lid, d) tot i) mag worden overschreden met : - twee leerlingen wanneer het maximum lage dan 15 is ; - drie leerlingen wanneer het maximum 15 of meer is.

Dit kan echter alleen overschreden worden als niet meer dan één enkelvoudige of gegroepeerde basisoptie voor de betreffende graad en de betreffende vorm op 15 januari van het vorige schooljaar onder de behoudsnorm lag.

De inrichtende macht of haar afgevaardigde moet de redenen voor deze overschrijdingen vermelden in de overzichtstabel bedoeld in § 1/1 die aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan voorgelegd wordt, deze redenen kunnen inzonderheid betrekking hebben op de hierna vermelde situaties : d) de specificiteit van het opleidingsaanbod van de inrichting leidt tot zulke onevenwichtigheden tussen de bevolking van de verschillende enkelvoudige of gegroepeerde opties door de verschillende graden en vormen, dat ze gevolgen hebben voor één (van) de niet-facultatieve opleidingen waarvoor de overschijding is verzocht;e) de specificiteit van het opleidingsaanbod van de inrichting leidt tot zodanige onevenwichtigheden tussen de bevolkingen van de verschillende enkelvoudige of gegroepeerde basisopties door de verschillende graden en vormen, dat ze gevolgen hebben voor één of meer van de facultatieve opleiding waarvoor de overschrijding wordt aangevraagd;f) de beschikbare lokalen, faciliteiten en apparatuur laten geen andere organisatie toe, ook niet voor lichamelijke opvoeding, ook niet als dit het gevolg is van overmacht.Onder "overmacht" wordt verstaan een gebeurtenis die onweerstaanbaar, onvoorzienbaar en extern is aan de persoon die zich erop beroept; g) in het kwalificerend technisch onderwijs of beroepsonderwijs vereist de organisatie van een gezamenlijke opleiding binnen de maximumgrenzen dat leerlingen van opties die tot verschillende sectoren behoren, bij elkaar worden geplaatst. § 4. De inrichtende macht of haar afgevaardigde moet de redenen voor het overschrijden van § 1, eerste lid, a), vermelden in de samenvattende tabel bedoeld in § 1,/1 die wordt voorgelegd aan het plaatselijk sociaal overlegorgaan, deze redenen kunnen inzonderheid onder de hierna vermelde situaties vallen : 1° om een overschrijding van het aangegeven aantal plaatsen toe te staan, in het kader van de toepassing van artikel 1.7.7-30 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs in; 2° wanneer het aantal leerlingen ingeschreven in het 1ste gemeenschappelijke jaar van het secundair onderwijs effectief het aantal leerlingen, aangegeven overeenkomstig artikel 1.7.7-14, § 1, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, overschrijdt; 3° wanneer de norm bepaald in § 1, eerste lid, a), in het 2de gemeenschappelijke leerjaar overschreden wordt ten gevolge van de afwijking toegestaan in het 1ste gemeenschappelijke jaar in de gevallen opgenomen in 1° en 2°.Deze afwijking wordt alleen toegestaan als het aantal klassen van het 2de leerjaar in het schooljaar waarvoor de automatische afwijking wordt toegestaan gelijk is aan het aantal klassen van het 1ste voorgaande schooljaar; 4° wanneer de organisatie van klassen van 25 leerlingen voortvloeit uit de verplichte inschrijving van uitgesloten leerlingen in overeenstemming met artikel 1.7.9-9 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs in wat betreft de inrihchtingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap of artikel 1.7.9-10 van voornoemd Wetboek wat betreft de inrichtingen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. § 5. 1.471 extra lestijden worden toegewezen aan het secundair onderwijs en kunnen worden toegekend aan inrichtingen die daarom verzoeken, om aan de maxima bedoeld in § 1, eerste lid te voldoen.

Op straffe van nietigheid wordt de aanvraag bedoeld in het vorige lid uiterlijk op 12 september ingediend door de inrichtende macht of haar afgevaardigde in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap en door de inrichtende macht in het gesubsidieerd onderwijs, met behulp van het informaticahulpmiddel dat ter beschikking wordt gesteld door de diensten van de Regering. Het met redenen omklede verzoek ingediend door de inrichting moet vergezeld gaan van volledige gegevens over de lestijden waarover de inrichting beschikt, ongeacht hun oorsprong, met inbegrip van lestijden die door IPIEQ's worden verstrekt en lestijden die worden verkregen voor gedifferentieerd toezicht.

De toekenning van deze extra lestijden is voorbehouden aan vestigingen die, om te voldoen aan het maximum aantal leerlingen bedoeld in § 1, eerste lid, hun totale aantal lestijden leerkrachten hebben moeten aanspreken en geïdentificeerde pedagogische stelsels gericht op remediëring, begeleiding of ondersteuning bij het leren willen instellen of handhaven. De aanvraag moet aantonen dat deze systemen niet zonder deze extra lestijden kunnen worden ingevoerd.

De aanvragen worden volgens de volgende procedure geanalyseerd: a) de bijkomende lestijden worden eerst toegewezen per zone en, binnen elke zone, respectievelijk toegewezen voor het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, het gesubsidieerd officieel onderwijs, het confessioneel vrij onderwijs en het niet-confessioneel vrij onderwijs, in verhouding tot het aantal leerlingen dat regelmatig ingeschreven was op 15 januari van het vorige schooljaar;b) de aanvragen worden verwerkt : 1° voor het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, door de zonale affectatiecommissies bedoeld in artikel 14quater van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen of van het centraal overlegcomité;2° voor het onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, door de bevoegde zonale commissies voor het beheer van de betrekkingen in het secundair onderwijs bedoeld in hoofdstuk II van het decreet van 12 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/05/2004 pub. 23/06/2004 numac 2004029221 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vaststelling van de schaarste en bepaalde Commissies in het buitengewoon of door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs sluiten betreffende de vaststelling van de schaarste en bepaalde Commissies in het buitengewoon of door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs;deze commissies onderzoeken de aanvragen vóór 23 september en wijzen de lestijden toe volgens de criteria van relevantie en pedagogische efficiëntie; indien de commissie dit wenst, kan het feit dat een inrichting geniet van het gedifferentieerd kader voorzien door het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 15/07/2009 numac 2009029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van subregionale sturingsinstanties en de toekenning van stimuli met het oog op een doeltreffender herverdeling van het aanbod van kwalificatieonderwijs om de territoriale ontwikkeling te bevorderen type decreet prom. 30/04/2009 pub. 10/07/2009 numac 2009029356 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de acties inzake alfabetisering en integratie in het onderwijs voor sociale promotie type decreet prom. 30/04/2009 pub. 07/10/2009 numac 2009029532 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de Hogere Kunstscholen (1) type decreet prom. 30/04/2009 pub. 30/06/2009 numac 2009029353 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector sluiten deel uitmaken van de selectiecriteria voor de projecten; de commissies voorzien ook in procedures voor de herverdeling van de lestijden die niet aan één of meerdere inrichtingen konden worden toegekend, door dezelfde regels te volgen als bepaald in het derde lid en door dezelfde criteria van relevantie en pedagogische efficiëntie toe te passen; c) indien het aantal lestijden dat nodig is om te voldoen aan de weerhouden aanvragen het beschikbare totaal overschrijdt, kan de in punt b), 1°, bedoelde inrichtende macht of de in punt b), 2°, bedoelde commissie een maximum per inrichting vaststellen;d) de inrichtende macht bedoeld in b), 1°, en de commissies bedoeld in b), 2°, sturen hun beslissingen over de toekenning van bijkomende lestijden vóór 23 september naar de diensten van de Regering, die ze, voor het gesubsidieerd onderwijs, sturen aan de inrichtende machten van de betrokken inrichtingen, met een kopie aan deze laatste.Het aantal lestijden dat wordt toegekend, mag niet hoger zijn dan het aantal lestijden dat door de school is aangevraagd. De lestijden zijn beschikbaar op 1 oktober; e) de inrichtende macht waarvan de inrichting op 1 oktober niet langer voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in het derde lid van dit artikel, stelt de diensten van de Regering hiervan vóór 5 oktober in kennis;deze lestijden worden herverdeeld volgens de procedures die zijn vastgesteld door de onder b) bedoelde inrichtende macht. § 6. De cursus godsdienst, niet-confessionele zedenleer en filosofie en burgerschap, waar leerlingen van de cursus godsdienst of zedenleer vrijgesteld zijn, wordt georganiseerd in overeenstemming met de volgende normen : 1° voor de jaren of groepen van jaren bedoeld in artikel 7/1, eerste lid, 1 en 2, van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, mag geen enkele klas meer dan 25 leerlingen tellen;2° voor de jaren of groepen van jaren bedoeld in artikel 7/1, eerste lid, 3, van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, mag geen enkele klas meer dan 15 leerlingen tellen;3° voor de jaren of groepen van jaren bedoeld in artikel 7/1, eerste lid, 4, van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, mag geen enkele klas meer dan 17 leerlingen tellen;4° voor de jaren of groepen van jaren bedoeld in artikel 7/1,eerste lid, 5 tot 21, van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, mag geen enkele klas gemiddeld meer dan 27 leerlingen tellen. § 7. De overzichtstabellen bedoeld in § 1/1 worden uiterlijk op de laatste schoolwerkdag voor het begin van de wintervakantie (kerstvakantie) naar de diensten van de Regering gestuurd.

De Algemene Inspectiedienst is verantwoordelijk voor het uitvoeren van systematische controles op de naleving van de bepalingen bedoeld in dit artikel overeenkomstig de door de regering vastgestelde nadere regels.

Om de drie jaar, uiterlijk op 31 maart, voeren de diensten van de Regering een beoordeling uit van de naleving van de normen betreffende de klassengrootte. ».

Art. 5.Artikel 23ter van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Artikel 23ter.- De diensten van de Regeriing zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de bepalingen bedoeld in de artikelen 16 en 20. ».

TITEL III. - INWERKINGTREDING

Art. 6.Dit decreet treedt in werking op 26 augustus 2024.

In afwijking van het eerste lid is de sanctieregeling, zoals bedoeld in dit decreet, van toepassing vanaf 25 augustus 2025.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 4 april 2024.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en Onderwijs voor sociale promotie, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd en Promotie van Brussel, F. BERTIEAUX De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 681-1 - Commissieverslag, nr. 681-2 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 681-3 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 3 april 2024.

^