28 JUNI 2012. - Besluit van de Waalse Regering waarbij de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort definitief aangenomen wordt met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en een landbouwgebied te Yvoir (Dorinne en Spontin)

De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, inzonderheid op de artikelen 1, 22, 23, 25, 32, 35, 37 en 42 tot 46;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 1979 tot opstelling van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort, dat het voorwerp van verschillende wijzigingen heeft uitgemaakt;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 30/11/2006 pub. 26/01/2007 numac 2007200151 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort en tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het plan met het oog op de opneming van een ontginningsgebied, een landbouwgebied en een groengebied te Yvoir sluiten tot herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort (bladen 53/4 en 54/1) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het plan met het oog op de opneming van een ontginningsgebied, een landbouwgebied en een groengebied te Yvoir;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 10/05/2007 pub. 21/06/2007 numac 2007202009 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt een effectenonderzoek te laten doorvoeren met betrekking tot het voorontwerp van herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort met het oog op de opneming van een ontginningsgebied, een landbouwgebied en een groengebied op het grondgebied van de gemeente Yvoir sluiten waarbij beslist wordt een effectenonderzoek te laten doorvoeren met betrekking tot het voorontwerp van herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort met het oog op de opneming van een ontginningsgebied, een landbouwgebied en een groengebied op het grondgebied van de gemeente Yvoir;

Gelet op de Waalse gewestelijke beleidsverklaring voorgelegd aan het Waals Parlement op 16 juli 2009;

Gelet op het effectonderzoek betreffende het voorontwerp van gewestplan uitgevoerd door de « SA Pissart, Environnement et Architecture », behoorlijk erkend overeenkomstig artikel 42 van het Wetboek; overwegende dat het einddocument van het onderzoek werd neergelegd op 10 maart 2010;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 7 april 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 07/04/2011 pub. 09/05/2011 numac 2011202193 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende telewerk sluiten waarbij de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort tijdelijk aangenomen wordt met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en een landbouwgebied te Yvoir (Dorinne en Spontin).

Overwegende dat het openbaar onderzoek georganiseerd werd van 10 oktober 2011 tot 23 november 2011 overeenkomstig de artikelen 4, 43 en 46 van het Wetboek; dat een informatievergadering belegd werd op 24 oktober 2011;

Gelet op de bezwaren en opmerkingen ingediend tijdens het openbaar onderzoek;

Gelet op de notulen van de overlegvergadering die op 23 november 2011 gehouden werd;

Gelet op het gunstig advies van de « Commission consultative d'Aménagement du Territoire et de Mobilité » (Adviescommissie Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit) van Yvoir, gegeven op 12 december 2011;

Gelet op het gunstig advies van de gemeenteraad van Yvoir van 29 december 2011;

Gelet op het gunstig advies van de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » (Waalse milieuraad voor Duurzame Ontwikkeling), gegeven op 26 maart 2012;

Gelet op het gunstig advies van de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie Ruimtelijke Ordening) van 12 april 2012;

Gelet op de bezwaren en opmerkingen uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek door : - VIVAQUA SCRL, Wolstraat, 70, 1000 Brussel - L'Association pour la Défense des Sites et Vallées du namurois (ADSVN) ASBL, rue Nanon 98, 5000 Namur;

Overwegende dat die brieven zich niet verzetten tegen de herziening van het gewestplan en enkel aanbevelingen geven die in aanmerking genomen moeten worden bij de indiening en het onderzoek van de latere vergunningsaanvraag, en voorwaarden stellen waaraan voldaan moet worden bij de eventuele afgifte van de vergunning ten einde de huidige activiteit en tonnages alsmede de huidige finaliteit van de exploitatie te behouden - namelijk de productie van natuursteen voor architecturale en decoratieve doeleinden, voorzien in een landschappelijke integratie van de uitbreiding, o.a. door de vestiging van een bufferzone in de buurt van de Ry d'Août, en het gevaar voor verontreiniging van de grondwateren en de naburige waterloop beperken;

Overwegende dat de « CWEDD » bovendien erop aandringt dat na de exploitatie in een herinrichtingsplan voorzien wordt, met name op het gedeelte dat in het voorontwerp van gewestplan aanvankelijk als groengebied bestemd was, en dat een oplossing gevonden moet worden voor de toegang tot een landbouwperceel dat ingesloten zou zijn;

Gelet op de door de « CRAT » uitgedrukte wens om de in het voorontwerp van gewestplan overwogen opneming van 6 hectaren als ontginningsgebied te behouden;

Overwegende dat de Waalse Regering van plan is volgend antwoord te geven op die bezwaren en opmerkingen : Gelet op de kleine oppervlakte van het gebied dat het voorwerp van deze herziening is; dat de steenhouwer niet de bedoeling heeft om de huidige finaliteit van de exploitatie te wijzigen en dat, voor het overige, voorwaarden in de eenmalige vergunning gesteld kunnen worden om een ambachtelijke exploitatie van de vindplaats te waarborgen;

Ovewegende dat het planeffectonderzoek erop wijst dat het nieuwe ontginningsgebied daadwerkelijk zichtbaarder zou zijn vanaf de heuvels van het dorp Dorinne wegens het gebrek aan een dicht struikgordijn langs de beek op die plek; dat het onderzoek aanbeveelt dat daar een bufferzone aangelegd wordt; dat dat probleem onder de eenmalige vergunning valt en in dat kader onderzocht zal worden; dat door de Waalse Regering opgestelde bomenlijsten al overgemaakt werden aan de steenhouwer, die van plan is zijn dossier te configureren door te voorzien in het gebruik van de aanbevolen plantensoorten;

Overwegende dat de door de « CWEDD » gestelde vraag i.v.m. het herinrichtingsplan - met name op het gedeelte voorzien als groengebied in het voorontwerp van plan - een antwoord gevonden heeft in het ontwerp van gewestplan voor zover de Regering gekozen heeft voor het voorstel van de auteur van het onderzoek om dat gedeelte van de locatie als ontginningsgebied te behouden en niet als groengebied op te nemen, waardoor de goedkeuringsprocedure versneld zou kunnen worden om de herinrichting te garanderen;

Overwegende dat de in het effectonderzoek voorgestelde bijkomende verjaring, namelijk een termijn van 3 tot 10 jaar voor de herinrichting van genoemd gebied, niet relevant lijkt aangezien dat gebied als opslagplaats zou dienen voor alle voorraden zolang de exploitatie duurt; dat dat voorstel derhalve niet aangehouden werd in het aan onderzoek onderworpen ontwerp van gewestplan; dat de Regering niet van plan is om dat standpunt te herzien;

Overwegende dat de opmerking van de « CWEDD » betreffende de insluiting van een landbouwperceel een gedeeltelijk antwoord vindt in het besluit tot aanneming van het ontwerp van gewestplan voor zover de Regering gekozen heeft voor het in het effectonderzoek bedoelde alternatief waardoor een insluiting van percelen voorkomen kan worden; dat voor het overige een oplossing door de steenhouwer voorgelegd zal worden;

Overwegende dat de opmerking van de « CRAT » betreffende de beperkte oppervlakte van het door gewestplanherziening opgenomen ontginningsgebied het voorwerp heeft uitgemaakt van volgende rechtvaardiging in het besluit van de Waalse Regering van 7 april 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 07/04/2011 pub. 09/05/2011 numac 2011202193 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende telewerk sluiten tot aanneming van het ontwerp van gewestplan : « Overwegende dat geen boring werd uitgevoerd in de terreinen gevraagd als uitbreiding in de westelijke verlenging van de huidige groeve; dat enkel elektrische peilingen en geofysische prospecties uitgevoerd werden; dat bijkomende onderzoeken gevraagd werden maar dat geen bijkomende peiling uitgevoerd werd verder dan een strook van 100 m van de westelijke grens van het huidige ontginningsgebied;

Gelet derhalve op het gebrek aan nauwkeurige gegevens op grond waarvan de lithologie verder dan die strook terreinen gekwalificeerd kan worden;" Overwegende dat sindsdien geen enkel nieuw argument overgelegd werd; dat de Regering om die redenen nog steeds niet van plan is om het voorstel van de « CRAT » aan te houden;

Overwegende dat de te verwachten wijzigingen in het hydrologische en hydrogeologische stelsel beperkt zijn rekening houdend met betrokken oppervlakten en met de onbeduidende verlaging van de nodige grondwaterstand; dat enkel een toename van het op te pompen afvloeiend water verwacht kan worden; dat die vraagstukken onderzocht zullen worden bij de behandeling van de aanvraag van de vergunning die vereist wordt om het ontginningsgebied tot stand te brengen;

Overwegende tot slot dat de locatie na exploitatie geschikt zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van een bepaalde biodiversiteit;

Ovewegende anderzijds dat de compensatie de huidige toestand alleen maar zal in standhouden;

Ovewegende dat geen noemenswaardige menselijke of milieuverplichting aan het licht gesteld werd in deze fase van het onderzoek van het ontwerp;

Overwegende dat de Regering na afloop van het onderzoek van de verschillende belangen ervoor kiest de ontginningsactiviteit voort te zetten en de tewerkstelling op de locatie te behouden;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Besluit :

Artikel 1.De gedeeltelijke herziening van de bladen nr. 53/4 en 54/1 van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en een landbouwgebied op het grondgebied van de gemeente Yvoir wordt definitief aangenomen overeenkomstig bijgaande kaart.

Art. 2.De overeenkomstig artikel 44 van het Wetboek overgelegde milieuverklaring wordt bij dit besluit gevoegd.

Art. 3.De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 28 juni 2012.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY

Milieuverklaring betreffende de definitieve aanneming van de herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en een landbouwgebied op het grondgebied van de gemeente Yvoir (Dorinne en Spontin) Deze milieuverklaring wordt vereist krachtens het voorschrift van artikel 44 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie (CWATUPE). Ze gaat bij het besluit van de Waalse Regering waarbij de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort definitief aangenomen wordt met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en een landbouwgebied op het grondgebied van de gemeente Yvoir (Dorinne en Spontin).

Deze tekst is een samenvatting van de wijze waarop de milieuoverwegingen opgenomen werden in de herziening van het gewestplan en waarop het effectonderzoek, de adviezen, bezwaren en opmerkingen in aanmerking genomen werden.

De verklaring is ook een samenvatting van de redenen van de keuze van het plan zoals aangenomen, rekening houdend met de andere verstandige oplossingen die overwogen kunnen worden.

Doel van de herziening van het gewestplan De herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort beoogt de opneming, op aanvankelijk als landbouwgebied bestemde terreinen, van ongeveer 3,9 hectaren ontginningsgebied om de « SA Carrières des Nutons » in staat te stellen haar kalkproductie « Tournaisien supérieur » voort te zetten die bijzonder rijk is aan zeelelie - kleine graniet genoemd -, bestemd voor bouwsteen, sierrots en materiaal voor burgerlijke bouwkunde. Ze beoogt in feite de verplaatsing van een slecht gevestigd ontginningsgebied om de voortzetting van de exploitatie van een onderneming mogelijk te maken waarvan het uitbreidingsbeginsel verworven was sinds de aanneming van het gewestplan in 1979. Het slecht gevestigd ontginningsgebied zou als compensatie omgezet worden in een landbouwgebied met dezelfde oppervlakte.

De herziening heeft aldus betrekking op de opneming van een ontginningsgebied van +3,9 ha alsmede op de opneming van + 3,9 ha landbouwgebied als compensatie.

Chronologie van de herziening van het gewestplan De herziening van het gewestplan werd onderworpen aan de procedure bepaald bij de artikelen 42 tot 44 van het « CWATUPE ».

De Regering heeft bij besluit van 30 november 2006 besloten tot de herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort (bladen 53/4 en 54/1) en tot de aanneming van het voorontwerp van herziening van het plan met het oog op de opneming van een ontginningsgebied, een landbouwgebied en een groengebied te Yvoir.

De Regering heeft bij besluit van 10 mei 2007 besloten om het voorontwerp van herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort met het oog op de opneming van een ontginningsgebied, een landbouwgebied en een groengebied op het grondgebied van de gemeente Yvoir aan een effectonderzoek te onderwerpen.

Het effectonderzoek betreffende het voorontwerp van gewestplan werd uitgevoerd door de « SA Pissart, Environnement et Architecture », behoorlijk erkend overeenkomstig artikel 42 van het Wetboek. Het einddocument van het onderzoek werd op 10 maart 2010 ingediend.

De gedeeltelijke herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en een landbouwgebied te Yvoir (Dorinne en Spontin) wordt tijdelijk aangenomen bij besluit van de Waalse Regering van 7 april 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 07/04/2011 pub. 09/05/2011 numac 2011202193 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende telewerk sluiten.

Het openbaar onderzoek werd tussen 10 oktober 2011 en 23 november 2011 georganiseerd overeenkomstig de artikelen 4, 43 en 46 van het Wetboek.

Op 24 oktober 2011 werd een informatievergadering gehouden.

Op 23 november 2011 werd een overlegvergadering gehouden.

Tijdens het openbaar onderzoek werden twee brieven toegestuurd.

Het advies van de « Commission consultative d'Aménagement du Territoire et de Mobilité » van Yvoir van 12 december 2011 is het ontwerp gunstig gezind.

Het advies van de gemeenteraad van Yvoir van 29 december 2011 is het ontwerp gunstig gezind.

Het advies van de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » (Waalse Milieuraad voor Duurzame Ontwikkeling) van 26 maart 2012 is gunstig.

Het advies van de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » van 12 april 2012 is het ontwerp gunstig gezind.

Milieuoverwegingen Het verzoek van de « SA Carrières des Nutons » had betrekking op de opneming - op aanvankelijk als landbouwgebied bestemde terreinen -, van 6 hectaren ontginningsgebied, over een breedte van ongeveer 300 meter, opdat ze haar productie van kleine graniet zou kunnen voortzetten. De aanvankelijk voorgestelde compensaties bestonden in de omzetting van ontginningsgebiedgedeelten in landbouw- en groengebied, voor een oppervlakte gelijk aan die van het aangevraagde ontginningsgebied;

Deze herziening betreft uiteindelijk de opneming van een ontginningsgebied van +3,9 ha alsmede de opneming van + 3,9 ha landbouwgebied als compensatie.

Het voornaamste knelpunt in dit dossier was de aanwezigheid van de afzetting in de door de steenhouwer begeerde gronden.

Er werd immers geen boring verricht in de gronden gevraagd als uitbreiding in de westelijke verlenging van de huidige groeve. Er werden enkel elektrische peilingen en geofysische prospecties uitgevoerd. De steenhouwer werd verzocht om bijkomende onderzoeken maar verder dan een strook van 100 m van de westelijke grens van het huidige ontginningsgebied werd geen bijkomend onderzoek gedaan.

Daaruit werd derhalve afgeleid dat er geen nauwkeurige gegevens bestaan op grond waarvan de lithologie verder dan die strook terreinen gekwalificeerd kan worden.

Die elementen motiveren het feit dat de Regering het terugkerende voorstel van de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » niet aanhoudt, namelijk de opneming van een ruimere oppervlakte ontginningsgebied, in overeenstemming met de aanvankelijke aanvraag.

De aanvankelijke aanvraag van de steenhouwer zou de voortzetting van de exploitatie gedurende een honderdtal jaren mogelijk gemaakt hebben.

De auteur van het effectonderzoek acht die termijn te lang, daar de referentiedocumenten doorgaans rekening houden met een bijkomende exploitatietermijn van 30 jaar. De in het effectonderzoek voorgedragen variant houdt zich aan die exploitatieduur en zou de voortzetting dan ook niet op het spel zetten.

Het effectonderzoek wijst erop dat de huidige groeve en de compensatiegebieden van het voorontwerp opgenomen zijn in de preventieomtrek verwijderd van een door VIVAQUA geëxploiteerde winning voor voedingsdoeleinden. Het als uitbreiding aangevraagde ontginningsgebied is dus niet opgenomen in die omtrek.

Het niveau van het grondwater stemt overeen met de bodem van de groeve. De door de groeve verrichte bemaling dient enkel voor de afvoer van het regenwater en, tijdens de periode van hoge waterstand, voor de verlaging van het grondwater over één of twee meter maximum.

Die verlaging blijft voldoende beperkt in hoeveelheid en in tijd om geen globale weerslag op het grondwater te genereren.

De te verwachten wijzigingen van het hydrologische en hydrogeologische stelsel zijn beperkt, rekening houdend met de betrokken kleine oppervlakten en de onbeduidende verlaging van het nodige grondwater.

Er kan slechts een vermeerdering van de hoeveelheid op te pompen afvloeiingswater verwacht worden en het onderzoek wijst erop dat er gelet zou moeten worden op de eventuele gevolgen van die lozingen voor het aquatische milieu. Deze aanbevelingen worden geconcretiseerd bij de tenuitvoerlegging van het ontwerp.

Het effectonderzoek acht dat het nieuwe ontginningsgebied zichtbaarder zou zijn vanaf de heuvels van het dorp Dorinne wegens het gebrek aan een dicht struikgordijn langs de beek op die plek. Bijgevolg wordt de aanleg van een bufferzone ten noorden van het nieuwe gebied aanbevolen. Deze overwegingen worden opgenomen in het dossier dat nodig is voor de aanleg van het gebied.

Uit het onderzoek blijkt dat het huidige en toekomstige vervoer i.v.m. de groeve geen buitengewone hinder veroorzaakt, dat er geen geluidshinder is en dat geen bijzonder merkwaardig of te beschermen flora- of fauna-element op de betrokken terreinen te bespeuren valt.

Het onderzoek wijst er verder op dat de locatie na exploitatie geschikt zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van een bepaalde biodiversiteit. De compensatie dient voor het overige om een bestaande toestand te behouden.

Het planeffectonderzoek stelt in grote lijnen volgende varianten voor : - de in het voorontwerp voorgestelde beperking van de oppervlakte van het ontginningsgebied tot ongeveer 150 m ten westen van het huidige ontginningsgebied alsmede de kleine uitbreiding noordwaarts en zuidwaarts naar gelang van de geologie en met het oog op de aanleg van een bufferzone, - de lichte wijziging van de omtrek van het landbouwgebied door het behoud van een strook terreinen als ontginningsgebied om beter aan te sluiten op het nieuwe ontginningsgebied, rekening houden met de geologische gegevens - en, aangezien de te compenseren oppervlakten bijgevolg beperkt worden, het behoud van het ontginningsgebied oostwaarts eerder dan de omzetting ervan in groengebied, met een voorstel van bijkomende verjaring ten einde de herinrichting ervan binnen een termijn van 3 tot 10 jaar te waarborgen;

De Regering houdt dat voorstel van bijkomende verjaring niet aan daar bedoeld gebied verder als opslagzone gebruikt moet worden door de steenhouwer. De herinrichting ervan zal voorzien worden in de vergunning vereist voor de aanleg van de locatie.

Tijdens het openbaar onderzoek heeft de vennootschap VIVAQUA aangedrongen op de naleving van het voorschrift van het besluit tot aanneming van het preventiegebied verwijderd van de winning van Spontin en de wens uitgedrukt dat een reeks bijzondere beschermingsmaatregelen opgelegd worden ter beperking van het gevaar voor verontreiniging van de grondwateren en dat die maatregelen opgenomen worden in de toekomstige vergunning vereist voor de aanleg van het ontginningsgebied. De « Association de Défense des Sites et Vallées du namurois » verzoekt bovendien om het behoud van de huidige activiteit en tonnages en van de huidige finaliteit van de exploitatie - namelijk de productie van natuursteen voor architecturale en decoratieve doeleinden -, om de landschappelijke integratie van de uitbreiding - o.a. door de vestiging van een bufferzone in de buurt van de Ry d'Août - en om de beperking van het gevaar voor verontreiniging van de grondwateren en van de naburige waterloop. De reclamanten hebben geen bezwaar tegen de herziening van het gewestplan en formuleren alleen maar aanbevelingen m.b.t. de aanleg van het ontginningsgebied die nader bepaald zullen worden in de procedure betreffende de vereiste vergunning.

Kortom, het is de beperkte omtrek die in de varianten van het planeffectonderzoek voorgesteld wordt die door de Regering aangehouden wordt in het besluit tot definitieve aanneming van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 juni 2012 waarbij de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort definitief aangenomen wordt met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en een landbouwgebied te Yvoir (Dorinne en Spontin).

Namen, 28 juni 2012.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY

12 april 2012 Advies van de « CRAT » betreffende het ontwerp van herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort met het oog op de uitbreiding van het ontginningsgebied van de groeve « Trou des Chats » en op de opneming van een landbouwgebied te Dorinne en Spontin (YVOIR) 1. INLEIDING 1.1. Aanhangigmaking en antwoord - In zijn schrijven van 22 februari 2012 verzoekt het « DGO4 » om het advies van de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire (CRAT) » over genoemd ontwerp. - Overeenkomstig artikel 43, § 4, van het « CWATUPE » slaat het advies van de « CRAT » op het dossier bevattende het planontwerp, het effectonderzoek en de bezwaren, opmerkingen, notulen en adviezen uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek. - De « CRAT » heeft daarvan kennis genomen en het geheel van de bovenvermelde elementen van het dossier onderzocht. 1.2. Achtergrond - Op 26 juli 2007 heeft de « CRAT » een gunstig advies uitgebracht over het ontwerp van besluit en het ontwerp van de inhoud van het effectonderzoek (Ref. : 07/CRAT B.3103); - Op 18 juli 2008 heeft de « CRAT » opmerkingen geformuleerd i.v.m. de eerste fase van het effectonderzoek betreffende de opneming van het ontginningsgebied en verklaard tegen de voortzetting van het onderzoek (Ref. 08/CRAT A.698-AN) te zijn; - Op 26 november 2009 heeft de « CRAT » opmerkingen geformuleerd i.v.m. de eerste fase van het effectonderzoek betreffende de opneming van het ontginningsgebied nadat de auteur van het onderzoek bijkomende gegevens had verstrekt en heeft ze verklaard dat ze de voortzetting van het onderzoek (Ref. 09/CRAT A.851-AN) gunstig gezind was; - Op 20 mei 2010 heeft de « CRAT » opmerkingen geformuleerd i.v.m. de 2e fase van het effectonderzoek betreffende de opneming van het ontginningsgebied en heeft ze verklaard dat ze de voortzetting van de procedure (Ref. : 10/CRAT A.609-AN) gunstig gezind was. 1.3. Omschrijving van het ontwerp De Waalse Regering heeft besloten tot de herziening van het gewestplan Dinant-Ciney-Rochefort met het oog op de opneming van : - een ontginningsgebied van 3,8 ha in de zuidwestelijke verlenging van de huidige groeve « Trou des Chats »; - een landbouwgebied van 3,8 ha in de zuidoostelijke verlenging van genoemde groeve. 2. ADVIES 2.1. Wat het ontginningsgebied betreft De « CRAT » is de opneming van het ontginningsgebied gunstig gezind.

Ze stelt vast dat de opneming van een ontginningsgebied ter uitbreiding van de bestaande groeve noodzakelijk lijkt om de voortzetting van de exploitatie van kleine graniet te garanderen.

Ze wijst er anderzijds op dat die uitbreiding weinig weerslag zal hebben en dat de opmerkingen uit het onderzoek betrekking hebben op de milieuvergunning en niet op deze herziening van het gewestplan.

De Commissie betreurt desalniettemin dat haar aanbevelingen niet opgenomen werden en dat het geheel van de 6 hectaren zoals voorgesteld in het voorontwerp niet als ontginningsgebied opgenomen werden. Ze beweert dat, mocht er een afzetting op die plek zijn, zij op lange termijn beschermd moet worden. 2.2. Wat het landbouwgebied betreft De « CRAT » is de opneming van het landbouwgebied als planologische compensatie gunstig gezind.

Ze ondersteunt het als compensatie voorgestelde gebied daar de geologie van de locatie niet strookt met de geëxploiteerde afzetting.

Gelet op de feitelijke toestand acht ze de bestemming ervan als landbouwgebied geschikt.

P. GOVAERTS, Voorzitter