gepubliceerd op 18 juni 2002
Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan
25 APRIL 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan
De Waalse Regering, Gelet op Richtlijn 75/439/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie, gewijzigd bij Richtlijn 87/101/EEG van 22 december 1986 en Richtlijn 91/692/EEG van 23 december 1991;
Gelet op Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EEG van 18 maart 1991 en bij Richtlijn 91/692/EEG van 23 december 1991;
Gelet op Richtlijn 91/157/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 maart 1991 inzake batterijen en accu's die gevaarlijke stoffen bevatten, gewijzigd bij Richtlijn 93/86/EEG van 4 oktober 1993 en bij Richtlijn 98/101/EG van 22 december 1998;
Gelet op Beschikking 94/3/EG van de Commissie van 20 december 1993 houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, a , van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen;
Gelet op Verordening 3093/94 van de Raad van 15 december 1994 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken;
Gelet op Beschikking 96/350/EG van de Commissie van 24 mei 1996 houdende aanpassing van de bijlagen IIA en IIB bij Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen;
Gelet op Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken;
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals gewijzigd bij het programmadecreet van 19 december 1996 houdende verschillende maatregelen inzake financiën, tewerkstelling, milieu, gesubsidieerde werken, huisvesting en sociale actie, bij het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, bij het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, bij het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, bij het decreet van 15 februari 2001 houdende wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en bij het decreet van 20 december 2001, gedeeltelijk vernietigd door het arrest nr. 81/97 van het Arbitragehof van 17 december 1997, inzonderheid op artikel 8, 2°;
Gelet op het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten;
Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte oliën;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 januari 2002 tot vaststelling van een afvalcatalogus;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 1998 tot goedkeuring van het Waalse afvalplan "Horizon 2010";
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 maart 1999 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 13 april 2000 en 13 december 2001;
Gelet op de algemene doelstellingen van het milieuplan voor de duurzame ontwikkeling, op de algemene doelstellingen van het Waalse afvalplan "Horizon 2010", meer bepaald die betreffende het kwantitatieve en kwalitatieve beheer, en op de doelstellingen inzake recycling;
Overwegende dat de sectoren die afval voortbrengen geleidelijk geresponsabiliseerd moeten worden en dat moet worden gepleit voor de preventie, recycling en valorisatie van afval en voor de drastische beperking van het storten ervan in centra voor technische ondergraving;
Overwegende dat het beginsel 'de vervuiler betaalt' o.a. inhoudt dat de kosten van het afvalbeheer worden gedragen door de vroegere houders en de producenten van het afvalstoffen voortbrengende product, als bedoeld in Richtlijn 75/442/EEG van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, zoals gewijzigd;
Gelet op het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken;
Gelet op het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 februari 2002;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 februari 2002;
Gelet op het advies van de Afvalstoffencommissie, gegeven op 12 maart 2001;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Hoge raad voor steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest);
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, speciaal gemotiveerd door het feit dat de Europese Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken, die uiterlijk 21 april 2002 omgezet moet worden, in sommige bepalingen van het besluit zijn omgezet; gelet op de dringende noodzakelijkheid, speciaal gemotiveerd door het feit dat een bepaling van het besluit een foutieve omzetting uit de Europese richtlijn betreffende de afgewerkte oliën rechtzet aangezien ze de prioriteit geeft aan regeneratie terwijl het Waalse recht de keuze liet aan de actoren;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, speciaal gemotiveerd door het feit dat de krachtens dit besluit opgelegde terugnameplicht beantwoordt aan de nodige intergewestelijke harmonisatie van het afvalbeheer om aanzienlijke concurrentievervalsingen tussen Gewesten te voorkomen en omdat de inwerkingtreding van drie verschillende wetgevingen onvermijdelijk zal leiden tot ernstige problemen; dat het besluit van het Brussels Hoofdstelijk Gewest zeer binnenkort wordt goedgekeurd terwijl in de Vlaamse wetgeving reeds verschillende terugnameplichten van kracht zijn;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, speciaal gemotiveerd door de nood aan een spoedige inwerkingtreding van de basiswetteksten voor bepaalde terugnameplichten die de meeste actoren reeds via milieuovereenkomsten toepassen om concurrentievervalsing te voorkomen, met name voor afval van elektrische en elektronische apparatuur;
Gelet op artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 maart 2002;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;2° afval : afval bedoeld in het decreet;3° producent : elke natuurlijke of rechtspersoon die een product vervaardigt en op de markt brengt in het Waalse Gewest;4° invoerder : elke natuurlijke of rechtspersoon, die geen producent is en een product invoert en op de markt brengt in het Waalse Gewest. De persoon die eetbare oliën en vetten invoert en voor eigen gebruik aanwendt binnen zijn industriële of commerciële inrichting(en), wordt ook als invoerder beschouwd; 5° verdeler : elke natuurlijke of rechtspersoon die aan één of meer detailhandelaars in het Waalse Gewest een product levert voor rekening van één of meer producenten of invoerders;6° detailhandelaar : elke natuurlijke of rechtspersoon die in het Waalse Gewest een product aan de consument verkoopt;7° het op de markt brengen : terbeschikkingstelling, al dan niet tegen betaling, van een product vervaardigd of in het vrije verkeer gebracht in de Europese Gemeenschap, behalve als het bestemd is voor uitvoer;8° batterij of accu : bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit één of meer primaire (niet-oplaadbare) of secundaire (oplaadbare) cellen;9° gebruikte batterij of accu : batterij of accu waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen;10° loodstartbatterijen : bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie bestaande uit één of meer loodplaatjes gedompeld in een elektrolytische oplossing, die bestemd is voor het opstarten van een explosiemotor;11° band : rubberband van voertuigen, caravans, aanhangwagens, autobussen, vrachtwagens, bestelwagens, motorrijwielen, landbouwtractoren, landbouwmachines en machines voor openbare werken;12° versleten band : band die niet of niet meer kan worden gebruikt overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming ervan en waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen;13° kosteloos informatieblad : alle kosteloze publicaties die met een bepaalde regelmaat verschijnen, behalve die uitgegeven door een adverteerder of een groep adverteerders die zich met dat doel verenigd hebben, en die op jaarbasis ten minste 30 % artikelen met algemene informatie bevatten;14° reclamedrukwerken : kosteloze publicaties met een handelsoogmerk die niet opgenomen zijn onder punt 13°, ongeacht de wijze waarop ze verspreid worden;15° telefoongids : lijst van telefoonabonnees die in de vorm van één of meer gedrukte banden ter beschikking wordt gesteld van het publiek om abonneenummers te kunnen opzoeken;16° papierafval : dagbladen, weekbladen, maandbladen, tijdschriften, periodieken, kosteloze informatiebladen, reclamedrukwerken, telefoongidsen, faxgidsen waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen; 17° elektrische of elektronische apparatuur : al dan niet beroepshalve gebruikte toestellen die d.m.v. elektrische stromen of elektromagnetische velden functioneren, alsmede toestellen die die stromen en velden produceren, overdragen en meten; ze zijn ingedeeld in de categorieën bedoeld in bijlage I en ontworpen om gebruikt te worden onder 1 000 volt wisselstroom en 1 500 volt gelijkstroom, met uitzondering van die welke noodzakelijk deel uitmaken van een uitrusting voor beroepsgebruik die als een geheel op de markt wordt gebracht en waarvan de bestanddelen nooit afzonderlijk aan een gezin geleverd mogen worden en met uitzondering van de verbruiksgoederen bedoeld in bijlage II; 18° afval van elektrische of elektronische toestellen : elektrische of elektronische apparatuur waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen; 19° verlopen geneesmiddel : elke stof of samenstelling met curatieve of preventieve eigenschappen t.o.z. menselijke of dierlijke ziekten, van tevoren bereid en op de markt gebracht in een speciale verpakking, onder een speciale benaming of een internationaal gemeenschappelijke benaming, waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen; 20° voertuig : elk voertuig ingedeeld in categorie M1 of N1 bedoeld in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG, alsmede de driewielers omschreven in Richtlijn 92/61/EEG, met uitzondering van de driewielers met motor;21° autowrak : elk voertuig dat als afval wordt beschouwd in de zin van het decreet, meer bepaald elk voertuig dat niet meer gebruikt wordt of mag worden overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming ervan en waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen;22° afgewerkte oliën : afgewerkte oliën in de zin van artikel 1, 1°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte oliën;23° kunststofafval uit de landbouw : plastic materiaal gebruikt voor landbouw-, tuinbouw- of teeltactiviteiten, met uitzondering van de verpakkingen in de zin van het decreet van 16 januari 1997 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen;24° fotoafval : vloeibaar afval van foto-ontwikkelingen en -afdrukken, met inbegrip van de producten voor ontwikkelaars, fixeerbaden en activatoren;25° stof bedoeld in het Protocol van Montreal : elke stof bedoeld in de bijlage A, B, C, en E bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen, die afzonderlijk of gemengd schadelijk is voor de ozonlaag,; 26° HFC, PFC, SF6 : hydro-fluor koolstoffen, gefluoreerde koolwaterstoffen en zwavelhexafluoriden, zoals bedoeld in het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, en de mengsels die o.a. uit die stoffen samengesteld zijn; 27° beheer : beheer in de zin van artikel 2, 8°, van het decreet;28° verwijdering : verwijdering in de zin van artikel 2, 9°, van het decreet;29° valorisatie : valorisatie in de zin van artikel 2, 10°, van het decreet;30° recycling : recycling in de zin van artikel 2, 11°, van het decreet;31° codes : de afvalcodes zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus;32° Dienst : de Dienst zoals bedoeld in artikel 2, 24°, van het decreet;33° Minister : De Minister van Leefmilieu.
Art. 2.Dit besluit doet geen afbreuk aan de gemeentelijke bevoegdheden inzake openbare gezondheid en veiligheid. Afdeling 2. - Afval dat onder de terugnameplicht valt
Art. 3.§ 1. Zodra dit besluit in werking treedt, vallen de personen die voor afval verantwoordelijk zijn door het feit dat ze beroepshalve goederen, grondstoffen of producten op de markt brengen via de productie, invoering of commercialisatie ervan, onder de terugnameplicht voor de volgende afvalstoffen : 1° gebruikte batterijen en accu's, behalve loodstartbatterijen;2° versleten banden;3° papierafval;4° verlopen geneesmiddelen;5° autowrakken;6° afval van elektrische en elektronische toestellen. § 2. Op 1 juli 2002 vallen de personen die voor afval verantwoordelijk zijn door het feit dat ze beroepshalve goederen, grondstoffen of producten op de markt brengen via de productie, invoering of commercialisatie ervan, onder de terugnameplicht voor de volgende afvalstoffen : 1° afgewerkte oliën;2° kunststofafval uit de landbouw;3° verlichtingstoestellen, elektrisch en elektronisch gereedschap, speelgoed en controle- en meetinstrumenten;4° loodbatterijen. § 3. Op 1 januari 2003 vallen de personen die voor afval verantwoordelijk zijn door het feit dat ze beroepshalve goederen, grondstoffen of producten op de markt brengen via de productie, invoering of commercialisatie ervan, en de personen die eetbare oliën en vetten voor eigen gebruik aanwenden binnen hun industriële of commerciële bedrijf, onder de terugnameplicht voor de volgende afvalstoffen : 1° fotoafval;2° eetbare oliën en vetten die kunnen worden gebruikt om eetwaren te bakken.
Art. 4.Om de terugnameplicht na te komen kunnen de producenten of invoerders : - ofwel een beheersplan opmaken; - ofwel een beroep doen op een erkende instelling om de terugnameplicht na te komen; - ofwel met het Waalse Gewest een milieuovereenkomst sluiten waarin bijzondere modaliteiten voor de uitvoering en tenuitvoerlegging van hun verplichtingen vastliggen. Afdeling 3. - Instellingen erkend om de terugnameplicht na te komen
Art. 5.De instelling waarop producenten of invoerders een beroep doen om de in artikel 3 bedoelde verplichtingen na te komen, kan pas erkend worden als ze de volgende voorwaarden vervult : 1° ze is opgericht als een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend;2° haar enig statutair doel is voor rekening van haar contractanten te voldoen aan de terugnameplicht opgelegd krachtens artikel 3;3° de bestuurders of de personen die de vennootschap mogen binden, beschikken over hun politieke en burgerlijke rechten;4° de bestuurders of de personen die de vennootschap mogen binden, zijn niet veroordeeld bij een beslissing die in kracht van gewijsde is getreden wegens een overtreding van titel I van het algemeen reglement van de arbeidsbescherming, van de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval, de wet van 9 juli 1984 betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van afvalstoffen, het decreet van 5 juli 1985 betreffende de afvalstoffen, het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belasting op afvalstoffen in het Waalse Gewest, Verordening 259/93/EEG van de Raad van 1 februari 1993 met betrekking tot de overbrenging van afvalstoffen bij de invoer in, de uitvoer uit en binnen de Europese Gemeenschap, het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, de toepassingsbesluiten ervan of iedere andere gelijkaardige wetgeving van een lidstaat van de Europese Gemeenschap;5° ze beschikt over de nodige middelen om de terugnameplicht na te komen;6° haar boekhouding voldoet aan de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van ondernemingen;7° ze laat haar exploitatierekeningen door een bedrijfsrevisor onderzoeken.
Art. 6.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt bij aangetekend schrijven naar de Dienst gestuurd of bij de Dienst tegen ontvangbewijs afgegeven. § 2. De aanvraag gaat vergezeld van de volgende gegevens en stukken : 1° een afschrift van de oprichtingsakte, van de statuten en eventuele wijzigingen hiervan, zoals bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ;2° de naamlijst van de bestuurders en personen die de vennootschap kunnen binden;3° een bewijs van goed zedelijk gedrag van de bestuurders of personen die de vennootschap mogen binden;4° het soort afvalstoffen waarvoor de erkenning wordt aangevraagd;5° een financiële raming en een begroting voor de duur van de aangevraagde erkenning met, op zijn minst, de volgende gegevens : a) de modaliteiten voor de berekening en de raming van de bijdragen van de producenten en invoerders;b) de bestemming van eventuele saldi voor de werking van het systeem;c) de voorwaarden en modaliteiten voor de herziening van de bijdragen;d) de raming van de uitgaven;e) de financiering van eventuele verliezen;6° per type afval, een eenvormig ontwerp van overeenkomst die de erkende instelling moet sluiten met de producenten, invoerders, verdelers en detailhandelaars om hun terugnameplicht over te nemen;7° de modaliteiten voor de nakoming van de in artikel 3 bedoelde terugnameplicht, rekening houdende met de specifieke voorschriften van de hoofdstukken II tot XII die van toepassing zijn op die afvalstoffen en waarbij een maximale terugname wordt gewaarborgd;8° een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager zal voldoen aan de doelstellingen bepaald in het kader van de in dit besluit bedoelde terugnameplicht. § 3. Binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag stuurt de Dienst een bericht van ontvangst naar de aanvrager.
Binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag gaat hij na of ze de in § 2 bedoelde gegevens en stukken bevat.
Als het dossier onvolledig is, verwittigt hij de aanvrager binnen de in het tweede lid bedoelde termijn en wijst hij hem op de stukken of bijkomende gegevens die hij moet verstrekken.
Als het dossier volledig is, verklaart de Dienst de aanvraag als ontvankelijk en geeft hij de aanvrager binnen de in § 2 bedoelde termijn bij aangetekend schrijven kennis van zijn beslissing; de in § 5 bedoelde termijn begint te lopen vanaf de datum van die kennisgeving. § 4. De Dienst mag elk bijkomend stuk eisen waaruit blijkt dat de aanvrager voldoende financiële garanties biedt en dat hij beschikt of zich ertoe verbindt te beschikken over de nodige technische en menselijke middelen. § 5. De Minister beslist over de erkenningsaanvraag en legt de vereiste bijzondere voorwaarden op. De beslissing wordt genomen binnen een termijn van honderd vijftig dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag.
Art. 7.De aanvrager wordt bij aangetekend schrijven in kennis gesteld van de beslissing. Elk besluit tot erkenning wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art. 8.De erkenning wordt verleend voor een periode die de Minister bepaalt en die niet langer mag zijn dan vijf jaar.
Art. 9.§ 1. De erkenning van de instelling voor de terugname van de afval houdt het stellen van een zekerheid in waarvan het bedrag, dat door de Dienst wordt bepaald, gelijk is aan het bedrag van de kosten die het Gewest zou moeten dragen gedurende zes maanden van de terugnameplicht. § 2. De zekerheid wordt ten belope van het in de vergunning bepaalde bedrag gesteld d.m.v. een deposito bij de Deposito- en Consignatiekas, een onafhankelijke bankgarantie of elke andere vorm van zekerheid die de Regering bepaalt, naar keuze van de aanvrager. De zekerheid mag namens de erkende instelling geheel of gedeeltelijk door derden worden gesteld.
Als de zekerheid gesteld wordt d.m.v. een storting in contanten, moet de erkende instelling de zekerheid jaarlijks verhogen ten belope van de gedurende het vorige jaar opgebrachte interesten.
Als de zekerheid gesteld wordt d.m.v. een onafhankelijke bankgarantie, moet deze laatste uitgegeven worden door een kredietinstelling die erkend is door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen of door een overheid van een Lidstaat van de Europese Unie die gemachtigd is om kredietinstellingen te controleren. § 3. De erkenning van de instelling voor de terugname van afval is pas uitvoerbaar als de Dienst bevestigt dat de zekerheid gesteld is. § 4. Als de erkende instelling de verplichtingen niet of slechts gedeeltelijk nakomt, hetzij wegens een nalatigheid hetzij ingevolge een administratieve sanctie, vraagt de Dienst om de gehele of gedeeltelijke storting van de zekerheid opdat de kosten gebonden aan de uitvoering van de verplichtingen die op de erkende instelling rusten gedekt kunnen worden. § 5. De zekerheid wordt terugbetaald nadat de Dienst behoorlijk heeft vastgesteld dat de erkende instelling na de verstrijkdatum van de erkenning niet om haar hernieuwing heeft verzocht.
De Dienst beslist binnen zes maanden na de verstrijkdatum van de erkenning over de terugbetaling van de zekerheid bedoeld in § 1. Hij houdt daarbij rekening met het feit dat de erkende instelling voldoet aan de verplichtingen bedoeld in artikel 10.
Hij geeft kennis van zijn beslissing aan de Deposito- en Consignatiekas of aan de bankinstelling die de zekerheid heeft gesteld, alsmede aan de erkende instelling. Afdeling 4. - Verplichtingen van de instelling die erkend is om de
terugnameplicht na te komen
Art. 10.Elke instelling erkend voor de terugname van afval moet : 1° voldoen aan de voorwaarden die in de erkenning vastliggen;2° voor het geheel van de producenten en invoerders die met haar een overeenkomst hebben gesloten, binnen de opgelegde termijnen voldoen aan de ophaal- en beheersverplichtingen waarin voorzien wordt in de hoofdstukken II tot XII;3° een verzekeringscontract sluiten om de schade te dekken die haar activiteit zou kunnen veroorzaken;4° op niet-discriminerende wijze bij haar contractanten de bijdragen innen die dienen voor de dekking van de kosten inherent aan de gezamenlijke verplichtingen waaraan ze moet voldoen;5° de ophaling van de afvalstoffen die onder de terugnameplicht vallen op homogene wijze organiseren over het hele grondgebied van het Waalse Gewest;6° overeenkomstig artikel 9 een waarborg stellen;7° bereid zijn met elke persoon die onder de terugnameplicht valt waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, een overeenkomst te sluiten die conform is met die waarin artikel 6, § 2, 6°, voorziet, eventueel gewijzigd op grond van de opmerkingen van de Dienst of van de Minister;8° jaarlijks haar balansen en resultatenrekeningen van het afgelopen jaar voorleggen aan de Dienst, na voorafgaand onderzoek door een bedrijfsrevisor;9° banen met een maatschappelijk doel bevorderen of binnen sociaalgerichte verenigingen en vennootschappen die het ophalen, sorteren, recycleren en valoriseren van afval tot doel hebben;10° binnen een jaar, met ingang van de datum waarop de erkenning wordt verleend, een preventieplan aan de Dienst voorleggen. Afdeling 5. - Wijziging van de voorwaarden voor de verlening,
opschorting of intrekking van de erkenning
Art. 11.De Minister mag de erkenning opschorten als de in artikel 10 bedoelde voorschriften niet in acht worden genomen of als de voorwaarden bedoeld in de hoofdstukken II tot XII niet zijn vervuld, voorzover de houder in staat is gesteld zijn verweermiddelen te laten gelden en zijn toestand binnen een bepaalde termijn te regulariseren.
Art. 12.De Minister mag elk ogenblik nieuwe verplichtingen opleggen, de erkenning opschorten of intrekken in geval van ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens of voor het milieu.
Art. 13.De erkenning kan onmiddellijk en zonder de houder te horen opgeschort of ingetrokken worden op grond van een proces-verbaal tot vaststelling van een overtreding van titel I van het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, van de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval, van het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belasting op afvalstoffen in het Waalse Gewest, van Verordening 259/93/EEG van de Raad van 1 februari 1993 met betrekking tot de overbrenging van afvalstoffen bij de invoer in, de uitvoer uit en binnen de Europese Gemeenschap, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, van de uitvoeringsbesluiten daarvan of van elke andere gelijkaardige wetgeving van een lidstaat van de Europese Unie, of van de erkenningsvoorwaarden, voorzover de houder de mogelijkheid krijgt om zijn verweermiddelen te laten gelden en de toestand binnen een bepaalde termijn te regulariseren, in geval van speciaal gemotiveerde dringende noodzakelijkheid en voorzover het verhoor van de houder nadelige gevolgen zou kunnen hebben voor de openbare veiligheid.
Art. 14.Betrokkene wordt in kennis gesteld van elke beslissing genomen krachtens de artikelen 11, 12 en 13. Afdeling 6. - Beheersplan voor afval dat onder de terugnameplicht valt
Art. 15.§ 1. Het in artikel 4 bedoelde plan voor afvalbeheer bevat de volgende gegevens en verbintenissen : 1° identificatie : a) naam, juridische vorm, zetel en handelsregisternummer of soortgelijke registratie en BTW-nummer van de producent of invoerder die onder de terugnameplicht valt;b) woonplaats en adres van de producent of invoerder en, in voorkomend geval, van de maatschappelijke, administratieve en exploitatiezetel;c) telefoon- en faxnummer van de woonplaats of van de zetel waar contact met de producent of de invoerder kan worden opgenomen;d) naam en functie van de ondertekenaar van het beheersplan.2° doel : a) soort afval dat onder het beheersplan valt;b) raming van de hoeveelheid afval dat onder de terugnameplicht valt;c) modaliteiten voor de vrijstelling van de terugnameplicht bedoeld in artikel 3, rekening houdende met de specifieke voorschriften van de hoofdstukken II tot XII die voorzien in een maximale terugname van de afval;d) geldigheidsduur van het beheersplan.3° de geschreven verbintenis, gedateerd en getekend door de producent of de invoerder of, in voorkomend geval, door een natuurlijke persoon die de vennootschap mag verbinden, waarbij hij bevestigt dat hij de onder het beheersplan vallende afvalstoffen die hem krachtens dit besluit geleverd worden door derden, meer bepaald kleinhandelaars en verdelers, gratis zal overnemen en overeenkomstig de bepalingen van dit besluit zal behandelen;4° één of meer adressen in het Waalse Gewest waar die afvalstoffen kosteloos kunnen worden geleverd door derden. § 2. Het beheersplan voorziet voorzover mogelijk in de nodige maatregelen om het scheppen van banen met een maatschappelijk doel te bevorderen in verenigingen en vennootschappen betrokken bij het ophalen, sorteren, recycleren en valoriseren van afval.
Het beheersplan voorziet ook in een specifiek hoofdstuk met maatregelen voor afvalpreventie, meer bepaald voor de bevordering van afvalhergebruik.
Art. 16.§ 1. Het plan voor afvalbeheer wordt bij aangetekend schrijven aan de Dienst gericht of tegen ontvangbewijs bij de Dienst afgegeven. § 2. Binnen tien dagen na ontvangst van het ontwerp van beheersplan stuurt de Dienst een bericht van ontvangst naar de aanvrager.
Binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag gaat hij na of het dossier de in artikel 15 bedoelde gegevens en stukken bevat.
Als het dossier onvolledig is, wordt de aanvrager binnen de in het tweede lid bedoelde termijn door de Dienst verwittigd en attent gemaakt op de ontbrekende stukken of gegevens die hij moet verstrekken.
Als het dossier volledig is, verklaart de Dienst de aanvraag ontvankelijk en wordt de aanvrager binnen de in het tweede lid bedoelde termijn bij aangetekend schrijven in kennis gesteld van zijn beslissing. De termijn bedoeld in § 5 begint te lopen vanaf die kennisgeving. § 3. De Dienst mag elk bijkomend stuk eisen dat het nuttig acht voor de behandeling van de aanvraag. § 4. De Dienst maakt een verslag op en stuurt het naar de Minister uiterlijk binnen zestig dagen vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in § 5. § 5. De Minister beslist over het ontwerp van beheersplan en legt de nodige bijzondere voorwaarden op. De beslissing wordt genomen binnen een termijn van honderd vijftig dagen, te rekenen van de kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag.
Art. 17.De aanvrager wordt bij aangetekend schrijven in kennis gesteld van de beslissing.
Art. 18.Het beheersplan voor afval dat onder de terugnameplicht valt, geldt voor een periode die door de Minister wordt bepaald en niet langer duurt dan vijf jaar. Afdeling 7. - Milieuovereenkomst
Art. 19.Door de milieuovereenkomst aan te gaan drukken de in artikel 3 bedoelde afvalverantwoordelijken de wens uit om hun terugnameplicht na te komen volgens de modaliteiten die ze het meest geschikt achten gezien de specificiteit van de afvalstoffen.
Art. 20.De milieuovereenkomst streeft dezelfde doelstellingen na als die omschreven in de artikelen betreffende de afval bedoeld in de hoofdstukken II tot XII. De specifieke bepalingen die in die hoofdstukken opgenomen zijn en die betrekking hebben op de organisatie van de terugnameplicht tussen de kleinhandelaar, de verdeler, de producent, de invoerder en de overheid kunnen bij de milieuovereenkomst aangepast worden.
Art. 21.De milieuovereenkomst bevat de nodige bepalingen voor de bevordering van afvalpreventie en, in voorkomend geval, afvalhergebruik.
Art. 22.De milieuovereenkomst wordt gesloten voor de duur die erin bepaald staat en mag niet langer lopen dan vijf jaar.
Art. 23.De in artikel 3 bedoelde verantwoordelijken die de milieuovereenkomst willen opzeggen, moeten de nodige maatregelen treffen om met ingang van de dag na de opzegdatum te voldoen aan de bepalingen van afdeling 2 of 3. Ze moeten de Minister daarvan op de hoogte brengen.
Art. 24.De milieuovereenkomst wordt goedgekeurd door één of meer verenigingen die de producenten, invoerders, verdelers of kleinhandelaars vertegenwoordigen en betrokken zijn bij het op de markt brengen van bedoelde goederen, grondstoffen of producten.
Art. 25.De milieuovereenkomst voorziet in de oprichting van een vereniging zonder winstoogmerk met het oog op haar sturing en coördinatie.
Die vereniging kan belast worden met de volgende opdrachten : - de Dienst een beheersplan voorleggen zoals omschreven in afdeling 6 en waarin wordt aangegeven in hoeverre de producenten, invoerders, verdelers of kleinhandelaars voldoen aan de terugnameplicht i.v.m. bedoelde afvalstoffen; - de rapportageplicht t.o.v. de Dienst nakomen en zorgen voor de statistische opvolging van het beheer van bedoelde afvalstoffen; - samen met het Gewest de erkenningscriteria bepalen die in acht genomen moeten worden door elke bedrijfsexploitant van de sector enerzijds en bij de exploitatie van elke installatie die deelneemt in de valorisatieketen anderzijds; - samen met het Gewest de frekwentie van de audits bepalen die nodig zijn om erkend te worden en om het door de v.z.w. bepaalde logo te mogen gebruiken en behouden; - één of meer van de door de federale Minister van Economische Zaken erkende organismen kiezen om bovenbedoelde audits gedurende een bepaalde periode voor rekening van de v.z.w. uit te voeren; - een erkenning verlenen aan de personen of vennootschappen die gemachtigd zijn om de afvalophaling te organiseren; - een erkenning verlenen aan de centra die gemachtigd zijn om bedoelde afvalstoffen te verwerken en te valoriseren; - regelmatig informatievergaderingen organiseren voor het grote publiek en de vakmensen uit de sector; - databanken oprichten om te zorgen voor de monitoring van de keten; - wat ophaling, recylage, valorisatie en verwijdering betreft, de resultaten van de leden van de v.z.w. jaarlijks aan de Dienst voorleggen, per soort afval en in ton uitgedrukt; - technologieën bevorderen met het oog op de optimale valorisatie van de teruggewonnen materialen en bijkomende stoffen; - de v.z.w. belast met de sturing ziet erop toe dat vertegenwoordigers van de Dienst alle vergaderingen van de raad van bestuur en algemene vergaderingen als uitgenodigde waarnemers bijwonen. § 2. De in artikel 3 bedoelde personen die de milieuovereenkomst rechtstreeks sluiten, of via hun federatie of elke andere instantie die hen gezamenlijk vertegenwoordigt om de overeenkomst te bespreken of te tekenen, mogen beslissen hun terugnameplicht over te dragen aan de v.z.w. die voor de sturing en het beheer instaat.
In dat geval moet de v.z.w. alle verplichtingen nakomen die overeenkomstig afdeling 4 op een erkende instelling rusten. Ze wordt geacht erkend te zijn voor de duur van de overeenkomst zodra het Waalse Gewest ze heeft ondertekend.
De erkenning van de v.z.w. kan opgeschort of ingetrokken worden op dezelfde wijze en volgens dezelfde procedure als de erkenning van de instelling bedoeld in afdeling 4 zonder dat de overeenkomst moet worden opgezegd.
Om de overeenkomst te begeleiden kan de milieuovereenkomst voorzien in de oprichting van een comité bestaande uit een meerderheid vertegenwoordigers van de openbare sector. Dat comité treedt op als bemiddelaar bij conflicten die zouden kunnen rijzen tijdens de looptijd van de overeenkomst. § 4. De milieuovereenkomst kan voorzien in het stellen van een zekerheid die de inachtneming van de terugnameplicht garandeert.
Art. 26.De milieuovereenkomst houdt in dat de verplichtingen die onder de hoofdstukken II tot XII vallen, nagekomen moeten worden door de contracterende partijen en de leden van de contracterende instellingen die afvalverantwoordelijken vertegenwoordigen tijdens de geldigheidsperiode van de overeenkomst. HOOFDSTUK II. - Batterijen en accu's, behalve loodstartbatterijen
Art. 27.In de zin van dit hoofstuk wordt verstaan onder : 1° inzamelpercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van de ingezamelde gebruikte vervangingsbatterijen en -accu's, met uitzondering van loodstartbatterijen, ten opzichte van het totaalgewicht van de vervangingsbatterijen en -accu's, met uitzondering van loodstartbatterijen, die tijdens het bedoelde kalenderjaar op de markt zijn gebracht;2° recyclagepercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van het werkelijk gerecycleerde afval ten opzichte van het totaalgewicht van de ingezamelde batterijen en accu's, met uitzondering van loodstartbatterijen.
Art. 28.De detailhandelaar moet elke gebruikte batterij of accu gratis terugnemen, ook wanneer de consument geen gelijkwaardig product koopt.
De verdeler moet alle in § 1 bedoelde batterijen en accu's op eigen kosten, regelmatig en ter plaatse bij de detailhandelaars terugnemen en bij de producent of invoerder inleveren.
De producent of invoerder moet alle aangenomen batterijen en accu's op eigen kosten en regelmatig bij de verdelers of detailhandelaars inzamelen en in een daartoe vergunde inrichting laten verwerken.
De producent of invoerder moet ook de door gezinnen gebruikte batterijen en accu's, ingezameld door publiekrechtelijke rechtspersonen die voor de inzameling van huisafval instaan, gratis terugnemen en in een daartoe vergunde inrichting laten verwerken of de inzameling en verwerking ervan financieren naar verhouding van de hoeveelheden batterijen die hij op de markt brengt.
Art. 29.In elk van zijn verkooppunten brengt de detailhandelaar op een duidelijk zichtbare plaats een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 30.De producent of invoerder moet een inzamelpercentage van minstens 75 % halen voor afzonderlijk gebruikte batterijen en accu's die niet deel uitmaken van de één of andere elektrische of elektronische apparatuur.
De producent of invoerder moet ook alle gebruikte batterijen en accu's afkomstig van installaties voor de ontmanteling en zuivering van afval van elektrische of elektronische apparatuur en autowrakken terugnemen, behalve loodstartbatterijen.
Art. 31.Gebruikte batterijen of accu's mogen niet verwijderd worden zonder voorafgaandelijke behandeling met het oog op de gehele of gedeeltelijke recyclage ervan.
Art. 32.De behandeling van de batterijen en accu's moet resulteren in een recyclagepercentage van minstens 65 %.
Vóór elke andere recyclage van kwikoxydebatterijen moet het kwik van de andere bestanddelen gescheiden worden.
Voor zinkcarbonaatbatterijen en alkali-batterijen worden de zink- en mangaanhoudende fracties van de batterijen gerecycleerd in de vorm van oxyden, zouten of hydroxiden.
Papier-, karton- en kunststofafval dat niet gerecycleerd kan worden omdat het besmet is, wordt energetisch gevaloriseerd.
Anorganisch afval dat na behandeling niet recycleerbaar is, wordt gestabiliseerd vooraleer het in een centrum voor technische ondergraving wordt gestort.
Art. 33.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid accu's en batterijen gebruikt in het Waalse Gewest, behalve loodstartbatterijen, opgedeeld als volgt : - kwikoxydebatterijen; - alkali- en zoutbatterijen; - andere batterijen; - nikkel-cadmiumaccu's; - andere accu's; 2° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid gebruikte batterijen en accu's ingezameld in het kader van de terugnameplicht, opgedeeld zoals sub 1°;3° de inrichting(en) waar de batterijen en accu's worden verwerkt, alsmede de afval na verwerking en de verwerkingswijze;4° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid gerecycleerd afval, aangetoond aan de hand van een bewijsstuk van de inrichting bedoeld in 3°;5° een raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid batterijen en accu's gebruikt tijdens het lopende jaar in het Waalse Gewest, met uitzondering van loodstartbatterijen. § 2. De statistieken betreffende § 1, 1°, worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of een accountant. § 3. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 34.De Dienst mag de detailhandelaar, verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK III. - Versleten banden
Art. 35.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° inzamelpercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van de ingezamelde versleten banden ten opzichte van het totaalgewicht van de tijdens het bedoelde kalenderjaar gebruikte banden;2° recyclagepercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van de werkelijk gerecyleerde versleten banden ten opzichte van het totaalgewicht van de ingezamelde banden.
Art. 36.De detailhandelaar moet elke versleten band gratis terugnemen bij de aankoop van een band van hetzelfde type.
Particulieren die zich willen ontdoen van een beperkt aantal versleten banden, behalve die bedoeld in het eerste lid, mogen ze inleveren bij door publiekrechtelijke rechtspersonen aangeduide containerparken, onder de voorwaarden en met inachtneming van de beperkingen opgelegd door diezelfde rechtspersonen.
De verdeler moet alle in § 1 bedoelde banden op eigen kosten, regelmatig en ter plaaste terugnemen bij de detailhandelaars en inleveren bij de producent of invoerder.
De producent of invoerder moet alle aangenomen versleten banden op eigen kosten en regelmatig inzamelen bij de verdelers of detailhandelaars en laten verwerken in een daartoe gemachigde inrichting.
De producent of invoerder moet ook de versleten banden afkomstig van gezinnen en ingezameld door publiekrechtelijke rechtpersonen die instaan voor de inzameling van huisafval, gratis terugnemen en laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting of de inzameling en verwerking ervan financieren naar verhouding van de hoeveelheden banden die hij op de markt brengt.
Art. 37.In elk van zijn verkooppunten brengt de detailhandelaar op een duidelijk zichtbare plaats een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN VERSLETEN BANDEN » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 38.De producent of invoerder moet een inzamelpercentage van ongeveer 100 % halen.
Art. 39.De ingezamelde versleten banden worden gesorteerd en het loopvlak ervan wordt vernieuwd voorzover de loopvlakvernieuwing technisch uitvoerbaar is; 25 % van de ingezamelde banden komt in aanmerking voor een loopvlakvernieuwing.
De banden waarvan het loopvlak niet vernieuwbaar is, worden bij voorkeur voor de recyclageketens bestemd. Op 1 januari 2005 moet een recyclagepercentage van 25 % gehaald worden. Het saldo wordt energetisch gevaloriseerd.
Art. 40.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid banden die op de markt is gebracht in het Waalse Gewest;2° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid versleten banden ingezameld in het kader van de terugnameplicht;3° de inrichting(en) waar de versleten banden worden verwerkt en de verwerkingswijze;4° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid banden met een nieuw loopvlak, die gerecycleerd en energetisch gevaloriseerd zijn, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 3°;5° een raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid banden die tijdens het lopende jaar op de markt zijn gebracht in het Waalse Gewest. § 2. De statistieken betreffende § 1, 1°, worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of een accountant. § 3. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 41.De Dienst mag de detailhandelaar, verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK IV. - Papierafval
Art. 42.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° uitgever : natuurlijke of rechtspersoon die een publicatie laat drukken en daardoor verantwoordelijk is voor de keuze, de vormgeving en de inhoud ervan;2° producent : uitgever die dagbladen, weekbladen, maandbladen, tijdschriften, periodieken, gratis informatiebladen, reclamedrukwerk, telefoongidsen, faxgidsen op de markt brengt in het Waalse Gewest.3° invoerder : natuurlijke of rechtspersoon die voor rekening van een uitgever die niet in het Waalse Gewest is gevestigd, dagbladen, weekbladen, maandbladen, tijdschriften, periodieken, gratis informatiebladen, reclamedrukwerken, telefoongidsen, faxgidsen op de markt brengt in het Waalse Gewest;4° recyclagepercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van in het Waalse Gewest ingezameld en werkelijk gerecycleerd papierafval ten opzichte van de totale hoeveelheid papier die er op de markt wordt gebracht.
Art. 43.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op papierafval afkomstig van het gebruik of verbruik van : 1° publicaties zonder reclame, reclameadvertentie of reclametekst;2° publicaties die jaarlijks goed zijn voor minstens 3 ton papier in het Waalse Gewest.
Art. 44.Elke papierproducent of -invoerder financiert de maandelijkse ophaling van papierafval bij gezinnen en scholen volgens de modaliteiten die de Minister van Leefmilieu bepaalt. De ophaling, georganiseerd door publiekrechtelijke rechtspersonen die instaan voor de inzameling van huisafval, wordt gefinancierd naar rata van de niet gedekte kosten voor het beheer van gebruikt verpakkingspapier of gebruikte telefoon- en faxgidsen. Al het ingezameld papierafval wordt gerecycleerd, behalve het sorteerafval, dat energetisch gevaloriseerd wordt.
Art. 45.Elke erkende producent of invoerder van telefoon- of faxgidsen moet : - ofwel de gebruikte gidsen systematisch terugnemen bij de verdeling van de nieuwe gidsen; - ofwel zorgen voor de jaarlijkse financiering van de publiekrechtelijke rechtspersonen die instaan voor de inzameling van huisafval en gebruikte gidsen die samen met ander papierafval aan huis worden opgehaald. De financiering wordt verricht naar rata van de in ton uitgedrukte totale hoeveelheid gidsen verdeeld tijdens het referentiejaar ten opzichte van de in ton uitgedrukte hoeveelheid papierafval opgehaald door de publiekrechtelijke rechtspersoon die voor de inzameling van huisafval instaat.
Alle ingezamelde gebruikte gidsen worden recycleerd, behalve het sorteerafval, dat energetisch gevaloriseerd wordt.
Art. 46.De volgende recyclagepercentages moeten gehaald worden : - 55 % vanaf de inwerkingtreding van dit besluit; - 85 % vanaf 2003.
Art. 47.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de globale hoeveelheid en het totaalgewicht van de publicaties op de markt gebracht in het Waalse Gewest;2° de globale hoeveelheid en het totaalgewicht van het papierafval dat tijdens het vorige jaar is ingezameld in het kader van de terugnameplicht;3° de inrichting(en) waar afval en sorteerafval worden verwerkt, alsmede de verwerkingswijze;4° het gewicht van het werkelijk gerecycleerde papierafval, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 3°;5° een raming van het gewicht van de publicaties die tijdens het lopende jaar op de markt worden gebracht in het Waalse Gewest. § 2. De statistieken betreffende § 1, 1°, worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of een accountant. § 3. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 48.De Dienst mag de producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK V. - Afgewerkte oliën die niet voor voeding worden gebruikt
Art. 49.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° regeneratie : regeneratie zoals bedoeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende afgewerkte oliën;2° garagisten : garagisten zoals bedoeld in artikel 1, 11°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende afgewerkte oliën.
Art. 50.§ 1. Containerparken zijn verplicht alle afgewerkte oliën van particulieren gratis aan te nemen.
Na onderhoud van verbrandingsmotoren beheren garagisten hun afgewerkte oliën om de producent en invoerder in staat te stellen de terugnameplicht na te komen. § 2. De producent of invoerder moet de afgewerkte oliën van gezinnen, ingezameld door publiekrechtelijke rechtpersonen die instaan voor de inzameling van huisafval, gratis terugnemen en laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting of de inzameling en verwerking ervan financieren naar verhouding van de hoeveelheden oliën die hij op de markt brengt. § 3. De producent of invoerder moet ook alle afgewerkte oliën afkomstig van het door garagisten verrichte onderhoud van verbrandingsmotoren op eigen kosten en regelmatig terugnemen of laten terugnemen.
De producent of invoerder moet alle krachtens deze paragraaf ingezamelde afgewerkte oliën op eigen kosten laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting.
Art. 51.In afwijking van artikel 50, § 3, kan een verwerkingsbijdrage van de houder verlangd worden als de afgewerkte oliën gemengd zijn met oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen, detergenten, antivriesmiddelen, PCB/PCT's, andere brandstoffen of materies. De bijdrage blijft beperkt tot de meerkosten van het beheer.
Art. 52.De garagist brengt op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN AFGEWERKTE OLIEN » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 53.De afgewerkte oliën worden gevaloriseerd : - door regeneratie of andere technieken voor hergebruik (brandstoffen na fysisch-chemische behandeling); - door energetische valorisatie in een daartoe vergunde inrichting.
Het valorisatiepercentage moet 60 % bedragen vanaf 1 januari 2003.
Art. 54.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid afgewerkte oliën op de markt gebracht in het Waalse Gewest;2° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid afgewerkte oliën ingezameld in het kader van de terugnameplicht;3° de inrichting(en) waar de afgewerkte oliën worden verwerkt en de verwerkingswijze;4° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid gevaloriseerde afgewerkte oliën, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 3°;5° een raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid afgewerkte oliën die tijdens het lopende jaar op de markt is gebracht in het Waalse Gewest. § 2. De statistieken betreffende § 1, 1°, worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of een accountant. § 3. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 55.De Dienst mag de garagist, verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK VI. - Loodstartbatterijen
Art. 56.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° garagist : garagist zoals bedoeld in artikel 1, 11°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende afgewerkte oliën;2° inzamelpercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van de ingezamelde gebruikte loodstartbatterijen ten opzichte van het totaalgewicht van de loodstartbatterijen die tijdens het bedoelde kalenderjaar op de markt worden gebracht;3° recyclagepercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van het werkelijk gerecycleerd afval ten opzichte van het totaalgewicht van de ingezamelde loodstartbatterijen;4° valorisatiepercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van het werkelijk gevaloriseerde afval ten opzichte van het in percent uitgedrukte totaalgewicht van de ingezamelde loodstartbatterijen.
Art. 57.De garagist moet al de door particulieren ingeleverde loodaccumulatoren gratis terugnemen.
De detailhandelaar moet al de door consumenten ingeleverde loodaccumulatoren gratis terugnemen.
De verdeler moet alle overeenkomstig § 1 in ontvangst genomen loodstartbatterijen en alle gebruikte loodstartbatterijen afkomstig van het onderhoud van voertuigen op eigen kosten, regelmatig en ter plaaste terugnemen bij de garagisten en detailhandelaars en bij de producent of invoerder inleveren.
De producent of invoerder moet alle aangenomen loodstartbatterijen op eigen kosten en regelmatig inzamelen bij de verdelers of garagisten of detailhandelaars en ze laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting.
De producent of invoerder moet ook de loodstartbatterijen van gezinnen, ingezameld door publiekrechtelijke rechtpersonen die instaan voor de inzameling van huisafval, gratis terugnemen en in een daartoe vergunde inrichting laten verwerken of de inzameling en de verwerking ervan financieren naar verhouding van de hoeveelheden batterijen die hij op de markt brengt.
Art. 58.Het zuur van loodstartbatterijen mag slechts in een vergunde verwerkingsinstallatie verwijderd worden.
Art. 59.De garagist brengt op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN GEBRUIKTE LOODSTARTBATTERIJEN » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 60.De producent of invoerder haalt een inzamelpercentage van 90 % vanaf 2002 en van 95 % vanaf 2005.
Art. 61.De behandeling van gebruikte loodstartbatterijen resulteert in een recyclagepercentage van minstens 95 % voor lood en in een valorisatiepercentage van 100 % voor kunstofafval, alsmede in een recyclagepercentage van 30 % vanaf 1 januari 2003.
De elektrolyten worden gevaloriseerd of geneutraliseerd.
Art. 62.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid loodstartbatterijen op de markt gebracht in het Waalse Gewest;2° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid gebruikte loodstartbatterijen en accu's die is ingezameld;3° de inrichting(en) waar loodstartbatterijen worden verwerkt, de afval na verwerking en de verwerkingswijze;4° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid gerecycleerd afval, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 3°;5° een raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid loodstartbatterijen die tijdens het lopende jaar op de markt worden gebracht in het Waalse Gewest. § 2. De statistieken betreffende § 1, 1°, worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of een accountant. § 3. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 63.De Dienst mag de verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK VII. - Afval van elektrische of elektronische toestellen
Art. 64.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° gevaarlijke componenten : elke component bevattende één of meer gevaarlijke stoffen luidens Richtlijn 67/548/EEG of stoffen die gevaarlijke afval zouden kunnen worden in de zin van artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus, of elk bestanddeel bevattende één of meer stoffen bedoeld in het Protocol van Montreal of HFC's, PFC's, SF6;2° hergebruik : elke handeling waarna elektrische of elektronische toestellen of de componenten ervan overeenkomstig hun oorspronkelijke bestemming kunnen worden gebruikt;3° hergebruiks- of recyclagepercentage : het relatieve gewicht van de componenten van een bepaald materiaal in het hergebruikte of gerecycleerde afval ten opzichte van het totaalgewicht van dat materiaal in het ingezamelde afval van elektrische of elektronische apparatuur, uitgedrukt in percent.
Art. 65.§ 1. De detailhandelaar moet al het door de consument ingeleverde afval van elektrische of elektronische toestellen gratis terugnemen, voorzover dat afval gelijk staat met een toestel dat dezelfde functies heeft als het door de consument gekochte toestel.
De verdeler moet alle overeenkomstig § 1 in ontvangst genomen afval van elektrische of elektronische toestellen op eigen kosten, regelmatig en ter plaaste terugnemen bij de detailhandelaars en inleveren bij de producent of invoerder.
De producent of invoerder moet al het aangenomen afval van elektrische of elektronische toestellen op eigen kosten en regelmatig inzamelen bij de verdelers of detailhandelaars en laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting. De producent of invoerder zorgt voor optimale vervoers- en opslagvoorwaarden om hergebruik mogelijk te maken.
De producent of invoerder moet het afval van elektrische of elektronische toestellen van gezinnen, ingezameld door publiekrechtelijke rechtpersonen die instaan voor de inzameling van huisafval, op eigen kosten terugnemen. § 2. Het afval van elektrische of elektronische apparatuur waarvan de producent of invoerder niet geïdentificeerd kan worden, wordt beheerd door de gezamenlijke producenten of invoerders naar rata van de hoeveelheden die ze op de markt hebben gebracht.
Art. 66.De detailhandelaar brengt op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN AFVAL VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE TOESTELLEN » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 67.§ 1. Het afval van elektrische of elektronische toestellen wordt gesorteerd en gedemonteerd als volgt : - herbruikbare toestellen en stukken; - stukken en gevaarlijke stoffen, zoals PCB-houdende condensatoren, kwikschakelaars, batterijen, kathodestraalbuizen, de stoffen bedoeld in het protocol van Montreal, HFC's, PFC's, SF6 en eventueel andere componenten bevattende gevaarlijke stoffen : - stukken en materialen die voor recyclage bestemd zijn; - niet-herbruikbare en niet-recycleerbare stukken en materialen. § 2. De verwerking van het afval van elektrische en elektronische toestellen moet resulteren in de volgende hergebruiks- en recyclagepercentages (gecumuleerd) : - voor ferrometalen : 95 %; - voor non-ferrometalen : 95 %; - voor kunststoffen : 20 %.
Voor elektrische en elektronische toestellen van het type « groot witgoed » moet een hergebruiks- en recyclagepercentage van 90 % gehaald worden. Voor de overige toestellen moet 70 % gehaald worden. § 3. Het niet recycleerbare kunststofafval wordt energetisch gevaloriseerd. § 4. De batterijen en accu's worden overeenkomstig hoofdstuk II gevaloriseerd.
Art. 68.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid elektrische en elektronische toestellen op de markt gebracht in het Waalse Gewest;2° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid afval van elektrische en elektronische toestellen ingezameld in het kader van de terugnameplicht;3° de inrichting(en) waar afval van elektrische en elektronische toestellen en sorteerafval wordt verwerkt, het afval van de verwerking en de verwerkingswijze;4° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid afval van gerecycleerde elektrische of elektronische toestellen, globaal en per soort materiaal beschouwd, en de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid hergebruikt afval van elektrische of elektronische toestellen, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 3°;5° de preventiemaatregelen getroffen : - om de recycleerbaarheid van de op de markt gebrachte producten te verhogen; - om minder gebruik te maken van materialen die gevaarlijke stoffen bevatten; - om productietechnieken aan te wenden die zo weinig mogelijk schade toebrengen aan het milieu; - om aan te zetten tot energiebesparingen, zowel bij de productie als bij het gebruik van de toestellen; 6° per soort materiaal, een raming van de totale hoeveelheid elektrische en elektronische toestellen die tijdens het lopende jaar op de markt worden gebracht in het Waalse Gewest, in kilogram uitgedrukt. § 2. De statistieken betreffende § 1, 1° worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of een accountant. § 3. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 69.De Dienst mag de verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK III. - Verlopen geneesmiddelen
Art. 70.De detailhandelaar moet alle door de consument ingeleverde verlopen geneesmiddelen gratis terugnemen.
De verdeler moet alle overeenkomstig § 1 in ontvangst genomen verlopen geneesmiddelen op eigen kosten, regelmatig en ter plaaste terugnemen bij de detailhandelaars en inleveren bij de producent of invoerder.
De producent of invoerder moet alle aangenomen verlopen geneesmiddelen op eigen kosten en regelmatig bij de verdelers of detailhandelaars inzamelen en in een daartoe vergunde inrichting laten verwerken.
Art. 71.De detailhandelaar brengt op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN VERLOPEN GENEESMIDDELEN » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 72.Verlopen geneesmiddelen worden verbrand.
Art. 73.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid verlopen geneesmiddelen ingezameld in het kader van de terugnameplicht;2° de inrichting(en) waar de verlopen geneesmiddelen worden verwerkt;3° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid verbrand afval, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 2°. § 2. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 74.De Dienst mag de detailhandelaar, verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK IX. - Kunststoffen uit de landbouw
Art. 75.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° recyclagepercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van werkelijk gerecycleerd kunststofafval uit de landbouw ten opzichte van het in percent uitgedrukte totaalgewicht van het ingezamelde kunstofafval uit de landbouw.
Art. 76.De detailhandelaar moet al het door de consument ingeleverde kunststofafval uit de landbouw gratis terugnemen, ook wanneer de consument geen gelijkwaardige producten koopt.
De verdeler moet alle overeenkomstig § 1 in ontvangst genomen kunststoffen uit de landbouw op eigen kosten, regelmatig en ter plaaste bij de detailhandelaars terugnemen en bij de producent of invoerder inleveren.
De producent of invoerder moet alle overeenkomstig § 1 in ontvangst genomen kunststoffen uit de landbouw op eigen kosten en regelmatig inzamelen bij de verdelers of de detailhandelaars en laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting.
De producent of invoerder is ook verplicht : - ofwel het door publiekrechtelijke rechtpersonen ingezamelde kunststofafval uit de landbouw gratis terug te nemen en in een daartoe vergunde inrichting te laten verwerken; - ofwel de inzameling en de verwerking van het door publiekrechtelijke rechtpersonen ingezamelde afval uit de landbouw te financieren naar verhouding van de hoeveelheden kunststoffen uit de landbouw die hij op de markt brengt.
Art. 77.De detailhandelaar brengt op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN KUNSTSTOFFEN UIT DE LANDBOUW » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 78.§ 1. De behandeling van kunststoffen uit de landbouw moet resulteren in een recyclagepercentage van minstens 20 % vanaf 2003 en 50 % vanaf 2005. § 2. Niet-gerecycleerde kunststoffen uit de landbouw worden energetisch gevaloriseerd.
Art. 79.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid kunststofafval uit de landbouw ingezameld in het kader van de terugnameplicht;2° de inrichting(en) waar kunststofafval uit de landbouw is verwerkt en de verwerkingswijze;3° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid gerecycleerd kunststofafval uit de landbouw en de hoeveelheid energetisch gevaloriseerd kunststofafval uit de landbouw, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 2°. § 2. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 80.De Dienst mag de detailhandelaar, verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK X. - Autowrakken
Art. 81.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° gevaarlijke component : elke component bevattende één of meer gevaarlijke stoffen luidens Richtlijn 67/548/EEG of stoffen die gevaarlijk afval zouden kunnen worden in de zin van artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus, of elk bestanddeel bevattende één of meer stoffen bedoeld in het Protocol van Montreal of HFC's, PFC's, SF6;2° hergebruik : elke handeling waarna de componenten van autowrakken gebruikt kunnen worden overeenkomstig hun oorspronkelijke bestemming;3° hergebruiks- en recyclagepercentage : het in percent uitgedruke relatieve gewicht van de componenten van hergebruikte of gerecycleerde autowrakken ten opzichte van het totaalgewicht van de ingezamelde autowrakken;4° hergebruiks- en valorisatiepercentage : het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van de hergebruikte en gevaloriseerde componenten van autowrakken ten opzichte van het totaalgewicht van de ingezamelde autowrakken.
Art. 82.§ 1. De detailhandelaar moet elk autowrak dat de consument bij de aankoop van een vervangvoertuig inlevert, gratis terugnemen. De detailhandelaar geeft een bewijsstuk af waarbij bevestigd wordt dat hij het ingeleverde autowrak in ontvangst heeft genomen.
De verdeler moet alle overeenkomstig § 1 in ontvangst genomen autowrakken op eigen kosten, regelmatig en ter plaaste terugnemen bij de detailhandelaars en bij de producent of invoerder inleveren.
De producent of invoerder moet alle aangenomen autowrakken op eigen kosten en regelmatig inzamelen bij de verdelers of detailhandelaars en in een daartoe vergunde inrichting laten verwerken binnen zes maanden na de terugname ervan overeenkomstig het eerste lid. § 2. Vanaf 1 juli 2002 moet de producent of invoerder elk autowrak dat als nieuw voertuig na 30 juni 2002 op de markt is gebracht en dat ingeleverd wordt zonder aankoop van een vervangingsvoertuig, op eigen kosten terugnemen en binnen zes maanden na de terugname ervan laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting. § 3. Vanaf 1 januari 2006 moet de producent of invoerder elk ingeleverd autowrak van een door hem geproduceerd of op de markt gebracht merk op eigen kosten terugnemen, ook wanneer de consument geen vervangvoertuig koopt, en binnen zes maanden na de terugname in een daartoe vergunde inrichting laten verwerken, voorzover hij vóór 1 januari 2004 een plan voor het progressieve beheer van autowrakken indient dat vóór 1 juli 2004 door de Minister wordt goedgekeurd.
Als die termijnen niet in acht worden genomen, moet de producent of invoerder zich vanaf 1 juli 2004 houden aan terugnameplicht bedoeld in het vorige lid. § 4. De economische operatoren bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken leggen binnen twee jaar na de inwerkingtreding van dit besluit een beheersplan aan de Minister voor wat betreft de gebruikte onderdelen die als afval worden beschouwd en uit auto's worden verwijderd wanneer deze hersteld worden met inachtneming van artikel 5.1. van bovenbedoelde Richtlijn.
Art. 83.De detailhandelaar brengt op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN AUTOWRAKKEN » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 84.De terugname van een autowrak zoals bedoeld in artikel 82, §§ 1 en 4, is gratis voor de houder en/of de eigenaar van het voertuig voorzover de volgende voorwaarden (cumulatief) worden vervuld : 1° het autowrak bevat alle onderdelen die nodig zijn voor de werking van een voertuig;2° het autowrak bevat geen afval dat hem niet eigen is;3° het autowrak is sedert minstens zes maanden in België ingeschreven door de laatste eigenaar;4° het autowrak gaat vergezeld van het inschrijvingsattest, het gelijkvormigheidsattest, de identificatieplaat en, desgevallend, het laatste attest van de technische controle;5° het autowrak wordt ingeleverd op de plaatsen aangeduid door de detailhandelaar, producent of invoerder.Er zijn voldoende inleveringspunten en ze zijn gelijkmatig verspreid over het Waalse Gewest. Indien de voorwaarden sub 1, 2, 4 of 5 niet vervuld zijn, worden de opgeëiste verwijderingskosten berekend naar evenredigheid van het gebrek.
Art. 85.Het is verboden autowrakken of gedeelten ervan te verwijderen zonder voorafgaande behandeling met het oog op de ontsmetting en gehele of gedeeltelijke valorisatie ervan.
Art. 86.§ 1. De autowrakken worden zodanig ontmanteld dat de gevaarlijke componenten alsmede alle vloeistoffen worden verwijderd, geïsoleerd en selectief verwerkt. § 2. De ontsmette autowrakken worden zodanig ontmanteld dat de herbruikbare componenten, ook de wisselstukken, worden verwijderd en selectief verwerkt.
De volgende elementen worden op selectieve wijze verwijderd : katalysatoren, metallische onderdelen bevattende koper, aluminium en magnesium indien die metalen niet afgescheiden worden tijdens het vermalen, banden, glas, omvangrijke plastic onderdelen zoals schokdempers, instrumentenborden, recipiënten voor vloeistoffen, zetelschuim, batterijen en accu's indien die materialen niet bij het vermalen worden afgescheiden om als materialen te worden gerecycleerd.
De batterijen en accu's worden overeenkomstig hoofdstuk II verwerkt.
De banden worden overeenkomstig hoofdstuk III verwerkt.
De afgewerkte oliën worden overeenkomstig hoofdstuk V verwerkt. § 3. Bij de opslaghandelingen wordt ervoor gezorgd dat geen schade wordt toegebracht aan de onderdelen die vloeistoffen bevatten, de valoriseerbare onderdelen en de wisselstukken. § 4. Na de ontsmetting en ontmanteling wordt het afval vermalen met het oog op de recyclage, valorisatie of verwijdering van de materialen. § 5. Uiterlijk 1 januari 2006 moet de verwerking van de autowrakken resulteren in de volgende percentages : - 85 % voor hergebruik en valorisatie; - 80 % voor hergebruik en recyclage. § 6. Uiterlijk 1 januari 2015 moeten 95 % van de autowrakken hergebruikt en gevaloriseerd zijn. § 7. De ontsmettings- en ontmantelingsinstallaties leveren een afbraakattest af.
Art. 87.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram en aantal uitgedrukte totale hoeveelheid autowrakken of de als dusdanig beschouwde voertuigen ingezameld in het kader van de terugnameplicht;2° de inrichting(en) waar de autowrakken of de als dusdanig beschouwde voertuigen worden verwerkt, alsmede de afval van de verwerking en de verwerkingswijze;3° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheden afval respectievelijk hergebruikt, gerecycleerd, gevaloriseerd en verwijderd, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 2°. § 2. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 88.De Dienst mag de detailhandelaar, verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK XI. - Oliën en vetten die mogen worden gebruikt om eetwaren te bakken
Art. 89.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder inzamelpercentage, het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van de ingezamelde afgewerkte frituurvetten en -oliën ten opzichte van het totaalgewicht van de oliën en vetten die kunnen worden gebruikt om eetwaren te bakken en die gedurende het bedoelde kalenderjaar op de markt worden gebracht.
Art. 90.De verdeler moet de afgewerkte frituurvetten en -oliën van de horecasector en van restauratiediensten van gemeenschappen op eigen kosten terugnemen.
De producent of invoerder moet alle ingezamelde afgewerkte frituurvetten en -oliën op eigen kosten en regelmatig inzamelen bij de verdelers of industriële en commerciële inrichtingen die de door hem ingevoerde oliën gebruiken, en in een daartoe vergunde inrichting laten verwerken.
De producent of invoerder moet de afgewerkte frituuroliën en -vetten afkomstig van gezinnen en ingezameld door publiekrechtelijke rechtspersonen die instaan voor de inzameling van huisafval, gratis terugnemen of de inzameling en de verwerking ervan financieren naar verhouding van de hoeveelheden frituurvetten en -oliën die hij op de markt brengt.
Art. 91.De producent of invoerder moet een inzamelpercentage van 30 % halen vanaf 2003 en van 40 % vanaf 2005.
Na overleg met de sectoren en als de omstandigheden het rechtvaardigen, kan de Minister de inzamelpercentages herzien binnen twee jaar na de inwerkingtreding van de terugnameplicht.
Art. 92.De ingezamelde afgewerkte frituuroliën en -vetten worden volledig gerecycleerd, geregenereerd of gevaloriseerd.
Het is verboden afgewerkte frituuroliën en -vetten als dierenvoedsel te gebruiken.
De Minister kan doelstellingen inzake recyclage of valorisatie opleggen.
Art. 93.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid frituurvetten en -oliën op de markt gebracht in het Waalse Gewest;2° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid afgewerkte frituurvetten en -oliën ingezameld in het kader van de terugnameplicht;3° de inrichting(en) waar de frituurvetten en -oliën worden verwerkt en de verwerkingswijze;4° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid gerecycleerde en gevaloriseerde afval, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 3°;5° een raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid frituurvetten en -oliën die tijdens het lopende jaar op de markt zijn gebracht in het Waalse Gewest. § 2. De statistieken betreffende § 1, 1°, worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of een accountant. § 3. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 94.De Dienst mag de detailhandelaar, verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK XII. - Fotoafval
Art. 95.In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder inzamelpercentage het in percent uitgedrukte relatieve gewicht van het ingezamelde fotoafval ten opzichte van het totaalgewicht van de fotoproducten die tijdens het bedoelde kalenderjaar op de markt zijn gebracht.
Art. 96.De detailhandelaar moet alle ingeleverde fotoafval gratis terugnemen wanneer de consument gelijkwaardige producten koopt.
De verdeler moet alle overeenkomstig het eerste lid in ontvangst genomen fotoafval op eigen kosten, regelmatig en ter plaaste terugnemen bij de detailhandelaars en bij de producent of invoerder inleveren.
De producent of invoerder moet al het aangenomen fotoafval op eigen kosten en regelmatig inzamelen bij de verdelers of detailhandelaars en laten verwerken in een daartoe vergunde inrichting.
De producent of invoerder moet ook het fotoafval van gezinnen, ingezameld door publiekrechtelijke rechtspersonen die instaan voor de inzameling van huisafval, gratis terugnemen of de inzameling en verwerking ervan financieren naar verhouding van de hoeveelheden fotoproducten die hij op de markt brengt.
Art. 97.De detailhandelaar brengt op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aan waarin onder de aanduiding « VERPLICHTE TERUGNAME VAN FOTOAFVAL » wordt aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 98.De producent of invoerder moet een inzamelpercentage halen van 75 % vanaf 2004 en van 95 % vanaf 2005.
Na overleg met de sector en als de omstandigheden het rechtvaardigen, kan de Minister desnoods het in het vorige lid bedoelde inzamelpercentage herzien.
Art. 99.Het is verboden fotoafval te verwijderen zonder voorafgaande verwerking met het oog op de gehele of gedeeltelijke recyclage ervan.
Art. 100.De verwerking van fotoafval beoogt een optimale valorisering van het zilver dat erin voorkomt.
Art. 101.§ 1. De producent of invoerder verstrekt de Dienst jaarlijks uiterlijk 31 maart en voor het eerst uiterlijk 31 maart 2003 de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar : 1° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid fotoproducten op de markt gebracht in het Waalse Gewest;2° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid fotoafval ingezameld in het kader van de terugnameplicht zoals bedoeld in punt 1°;3° de inrichting(en) waar fotoafval wordt verwerkt, alsmede de afval na verwerking en de verwerkingswijze;4° de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid gerecycleerd afval, aangetoond aan de hand van bewijsstukken van de inrichtingen bedoeld in 3°;5° een raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid fotoproducten die tijdens het lopende jaar op de markt zijn gebracht in het Waalse Gewest. § 2. De statistieken betreffende § 1, 1°, worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of een accountant. § 3. De jaarlijkse verklaring bedoeld in § 1 wordt ingediend volgens de voorschriften van de Dienst.
Art. 102.De Dienst mag de detailhandelaar, verdeler, producent of invoerder verzoeken om elk gegeven dat hij nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk. HOOFDSTUK XIII. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 103.In artikel 4 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende afgewerkte oliën worden de woorden « afgegeven worden hetzij aan een garagehouder, hetzij » geschrapt.
Art. 104.De in onderstaande tabel bedoelde milieuovereenkomsten blijven van toepassing tot de vervaldatum ervan en tot maximum vijf jaar na de inwerkingtreding van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten. Ze gelden als inachtneming van de terugnameplicht in de zin van dit besluit.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 105.De producent of invoerder die geen beroep doet op een erkende instelling of geen milieuovereenkomst heeft gesloten, moet binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de terugnameplicht waaraan hij overeenkomstig artikel 3 onderworpen is, een beheersplan indienen voor het afval dat onder de terugnameplicht valt.
Art. 106.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 107.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 25 april 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET
Bijlage 1 Lijst van de elektrische of elektronische apparatuur waarop dit besluit van toepassing is : 1. apparaten met koelfunctie en diepvriesfunctie : koelkasten, diepvriezers en airconditioningapparatuur, koel-vries-combinaties, luchtontvochtigers;2. grote elektrische huishoudapparatuur : kooktoestellen, wasmachines, vaatwasmachines, centrifuges, wasdrogers en heetwatertoestellen, strijkmachines, wasdroger-combinaties, zonnehemels en zonnebanken;3. kleine elektrische huishoudapparatuur : ovens en grilleerapparaten, afzuigkappen, microgolfovens en andere ovens, fornuizen, één of meerdere kookplaten, ovens-combinaties (magnetrons, grills);4. bruingoed : televisietoestellen, radiotoestellen, geluidsversterkers, tuners, cassettespelers, platenspelers, cd-spelers, videorecorders, videocamera's, luidsprekers;5. kleine huishoudelijke apparaten : elektrische waterkokers, frituurpannen, broodroosters, mixers en mengers, tuingereedschappen, stofzuigers, naaimachines, strijkijzers, haardrogers, scheerapparaten, afzuigkappen met ingebouwde motor, baardtrimmers, elektrische warmwaterkruiken, mengapparaten, blikopeners, schotelwarmers, broodmachines, citruspers, "croque-monsieur"-ijzers, elektrische dompelaars, eierkokers, elektrische dekens, elektrische messen, elektrische barbecues, elektrische woks, epileerapparaten, espresso-automaat (huishoudelijk), flessenwarmers, fondueset, messenslijper-blikopener-combinaties, mondbad met tandenborstel, gezichtsbruiner, gezichtsmassage, gezichtsmassage, grills, haardroogkap, haarkrultang, haarstyler, haktoestel, ijsmachine, individuele klokken, individuele ventilator, infraroodlamp, kaasmaker, kappersset, keukenhaktoestel keukenrobot (Foodprocessor), keukenweegschaal, keukenweegschaal, koffie-apparaat, koffiemolen, kook- of warmhoudplaat (eenvoudig), kruimeldief, krulset, ladyshave, koortsthermometers, luchtbevochtiger, luchtreiniger, massage-apparaat, wetstaal, milkshaker, mixer, monddouche, neustondeuse, personenweegschaal, raclette, rijstkoker, sapcentrifuge, elektrisch scheerapparaat, schotelwarmers, snelkoker, snijmachine, soldeerapparaat, mixers, steengril, stofzuigers met ingebouwde motor, stoomkoker, stoomreiniger, elektrische tandenborstel, thee-apparaat, verwarmingskussen, verwarmingsroltafels, vleesmolen, vloerreiniger, voetmassage-apparaat, wafelijzer, waterfilter, waterkoker, wekker, yoghurtmaker;6. Toestellen voor documenten en gegevens : - IT-materiaal : PC's (inclusief monitoren), "laptop" computers, "note-book" computers, printers, personal kopiers, elektrische schrijfmachines, zak- en tafelrekenmachines; - Telecommunicatietoestellen : fax, telefoon, draadloze telefoon, gsm, antwoordapparaten; 7. tuingereedschappen : a) kleine toestellen;b) grote toestellen Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan. Namen, 25 april 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET
Bijlage 2 Lijst van de verbruiksgoederen waarop dit besluit niet van toepassing is : - toners; - inktpatronen.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan.
Namen, 25 april 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET