Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 28 maart 2024
gepubliceerd op 09 augustus 2024

Besluit van de Waalse Regering houdende diverse bepalingen betreffende de melding van informatie over een vermoede onregelmatigheid binnen "Wallonie-Bruxelles International"

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024007154
pub.
09/08/2024
prom.
28/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2024. - Besluit van de Waalse Regering houdende diverse bepalingen betreffende de melding van informatie over een vermoede onregelmatigheid binnen "Wallonie-Bruxelles International"


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen van "Wallonie-Bruxelles", artikel 4;

Gelet op het rapport van 21 april 2023, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 30 maart 2023;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 maart 2024;

Gelet op het onderhandelingsprotocol nr. 857 van Sectorcomité XVI, gesloten op 14 december 2023;

Gelet op advies nr. 65/2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, uitgebracht op 26 februari 2023;

Gelet op de aanvraag om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 8 januari 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.305/4;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 9 januari 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op advies nr. 75305/4 van de Raad van State gegeven op 9 januari 2024, overeenkomstig artikel 84, § 5°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;

Op de voordracht van de Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, en van de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging,Besluit :

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen

Artikel 1.§ 1. Bij dit besluit wordt Richtlijn 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, voor het in lid 2 bedoelde personeel, gedeeltelijk omgezet.

Het is van toepassing op personeelsleden, stagiairs en voormalige personeelsleden van "Wallonie-Bruxelles International".

Het voert het systeem in van interne melding van informatie over een of meerdere vermoedelijke onregelmatigheden begaan of in wording binnen de diensten van "Wallonie-Bruxelles International", en stelt minimumnormen vast voor de bescherming van het personeel dat dergelijke informatie meldt. § 2. Dit besluit doet geen afbreuk aan de regels betreffende de uitoefening door het personeel van het recht om zijn vakbondsorganisatie te raadplegen en het recht op bescherming tegen ongerechtvaardigde benadeling als gevolg van deze raadpleging.

Dit besluit laat het recht van ieder personeelslid onverlet om, indien hij dit nuttig acht, zijn vakbondsorganisatie te raadplegen alvorens een melding op te nemen of in plaats daarvan. De bepalingen van dit besluit zijn niettemin van toepassing voor zover zij gunstiger zijn voor de signalerende persoon. § 3. Dit besluit is niet van toepassing op : 1° het gebied van de nationale veiligheid, behalve voor de meldingen van onregelmatigheden betreffende de voorschriften inzake overheidsopdrachten op het gebied van defensie en veiligheid voor zover deze voorschriften geregeld zijn bij de titels 1 en 2 van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/09/2011 numac 2011009623 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling type wet prom. 13/08/2011 pub. 05/09/2011 numac 2011009606 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, de titels 2 en 3 van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten of de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten.Bij wijze van uitzondering is dit besluit niet van toepassing op meldingen van onregelmatigheden die zijn gedaan in het kader van overheidsopdrachten die onder de bovengenoemde wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/09/2011 numac 2011009623 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling type wet prom. 13/08/2011 pub. 05/09/2011 numac 2011009606 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan sluiten vallen, indien zij onder het toepassingsgebied vallen van artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; 2° op gerubriceerde gegevens;3° op informatie die onder de geheimhouding van rechterlijke beraadslagingen valt;4° op het strafprocesrecht. Op deze informatie blijven de desbetreffende bepalingen van het recht van de Unie of het nationale recht van toepassing.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° melder: het personeelslid, de stagiair of het gewezen personeelslid dat informatie over onregelmatigheden die hij in het kader van zijn beroepsactiviteiten heeft verkregen, meldt of openbaar maakt, of, bij toepassing van hoofdstuk VIII, de natuurlijke of rechtspersoon die informatie over onregelmatigheden meldt die hij in een werkgerelateerde context bij een dienst van de Regering of een instelling van openbaar nut heeft verkregen;2° personeelslid: het statutaire personeelslid of het personeelslid met een arbeidsovereenkomst binnen "Wallonie-Bruxelles International", zowel intern als extern, of een instelling van openbaar nut, met inbegrip van personen die op grond van hun statuut of beroep in het bezit zijn van geheimen die hun zijn toevertrouwd, met inbegrip van vakbondsvertegenwoordigers;3° stagiair : de persoon die, zonder personeelslid te zijn in de zin van punt 2°, een stage loopt binnen "Wallonie-Bruxelles International" of bij een instelling van openbaar nut;4° voormalig personeelslid : de in punt 2° bedoelde persoon die niet meer in dienst is;5° melding of melden: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden;6° interne melding: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden aan een integriteitsreferent;7° externe melding: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden aan de gezamenlijke bemiddelaar van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest;10° informatie over onregelmatigheden: informatie, waaronder redelijke vermoedens, over feitelijke of mogelijke onregelmatigheden, die hebben plaatsgevonden of zeer waarschijnlijk zullen plaatsvinden binnen een dienst van "Wallonie-Bruxelles International" waar de melder werkt of heeft gewerkt of, voor de toepassing van hoofdstuk VIII, waarmee de melder uit hoofde van zijn werk in contact is geweest, alsmede over pogingen tot verhulling van dergelijke onregelmatigheden;9° onregelmatigheid: a) het verrichten of nalaten van een handeling door een personeelslid in de uitoefening van zijn ambt of door een beheersorgaan van "Wallonie-Bruxelles International", waardoor de belangen, in de ruime zin van het woord, van "Wallonie-Bruxelles International" en het Waalse Gewest of het openbaar belang worden aangetast of in gevaar worden gebracht en dat: - een schending inhoudt van een rechtstreeks toepasselijke Europese norm, wet, decreet, besluit, omzendbrief, interne regel of interne procedure, of - een onaanvaardbaar risico inhoudt voor het leven, de gezondheid of de veiligheid van de mens of voor het milieu, b) het feit dat een personeelslid of een beheersorgaan van "Wallonie-Bruxelles International" willens en wetens het begaan van een onregelmatigheid zoals bedoeld onder a) heeft gelast of geadviseerd;10° integriteitsreferent : het personeelslid dat in de interne component van het systeem is aangewezen als contactpunt voor het melden van informatie over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording, krachtens dit besluit;11° werkgerelateerde context: de huidige of vroegere arbeidsactiviteiten uitgeoefend binnen een dienst van "Wallonie-Bruxelles International" of, voor de toepassing van hoofdstuk VIII, verricht in verband met een dienst van de "Wallonie-Bruxelles International", waardoor, ongeacht de aard van die activiteiten, personen informatie kunnen verkrijgen over onregelmatigheden en waarbij die personen te maken kunnen krijgen met represailles indien zij dergelijke informatie zouden melden;12° vakbondsorganisatie: een vakbondsorganisatie erkend in de zin van artikel 15 van de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;13° opvolging: elke maatregel die door de integriteitsreferent wordt genomen om de juistheid van de beweringen in de melding te beoordelen en die, indien nodig, door hem wordt voorgesteld om de gemelde onregelmatigheid te verhelpen;14° facilitator: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat een melder bijstaat of heeft bijgestaan in het meldingsproces en wiens bijstand vertrouwelijk moet zijn;15° de bij het onderzoek betrokken persoon: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat, overeenkomstig artikel 13 van dit besluit, door de integriteitsreferent wordt verzocht een verklaring af te leggen om objectieve informatie te verzamelen en wiens betrokkenheid vertrouwelijk is;16° betrokkene: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat in de melding of bij de openbaarmaking wordt genoemd als persoon aan wie de onregelmatigheid wordt toegeschreven of met wie die persoon in verband wordt gebracht;17° represailles: een directe of indirecte handeling of nalatigheid die in een werkgerelateerde context plaatsvindt naar aanleiding van een interne melding of openbaarmaking, van een bij een melding verleende ondersteuning, van een in het kader van het onderzoek van een melding afgelegde verklaring of van de uitoefening van de functie van integriteitsreferent, en die, naar gelang van het geval, tot ongerechtvaardigde benadeling van de melder, de facilitator, de verbonden persoon of de integriteitsreferent ongerechtvaardigde leidt of kan leiden;18° openbaarmaking: de openbaarmaking van informatie over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording, binnen de diensten van "Wallonie-Bruxelles International".19° het directiecomité : Het Directiecomité bestaat uit de leidinggevende mandatarissen en algemene ambtenaren in de rangen A2 en A3 De definitie van lid 9° heeft geen betrekking op het verrichten of nalaten van een handeling die uitsluitend de individuele rechten van een personeelslid raakt en waarvoor andere meldingskanalen of -procedures bestaan, met name: a) morele intimidatie, geweld op het werk en seksuele intimidatie op het werk ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun arbeid;b) discriminatie op grond van : - leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, vakbondsovertuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst in de zin van artikel 4, 4°, van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; - geslacht, zwangerschap, bevalling of moederschap in de zin van de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen; - nationaliteit, vermeend ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afkomst in de zin van artikel 3 van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestrijding van bepaalde door racisme en vreemdelingenhaat ingegeven handelingen.

HOOFDSTUK II. - Aanwijzing van de integriteitsreferenten en hun onafhankelijkheid

Art. 3.§ 1. De Minister-President, die bevoegd is voor de internationale betrekkingen, duidt op voorstel van het directiecomité volgens de hierna beschreven procedures een contactpersoon aan voor "Wallonie-Bruxelles International". § 2. § 2. Het bestaan, de identiteit, de beschikbaarheid, de toegankelijkheid en de opdracht van de integriteitsreferent worden ter kennis gebracht van het personeel dat onder dit besluit valt. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde integriteitsreferenten worden benoemd op basis van een vergelijkende selectie.

Om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor de functie van integriteitsreferent moeten de kandidaten personeelsleden van niveau A zijn en minimaal tien jaar ervaring in een overheidsdienst hebben.

Van de in lid 2 bedoelde eis van tien jaar ervaring, met een minimum van vier jaar, kan worden afgezien indien geen enkele kandidaat voor de functie van integriteitsreferent aan deze eis voldoet.

Voor de berekening van de in lid 2 bedoelde ervaring wordt de werkelijke diensttijd in aanmerking genomen die het personeelslid, in welke hoedanigheid dan ook en zonder vrijwillige onderbreking, als lid van een overheidsdienst heeft vervuld in een functie die volledige prestaties inhoudt. § 4. Kandidaten voor de functie van integriteitsreferent moeten beschikken over het diploma en de specifieke technische en gedragsvaardigheden die in de desbetreffende functiebeschrijving staan, zoals gevalideerd door de Waalse Regering. § 5. De kandidaturen worden voorgelegd aan de administrateur-generaal, dat nagaat of zij ontvankelijk zijn in het licht van de in lid 3 vastgestelde subsidiabiliteitsvoorwaarden.

Elke beslissing tot niet-ontvankelijkheid wordt schriftelijk en met redenen omkleed aan de betrokken kandidaat meegedeeld.

De kandidaturen die ontvankelijk zijn verklaard, worden aan het directiecomité overgemaakt. § 6. Kandidaten wier aanvraag ontvankelijk is verklaard, leggen voor het directiecomité een test af ter beoordeling van de competenties en vaardigheden die vereist zijn voor de uitoefening van de functie van integriteitsreferent. Het directiecomité beslist over het type proef. § 7. Na de proef stelt het directiecomité een rangorde op van de geslaagde kandidaten. Geslaagde kandidaten worden op een reservelijst geplaatst die twee jaar geldig is.

Deze rangschikking wordt overgemaakt aan de Minister-President die bevoegd is voor internationale betrekkingen.

Art. 4.§ 1. De integriteitsreferent wordt op basis van een naar behoren gemotiveerd voorstel van het directiecomité aangewezen voor een periode van zes jaar, die eenmaal met dezelfde periode kan worden verlengd, door de Minister-President die bevoegd is voor internationale betrekkingen.. § 2. De integriteitsreferent moet de voor de functie vereiste opleiding binnen drie maanden na de datum van de aanwijzing hebben voltooid. § 3. De aanwijzing van de integriteitsreferent eindigt automatisch aan het einde van de in paragraaf 1 bedoelde termijn, die kan worden verlengd, of indien de integriteitsreferent de in § 2 bedoelde opleiding niet binnen de gestelde termijn heeft voltooid.

De integriteitsreferent kan ook verzoeken zijn aanwijzing te beëindigen, in dat geval is een overgangsperiode van zes maanden vereist. Deze periode kan in onderling overleg worden ingekort.

De Minister-President die bevoegd is voor internationale betrekkingen kan de aanwijzing van een integriteitsreferent beëindigen op basis van een naar behoren gemotiveerd voorstel van het Directiecomité.

Art. 5.De Minister-President die bevoegd is voor internationale betrekkingen stelt richtlijnen op voor de werkwijze van de integriteitsreferent.

Art. 6.Om zijn onafhankelijkheid te garanderen, ressorteert de integriteitsreferent in het kader van de uitvoering van dit ambt, administratief onder de administrateur-generaal.

De administrateur-generaal heeft geen hiërarchisch of functioneel gezag over de integriteitsreferent wanneer laatstgenoemde optreedt binnen het kader van zijn ambt.

Art. 7.De administrateur-generaal zorgt ervoor dat de integriteitsreferent zijn ambt onafhankelijk en doeltreffend kan uitvoeren: 1° door hem te beschermen tegen elke ongepaste beïnvloeding en/of druk vanwege om het even welke persoon en op om het even welke manier, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het bijzonder tegen elke druk om informatie te bekomen die betrekking heeft of kan hebben op de uitoefening van zijn ambt;2° door de nodige middelen ter beschikking te stellen om hem in staat te stellen zijn ambt in alle vertrouwelijkheid uit te voeren;3° door hem in staat te stellen alle contacten te onderhouden die nodig zijn voor de uitoefening van zijn ambt;4° door hem in staat te stellen de vaardigheden en kennis die nodig zijn voor de uitoefening van zijn ambt te verwerven en/of te verbeteren.

Art. 8.De integriteitsreferent ondervindt geen represailles die geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op handelingen die hij in de uitoefening van zijn ambt heeft verricht, met inbegrip van bedreigingen of pogingen tot represailles.

De in lid 1 bedoelde schaden zijn in het bijzonder, voor zover zij geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op handelingen die zijn verricht in het kader van de functie van integriteitsreferent : 1° het ontslag;2° alle disciplinaire maatregelen;3° elke negatieve beoordeling van de melding in het kader van een bevorderingsprocedure;4° de overplaatsing van ambten of de verandering van arbeidsplaats;5° de weigering of schorsing van de opleidingen;6° een negatieve evaluatie of een negatieve beoordeling van de feiten in verband met de melding;7° dwang, intimidatie, pesterijen of uitsluiting;8° discriminatie, nadelige of ongelijke behandeling.

Art. 9.§ 1. De integriteitsreferent geniet de rechtsbijstand zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 15/07/2016 numac 2016027226 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging en tot opheffing van sommige bepalingen van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid, Tweede deel, Boek V, Titel XI, betreffende de residentiële diensten en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non-profitsector sluiten betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen . § 2. Ter dekking van de kosten in verband met een door een ander personeelslid tegen de integriteitsreferent ingediende klacht of ingestelde rechtsvordering wegens feiten die verband houden met de uitoefening van zijn functie, sluit het Gewest ten behoeve van de referent een verzekering af ter dekking van de kosten van rechtsbijstand - civielrechtelijke en strafrechtelijke verdediging.

De in lid 2 bedoelde verzekering dekt de tenlasteneming door de verzekeraar : 1° tegen het gebruikelijke uurtarief van de advocaat en met een maximum van 150 euro exclusief btw per uur, van het honorarium van de door het personeelslid gekozen advocaat, alsmede de door de advocaat gemaakte kosten voor zover deze noodzakelijk zijn voor de verdediging van de belangen van het personeelslid;2° van de in de loop van de procedure te betalen gerechtskosten en de proceskostenvergoeding waartoe het personeelslid in voorkomend geval wordt veroordeeld;3° van de eventuele kosten voor de raadpleging van deskundigen, voor zover ze nodig zijn om de belangen van het personeelslid te verdedigen. Het bedrag bedoeld in het tweede lid, 1°, wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd naar gelang van de evolutie van de gezondheidsindex. De referentie-index is die van 1 januari 2013.

De in lid 1 bedoelde verzekering dekt geen grove nalatigheid of gebruikelijke lichte nalatigheid.

HOOFDSTUK III. - Interne melding door een personeelslid, stagiair of voormalig personeelslid

Art. 10.§ 1. Tenzij zij zich in een van de in paragraaf 6 bedoelde situaties bevinden, kunnen personeelsleden of stagiairs die in een professionele context informatie verkrijgen over een vermoede onregelmatigheid, begaan of bezig te begaan, binnen Wallonie-Bruxelles International, dit melden aan hun hiërarchische meerdere, de administrateur-generaal of de integriteitsreferent. Als het personeelslid of de stagiair eerst contact opneemt met zijn hiërarchische meerdere, zorgt de hiërarchische meerdere ervoor dat het dossier ongewijzigd wordt doorgegeven aan de integriteitsreferent op de dag dat de melding wordt gedaan.

Tenzij zij zich in een van de in paragraaf 6 bedoelde situaties bevinden, kunnen personeelsleden of stagiairs die in een professionele context informatie verkrijgen over een vermoede onregelmatigheid, begaan of bezig te begaan, binnen Wallonie-Bruxelles International, dit melden aan hun administrateur-generaal of de integriteitsreferent.

Als het personeelslid of de stagiair eerst contact opneemt met zijn hiërarchische meerdere, zorgt de hiërarchische meerdere ervoor dat het dossier ongewijzigd wordt doorgegeven aan de integriteitsreferent op de dag dat de melding wordt gedaan.

Voor de toepassing van de leden 1 en 2 moet de vermoedelijke onregelmatigheid waarop de melding betrekking heeft in de tien jaar voorafgaand aan de dag van de melding zijn begaan. § 2. Anonieme meldingen van vermoedelijke onregelmatigheden worden niet in aanmerking genomen. § 3. De integriteitsreferent die rechtstreeks of via een tussenpersoon een melding ontvangt, volgt de in de artikelen 12 en 13 vastgestelde opvolgingsprocedure.

De hiërarchische meerdere of de administrateur-generaal die een melding ontvangt, eerbiedigt de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder en van elke persoon die in de melding wordt genoemd of ermee in verband wordt gebracht, en ziet erop toe dat er geen represailles tegen hem worden genomen, overeenkomstig artikel 14. § 4. De melding aan de integriteitsreferent of, in voorkomend geval, aan de hiërarchische meerdere of de administrateur-generaal geschiedt schriftelijk, mondeling of beide.

Bij een mondelinge melding wordt een proces-verbaal opgesteld.

Een mondelinge melding kan worden gedaan per telefoon, via andere elektronische communicatiemiddelen of, op verzoek van de melder, door middel van een persoonlijk gesprek binnen een redelijke termijn. § 5. De schriftelijke melding of het proces-verbaal van de mondelinge melding wordt ondertekend door de melder en bevat de volgende informatie: 1° de datum van de melding;2° de naam en de contactgegevens van het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat de melding richt;3° de naam van de dienst van "Wallonie-Bruxelles International" waar de melder in dienst is of was;4° de naam van de dienst van "Wallonie-Bruxelles International" betrokken bij de vermoede onregelmatigheid;5° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid.Deze beschrijving beperkt zich tot de aanduiding van de feiten en alleen tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het nagestreefde doel.

Binnen zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke of mondelinge waarschuwing stuurt de integriteitsreferent de persoon die de melding heeft afgegeven een ontvangstbevestiging van de melding.

Tegelijkertijd kan de integriteitsreferent, indien hij dit nuttig acht, de melder verzoeken hem binnen een redelijke termijn alle aanvullende informatie te verstrekken die voor een eerste onderzoek van de zaak nodig is, overeenkomstig artikel 12. § 6. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat in een werkgerelateerde context informatie verkrijgt over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording binnen een dienst van "Wallonie-Bruxelles International", kan zijn melding rechtstreeks aan de bemiddelaar sturen, volgens de procedure voorzien in het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende een gemeenschappelijke Ombudsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest, indien hij zich in een van de volgende situaties bevindt: 1° indien hij op grond van het voorwerp van de vermoede onregelmatigheid of de hoedanigheid van de persoon die ervan wordt verdacht de onregelmatigheid te hebben begaan, kan vrezen dat het inlichten van de integriteitsreferent de doeltreffendheid van de procedure in gevaar kan brengen;2° indien hij is aangewezen om de interne melding te verzekeren;3° als er geen referent is aangesteld. § 7. De modaliteiten voor interne melding, met inbegrip van de regels inzake vertrouwelijkheid, worden ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt.

HOOFDSTUK IV. - Opdracht van de integriteitsreferenten

Art. 11.§ 1. De integriteitsreferent: 1° luistert naar, informeert en adviseert de melder, eenieder die een melding overweegt of een melder helpt;2° onderzoekt alle meldingen en onderzoekt ze zo nodig;3° moet informeren over het bestaan en de voorwaarden van het beroep op externe melding. In voorkomend geval : 1° stelt de integriteitsreferent de melder in kennis van het bestaan en de voorwaarden van andere meldingskanalen en van de daaruit voortvloeiende beschermingsmodaliteiten;2° verwijst de integriteitsreferent de melder naar de bevoegde instantie indien de waarschuwing niet onder haar bevoegdheid valt. § 2. De integriteitsreferent is gebonden aan het beroepsgeheim. § 3. De integriteitsreferent respecteert de vertrouwelijkheid van de identiteit van de auteur van de melding, de facilitatoren, de bij het onderzoek betrokken personen, de betrokken personen en, indien van toepassing, alle andere in de melding genoemde derden. Dit geldt ook voor alle andere informatie waaruit de identiteit van bovengenoemde personen direct of indirect kan worden afgeleid.

In afwijking van het eerste lid kunnen de identiteit van de melder, de facilitatoren, de bij het onderzoek betrokken personen, de betrokken personen of van alle andere in de melding genoemde derden alle andere informatie waaruit de identiteit van bovengenoemde personen direct of indirect kan worden afgeleid, openbaar gemaakt worden : 1° indien de persoon uitdrukkelijk toestemming geeft tot de openbaarmaking ervan ;2° overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering ;3° indien dit noodzakelijk en evenredig lijkt, in het kader van onderzoeken door de bevoegde autoriteiten met het oog op het onderzoek naar strafbare feiten of in het kader van gerechtelijke procedures, teneinde de rechten van de verdediging van de betrokken personen te vrijwaren. Wanneer krachtens lid 2 de identiteit van een persoon, of enige andere informatie waaruit deze identiteit direct of indirect kan worden afgeleid, openbaar kan worden gemaakt, stelt de integriteitsreferent de persoon aan wie de informatie openbaar zal worden gemaakt, hiervan vooraf in kennis onder vermelding van de redenen voor de openbaarmaking, tenzij deze voorafgaande kennisgeving lopende onderzoeken of gerechtelijke procedures in gevaar zou brengen.

Eenieder die uit hoofde van dit besluit niet bevoegd is kennis te nemen van een schriftelijk document of de daarin vervatte informatie betreffende een krachtens dit besluit opgenomen melding en dat document of die informatie niettemin ontvangt, is onderworpen aan dezelfde geheimhoudingsplicht. § 4. Overeenkomstig de artikelen 16 en 17 ontvangt de integriteitsreferent verzoeken van een melder om ondersteunende maatregelen, met inbegrip van verzoeken om juridische bijstand of psychologische bijstand in het kader van een gerechtelijke procedure als bedoeld in artikel 17, en beslist hij daarover. In geval van een verzoek om een steunmaatregel past de integriteitsreferent de procedure van artikel 16, lid 3, toe. § 5. Met het oog op transparantie stelt de integriteitsreferent een jaarlijks activiteitenverslag op, waarin hij regelmatig een overzicht van zijn of haar rol geeft. Het rapport wordt uiterlijk 30 juni van het jaar na het jaar waarop het betrekking heeft aan de administrateur-generaal verzonden.

Om hetzelfde informatieniveau te garanderen, stelt de Minister die verantwoordelijk is voor internationale betrekkingen een model vast voor het jaarlijkse activiteitenverslag dat door de integriteitsreferent moet worden gebruikt.

Dit modelrapport bevat ten minste de volgende informatie: a) het aantal ontvangen meldingen;b) het aantal onderzoeken en procedures dat naar aanleiding van deze meldingen is ingeleid en het resultaat daarvan, en c) indien vastgesteld, de geschatte financiële schade en de bedragen die zijn teruggevorderd na onderzoeken en procedures met betrekking tot de gemelde onregelmatigheden. HOOFDSTUK V : Opvolging van een melding

Art. 12.§ 1. De integriteitsreferent onderzoekt eerst de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de melding op basis van de verstrekte informatie en documenten.

De melding is gebaseerd op een redelijk vermoeden dat een onregelmatigheid in de zin van artikel 2, 9° heeft plaatsgevonden, plaatsvindt of kan plaatsvinden. § 2. Na het in paragraaf 1 bedoelde vooronderzoek zal de integriteitsreferent: 1° het onderzoek afsluiten indien hij vaststelt dat de melding niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is;2° sluit het onderzoek af indien hij, na een behoorlijk onderzoek van het dossier, beslist dat de gemelde onregelmatigheid duidelijk onbeduidend is en geen verder gevolg vereist in het kader van dit besluit.Deze beslissing doet geen afbreuk aan andere verplichtingen of andere toepasselijke procedures om de gemelde kleine onregelmatigheid te verhelpen, noch aan de bescherming die door dit besluit wordt geboden; 3° een onderzoek instellen overeenkomstig artikel 13, indien hij vaststelt dat de melding ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond is. Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, wordt onder een kennelijk geringe onregelmatigheid verstaan het verrichten of nalaten van een handeling zonder repetitief karakter, door een personeelslid in de uitoefening van zijn functie of door een bestuursorgaan, die een schending vormt van een besluit, een omzendbrief, een interne regel of een toepasselijke interne procedure en die voortvloeit uit een louter materiële of administratieve fout.

In geval van herhaalde meldingen die geen belangrijke nieuwe informatie bevatten met betrekking tot een eerdere afgesloten melding, kan de integriteitsreferent besluiten de behandeling van de melding onmiddellijk af te sluiten.

Als er een onderzoek wordt ingesteld, informeert de integriteitsreferent de administrateur-generaal, tenzij er voldoende bewijs is om aan te nemen dat de administrateur-generaal betrokken is, in welk geval hij de Minister-President informeert, die bevoegd is voor internationale betrekkingen.

In alle gevallen zal de integriteitsreferent zijn bevindingen uiteenzetten in een gemotiveerd schriftelijk besluit, samen met eventuele relevante aanbevelingen, dat hij naar de persoon die het verslag heeft ingediend zal sturen. Wanneer hij het onderzoek afsluit in toepassing van lid 1, 2°, informeert de referent de administrateur-generaal, voor nuttig gevolg.

Art. 13.§ 1. In het kader van het onderzoek van de melding vervult de integriteitsreferent de volgende taken: 1° hij past de algemene beginselen van behoorlijk bestuur toe;2° hij eerbiedigt de rechten van de verdediging;3° hij documenteert en motiveert alle handelingen en beslissingen naar behoren;4° hij stelt een schriftelijke onderzoekopdracht op voor het onderzoek van de vermoede onregelmatigheid;5° hij stelt een gedetailleerd schriftelijk verslag op over het uitgevoerde onderzoek. § 2. De in § 1, 4°, bedoelde onderzoekopdracht wordt gedagtekend en ondertekend en bevat ten minste de volgende gegevens: 1° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid.Deze beschrijving beperkt zich tot de aanduiding van de feiten en alleen tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het nagestreefde doel; 2° de naam van de dienst van "Wallonie-Bruxelles International" betrokken bij de vermoede onregelmatigheid;3° de onderzoekszaken;4° de mogelijkheid dat het onderzoek wordt uitgebreid tot feiten en omstandigheden die in de loop van het onderzoek aan het licht komen en die nuttig kunnen zijn om de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid vast te stellen. Eventuele wijzigingen in de onderzoekopdracht worden door de integriteitsreferent schriftelijk vastgelegd in een gedateerd en ondertekend addendum. § 3. In toepassing van de paragrafen 1 en 2 kan de integriteitsreferent alle waarnemingen doen die hij nuttig acht op het terrein van "Wallonie-Bruxelles International", elk personeelslid, stagiair of voormalig personeelslid dat hij nuttig acht bij het onderzoek betrekken en alle documenten en informatie verkrijgen die hij nodig acht.

De integriteitsreferent kan deadlines opleggen voor het beantwoorden van vragen.

Overeenkomstig paragraaf 1, 3°, moet elke beslissing van de referent om een inspectie ter plaatse uit te voeren, om deel te nemen aan een onderzoek of om documenten en informatie te verstrekken, naar behoren worden gerechtvaardigd in het licht van het doel waarvoor ze is bestemd. Deze rechtvaardiging toont de noodzaak en relevantie aan van de bevinding, associatie of mededeling met betrekking tot het doel van het onderzoek, namelijk het vaststellen van de omvang, aard en ernst van de vermoede onregelmatigheid.

Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 1, § 3, mag een door de integriteitsreferent in het kader van een onderzoek gevraagd en overeenkomstig lid 2 naar behoren gemotiveerd vaststelling ter plaatse, een betrekken van iemand bij het onderzoek of een verzoek om documenten of informatie hem geenszins worden geweigerd. § 4. Elk personeelslid, elke stagiair of elk voormalig personeelslid dat (die) bij het onderzoek is betrokken, heeft het recht zich te laten bijstaan door een raadsman van zijn keuze.

De integriteitsreferent brengt het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat bij de beoordeling betrokken was, schriftelijk op de hoogte.

Deze kennisgeving bevat minstens de volgende informatie: 1° een beschrijving van de vermoede onregelmatigheid die wordt onderzocht.Deze beschrijving beperkt zich tot de aanduiding van de feiten en alleen tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het nagestreefde doel 2° de mogelijkheid dat het onderzoek wordt uitgebreid tot feiten en omstandigheden die in de loop van het onderzoek aan het licht komen en die nuttig kunnen zijn om de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid vast te stellen.3° het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman van zijn keuze. Deze kennisgeving is niet van toepassing wanneer het belang van het onderzoek zulks vereist.

De integriteitsreferent: 1° waarborgt dat eenieder die bij het onderzoek is betrokken, zijn verklaring in volle vrijheid kan afleggen, met inachtneming van de toepasselijke geheimhouding, overeenkomstig § 5 en artikel 1, § 3;2° verzamelt enige verklaring om objectieve informatie te verzamelen;3° maakt voor elke verklaring een proces-verbaal op. Iedere persoon die bij het onderzoek betrokken is, mag de schriftelijke vastlegging van zijn verklaring aanvullen.

Het schriftelijke verslag van elke verklaring, met eventuele aanvullingen, wordt door alle aanwezigen gedateerd en ondertekend.

Elke bladzijde van het verslag is genummerd.

Indien een bij het onderzoek betrokken persoon of, in voorkomend geval, zijn raadsman, weigert te tekenen, wordt deze weigering in de schriftelijke vastlegging opgenomen.

Aan het einde van het onderzoek ontvangt iedere bij het onderzoek betrokken persoon een ondertekend afschrift van zijn verklaring. § 5. Onverminderd artikel 1, § 3, kan het geheime of vertrouwelijke karakter van de documenten waarvan hij de openbaarmaking vraagt, niet worden ingeroepen. § 6. Indien de integriteitsreferent op enig moment tijdens het onderzoek meent over voldoende aanwijzingen te beschikken om te kunnen concluderen dat hij kennis heeft gekregen van een misdrijf of overtreding, past hij onverwijld de procedure van artikel 29 van het wetboek van strafvordering toe en stelt hij de administrateur-generaal en de melder schriftelijk daarvan in kennis, tenzij hij zelf betrokken is bij het vermoedelijke misdrijf of overtreding. Als er voldoende aanwijzingen zijn om aan te nemen dat de administrateur-generaal betrokken is bij het vermoede misdrijf of de vermoede overtreding, informeert de integriteitsreferent de Minister-President, die bevoegd is voor internationale betrekkingen.

De integriteitsreferent ziet erop toe dat alleen persoonsgegevens worden verstrekt die strikt noodzakelijk en relevant zijn voor het tijdig verstrekken van informatie aan de in lid 1 bedoelde personen. § 7. Aan het eind van het onderzoek stelt de integriteitsreferent, met inachtneming van de in paragraaf 9 genoemde maximumtermijn, een gedetailleerd, gedateerd en ondertekend verslag op met zijn vaststellingen, beoordeling en aanbevolen maatregelen.

De integriteitsreferent stuurt dit verslag naar de administrateur-generaal of, indien er voldoende bewijs is om aan te nemen dat de administrateur-generaal betrokken is bij de gemelde onregelmatigheid, naar de Minister-President, die bevoegd is voor internationale betrekkingen. De integriteitsreferent zorgt ervoor dat alleen persoonsgegevens worden doorgegeven die strikt noodzakelijk en relevant zijn voor een zorgvuldige opvolging van de melding. In het bijzonder mogen persoonsgegevens van getuigen niet openbaar worden gemaakt, tenzij dit naar behoren gerechtvaardigd is, evenmin als gegevens van personen die niet bij het onderzoek betrokken zijn.

Indien de integriteitsreferent van oordeel is dat het schriftelijk verslag van het in lid 1 bedoelde onderzoek voldoende elementen bevat om te concluderen dat de gemelde onregelmatigheid niet heeft plaatsgevonden, sluit hij het onderzoek definitief af.

Indien de integriteitsreferent van oordeel is dat het schriftelijk verslag van het in lid 1 bedoelde onderzoek voldoende elementen bevat om te concluderen dat de gemelde onregelmatigheid inderdaad heeft plaatsgevonden, maar hij niet over voldoende elementen beschikt om te concluderen dat hij kennis heeft gekregen van een strafbaar feit, wordt het schriftelijk verslag van het onderzoek overeenkomstig lid 2 ter kennis gebracht van de betrokkene, zodat passende maatregelen kunnen worden genomen. § 8. De integriteitsreferent stelt de melder en de bij het onderzoek betrokken personen in kennis van het resultaat van het onderzoek. § 9. Het onderzoek wordt afgerond binnen drie maanden na het verstrijken van de periode van zeven dagen na een schriftelijke of mondelinge melding. Op verzoek van de integriteitsreferent kan de in lid 1 bedoelde termijn van drie maanden om naar behoren gemotiveerde redenen eenmaal met maximaal drie maanden worden verlengd. De integriteitsreferent informeert de melderpersoon die de waarschuwing heeft afgegeven dat de termijn is verlengd.

Indien binnen de in lid 1 bedoelde termijn van drie maanden, die kan worden verlengd, geen passend gevolg is gegeven door de integriteitsreferent, kan de melder zich overeenkomstig het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende een gemeenschappelijke Ombudsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest tot de bemiddelaar wenden.

HOOFDSTUK V. - HOOFDSTUK 6.- Bescherming van de melder

Art. 14.§ 1. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid is niet het slachtoffer van represailles, met inbegrip van bedreigingen of pogingen tot represailles, die geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op een krachtens dit besluit gedane melding, indien hij ten tijde van de melding te goeder trouw handelt, dat wil zeggen indien hij op het tijdstip van de melding redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de gemelde informatie gegrond is en wijst op een vermoeden van onregelmatigheid en binnen de werkingssfeer van dit besluit valt. Deze voorwaarde wordt beoordeeld in relatie tot een persoon in een vergelijkbare positie met vergelijkbare kennis.

Dezelfde bescherming geldt voor: 1° de facilitator indien hij gegronde redenen had om aan te nemen dat de gemelde informatie gegrond is en wijst op een vermoede onregelmatigheid en dat zij binnen het toepassingsgebied van dit besluit valt.Deze voorwaarde wordt beoordeeld in relatie tot een persoon in een vergelijkbare positie met vergelijkbare kennis; 2° de persoon die door de integriteitsreferent bij het onderzoek is betrokken, tenzij deze de integriteitsreferent bewust oneerlijke en kennelijk onvolledige informatie verstrekt. § 2. De in lid 1 bedoelde bescherming is van rechtswege van toepassing. Het voordeel van de bescherming gaat niet verloren om de enkele reden dat de te goeder trouw opgenomen melding onjuist of ongegrond is gebleken of dat de te goeder trouw verstrekte informatie onjuist of ongegrond is gebleken. § 3. De in § 1 bedoelde represailles zijn met name, voor zover zij geheel of gedeeltelijk gebaseerd zijn op de melding van het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid: 1° het ontslag;2° alle disciplinaire maatregelen;3° elke negatieve beoordeling van de melding in het kader van een bevorderingsprocedure;4° de overplaatsing van ambten of de verandering van arbeidsplaats;5° de weigering of schorsing van de opleidingen van het personeelslid;6° een negatieve evaluatie of een negatieve beoordeling van de feiten in verband met de melding;7° dwang, intimidatie, pesterijen of ostracisme;8° discriminatie, nadelige of ongelijke behandeling;9° de niet-verlenging of vroegtijdige beëindiging van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. § 4. De in § 1 bedoelde bescherming wordt ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt.

Art. 15.Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat de procedure van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering toepast, geniet onder dezelfde voorwaarden de in artikel 14 bedoelde bescherming.

Art. 16.§ 1. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, geniet, zodra dit van toepassing is, de juridische bijstand voorzien in het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 15/07/2016 numac 2016027226 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging en tot opheffing van sommige bepalingen van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid, Tweede deel, Boek V, Titel XI, betreffende de residentiële diensten en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non-profitsector sluiten betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen. § 2. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, kan een verzoek om ondersteunende maatregelen indienen, met inbegrip van juridische bijstand anders dan in toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 15/07/2016 numac 2016027226 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging en tot opheffing van sommige bepalingen van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid, Tweede deel, Boek V, Titel XI, betreffende de residentiële diensten en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non-profitsector sluiten bedoeld in paragraaf 1 of psychologische bijstand, bedoeld in artikel 17. § 3. Elk verzoek als bedoeld in paragraaf 1 wordt schriftelijk bij de integriteitsreferent ingediend binnen twee maanden na de gebeurtenis die het verzoek rechtvaardigt.

De integriteitsreferent beslist binnen vijftien werkdagen na ontvangst van het verzoek of het al dan niet wordt ingewilligd. Het besluit wordt ter kennis gebracht van de melder.

In geval van weigering kan de melder binnen vijftien dagen na kennisgeving van de weigering beroep instellen bij de administrateur-generaal.

Art. 17.§ 1. Overeenkomstig artikel 16, § 2, kan het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid in het kader van een gerechtelijke procedure andere juridische bijstand genieten dan in toepassing van het in artikel 16, § 1, bedoelde besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 15/07/2016 numac 2016027226 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging en tot opheffing van sommige bepalingen van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid, Tweede deel, Boek V, Titel XI, betreffende de residentiële diensten en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non-profitsector sluiten, bestaande uit de gehele of gedeeltelijke betaling van advocatenhonoraria en procedurekosten, alsmede psychologische bijstand bestaande uit de betaling van consultaties bij een psycholoog of psychiater. § 2. In het kader van de in paragraaf 1 bedoelde bijstandsmaatregelen is de vergoeding van de honoraria en de kosten van de advocaat, van de procedure en van de psychologische of psychiatrische raadpleging in beginsel beperkt tot een totaal gecumuleerd bedrag van 3718,40 euro.

In uitzonderlijke omstandigheden kan, op naar behoren gemotiveerd verzoek, een hogere onkostenvergoeding worden betaald dan het in lid 1 genoemde maximum. De melder of zijn vertegenwoordiger dient dit met redenen omklede verzoek in bij de in lid 3 bedoelde dienst. § 3. Als een verzoek om juridische of psychologische bijstand als bedoeld in artikel 16, § 2 wordt ingewilligd, wordt het beheerd door de dienst die door de administrateur-generaal is aangewezen.

Het personeelslid, de stagiair of het gewezen personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, bezorgt aan de dienst bedoeld in lid 1 de documenten die de uitgave rechtvaardigen. In het bijzonder worden dagvaardingen, assignaties en alle gerechtelijke documenten binnen 10 werkdagen na de bezorging of betekening ervan meegedeeld.

De kosten die geheel of gedeeltelijk worden vergoed of gedekt, hetzij op grond van een andere wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling, hetzij op grond van een door het slachtoffer of een derde gesloten verzekeringsovereenkomst, geven geen aanleiding tot tegemoetkoming.

Art. 18.De in de artikelen 16 en 17 vastgestelde modaliteiten voor het aanvragen van steunmaatregelen worden ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt.

HOOFDSTUK VI. - Bescherming van persoonsgegevens

Art. 19.§ 1. De integriteitsreferent verwerkt persoonsgegevens ter uitvoering van de hem krachtens dit besluit opgedragen opdrachten, en meer in het bijzonder wanneer hij kennis neemt van de melding, de ontvangst ervan bevestigt, deze bekijkt en in voorkomend geval onderzoekt. § 2. "Wallonie-Bruxelles International" is verantwoordelijk voor de verwerking.

De integriteitsreferent verwerkt de volgende persoonsgegevens: 1° de identiteit, dat wil zeggen de naam, de voornaam, de contactgegevens en de dienst waartoe de melder behoort;2° de identiteit van de bij de melding betrokken persoon of personen aan wie de onregelmatigheid wordt toegeschreven of die tot de onregelmatigheid hebben bijgedragen, alsmede hun contactgegevens en de dienst waartoe ze behoren;3° de identiteit van elke persoon die door een melding eventueel kan worden geraakt omdat zij mogelijk heeft bijgedragen tot, getuige is geweest van of het slachtoffer is geweest van een onregelmatigheid of omdat zij informatie kan verstrekken in het kader van het door de integriteitsreferent verrichte onderzoek, alsmede haar contactgegevens en de dienst waartoe zij behoort;4° alle andere noodzakelijke gegevens die door de melder zijn verstrekt of die zijn verzameld in het kader van de in artikel 11 omschreven opdrachten met betrekking tot de in de punten 1 tot en met 3 opgesomde personen, met dien verstande dat persoonsgegevens die duidelijk niet relevant zijn voor de behandeling van een specifieke melding niet worden ingezameld of, indien zij per ongeluk zijn ingezameld, onverwijld worden gewist. De integriteitsreferent kan de hierboven bedoelde gegevens opvragen bij de personeelsdiensten van "Wallonie-Bruxelles International". § 3. De integriteitsreferent verzendt deze gegevens alleen in de volgende gevallen: 1° in geval van uitdrukkelijke toestemming van de bij de bekendmaking betrokken persoon ;2° overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering ;3° indien hij van oordeel is dat de administrateur-generaal in kennis moet worden gesteld van de identiteit van de betrokkene(n) teneinde de passende maatregelen te kunnen nemen;4° indien dit noodzakelijk en evenredig lijkt, in het kader van onderzoeken door de bevoegde overheden met het oog op het onderzoek naar inbreuken of in het kader van gerechtelijke procedures, teneinde de rechten van de verdediging van de betrokken personen te vrijwaren. § 4. De integriteitsreferent stelt de betrokkenen ervan in kennis dat tegen hen een onderzoek loopt, tenzij deze informatie het goede verloop van het onderzoek in gevaar zou brengen. § 5. De krachtens dit besluit ontvangen meldingen, met inbegrip van alle verzamelde persoonsgegevens, worden vijf jaar na het verstrijken van de termijn van zeven dagen na een schriftelijke of mondelinge melding vernietigd, behalve in geval van strafvervolging of gerechtelijke vervolging, in welk geval de gegevens tot tien jaar na de beëindiging van de strafvervolging of gerechtelijke vervolging worden bewaard. § 6. Wanneer hij voor de ontvangst van meldingen gebruik maakt van computer- of telefoonkanalen, ziet de integriteitsreferent erop toe dat deze zodanig worden opgezet en beheerd dat de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder en van elke in de melding genoemde derde wordt gewaarborgd en toegang door onbevoegde personeelsleden wordt verhinderd.

HOOFDSTUK VII. - Van de bredere interne melding naar de werkgerelateerde context

Art. 20.§ 1. Een melding betreffende een onregelmatigheid kan bij de integriteitsreferent worden ingediend door iedere natuurlijke persoon, met uitzondering van een personeelslid of stagiair als bedoeld in artikel 2, of iedere rechtspersoon die in het kader van zijn beroepsuitoefening bij "Wallonie-Bruxelles International" een onregelmatigheid vermoedt of vaststelt die is begaan door een personeelslid of door een beheersorgaan van "Wallonie-Bruxelles International".

Voor de toepassing van paragraaf 1 moet de onregelmatigheid waarop de melding betrekking heeft, in de tien jaar voorafgaand aan de dag van de melding zijn begaan. § 2. Melding aan de integriteitsreferent kan schriftelijk, mondeling of beide gebeuren.

Bij een mondelinge melding wordt een proces-verbaal opgesteld.

Een mondelinge melding kan worden gedaan per telefoon, via andere elektronische communicatiemiddelen of, op verzoek van de melder, door middel van een persoonlijk gesprek binnen een redelijke termijn.

De schriftelijke melding of het proces-verbaal van de mondelinge melding wordt ondertekend door de melder en bevat de volgende informatie: 1° de datum van de melding;2° de naam en de contactgegevens van het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat de melding richt;3° de naam van de dienst van "Wallonie-Bruxelles International" waar de melder in dienst is of was;4° de naam van de dienst van "Wallonie-Bruxelles International" betrokken bij de vermoede onregelmatigheid;5° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid.Deze beschrijving beperkt zich tot de aanduiding van de feiten en alleen tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het nagestreefde doel.

Binnen zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke of mondelinge waarschuwing stuurt de integriteitsreferent de persoon die de melding heeft afgegeven een ontvangstbevestiging van de melding.

Tegelijkertijd kan de integriteitsreferent, indien hij dit nuttig acht, de melder verzoeken hem binnen een redelijke termijn alle aanvullende informatie te verstrekken die voor een eerste onderzoek van de zaak nodig is, overeenkomstig artikel 12.

Art. 21.De integriteitsreferent verwerkt de melding volgens de modaliteiten bepaald in de artikelen 11, 12, 13 en 19.

HOOFDSTUK VIII. - Openbaarmaking

Art. 22.§ 1. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat in een werkgerelateerde context informatie verkrijgt over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in uitvoering, binnen "Wallonie-Bruxelles International", en die deze informatie openbaar maakt, geniet de bescherming voorzien in dit besluit indien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de openbaarmaking is onrechtstreeks, in die zin dat het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid vooraf de meldingsprocedures heeft nageleefd waarin dit besluit of, in voorkomend geval, het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende de gemeenschappelijke Ombudsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest voorziet;2° de vermoede onregelmatigheid die het voorwerp uitmaakt van de openbaarmaking beantwoordt aan de definitie van artikel 2, 5° van dit besluit;3° geen passend gevolg is gegeven aan de melding binnen de termijnen die van toepassing zijn door dit besluit of, in voorkomend geval, door het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende de gemeenschappelijke Ombudsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest. § 2. Dit artikel is niet van toepassing op gevallen waarin een persoon rechtstreeks informatie aan de pers verstrekt op grond van specifieke nationale bepalingen tot instelling van een stelsel voor de bescherming van de vrijheid van meningsuiting en informatie.

HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.

Art. 23.Ten minste om de drie jaar worden de in dit besluit bedoelde procedures voor de ontvangst en de opvolging van de meldingen door de Minister-President, die bevoegd is voor internationale betrekkingen geëvalueerd, rekening houdend met de feedback, met inbegrip van de gegevens in de jaarlijkse activiteitenverslagen van de integriteitsreferenten, en zo nodig aangepast. Het uitgevoerde onderzoek wordt vastgelegd in een samenvattend rapport.

Art. 24.Van de rechten waarin dit besluit voorziet, is geen ontheffing of beperking mogelijk bij overeenkomst, door beleid, of door arbeidswijze of arbeidsvoorwaarden, en evenmin door aan geschillen voorafgaande arbitrageovereenkomsten.

Art. 25.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het in het Belgisch Staatsbladbekendgemaakt wordt.

Art. 26.De Minister-President die bevoegd is voor internationale betrekkingen en de Minister van Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 28 maart 2024.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE .


^