gepubliceerd op 20 januari 2017
Bijkomende Overeenkomst bij het eerste Beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Naamloze Vennootschap van Publiek recht "Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden" van 1 april 2014
20 DECEMBER 2016. - Bijkomende Overeenkomst bij het eerste Beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Naamloze Vennootschap van Publiek recht "Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden" (BIO) van 1 april 2014
De voorliggende bijkomende overeenkomst (de "bijkomende overeenkomst") bij het beheerscontract afgesloten op 1 april 2014 (hierna het "beheerscontract") werd afgesloten op 20 december 2016 tussen : (1) De Belgische Staat, hierna genoemd "de Belgische Staat", enerzijds, EN (2) De Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden NV, met maatschappelijke zetel te 1150 Brussel, Tervurenlaan 188A, b4, ondernemingsnummer 0476 286 331 (RPR Brussel), hierna "BIO" genoemd, anderzijds. De Belgische Staat en BIO worden gezamenlijk de "Partijen" genoemd en afzonderlijk een "Partij".
De Partijen zijn overeengekomen het beheerscontract, afgesloten op 1 april 2014 en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 2 april 2014 te wijzigen overeenkomstig de bepalingen van de voorliggende bijkomende overeenkomst.
Artikel 1.Wijziging van artikel 1, eerste lid van het beheerscontract De eerste zin wordt vervangen als volgt : "BIO werd opgericht bij notariële akte op 8 december 2001 verleden voor notaris Johan Kiebooms te Antwerpen, in toepassing van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht (hierna `BIO Wet'), zoals gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002, de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, door de wet van 20 januari 2014 tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht en door de wet van 21 juli 2016 tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht."
Art. 2.Wijziging van artikel 1, derde lid van het beheerscontract De woorden "het regelgevend kader, de strategienota's (in het bijzonder de "Strategienota voor de Sector Landbouw en Voedselzekerheid" en de bijhorende analysetabel) en de internationale verbintenissen die door de Belgische Staat inzake Ontwikkelingssamenwerking werden aangegaan" worden vervangen als volgt : "het nationale en internationale regelgevende kader en de strategienota's aangenomen inzake Ontwikkelingssamenwerking".
Art. 3.Wijziging van artikel 2, punt 2.1 van het beheerscontract Artikel 2, punt 2.1 wordt gewijzigd als volgt : "Overeenkomstig de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en het artikel 3 van de BIO Wet, heeft BIO als opdracht bij te dragen tot de duurzame menselijke ontwikkeling in de interventielanden, door de privésector rechtsreeks of onrechtstreeks te ondersteunen via de gekwalificeerde ondernemingen in die landen, waarvan sprake in artikel 2, punt 2.2, door middel van investeringen en andere complementaire ondersteuningsmechanismen (waaronder subsidies)".
Art. 4.Wijziging van artikel 2, punt 2.2 van het beheerscontract De sub-punten (1) tot (4) worden vervangen als volgt : "(1) MKMO's en ondernemingen van de sociale economie gevestigd in de interventielanden (a) De MKMO's Overeenkomstig de BIO Wet en de statuten, heeft BIO op de eerste plaats als doel te investeren, rechtstreeks of onrechtstreeks (namelijk via de kanalen beschreven in artikel 4, punt 4.2 van onderhavig beheerscontract), in de ontwikkeling van MKMO's van interventielanden, over alle sectoren, behalve in de sectoren die uitgesloten zijn conform dit beheerscontract. De BIO Wet definieert de MKMO's door te verwijzen naar de definitie van de Europese Commissie, meer bepaald naar de maxima die deze vaststelt met betrekking tot de jaarlijkse omzet en het balanstotaal. De betreffende maxima zijn : - jaarlijkse omzet : maximum 50 miljoen EUR (of equivalent in lokale munt); en - balanstotaal : maximum 43 miljoen EUR (of equivalent in lokale munt). (b) De ondernemingen van de sociale economie De interventies van BIO zijn eveneens gericht op ondernemingen uit de sociale economie.Sociale economie omvat de economische activiteiten uitgeoefend door hoofdzakelijk coöperatieve vennootschappen, mutualiteiten en verenigingen waarvan de opdracht de volgende kenmerken vertoont : - het doel is dienstverlening aan de leden of aan de gemeenschap, eerder dan winstmaximalisatie; - beheersautonomie; - democratische besluitvorming; - personen en werk primeren op kapitaal bij de verdeling van de inkomsten; - financieel evenwicht. (2) De MKMO's en de ondernemingen gevestigd in de interventielanden, die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot energie en tot de digitale technologieën, evenals tot de strijd tegen de klimaatverandering (a) De MKMO's en de ondernemingen die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot energie BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's), met inbegrip van publieke-private-projecten, die een positieve impact hebben op de toegang tot energie voor de bevolking en de ondernemingen in de interventielanden.Het betreft onder meer ondernemingen die bijdragen tot het verhogen van de hoeveelheid energie die beschikbaar is in een land (energieproductie), tot het verbeteren van de distributie ervan naar de verbruikers of tot een betere energie-efficiëntie. (b) De MKMO's en de ondernemingen die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot digitale technologieën BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's) gevestigd in de interventielanden die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot digitale technologieën van de ondernemingen en de bevolking in de interventielanden.De bedoelde ondernemingen omvatten onder meer, maar niet uitsluitend, de ondernemingen die infrastructuurprojecten ter ondersteuning van de mobiele telefonie of de Internettoegang (torens, netwerken) of IT diensten en digitalisatiediensten voor MKMO's en financiële instellingen (digitalisatie van financiële diensten) ontwikkelen, producenten of verdelers van apparatuur... (c) De MKMO's en de ondernemingen die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's) die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering in de interventielanden.Het betreft onder meer ondernemingen die bijdragen tot de vermindering van broeikasgassen in het domein van de hernieuwbare energie, de bosbouw, of in andere domeinen. (3) De MKMO's en de ondernemingen in de agro-alimentaire sector, gevestigd in de interventielanden BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's) gevestigd in de interventielanden, actief in de productie, de verwerking, handel of vermarkting van landbouwgrondstoffen, landbouw- en voedingsproducten en die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de versterking van de voedselzekerheid in de interventielanden.(4) De MKMO's en de ondernemingen gevestigd in de interventielanden, die tot doel hebben basisdiensten aan de bevolking te verlenen BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's), met inbegrip van publieke-private-projecten, die tot doel hebben basisdiensten te verstrekken aan de bevolking in de interventielanden. De bedoelde basisdiensten zijn, voornamelijk, de toegang tot financiële basisdiensten, gezondheidsdiensten, onderwijs, huisvesting, water en basisinfrastructuur".
Art. 5.Wijziging van artikel 2, punt 2.3 van het beheerscontract 1° De woorden "en artikel 3, laatste lid van de BIO Wet" worden toegevoegd aan het einde van de derde gedachtenstreep;2° in de laatste gedachtenstreep worden de woorden "programma's van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking" vervangen door de woorden "interventies van de Belgische ontwikkelingssamenwerking".
Art. 6.Wijziging van artikel 2, punt 2.4, sub-punt (2) van het beheerscontract Het woord "voluntaristisch" wordt vervangen door het woord "ambitieus".
Art. 7.Wijziging van artikel 2, punt 2.4, sub-punt (4) van het beheerscontract Het sub-punt (4) wordt vervangen als volgt : "(4) Additioneel karakter BIO moet zich ervan vergewissen dat haar interventies additioneel zijn. Dit betekent dat BIO slechts mag tussenkomen indien een financiering beantwoordt aan minstens één van de volgende criteria : 1° de privé-investeerders laten het afweten;2° de interventies van privé-investeerders zijn onvoldoende om aan de behoeften van het project tegemoet te komen;3° de privé-investeerders bieden alleen financieringen tegen voorwaarden die niet aangepast zijn aan de behoeften van de onderneming;4° door de kenmerken van haar interventie vervult BIO een specifieke rol, met name (maar niet uitsluitend) de rol van katalysator voor de mobilisatie van bijkomende financiering. Zonder afbreuk te doen aan de vereiste in voorgaand lid, wordt het additionele karakter van BIO versterkt wanneer de tussenkomst van BIO gepaard gaat met voorwaarden en/of verplichtingen in hoofde van de begunstigde onderneming die als voorwerp hebben het naleven door deze laatste van internationale standaarden op sociaal en milieuvlak en inzake goed bestuur die doorgaans niet worden toegepast door de actoren die activiteiten uitoefenen die vergelijkbaar of verbonden zijn met deze van de betrokken onderneming in het betrokken interventieland".
Art. 8.Wijziging van artikel 2, punt 2.4, sub-punt (5) van het beheerscontract Het sub-punt 5 wordt vervangen als volgt : "Overeenkomstig artikel 3, voorlaatste lid van de BIO Wet respecteert BIO de principes van ongebonden Officiële Ontwikkelingshulp zoals aanbevolen door het DAC van de OESO, in die zin dat de rechtstreekse of onrechtstreekse financieringen de aankoop van goederen of diensten bij Belgische ondernemingen niet als voorwaarde hebben".
Art. 9.Wijziging van artikel 2, punt 2.4, sub-punt (6) van het beheerscontract Het sub-punt (6) wordt vervangen als volgt : "(6) Rentabiliteit Bij de beoordeling van een investeringsvoorstel, streeft BIO een evenwicht na tussen de ontwikkelingsrelevantie van haar interventie, rekening houdend met de hierboven opgesomde principes, en het financiële rendement. De investeringen van BIO moeten een voldoende perspectief op rendement bieden, in die zin dat men er redelijkerwijze van moet kunnen uitgaan dat deze investeringen in staat zijn om een voldoende financieel rendement te genereren om hun levensvatbaarheid en duurzaamheid te kunnen verzekeren.
BIO blijft manieren onderzoeken om het ontwikkelingsrendement van haar tussenkomsten verder te verhogen, onder meer ten aanzien van kleinere ondernemingen, rekening houdend met de bijzonderheden van haar mandaat en de beperkingen die daarmee gepaard gaan. Overeenkomstig de BIO Wet moeten de investeringen van BIO voldoende perspectief op rendement bieden, wat onder meer een adequaat beleid inzake risicobeheer veronderstelt. BIO zal de verschillende actoren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking bij dit onderzoeksproces betrekken, onder wie de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de strategische cel van de minister van Ontwikkelingssamenwerking en de vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld, maar ook haar lokale partners, zoals organisaties die de lokale privésector vertegenwoordigen. De Raad van Bestuur legt de conclusies van dit onderzoek voor aan de Belgische Staat. Hij formuleert concrete voorstellen met betrekking tot het voorgaande, met name in het kader van de investeringsstrategie van BIO, haar organisatie, haar werking en haar relatie met de bovengenoemde actoren. Er kunnen ook voorstellen geformuleerd worden voor nieuwe instrumenten waarmee BIO haar huidige actieterrein zou kunnen uitbreiden naar kleinere projecten waar meer risico's, maar ook een groot ontwikkelingspotentieel aan verbonden zijn (bijvoorbeeld onder de vorm van concessionele tussenkomsten), evenals voor de specifieke middelen voor de financiering van deze nieuwe instrumenten, die eventueel niet onderworpen zouden zijn aan de rentabiliteitsdoelstelling bedoeld in artikel 8, punt 8.1, sub-punt (1), tweede lid."
Art. 10.Wijziging van artikel 3, punt 3.1, sub-punt (3) van het beheerscontract 1° de woorden "artikel 2.2 (3)" vervangen door de woorden "artikel 2, punt 2.2, sub-punt (2), (a)"; 2° de woorden "en die bijdragen tot het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen (strijd tegen klimaatverandering)" worden opgeheven.
Art. 11.Toevoeging van een sub-punt (3)/1 aan het artikel 3, punt 3.1 van het beheerscontract In artikel 3, punt 3.1 wordt de bepaling onder (3)/1 ingevoegd, luidende : "(3)/1 Strijd tegen de klimaatverandering Overeenkomstig artikel 2, punt 2.2, sub-punt (2), (c) financiert BIO ondernemingen die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering, onder meer tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het investeringsproject moet een berekenbare doelstelling hebben inzake de vermindering van CO2-uitstoot en/of de substitutie van fossiele energiebronnen.
Worden ook, uitzonderlijk, beoogd de tussenkomsten in ondernemingen die deze doelstellingen nastreven in het kader van het te financieren project, ook indien de activiteit van de onderneming zelf niet tot een prioritaire sector van BIO behoort of indien deze onderneming verbonden is met een andere onderneming waarvan de activiteit niet tot een prioritaire sector van BIO behoort in het kader van het project, onder voorbehoud echter van wat voorzien is in artikel 3, punt 3.1, sub-punt (6) (Uitgesloten sectoren)".
Elke beslissing van de Raad van Bestuur met betrekking tot tussenkomsten, zoals omschreven in het voorgaande lid, in ondernemingen waarvan de activiteit niet tot een prioritaire sector van BIO behoort, wordt aan de minister meegedeeld in een verslag waarin de beslissing wordt gemotiveerd en zowel het additionele karakter als de ontwikkelingsrelevatie van deze interventie, zoals bepaald in artikel 2, punt 2.4, sub-punt (4), worden aangetoond.
Art. 12.Toevoeging van een sub-punt (5)/1 bij he artikel 3, punt 3.1 van het beheerscontract In artikel 3, punt 3.1 wordt de volgende bepaling onder (5)/1 ingevoegd, luidende : "(5)/1 Digital for Development (D4D) Overeenkomstig artikel 2, punt 2.2, sub-punt (2), (b), ontwikkelt BIO een strategie die erop gericht is ondernemingen te ondersteunen waarvan de activiteiten bijdragen tot de verbetering van de toegang tot digitale technologieën voor de ondernemingen en de bevolking in de interventielanden. ondernemingen met digitalisering als kernactiviteit zijn prioritair".
Art. 13.Wijziging van artikel 3, punt 3.2, sub-punt (1) van het beheerscontract Het sub-punt (1) wordt vervangen als volgt : "Overeenkomstig de BIO Wet en het voorliggende beheerscontract zijn de interventies van BIO uitsluitend gericht op gekwalificeerde ondernemingen in interventielanden".
Art. 14.Wijziging van artikel 3, punt 3.2, sub-punt (2) van het beheerscontract In artikel 3, punt 3.2, sub-punt (2) worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "ontwikkelingslanden" wordt vervangen door "interventielanden";2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "BIO zal bijzondere inspanningen leveren om investeringsopportuniteiten te identificeren in de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking, zoals bepaald bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit tot vastlegging van de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking.Bijzondere aandacht zal worden besteed aan drie landen in Centraal-Afrika : Burundi, de Democratische Republiek Congo en Rwanda".
Art. 15.Wijziging van artikel 3, punt 3.2, sub-punt (4) van het beheerscontract Het sub-punt (4) wordt vervangen als volgt : "(4) Uitsluitingen en beperkingen (a) BIO zal niet in of via bepaalde Staten investeren, zoals bepaald in artikel 3quinquies van de BIO Wet.(b) Wanneer de (potentiële) begunstigde van de tussenkomst van BIO niet zelf in één van de in punt (a) beoogde Staten is gevestigd maar BIO redelijkerwijs kan veronderstellen dat hij rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 10% maar maximaal voor 25% wordt aangehouden door een entiteit die in één van deze Staten is gevestigd, zal BIO dit onderzoeken en de nodige maatregelen nemen (met name bij de analyse van het investeringsproject en de opstelling van de contractuele documenten) om zich er redelijkerwijze van te vergewissen dat deze situatie niet tot doel heeft of zou leiden tot het op onrechtmatige wijze onttrekken van inkomsten en rijkdom aan het interventieland waarop de tussenkomst van BIO betrekking heeft via excessieve of fictieve transfer-pricingmechanismen.Dit onderzoek bevat de uiteindelijke begunstigde van de entiteit in deze Staten, evenals de aandeelhoudersstructuur van deze entiteit. (c) Wanneer de (potentiële) begunstigde van de BIO interventie niet zelf in één van de in punt (a) beoogde Staten is gevestigd maar BIO redelijkerwijs kan veronderstellen dat hij rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 25% wordt aangehouden door een entiteit die in één van deze Staten is gevestigd, zal het investeringscomité van BIO zich uitspreken over de principiële toelaatbaarheid van het project op basis van een nota opgesteld door de diensten van BIO.Deze nota zal met name het specifieke belang van het project uiteenzetten in het licht van de naar verwachting bijzonder significante impact op de ontwikkeling die rechtvaardigt dat het project in aanmerking wordt genomen ondanks de geografische locatie van de aandeelhouders, evenals de rechtvaardigingsgronden van de betreffende structuur, de transparantie, de identificatie van de begunstigde van deze structuur en de geplande maatregelen om elk mogelijk misbruik te voorkomen. De goedkeuring van het investeringscomité inzake de principiële toelaatbaarheid van het project in het licht van de aandeelhouders wordt zo vroeg mogelijk in het investeringsproces gezocht, in principe voor het bevoegde comité van BIO zich uitspreekt over de ontvankelijkheid van het investeringsproject, behalve wanneer voor het dossier uitzonderlijke omstandigheden gelden die rechtvaardigen dat de aanvraag later in de procedure aan het investeringscomité wordt voorgelegd, op voorwaarde dat de algemene directeur hier uitdrukkelijk mee instemt. Als het investeringscomité zich gunstig uitspreekt, zal BIO de nodige maatregelen nemen (met name bij de analyse van het investeringsproject en de opstelling van de contractuele documenten) om zich er redelijkerwijze van te vergewissen dat deze situatie niet tot doel heeft of zou leiden tot het op onrechtmatige wijze onttrekken van inkomsten en rijkdom aan het interventieland waarop de tussenkomst van BIO betrekking heeft via excessieve of fictieve transfer-pricingmechanismen.
Na elke vergadering van het investeringscomité waarop een aanvraag tot bevestiging van de principiële toelaatbaarheid overeenkomstig dit punt (c) wordt voorgelegd en door dit comité wordt goedgekeurd, wordt een samenvatting van het (de) project(en) - en meer bepaald van de bijzondere redenen die de toelaatbaarheid staven in het licht van de verwachte ontwikkelingsimpact - overgemaakt aan de Raad van Bestuur ter gelegenheid van de vergadering die volgt op die van het investeringscomité.Bij die gelegenheid kan de Raad van Bestuur de beslissing van het investeringscomité herroepen. (d) Voor zover nodig wordt verduidelijkt dat alle aanvragen voor bijkomende Investeringen (`follow-on investments') worden geëvalueerd op basis van de omstandigheden geldende op het moment waarop de verbintenis voor de bijkomende Investering gesloten wordt. (e) Ter wille van de voorspelbaarheid en de stabiliteit, wordt een bestaande investering, eens afgesloten, beheerd met verwijzing naar de situatie van een betrokken Staat op het moment van de goedkeuring van de investering (met name op het vlak van de verwerking van aanvragen met betrekking tot aandeelhouderswissels, afwijkingen enz.). (f) De bovengenoemde beperkingen gelden ook voor tussenkomsten van BIO overeenkomstig artikel 3ter (subsidies) en 3quater (steunprogramma's) van de BIO Wet.(g) De Raad van Bestuur van BIO zal zo snel mogelijk een strategie bepalen en uitvoeren die bedoeld is om de investeringen stop te zetten die vóór 23 februari 2014 werden afgesloten in of via de Staten bedoeld in artikel 3quinquies van de BIO Wet, daarbij echter rekening houdend met het vrijwaren van haar vermogensbelangen en met de juridische verbintenissen die zij is aangegaan in het kader van deze Investeringen".
Art. 16.Wijziging van artikel 4, punt 4.1 van het beheerscontract Artikel 4, punt 4.1 wordt vervangen als volgt : "BIO werkt nauw samen met de andere Belgische ontwikkelingsactoren, gaat op zoek naar synergi-en met deze actoren en vermijdt er duplicatie mee. 4.1. Instrumenten (1) Investeringen BIO heeft als maatschappelijk doel investeringen te verwezenlijken ter ondersteuning van gekwalificeerde ondernemingen volgens de principes bepaald in dit Beheerscontract en de Investeringsstrategie beslist door de Raad van Bestuur van BIO. Overeenkomstig artikel 3bis van de BIO Wet, kan BIO de volgende handelingen stellen, aan marktvoorwaarden : (a) Buitenlandse ondernemingen oprichten, alleen of in samenwerking met andere investeerders BIO kan deelnemen aan de oprichting van nieuwe ondernemingen naar buitenlands recht.In het algemeen is BIO een minderheidsaandeelhouder, zonder een rol van betekenis te willen spelen in het operationele beheer van de ondersteunde onderneming. BIO kan echter een buitenlandse vennootschap alleen oprichten met het oog op het structureren van een participatie in een gekwalificeerde onderneming, wanneer het gerechtvaardigd is onder meer omwille van juridische of regulatoire redenen, die niet louter fiscaal van aard zijn. (b) Een beheersmaatschappij oprichten naar Belgisch recht met het oog op de oprichting van investeringsfondsen door BIO Indien BIO, overeenkomstig artikel 3bis, 5° van de BIO Wet en artikel 4, punt 4.1, sub-punt (1), (e) hieronder, een investeringsfonds opricht dat zij beheert, kan zij dit beheer organiseren via een afzonderlijke beheersvennootschap naar Belgisch recht die zij te dien einde opricht, wanneer dit wenselijk is onder meer om juridisch of regulatoire redenen, die niet louter fiscaal van aard zijn. (c) Rechtstreeks deelnemen in het kapitaal van Belgische of buitenlandse ondernemingen, met inbegrip van de verwerving van inschrijvingsrechten of andere financiële instrumenten die converteerbaar zijn in kapitaal BIO kan deelnemen in het kapitaal van bestaande Belgische of buitenlandse ondernemingen.In het algemeen is BIO een minderheidsaandeelhouder, zonder een rol van betekenis te willen spelen in het operationele beheer van de ondersteunde onderneming.
Wanneer de betrokken ondernemingen niet gelokaliseerd zijn in het interventieland (onder meer in België), moet de interventie van BIO gericht zijn naar gekwalificeerde ondernemingen gevestigd in de interventielanden en dient BIO zich redelijkerwijze te vergewissen van de effectieve bestemming van de geïnvesteerde middelen, met name via gepaste contractuele, analyse- en controlemechanismen.
BIO kan inschrijven op gewone aandelen van een onderneming of op preferente aandelen, al dan niet converteerbaar in gewone aandelen.
BIO kan bovendien inschrijven op instrumenten die BIO het recht geven of verplichten op termijn in te schrijven op aandelen van een onderneming, zoals warranten, "convertible debentures", ... (d) Financiering toekennen op middellange of lange termijn, onder de vorm van leningen of onder andere vormen BIO kan financiering op middellange of lange termijn toekennen, onder de vorm van leningen of kredieten of onder andere vormen, bijvoorbeeld door in te schrijven op obligaties of andere schuldinstrumenten ("bonds", "debentures", "notes").De schuldfinanciering wordt gestructureerd op een manier die beantwoordt aan de behoeften van de gekwalificeerde ondernemingen, is conform de marktvoorwaarden en kan onder meer achtergesteld zijn aan andere schulden van de schuldenaar, of gepaard gaan met een conversierecht in kapitaal, een aflossingsvrije periode of zekerheden. (e) Ontwikkelingsfondsen, investeringsfondsen, investeringsmaatschappijen of holdings uitsluitend gericht op de interventielanden oprichten naar Belgisch of buitenlands recht of daar een minderheidsparticipatie in nemen, voor zover het maatschappelijk doel van die fondsen of maatschappijen verenigbaar is met het maatschappelijke doel van BIO i.Algemene regels BIO kan investeren in investeringsfondsen of -maatschappijen, alsook in holdings gericht uitsluitend naar interventielanden, waarvan het doel erin bestaat gekwalificeerde ondernemingen te ondersteunen in interventielanden overeenkomstig de interventieprincipes bepaald in onderhavig beheerscontract en de BIO Wet.
Wanneer BIO de exclusieve beheerder is van een investeringsfonds waarin zij een participatie neemt, moet het fonds naar Belgisch recht opgericht zijn.
Over het algemeen is BIO's participatie niet groter dan 25 percent, behoudens uitdrukkelijke afwijkende motivering in de investeringsbeslissing. In ieder geval kan BIO enkel een minderheidsparticipatie nemen in dergelijke structuur. ii. Project "Fonds der Fondsen" Zonder afbreuk te doen aan het recht van BIO om andere initiatieven te ontwikkelen die tot doel hebben privékapitaal aan te trekken voor investeringen in ondernemingen in de interventielanden en conform het wettelijke kader dat van toepassing is op BIO, zal BIO haar beste inspanningen leveren om een investeringsfonds naar Belgisch recht op te richten met de volgende karakteristieken : - aandeelhouders : BIO neemt een participatie van maximum 25% in het fonds, waarbij de andere aandeelhouders privé-investeerders zijn; - doel : onrechtstreeks investeren in gekwalificeerde ondernemingen, meer bepaald via investeringsfondsen, overeenkomstig de BIO Wet, het beheerscontract en de strategische oriëntaties en het investeringsbeleid van BIO ten tijde van de oprichting van het fonds; rechtstreeks co-investeren in gekwalificeerde ondernemingen samen met de investeringsfondsen waarin BIO participeert; - beheer : het fonds zal beheerd worden door BIO of door een vennootschap naar Belgisch recht die specifiek te dien einde door BIO wordt opgericht indien het aangewezen is, onder meer om juridische of regulatoire redenen. Het beheer omvat de identificatie, het structureren, het afsluiten, het monitoren en het vervreemden van Investeringen. BIO stelt een afzonderlijk management team samen voor het fonds en kan backofficediensten leveren. BIO (of de beheersmaatschappij opgericht door BIO) wordt vergoed door het fonds en ontvangt daarbij een beheerscommissie die de kosten moet dekken die gemaakt worden in het kader van dit beheer; - governance/besluitvorming : de optimale governancestructuur wordt beslist door de Raad van Bestuur van BIO na grondige analyse van de juridische en regulatoire implicaties. BIO wordt vertegenwoordigd in de beheersorganen door leden van het management team; - toezicht : het toezicht op het fonds wordt uitgeoefend door een commissaris, lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.
Kwartaalverslagen over de evolutie van het fonds, zijn activiteiten en prestaties, het beheer en de relaties tussen de investeerders worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur van BIO; - looptijd : het fonds zal een beperkte duur hebben.
De eigenlijke oprichting en eventuele ontbinding van het fonds en alle werkingsregels van het fonds - inclusief het investeringsbeleid en de (geografische, sectorale enz.) beperkingen, het bestuur, de beheerstructuur, de verhoudingen tussen de investeerders enz. - worden ter voorafgaande goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Elke belangrijke wijziging van deze regels die naderhand zou worden voorgesteld, worden eveneens worden aan de goedkeuring van BIO, met name van diens Raad van Bestuur overeenkomstig de procedure inzake "waivers" van kracht binnen BIO. (f) Toekennen van waarborgen BIO kan waarborgen toekennen onder meer om het aantrekken van financieringen door ondernemingen te vergemakkelijken wanneer om bepaalde redenen (bijvoorbeeld van regulatoire aard) BIO niet rechtstreeks een krediet kan verstrekken (of enkel aan onaangepaste voorwaarden) of om een fondsenwerving op de lokale markt mogelijk te maken (bijvoorbeeld in het kader van een uitgifte van obligaties).(2) Toekennen van subsidies (a) Algemeen BIO kan via haar Steunfonds voor Micro-, Kleine en Middelgrote Ondernemingen (MSME Support Fund) subsidies toekennen overeenkomstig artikel 3ter van de BIO Wet aan de begunstigden beschreven in artikel 3ter § 2 van die wet met het oog op de financiering van steunprogramma's ten gunste van de ondernemingen beschreven in artikel 3ter § 1, derde lid.Als de subsidie wordt toegekend aan een onderneming die in aanmerking komt voor een financiering door BIO maar die nog geen dergelijke financiering heeft ontvangen of aan de promotor van een nog op te richten onderneming, moet de begunstigde aantonen dat hij over voldoende middelen beschikt om zijn bijdrage voor het steunprogramma te financieren en moet BIO redelijkerwijs kunnen veronderstellen dat hij de goede afloop van de investering kan verzekeren.
De interventies van BIO in de vorm van subsidies moeten coherent zijn met haar investeringsstrategie en in overeenstemming zijn met het beleid en richtlijnen van het MSME Support Fund, zoals aangenomen door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur van BIO bepaalt de procedure voor de structurering, analyse, goedkeuring en opvolging van de programma's bedoeld door deze bepaling. Iedere subsidie moet goedgekeurd worden door de Raad van Bestuur of door de persoon of het comité gemandateerd te dien einde door de Raad van Bestuur, met dien verstande dat BIO geen subsidies kan toekennen zoals bedoeld in (b) iii hieronder zolang de Raad van Bestuur voornoemd beleid en richtlijnen betreffende dergelijke interventies niet formeel heeft aangenomen. (b) Steunprogramma's - toelaatbaarheid De steunprogramma's die het voorwerp kunnen uitmaken van een door BIO toegekende subsidie zijn : i.Haalbaarheidsstudies BIO kan haalbaarheidsstudies financieren voor de oprichting van nieuwe ondernemingen of de ontwikkeling van nieuwe activiteiten van bestaande ondernemingen. ii. Programma's voor technische assistentie en opleidingsprogramma's BIO kan programma's financieren om de institutionele en operationele capaciteiten te versterken van de ondernemingen opgesomd in artikel 3ter, § 1, derde lid van de BIO Wet evenals opleidingsprogramma's ten gunste van deze ondernemingen : - pre-investering : het doel van deze programma's is de financierbaarheid ("bancability") van de betrokken onderneming te verhogen. Sommige beloftevolle ondernemingen beschikken niet over de nodige structuren en processen om hun uitbreiding te verzekeren, noch om de goede afloop te verzekeren van de financiering die deze uitbreiding moet ondersteunen. Pre-investeringsprogramma's zijn bestemd om die zwakke punten te helpen wegwerken. Zo'n programma wordt opgezet op verzoek van de betrokken onderneming; - post-investering (dit wil zeggen voor lopende Investeringen) : het betreft programma's om de institutionele capaciteiten van de portfoliovennootschappen van BIO te consolideren en te verbeteren, en om zo bij te dragen tot hun succes en hun duurzaamheid. iii. Programma's van investeringssteun voor MKMO's die pioniers- en innoverende projecten ontwikkelen BIO kan subsidies toekennen aan bepaalde kleine, innoverende MKMO's met aanzienlijke impact die zich in een vroegtijdig stadium van hun ontwikkeling bevinden en die door het risico dat een investering met zich zou meebrengen niet in aanmerking komen voor een klassieke financiering door BIO. De subsidie heeft tot doel voornamelijk vaste activa te financieren. Voor de toekenning van een subsidie in dat kader moeten de volgende voorwaarden voldaan zijn : - de onderneming moet aantonen dat ze een innoverende of baanbrekende aanpak hanteert met een naar verwachting aanzienlijke ontwikkelingseffect; - de onderneming moet winst kunnen genereren, geëvalueerd op basis van een financieel plan en realistische financiële prognoses; - de onderneming moet een aanzienlijk groeipotentieel kunnen aantonen; - de investeringsteams van BIO hebben interesse in een eventuele financiering van de onderneming wanneer zij een voldoende graad van maturiteit zal hebben bereikt.
Subsidies voor investeringssteun voor pioniers- en innoverende MKMO's worden hoofdzakelijk toegekend aan MKMO's gevestigd in Afrika of in midden inkomenslanden (zoals opgenomen in de lijst van begunstigden van officiële ontwikkelingshulp vastgelegd door het DAC van de OESO).
De subsidies bedoeld in dit punt iii. kunnen gepaard gaan met voorwaarden of modaliteiten, die BIO het recht geven deel te nemen aan de toekomstige ontwikkeling van de onderneming waartoe de subsidie zal hebben bijgedragen, onder meer in de vorm van een investering, of met andere voordelen verbonden met het rendement dat de interventie van BIO zou genereren, overeenkomstig modaliteiten te bepalen in de politiek en de richtlijnen van het MSME Support Fund, zoals aangenomen door de Raad van Bestuur van BIO. De omvang van de rechten en/of de voordelen die aldus aan BIO worden toegekend moet gerechtvaardigd zijn gelet op de toegekende steun en de verwachte financiële impact van de tussenkomst. (c) Financiële voorwaarden Het bedrag van de subsidie mag niet hoger zijn dan EUR 350.000 per begunstigde. Als de subsidie bedoeld is voor de financiering van een haalbaarheidsstudie, is het bedrag beperkt tot EUR 100.000.
De ondernemingen of promotoren nemen een deel van de kosten van het programma voor hun rekening. Dat deel wordt door BIO verhoudingsgewijze bepaald, rekening houdend met alle omstandigheden die op het programma en de onderneming betrekking hebben (waaronder de financiële draagkracht van de onderneming, de promotor of de begunstigde, al naargelang). Het aandeel van de onderneming of de promotor bedraagt ten minste tien percent van de kost van het programma, tenzij de instantie binnen BIO die de beslissing tot toekenning van de subsidie neemt op behoorlijk gemotiveerde wijze hier uitdrukkelijk van afwijkt. Een afwijking kan verantwoord zijn gelet op de bijzondere omstandigheden van het dossier, bijvoorbeeld de beperkte financiële draagkracht van de onderneming en diens behoeften. Als de subsidie bedoeld is voor de financiering van een haalbaarheidsstudie, is de financiering van BIO beperkt tot maximaal 50% van de kostprijs van het programma. (d) Contract Voor elke subsidie sluit BIO een overeenkomst af met de begunstigde overeenkomstig de bepalingen van artikel 3ter § 5 van de BIO Wet.(3) Uitwerken van rechtstreeks gesubsidieerde steunprogramma's ten gunste van de ondernemingen (a) Algemeen Overeenkomstig artikel 3quater van de BIO Wet, zal BIO via haar MSME Support Fund programma's voor technische assistentie, opleidingen en haalbaarheidsstudies kunnen uitwerken ten voordele van de ondernemingen opgesomd in artikel 3ter § 1, derde lid, hetzij met haar eigen middelen (met name haar eigen medewerkers of via lokale personen of liaisons die door BIO opgezet werden), hetzij door de tussenkomst van externe deskundigen die zij mandateert. De interventies van BIO in de vorm van rechtstreeks gesubsidieerde steunprogramma's moeten coherent zijn met haar investeringsstrategie en in overeenstemming zijn met de politiek en richtlijnen van het MSME Support Fund, zoals aangenomen door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur van BIO bepaalt de procedure voor de structurering, analyse, goedkeuring en opvolging van de programma's bedoeld door deze bepaling. Ieder programma moet goedgekeurd worden door de Raad van Bestuur of door de persoon of het comité gemandateerd te dien einde door de Raad van Bestuur. Elke beslissing vermeldt minstens : - de onderneming(en) waarvoor het programma bedoeld is; - de beschrijving van de activiteiten, de taken en de beoogde resultaten in het kader van het programma; - de tussenkomende partijen (externe deskundigen of medewerkers van BIO); - het budget van het programma en het deel dat BIO voor haar rekening neemt; - de redenen voor het toekennen van de steun in deze vorm (in plaats van in de vorm van een subsidie). (b) Financiële voorwaarden De door BIO gedragen kosten voor het ondersteuningsprogramma mogen niet hoger zijn dan EUR 350.000 per programma. Dat bedrag is beperkt tot EUR 100.000 wanneer het programma betrekking heeft op een haalbaarheidsstudie.
De betrokken onderneming(en) neemt (nemen) een deel van de kosten van het programma voor haar (hun) rekening. Dat deel wordt door BIO verhoudingsgewijze bepaald, rekening houdend met de omstandigheden die op het programma betrekking hebben. Het aandeel van de onderneming of de promotor bedraagt minstens tien percent van de kost van het programma, tenzij de instantie binnen BIO die de beslissing tot het opzetten van een programma neemt op gemotiveerde wijze hier uitdrukkelijk van afwijkt. Een afwijking kan verantwoord zijn gelet op de bijzondere omstandigheden van het dossier, bijvoorbeeld de beperkte financiële draagkracht van de onderneming en diens behoeften, of indien het vragen van een minimumbijdrage omwille van de aard van het programma onpraktisch is, onder meer in het kader van transversale programma's (organisatie van ronde tafels per land, opleidingen gericht op verschillende portfoliovennootschappen). Als het ondersteuningsprogramma echter betrekking heeft op een haalbaarheidsstudie, worden de door BIO gedragen kosten beperkt tot maximaal 50% van de kostprijs van het programma.
Als tegenprestatie voor deze steun zal BIO eventueel een toekomstige vergoeding of andere voordelen kunnen vragen die verbonden zijn met het financiële rendement dat de steun zou genereren, overeenkomstig modaliteiten te bepalen in de politiek en richtlijnen van het MSME Support Fund, zoals aangenomen door de Raad van Bestuur. De omvang van deze vergoeding of deze voordelen moet gerechtvaardigd zijn gelet op de toegekende steun en de verwachte financiële impact van de interventie".
Art. 17.Wijziging van artikel 4, punt 4.2 van het beheerscontract De bepaling onder (2) wordt vervangen als volgt : "(a) via tussenstructuren, zoals bepaald in de BIO Wet; (b) via infrastructuurprojecten ter ondersteuning van gekwalificeerde ondernemingen zoals hierboven in artikel 2, punt 2.2 bepaald".
Art. 18.Invoeging van een punt 4.3 in artikel 4 van het beheerscontract Een nieuw punt 4.3 wordt ingevoegd, luidende als volgt : "4.3. Andere interventiemodaliteiten Naast de instrumenten nader toegelicht in artikel 4, punt 4.1 van dit beheerscontract, somt artikel 3bis van de BIO Wet een aantal interventiemodaliteiten van BIO op in het kader van de uitoefening van haar maatschappelijk doel. BIO is daarbij bevoegd om : (1) Investeringsfondsen of - maatschappijen die BIO opricht of waarin zij een participatie neemt te beheren of te adviseren en andere diensten te leveren ter ondersteuning van dergelijke fondsen of maatschappijen Naast het nemen van participaties als dusdanig door BIO in investeringsfondsen of -maatschappijen kan BIO zelf dergelijke fondsen of maatschappijen beheren, alleen of in samenwerking met anderen, rechtstreeks of via een vennootschap die ze te dien einde kan oprichten overeenkomstig artikel 3bis, 2° van de BIO Wet en artikel 4, punt 4.1, sub-punt (1) (b) van dit beheerscontract. De beheersactiviteiten omvatten onder meer de identificatie, analyse, structurering, afsluiting en monitoring van investeringen voor het investeringsfonds of de investeringsmaatschappij, evenals de organisatie van desinvesteringen.
BIO kan eveneens andere diensten leveren ter ondersteuning van de activiteit van investeringsfondsen of -maatschappijen, zoals juridische of boekhouddiensten (back-office diensten).
BIO (of de vennootschap die ze te dien einde opricht) ontvangt een vergoeding voor de diensten bedoeld door deze bepaling die ertoe strekt ten minste de kosten te dekken die zij in dit kader aangaat en die conform de marktvoorwaarden is. (2) Waarborgen toekennen Naast het toekennen van waarborgen als Investering, zoals bedoeld in artikel 4, punt, 4.1, sub-punt (1), (f), kan BIO gebruikelijke waarborgen toekennen in het kader van haar operationeel en financieel beheer, bijvoorbeeld in het kader van huurovereenkomsten of bepaalde financiële verrichtingen, zoals contracten ter indekking van wisselkoersrisico's. (3) Belangen en participaties beheren, valoriseren en te gelde maken, alsook rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan het beheer, de directie, de controle en de vereffening van vennootschappen, ondernemingen en associaties BIO kan haar investeringen beheren, vervreemden, de invereffeningstelling van ondernemingen waarin zij heeft geïnvesteerd beslissen, en in het algemeen alles doen wat nodig of nuttig is teneinde haar belangen in dit kader optimaal te valoriseren en te beschermen. Wanneer het gerechtvaardigd is in het belang van BIO en van de betrokken onderneming, kan BIO vertegenwoordigd worden in de beheersorganen van de onderneming die een financiering ontving (raad van bestuur, raad van toezicht, andere comités), ofwel rechtstreeks ofwel onrechtstreeks door een persoon die zij te dien einde aanstelt, rekening houdend met de goede praktijken inzake goed bestuur. (4) Projecten bestuderen, ontwikkelen en beheren op vraag van derden BIO kan opdrachten uitvoeren op vraag van derden en ontvangt hiervoor een vergoeding van deze laatsten.Het kan consultancyopdrachten betreffen in het kader van dewelke BIO haar expertise en middelen ter beschikking stelt. Bijvoorbeeld kan aan BIO een opdracht worden toevertrouwd in het kader van een participatie waarvan de Belgische Staat eigenaar is in een regionale ontwikkelingsbank. (5) Alle industriële, commerciële, financiële, promotionele, roerende of onroerende handelingen stellen die nodig of nuttig zijn voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel BIO is in het algemeen gemachtigd om elke handeling te stellen die nodig of nuttig is voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel.Het betreft met name gebruikelijke en dagelijkse handelingen gelet op haar doel, zoals het afsluiten van financiële transacties, het openen van bankrekeningen, het afsluiten van huurovereenkomsten, het afsluiten van contracten met leveranciers, de organisatie van prospectiezendingen, de sponsoring van evenementen,...".
Art. 19.Wijziging van artikel 5, punt 5.1, sub-punt (2) van het beheerscontract Artikel 5, punt 5.1, sub-punt (2) wordt vervangen als volgt : "(2) Toekomstige financiering (a) Algemene middelen De Belgische Staat heeft een bedrag van vijftig miljoen euro (EUR 50.000.000) ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting voor het boekjaar 2014, en verbindt zich ertoe in de algemene uitgavenbegroting een totaal bedrag van honderdzestig miljoen euro (EUR 160.000.000) in te schrijven voor de boekjaren 2015 tot 2018, uit te betalen in jaarlijkse schijven van veertig miljoen euro (EUR 40.000.000), onder voorbehoud van de goedkeuring van deze begrotingen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Onder voorbehoud van de daadwerkelijke goedkeuring van deze begrotingen heeft de Belgische Staat de intentie de genoemde sommen uit te betalen vóór 31 oktober van elk betrokken jaar, onder de dubbele voorwaarde dat BIO haar verplichtingen inzake jaarlijkse rapportering is nagekomen en dat uit deze rapportering blijkt dat haar interventies in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit Beheerscontract. Deze middelen zullen worden ingebracht in het eigen vermogen van BIO. Als tegenprestatie zal BIO winstbewijzen uitgeven, "Ontwikkelingscertificaten" genaamd.
Deze middelen zijn bestemd voor de algemene financiering van de investeringen van BIO bedoeld in artikel 4, punt 4.1, sub-punt (1) en zijn met andere woorden niet bestemd voor de financiering van een specifieke sector. Deze middelen zijn onderworpen aan de doelstelling van rentabiliteit waarvan sprake in artikel 8, punt 8.1. (b) Middelen bestemd voor de financiering van ondernemingen die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering Ingeval van overdracht van EU ETS (EU Emissions trading system) inkomsten naar de organieke Directie 54 Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp zal de Belgische Staat erop toezien dat de beschikbare EU ETS inkomsten ingeschreven worden in de algemene uitgavenbegroting op de Organieke Afdeling 54, uit te betalen in de loop van hetzelfde boekjaar, onder voorbehoud van de goedkeuring van deze begrotingen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Onder voorbehoud van de daadwerkelijke goedkeuring van deze begrotingen heeft de Belgische Staat de intentie de genoemde sommen uit te betalen vóór 31 oktober van elk betrokken jaar, onder de dubbele voorwaarde dat BIO, in overeenstemming met de BIO Wet, haar verplichtingen inzake jaarlijkse rapportering is nagekomen en dat uit deze rapportering blijkt dat haar interventies in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit Beheerscontract. Deze middelen zullen worden ingebracht in het eigen vermogen van BIO. Als tegenprestatie zal BIO winstbewijzen uitgeven, "Ontwikkelingscertificaten" genaamd.
Deze middelen zijn uitsluitend bestemd om ondernemingen te financieren die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering, zoals bedoeld in artikel 2, punt 2.2, sub-punt (2), (c) van onderhavig beheerscontract, en dit binnen het kader van de verplichtingen aangegaan op de Klimaattop van Parijs (COP 21) en volgende. De Partijen zullen overleggen teneinde de vorm en de inhoud te bepalen van de verslaggeving die in dit kader moet worden opgesteld voor de uitbetaling van de eerste schijf. Deze middelen zijn onderworpen aan de doelstelling van rentabiliteit waarvan sprake in artikel 8, punt 8.1.".
Art. 20.Wijziging van artikel 6, lid 2 van het beheerscontract De zin wordt aangevuld als volgt "en draagt naar betrokkenheid en inzet van haar expertise bij aan de opmaak van de landenprogramma's in de programmeringscyclus".
Art. 21.Wijziging van artikel 6, derde lid van het beheerscontract De volgende zin wordt toegevoegd aan het einde van artikel 6, derde lid : "Het voorgaande doet geen afbreuk aan het recht van BIO om zelf rechtstreeks een plaatselijke aanwezigheid uit te bouwen".
Art. 22.Wijziging van het artikel 6, punt 6.1 van het beheerscontract 1° In de titel wordt het woord "DGD" vervangen door de woorden "FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking";2. in dit punt worden de woorden "de DGD" vervangen door de woorden "de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking";3° in het zesde lid van de Franstalige versie wordt het woord "oeuvre" vervangen door het woord "oeuvrent";4° in het zevende lid wordt het woord "ontwikkelingslanden" vervangen door "interventielanden".
Art. 23.Wijziging van artikel 7, punt 7.2 van het beheerscontract 1° Het woord "ontwikkelingslanden" wordt vervangen door "interventielanden";2. in het derde lid worden de 3e, 4e en 5e gedachtenstreepjes weggelaten en vervangen door de volgende gedachtenstreepjes : "- Financiering van ondernemingen uit de sociale economie; - Financiering van ondernemingen die bijdragen : Xx tot de verbetering van de toegang tot energie;
Xx tot de verbetering van de toegang tot digitale technologieën;
Xx tot de strijd tegen de klimaatverandering; - Financiering van ondernemingen uit de agro-alimentaire sector; - Financiering van ondernemingen die tot doel hebben basisdiensten aan te bieden aan de bevolking".
Art. 24.Wijziging van artikel 7, punt 7.3 van het beheerscontract In het tweede lid worden de woorden ", toegang tot digitale technologieën" ingevoegd na de woorden "toegang tot financiële basisdiensten" en dit binnen de haakjes.
Art. 25.Wijziging van artikel 7, punt 7.5, sub-punt (1) van het beheerscontract Het sub-punt (1) wordt vervangen als volgt : "(1) Operationele kosten De operationele kosten van BIO, exclusief algemene provisies en waardeverminderingen, zullen op jaarbasis niet hoger liggen dan de som van de volgende elementen : 1° 1,20 percent van het netto-actief van BIO (kapitaal, reserves, overgedragen resultaten) zoals vastgesteld aan het einde van het voorgaande jaar;2° de som van de vergoedingen en commissies die BIO ontvangt in het kader van het beheer van activa of voor advies- of andere opdrachten voor rekening van derden".
Art. 26.Wijziging van het artikel 8, punt 8.1, sub-punt (1) van het beheerscontract De volgende wijzigingen worden aangebracht : 1° De woorden ", en om ervoor te zorgen dat de financiële bijdragen van de Belgische Staat in de vorm van kapitaal en winstbewijzen door het Instituut voor de Nationale Rekeningen als een investering in hoofde van de Staat kunnen worden beschouwd" worden opgeheven.2° Een tweede lid wordt toegevoegd, luidende als volgt : "BIO zal haar beste inspanningen leveren opdat haar Investeringen als "financiële verrichtingen" kunnen worden gekwalificeerd zonder impact op de begroting van de Staat door het Instituut van nationale Rekeningen overeenkomstig de criteria en richtlijnen die aan BIO door deze laatste zullen worden meegedeeld.BIO zal alle informatie meedelen waarover zij beschikt of waar zij toegang toe heeft die gevraagd wordt door het Instituut van nationale Rekeningen in het kader van zijn verificaties".
Art. 27.Wijziging van artikel 8, punt 8.2, sub-punt 2 van het beheerscontract Het eerste lid wordt vervangen als volgt : "(2) Fit for purpose BIO verbindt zich ertoe een organisatie met passende strategieën, processen en procedures te zijn en te blijven die over de nodige persoonsgebonden competenties beschikt, zijnde de aantoonbare inhoudelijke ervaring en expertise in de identificatie, analyse en beheer van financieringen, om een kwaliteitsvolle uitvoering van haar wettelijke opdracht te verzekeren. De organisatie moet BIO meer algemeen in staat stellen haar verbintenissen ten gevolge van het voorliggende beheerscontract na te komen en de door onderhavig Beheerscontract bepaalde doelstellingen te verwezenlijken".
Art. 28.Wijziging van artikel 8, punt 8.2, sub-punt (3) van het beheerscontract Het sub-punt (3) wordt gewijzigd als volgt : "(3) Strategieën, processen en procedures BIO zal passende strategieën, processen en procedures uitwerken en in stand houden om te verzekeren dat haar interventies conform de wet, dit beheerscontract en de statuten zijn. Zij zal tevens een efficiënt en professioneel proces garanderen voor de identificatie, analyse en opvolging van de financieringen, evenals een passend beleid inzake risicodiversificatie en risicobeheer. BIO ziet toe op de naleving van alle procedures en processen. Wat de volgende processen en procedures betreft zullen deze als passend worden beschouwd en/of zal BIO geacht zijn conform deze processen en procedures te handelen indien aan de hierna bepaalde voorwaarden wordt voldaan : 1° financieel-administratieve processen worden conform geacht indien BIO een opinie zonder voorbehoud krijgt van haar commissarissen in hun verslag over de jaarrekening;2° monitoring- en evaluatiesystemen inzake ontwikkelingsimpact worden conform geacht indien BIO deze op regelmatige basis en minstens om de vijf jaar aan de Dienst Bijzondere Evaluatie voorlegt en de Dienst Bijzondere Evaluatie geen ernstige tekortkomingen identificeert en meedeelt aan BIO;3° processen en procedures met betrekking tot identificatie, analyse en beheer van Investeringen worden regelmatig door de dienst interne audit geauditeerd en deze audit identificeert geen ernstige tekortkomingen in de processen en procedures of de naleving ervan door BIO. Indien de commissarissen van BIO een opinie met voorbehoud formuleren of de jaarrekening van BIO afkeuren zoals bedoeld in 1° van vorig lid, de Dienst Bijzondere Evaluatie meedeelt aan BIO dat haar monitoring- en evaluatiesystemen ernstige tekortkomingen vertonen zoals bedoeld in 2° van vorig lid of de interne auditor van BIO ernstige tekortkomingen identificeert in BIO's procedures en processen of in de naleving ervan zoals bedoeld in 3° van vorig lid, zal de Raad van Bestuur van BIO binnen de twee maanden een correctief plan goedkeuren en zal BIO dit plan uitvoeren binnen de daarin gestelde termijnen.De Raad van Bestuur informeert de Minister van Ontwikkelingssamenwerking. Indien de Raad van Bestuur het correctief plan niet goedkeurt binnen de hierboven aangegeven termijn of BIO nalaat dit plan naar behoren uit te voeren, schendt zij dit artikel 8, punt 8.2, sub-punt (3).
Art. 29.Wijziging van het artikel 8, punt 8.4, sub-punt (1), (b), van het beheerscontract Het sub-punt (1), (b) wordt als volgt gewijzigd : 1° (i) wordt vervangen als volgt : "(i) de conformiteit van de investeringen en alle andere interventies van BIO bedoeld in artikel 4, punt 4.1 van onderhavig beheerscontract met de bepalingen van dit beheerscontract; en"; 2° in punt (ii) wordt het eerste lid vervangen als volgt : "de impact voor de ontwikkeling van de investeringen en de andere interventies van BIO bedoeld in artikel 4, punt 4.1 van onderhavig beheerscontract"; 3° in punt (ii), derde lid, worden de woorden "(momenteel GPR)" geschrapt;4° in punt (v) worden de volgende woorden toegevoegd aan het einde van de bepaling : ", alsook de staat en de conformiteit van de portfolio met de bepalingen van het beheerscontract van de structuren opgericht overeenkomstig artikel 3bis van de BIO Wet, 5° op initiatief van BIO en beheerd door BIO".
Art. 30.Wijziging van artikel 8, punt 8.4, sub-punt (1), (c) van het beheerscontract Een tweede alinea wordt ingevoegd, luidende : "Onder voorbehoud van de verplichting van BIO de confidentialiteit van bepaalde gegevens na te leven, zal BIO jaarlijks aan de Belgische Staat de ODA-gegevens meedelen met betrekking tot haar interventies en zal BIO inspanningen leveren om deze gegevens mee te delen overeenkomstig de vereisten van de DAC en de IATI".
Art. 31.Wijziging van artikel 8, punt 8.4, sub-punt (2) van het beheerscontract De woorden "voor de 18 prioritaire landen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking" worden vervangen door de woorden "voor de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking zoals bepaald bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit tot vastlegging van de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking.
Art. 32.Wijziging van artikel 8, punt 8.4, sub-punt (3) van het beheerscontract Het woord "indicatief" wordt opgeheven.
Art. 33.Toevoeging van een sub-punt (4) aan artikel 8, punt 8.4 van het beheerscontract Een sub-punt (4) wordt toegevoegd aan artikel 8, punt 8.4, luidende als volgt : "De Partijen zullen overleggen teneinde de vorm en de inhoud te bepalen van het verslag dat moet worden opgesteld overeenkomstig artikel 7, eerste lid van de BIO Wet".
Art. 34.Wijziging van artikel 10 van het beheerscontract De woorden "artikel 4/5" vervangen door "artikel 4sexies ".
Art. 35.Wijziging van de Bijlage 1 bij het beheerscontract De volgende wijzigingen worden aangebracht aan de bijlage 1 bij het Beheerscontract : 1° de woorden "onderhavig beheerscontract" worden vervangen door de woorden "onderhavig beheerscontract, zoals gewijzigd door de bijkomende overeenkomst van 20 december 2016";2° de woorden "DGD Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp" worden opgeheven;3° de woorden "GPR instrument ontwikkeld door DEG en gebruikt door BIO om het ontwikkelingseffect van investeringen te evalueren" worden opgeheven;4° de woorden "de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht, zoals gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002, de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen en door de wet van 21 januari 2014" worden vervangen door de woorden "de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht, zoals gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002, de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, de wet van 20 januari 2014 tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht en door de wet van 21 juli 2016 tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht".5° Tussen "In aanmerking komende ondernemingen" en "investering" wordt een lijn ingevoegd met de volgende definitie : "Interventieland : een ontwikkelingsland behorend tot een van de volgende categorieën, zoals bepaald door het DAC van de OESO : a) de Minst Ontwikkelde Landen (LDC);b) de Landen met een Laag Inkomen (LIC);c) de Landen met een Gemiddeld Inkomen, Lagere Schijf (LMIC);d) de Landen met een Gemiddeld Inkomen, Hogere Schijf (UMIC)";6° tussen "Totale Investeringsmiddelen" en "Uitsluitingslijst EDFI" wordt een lijn ingevoegd met de volgende definitie : "Tussenstructuur : tussenstructuren zoals gedefinieerd in de BIO Wet, met name investeringsfondsen, holdings of investeringsmaatschappijen die enkel gericht zijn op ondernemingen gevestigd in de interventielanden, en bancaire en niet-bancaire financiële instellingen zoals commerciële of coöperatieve banken, microkredietinstellingen, leasingmaatschappijen, factoringmaatschappijen en verzekeringsmaatschappijen die diensten aanbieden aan de ondernemingen en de bevolking in de interventielanden".
Art. 36.Opheffing van bijlage 3 bij het beheerscontract Bijlage 3 bij hetzelfde contract wordt opgeheven.
Art. 37.Algemene bepalingen (a) Strekking De bepalingen van het beheerscontract die niet uitdrukkelijk gewijzigd worden door deze bijkomende overeenkomst worden niet aangetast en blijven volledig van kracht.Een geconsolideerde versie van het beheerscontract, die de wijzigingen beoogd door deze bijkomende overeenkomst integreert, wordt als bijlage bij deze bijkomende overeenkomst gevoegd. (b) Inwerkingtreding Deze bijkomende overeenkomst treedt in werking op de datum van de publicatie van de bepalingen van deze bijkomende overeenkomst in de bijlagen van het koninklijk besluit betreffende de goedkeuring van de bijkomende overeenkomst in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel 4sexies van de BIO Wet.(c) Aanpassing van de statuten van BIO De statuten van BIO zullen worden aangepast om ze in overeenstemming te brengen met de wijzigingen van de BIO Wet en met de bepalingen van deze bijkomende overeenkomst.(d) Toepasselijk recht en jurisdictie Deze bijkomende overeenkomst is onderworpen aan het Belgische recht. Elke betwisting met betrekking tot de bijkomende overeenkomst wordt onderworpen aan de exclusieve bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel.
Opgemaakt te Brussel, op 20 december 2016, in twee originele exemplaren, waarbij elke Partij uitdrukkelijk erkent het voor haar bestemde exemplaar te hebben ontvangen.
A. DE CROO, Vice-Eerste Minister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post Ch. SOIL, Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Naamloze Vennootschap van Publiek Recht "Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden" (BIO) L. ZONNEVELD, Algemeen Directeur van de Naamloze Vennootschap van Publiek Recht "Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden" (BIO)