gepubliceerd op 07 mei 2019
Besluit van Waalse Regering betreffende de globale subsidie bestemd om de administratiekosten van de privé-kinderbijslagfondsen te dekken
28 MAART 2019. - Besluit van Waalse Regering betreffende de globale subsidie bestemd om de administratiekosten van de privé-kinderbijslagfondsen te dekken
De Waalse Regering, Gelet op het
decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/02/2018
pub.
01/03/2018
numac
2018201006
bron
waalse overheidsdienst
Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen
sluiten betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, de artikelen 60, § 1, tweede lid, en § 2, eerste lid, 2°, 61, §§ 1 en 2, en 62;
Gelet op het rapport van 29 december 2018 bedoeld in artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 juli 2018;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 juli 2018;
Gelet op het advies van het Comité "Gezinnen" van het "Agence wallonne de la santé, de la protection sociale, du handicap et des familles" (Waals agentschap voor gezondheid, sociale bescherming, handicap en gezinnen), uitgebracht op 28 augustus 2018;
Gelet op het advies nr. 65.117/2 van de Raad van State, gegeven op 23 januari 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie;
Na beraadslaging, HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling en begripsomschrijvingen
Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.
Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Agentschap : het "Agence wallonne de la santé, de la protection sociale, du handicap et des familles" (Waals agentschap voor gezondheid, sociale bescherming, handicap en gezinnen), bedoeld in artikel 2 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;2° privé-fondsen: de privé-fondsen erkend krachtens artikel 56 van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten;3° decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten: het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen;4° globale subsidie: de globale subsidie bestemd om de bestuurskosten van de privé-kinderbijslagfondsen te dekken, bedoeld in artikel 60, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten;5° gezinsbijslagen: het geheel van de voordelen bedoeld in Titel III van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten;6° marktaandeel: het bedrag van de door een privé-fonds aangegeven netto-rechten ten opzichte van het totale bedrag van de door alle privé-fondsen aangegeven netto-rechten;7° het bedrag van de door een privé-fonds aangegeven netten: het bedrag van de rechten aangegeven door een fonds voor de betaling van de gezinsbijslagen, dat van het bedrag van de nieuwe onverschuldigde bedragen aangegeven voor eenzelfde periode afgetrokken wordt. HOOFDSTUK II. - Jaarlijkse globale subsidie Onderafdeling 1. - Bedrag van de jaarlijkse globale subsidie
Art. 3.§ 1. De jaarlijkse globale subsidie bedraagt 32.432.134,30 euro. § 2. Voor de eerste keer in 2024 en daarna om de vijf jaar wordt de jaarlijkse globale subsidie als volgt berekend: waarin : de nieuwe schatting is van de jaarlijkse globale subsidie; het volgende bedrag is : 1° in 2024, het in § 1 bedoelde bedrag;2° daarna, het bedrag voortvloeiend uit de laatste berekening van de jaarlijkse globale subsidie overeenkomstig deze paragraaf; DPr/Pu is het ontwikkelingspercentage van het marktaandeel van alle privé-fondsen gedurende vijf jaar voorafgaand aan het jaar waarin de jaarlijkse globale subsidie wordt berekend;
Enf is het ontwikkelingspercentage van het aantal kinderen die vallen onder de Waalse regeling gedurende vijf jaar voorafgaand aan het jaar waarin de jaarlijkse globale subsidie wordt berekend.
Deze berekening wordt uiterlijk op 31 maart van het betrokken boekjaar uitgevoerd. § 3. De jaarlijkse globale subsidie wordt gekoppeld aan de spilindex 105,1 (basis 2013=100) en aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen. Afdeling 2. - Bedrag van de jaarlijkse globale subsidie
Art. 4.De jaarlijkse globale subsidie wordt verdeeld tussen de privé-fondsen op basis van hun marktaandelen in de loop van het betrokken boekjaar.
Het aldus verkregen bedrag voor elk privé-fonds vormt de maximale subsidie voor elk onder hen.
Het bedrag van deze maximale subsidie wordt voorlopig voor 31 december van het vorige boekjaar berekend. Overeenkomstig artikel 3, §§ 2 en 3 wordt het bedrag van de maximale subsidie, zoals voorlopig berekend, door het Agentschap herzien. De voorlopige maximale subsidie wordt gebruikt voor de berekening van de voorschotten die in de loop van het begrotingsjaar aan elk van de privé-fondsen zijn betaald.
Het bedrag van de maximale subsidie van elk van de privé-fondsen wordt definitief op 31 maart volgend op het afgelopen boekjaar vastgesteld. Afdeling 3. - Verantwoordingsmechanisme
Onderafdeling 1. - Beginsel
Art. 5.Het Agentschap beoordeelt de manier waarop elk privé-fonds zijn wettelijke opdrachten vervult.
De beoordeling wordt gegrond op de resultaten van de controle van elk privé-fonds.
Op basis van deze beoordeling wordt het bedrag van de subsidie dat aan elk van de privé-fondsen voor het gecontroleerde begrotingsjaar verschuldigd is, door het Agentschap berekend. Het bestaat enerzijds uit een kwantitatief deel en anderzijds uit een kwalitatief deel van de voor elk van de privé-fondsen berekende maximale subsidie. Het kwalitatief deel vloeit voort uit de toepassing van het in deze afdeling bedoelde verantwoordingsmechanisme van de privé-fondsen.
Onderafdeling 2. - Beoordelingscriteria
Art. 6.De beoordelingscriteria van de privé-fondsen zijn: 1° de kwaliteit van het administratieve beheer van de persoonlijke dossiers, met name de snelheid waarmee de privé-fondsen de vastgestelde tekortkomingen snel verhelpen;2° de kwaliteit van het organisationele, boekhoudkundige en financiële beheer van de privé-fondsen, met name de snelheid waarmee de privé-fondsen de vastgestelde tekortkomingen snel verhelpen;3° de kwaliteit van de informatie die aan de gezinnen wordt verstrekt over de reglementering van de gezinsbijslagen in het algemeen en over hun dossier inzake gezinsbijslagen in het bijzonder;4° de kwaliteit van de integratie van de actoren die betrokken zijn bij het recht op gezinsbijslagen in het register van personen bedoeld in artikel 6 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid alsook de correcte en tijdige bijwerking van de gegevens in bedoeld register.
Art. 7.Het Comité "Gezinnen" van het Agentschap bepaalt kwantificeerbare subcriteria om te bepalen in hoeverre aan de in artikel 6 bedoelde criteria wordt voldaan.
Op basis van dit percentage van naleving van de in artikel 6 bedoelde criteria en van een wegingcoëfficiënt die aan elk criterium als bepaald in artikel 8 wordt toegekend, stelt het Agentschap een globaal percentage vast voor de kwalitatieve beoordeling van de werkzaamheden van elk privé-fonds.
Art. 8.De volgende wegingcoëfficiënten worden aan de beoordelingscriteria toegekend: 1° het in artikel 6, 1°, bedoelde criterium: 50 % ;2° het in artikel 6, 2°, bedoelde criterium: 30 % ;3° het in artikel 6, 3°, bedoelde criterium: 10 % ;4° het in artikel 6, 4°, bedoelde criterium: 10 % . Onderafdeling 3. - Toepassing
Art. 9.Het Agentschap past het in artikel 7 bedoelde percentage voor de kwalitatieve beoordeling van de werkzaamheden van elk privé-fonds, dat voor het voorlaatste jaar wordt geraamd, toe op het bedrag van de maximale subsidie van elk privé-fonds voor het betrokken begrotingsjaar, waarbij het resultaat van deze berekening overeenkomt met het kwalitatieve deel van de maximale subsidie.
Art. 10.Het kwalitatieve deel van de maximale subsidie dat maximum aan elk privé-fonds wordt toegekend, bedraagt: a) 5 % in 2023;b) 7,5 % in 2024;c) 10 % vanaf 2025. HOOFDSTUK III. - Aanvullende subsidie
Art. 11.Een aanvullende jaarlijkse subsidie op de jaarlijkse globale subsidie wordt voor de jaren 2019 tot 2023 aan de privé-fondsen toegekend voor een bedrag van: a) 2 miljoen euro in 2019;b) 1,6 miljoen euro in 2020;c) 1,2 miljoen euro in 2021;d) 0,8 miljoen euro in 2022.
Art. 12.Het in artikel 11 bedoelde bedrag wordt volgens de modaliteiten van artikel 4 tussen de privé-fondsen verdeeld. HOOFDSTUK IV. - Uitbetaling van de subsidies
Art. 13.Een driemaandelijks voorschot wordt uiterlijk op de tiende dag van de eerste maand van elk kwartaal aan elk privé-fonds toegekend.
Dit voorschot wordt in percentage van de voor elk privé-fonds berekende maximale voorlopige subsidie vastgesteld als volgt: 1° eerste kwartaal: 25 % ;2° tweede kwartaal: 25 % ;3° derde kwartaal: 25 % ;4° vierde kwartaal: 17,5 % . Het saldo wordt uiterlijk op 10 december van het betrokken boekjaar vereffend.
Art. 14.In afwijking van artikel 13, tweede en derde lid, en voor het jaar 2029 worden de driemaandelijkse voorschotten in percentage van de voor elk privé-fonds berekende maximale voorlopige subsidie vastgesteld als volgt: 1° eerste kwartaal: 50 % ;2° tweede kwartaal: 30 % ;3° derde kwartaal: 7,5 % ;4° vierde kwartaal: 7,5 % . Het saldo wordt uiterlijk op 10 december vereffend.
Art. 15.Uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het afgelopen begrotingsjaar berekent het Agentschap, op basis van de definitieve cijfers van het marktaandeel van elk privé-fonds in de loop van het betrokken boekjaar, het bedrag van de maximale subsidie dat aan elk van de privé-fondsen wordt verschuldigd.
Op deze basis en overeenkomstig de artikelen 9 en 10 wordt een definitieve afrekening van de aan elk privé-fonds verschuldigde subsidie door het Agentschap vastgesteld.
Indien het privé-fonds een overschot ontvangt, betaalt bedoeld fonds het Agentschap uiterlijk op 10 december terug.
Indien het privé-fonds een te weinig bedrag ontvangt, stort het Agentschap het privé-fonds het saldo dat hem verschuldigd is, uiterlijk op 10 december. HOOFDSTUK V. - Gebruik en controle van de subsidies
Art. 16.Het Agentschap is belast met de controle op het gebruik van de in dit besluit bedoelde subsidies. In dit kader gaat het Agentschap of: 1° de subsidies uitsluitend voor het beheer van de gezinsbijslagen, met name de personeels- en investeringskosten, gebruikt worden;2° of de prijs van een onroerend goed niet meer dan 10 % lager is dan de marktprijs, indien het privé-fonds het onroerend goed verhuurt;3° of de prijs van een onroerend goed niet meer dan 10 % hoger is dan de marktprijs, indien het privé-fonds het onroerend goed huurt. Voor de toepassing van het eerste lid, 2° en 3°, doet het Agentschap een beroep een door hem aangewezen vastgoeddeskundige om de door het privé-fonds voorgeschoten huurprijzen te certificeren.
Overeenkomstig de artikelen 57 tot 62 van het decreet van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027237 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering sluiten houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden eist het Agentschap dat het betrokken privé-fonds bedragen terugbetaalt die niet voldoen aan de in de eerste alinea bedoelde bepalingen. HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen
Art. 17.In geval van een fusie tussen twee of meerdere privé-fondsen of een absorptie wordt het marktaandeel van de nieuwe juridische entiteit dat door het Agentschap voor de berekening van de voorschotten wordt gebruikt, bepaald door de marktaandelen van de entiteiten die het nieuwe privé-fonds vormen, bij elkaar op te tellen.
Art. 18.In geval van afsplitsing van een privé-fonds beschouwt het Agentschap voor het lopende boekjaar de uit de afsplitsing voortvloeiende nieuwe entiteiten als enig wat betreft de betaalde voorschotten en de berekening van de jaarlijkse globale subsidie. De nieuwe juridische entiteiten zijn verantwoordelijk voor de verdeling van de bedragen die aan het Agentschap gestort of verschuldigd zijn.
Voor het volgende boekjaar is het marktaandeel van de uit deze afsplitsing voortvloeiende privé-fondsen dat door het Agentschap wordt gebruikt voor de berekening van de voorschotten, het resultaat van een overeenkomst tussen de nieuwe juridische entiteiten. De som van dit resultaat mag niet hoger zijn dan het marktaandeel dat eerder door het Agentschap voor het gesplitste fonds werd gebruikt.
Art. 19.Door het Agentschap worden aan de privé-fondsen terugbetaald : 1° de kosten van de tweede medische onderzoeken, zoals door hem gevraagd;2° de van rechtswege verschuldigde rente gestort overeenkomstig de artikelen 88 tot 90 van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten. Deze bedragen worden uiterlijk op 10 december van het boekjaar volgend op de door het privé-fonds gedane uitgave uitbetaald. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 20.Het Agentschap wordt ermee belast om uiterlijk voor 2025 het verantwoordingsmechanisme van de fondsen bedoeld in de artikelen 5 tot 10 en in het bijzonder in de artikelen 6, 8 en 10 te beoordelen.
Art. 21.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2019.
Art. 22.De Minister bevoegd voor gezinsbijslagen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 28 maart 2019.
Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging, A. GREOLI