Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 23 juni 2005
gepubliceerd op 08 juli 2005

Besluit van de Waalse Regering tot beslissing tot uitvoering van een effectonderzoek over het voorontwerp van herziening van het gewestplan van Mons-Borinage met het oog op de opneming van een gebied voor gemengde bedrijfsruimten en een recreatiegebied op het grondgebied van de gemeenten Dour en Hensies (Thulin)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2005201815
pub.
08/07/2005
prom.
23/06/2005
ELI
eli/besluit/2005/06/23/2005201815/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot beslissing tot uitvoering van een effectonderzoek over het voorontwerp van herziening van het gewestplan van Mons-Borinage met het oog op de opneming van een gebied voor gemengde bedrijfsruimten en een recreatiegebied op het grondgebied van de gemeenten Dour (Elouges) en Hensies (Thulin)


De Waalse Regering, Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 juli 2004 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 tot regeling van de werking van de Regering;

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 42 en 46, zoals gewijzigd bij het programmadecreet van 3 februari 2005 betreffende de economische heropleving en de administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 november 1983 tot opstelling van het gewestplan Mons-Borinage;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 januari 2005 tot beslissing tot herziening van het gewestplan Mons-Borinage en tot goedkeuring van het voorontwerp van herziening van het plan met het oog op de opneming van een gebied voor gemengde bedrijfsruimten en een recreatiegebied te Dour (Elouges) en Hensies (Thulin);

Overwegende dat het advies van de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) en van de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse Raad voor het Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling) op 12 april 2005 aangevraagd is;

Overwegende dat de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" binnen de voorgeschreven termijn geen advies heeft uitgebracht; dat haar advies dan ook gunstig geacht wordt overeenkomstig artikel 42, vijfde lid;

Overwegende dat in zijn advies van 4 mei 2005 de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" geacht heeft dat de elementen betreffende de omvang en de mate van nauwkeurigheid van de informatie die het effectonderzoek moet bevatten, zoals bedoeld in bijlage 1 bij het bij dit besluit gevoegde bestek, bevredigend zijn;

Overwegende dat de opneming van landbouwgebieden en van een groengebied aan de wil beantwoordt om ofwel gebieden die door het vigerende gewestplan oorspronkelijk voorbehouden waren aan de economische activiteit of aan het wonen niet uit te voeren, ofwel om gebieden die tevoren door het winningsbedrijf geëxploiteerd waren, weder te bestemmen als gebieden die niet voor bebouwing bestemd zijn;

Overwegende dat de opneming van deze landbouwgebieden en groengebieden geen niet te verwaarlozen effecten op het leefmilieu zou kunnen hebben; dat als deze elementen dan ook niet het voorwerp moeten uitmaken van een milieueffectbeoordeling in het kader van het plan-effectonderzoek, dit onderzoek de opportuniteit van de compensaties die ze inhouden overeenkomstig artikel 46, § 1, tweede lid, 3°, van het Wetboek nochtans zal overwegen;

Overwegende dat de opneming van twee gebieden voor gemeenschappelijke uitrustingen en dienstverleningsgebieden overeenstemt met een feitelijk bestaande toestand (aanwezigheid op deze terreinen van een elektriciteitscentrale en van een zuiveringsstation) en geen niet te verwaarlozen effecten zou kunnen hebben op het milieu;

Overwegende dat deze elementen bijgevolg niet het voorwerp moeten uitmaken van een effectonderzoek overeenkomstig artikel 42, tweede lid, van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

Overwegende dat het effectonderzoek dan ook essentieel betrekking zal hebben op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte en een recreatiegebied op het grondgebied van de gemeenten Dour (Elouges) en Hensies (Thulin), met inbegrip van de compensaties die het impliceert;

Overwegende ook dat de inhoud van het effectonderzoek vermeld in bijlage 1 bij het bestek de draagwijdte van de voorschriften van artikel 42, tweede lid, van het Wetboek uitdrukkelijk formuleert, met vermelding van de omvang en de mate van nauwkeurigheid van de informatie die het onderzoek moet bevatten ten opzichte van de specificiteit van het voorontwerp van herziening;

Overwegende tenslotte dat het overeenkomstig artikel 42 van het Wetboek uitgevoerde effectonderzoek het maximum van de informaties vereist voor het effectonderzoek betreffende de aanvraag om globale vergunning voor de installatie van het motocircuit zal moeten bevatten; dat de effecten op het milieu inzake geluid en de verhelpingsmaatregelen in dit kader regelmatig onderzocht zullen worden;

Overwegende dat de begonnen procedure voor de herziening van het gewestplan van Mons-Borinage zo spoedig mogelijk voortgezet moet worden, door de bepalingen van artikel 42, tweede lid, van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium uit te voeren;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :

Artikel 1.Er is reden om een effectonderzoek over het voorontwerp van herziening van het gewestplan van Mons-Borinage met het oog op de opneming van een gebied voor gemengde bedrijfsruimten en een recreatiegebied te Dour (Elouges) en Hensies (Thulin) overeenkomstig het bijgaande bestek uit te voeren.

Art. 2.De opneming van twee dienstverleningsgebieden en gebieden voor gemeenschappelijke uitrustingen zoals bedoeld in het voorontwerp van het herziening moet niet het voorwerp uitmaken van dit effectonderzoek.

Art. 3.De omvang en de mate van nauwkeurigheid van de informatie die het in artikel 1 bedoelde effectonderzoek moet bevatten, worden bepaald in bijlage 1 bij het bestek betreffende de inhoud van het effectonderzoek.

Art. 4.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 23 juni 2005.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE Het in artikel 3 bedoelde bestek ligt ter inzage bij het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, rue des Brigades d'Irlande, 3 te 5100 Namen.

^