gepubliceerd op 03 mei 2019
Besluit van de Waalse Regering tot invoeging van een Titel VIII in Bboek II van het tweede deel van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten en voorzieningen voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld
21 MAART 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot invoeging van een Titel VIII in Bboek II van het tweede deel van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten en voorzieningen voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, de artikelen 149/14, eerste lid, 6°, en tweede lid, 149/15, § 1, tweede lid, en § 2, zesde lid, 149/16, 149/17, eerste en derde lid, en 149/18, tweede lid, ingevoegd bij het
decreet van 1 maart 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
01/03/2018
pub.
12/03/2018
numac
2018201184
bron
waalse overheidsdienst
Decreet tot invoeging van een Titel VIII in boek I van het tweede deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de erkenning van de diensten en de voorzieningen voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld
sluiten;
Gelet op het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 november 2018;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 22 november 2018;
Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 6 februari 2019;
Gelet op het rapport van 22 november 2018, opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;
Gelet op het advies nr. 65.416/4 van de Raad van State, gegeven op 13 maart 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië), gegeven op 17 december 2018;
Gelet op het advies van de "Conseil wallon de l'égalité entre hommes et femmes" (Waalse raad voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen), gegeven op 10 december 2018;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.
Art. 2.In het tweede deel, Boek II, van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, wordt een Titel VIII die de artikelen 235 tot 235/12 omvat, ingevoegd, luidend als volgt : "Titel VIII. - Diensten en voorzieningen voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 235.Het in artikel 149/14, 6°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde publiek is : 1° wat de opleidingen betreft: de plaatselijke besturen en de instellingen erkend of goedgekeurd door het Gewest inzake sociale actie, gezondheid en huisvesting;2° wat de sensibilisering betreft : ieder publiek met uitzondering van het schoolpubliek.
Art. 235/1.§ 1. De in artikel 149/14, 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde statistische gegevens worden opgenomen in het in artikel 12/3 bedoelde jaarlijkse activiteitenverslag. Deze gegevens zijn anoniem en hebben betrekking op: 1° het aantal en het soort prestaties;2° de gegevens betreffende de personen die een aanvraag indienen: de leeftijd, het geslacht, het soort geweld, de relatie tussen de geweldpleger en de slachtoffer, de geografische ligging, de nationaliteit, de handicap, in overeenstemming met het Verdrag van de Raad van Europa inzake de preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. § 2. De statistische gegevens worden langs elektronische weg door de diensten en voorzieningen geregistreerd en worden tijdens tien jaar na ontvangst van het jaarlijkse activiteitenverslag bij de Administratie bewaard. § 3. De diensten en voorzieningen lichten de betrokken personen in over het gebruik van hun gegevens voor statistische doeleinden en over het feit dat die gegevens in gebundelde vorm zullen worden bekendgemaakt. HOOFDSTUK II. - Erkenning Afdeling 1. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 235/2.§ 1. Bij zijn indienstneming beschikt het in artikel 149/15, eerste lid, 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde personeel minstens over: 1° een baccalaureaat maatschappelijk assistent, maatschappelijk hulpwerker, assistent psychologie of opvoeder, juridisch assistent of een gelijkwaardig diploma;2° een master in de menswetenschappen of sociale wetenschappen, in de rechten of een gelijkwaardig diploma. § 2. De Minister kan, na advies van de Administratie, een afwijking toekennen op basis van de ervaring voor de werknemers die niet in aanmerking komen voor de academische graden bedoeld in paragraaf 1.
Het personeel heeft een opleiding van minimum 20 uur over gendergerelateerd geweld en partnergeweld gevolgd.
Art. 235/3.De in artikel 149/13, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde dienst is minstens zes halve dagen per week geopend. Een minimum van 1.600 uur per jaar per dienst worden bestemd voor de in artikel 149/14 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde opdrachten, waarvan minstens 800 uur per jaar worden bestemd voor de opdracht bedoeld in artikel 149/14, eerste lid, 1° of 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek. De dienst die alleen gespecialiseerd is in de begeleiding van slachtoffers van sommige vormen van gendergerelateerd geweld kent een minimum van 1600 uur per jaar toe aan de in artikel 149/14 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde opdrachten, waarvan minstens 800 uur worden verdeeld tussen de opdrachten bedoeld in artikel 149/14, eerste lid, 1° en 6°, van het decreetgevend deel van het Wetboek.
De in artikel 149/13, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde voorziening is minstens drie halve dagen per week geopend.
Een minimum van 800 uur per jaar per voorziening worden bestemd voor de in artikel 149/14 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde opdrachten, waarvan minstens 400 uur per jaar worden bestemd voor de opdracht bedoeld in artikel 149/14, eerste lid, 1° of 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek. De voorziening die alleen gespecialiseerd is in de begeleiding van slachtoffers van sommige vormen van gendergerelateerd geweld kent een minimum van 800 uur per jaar toe aan de in artikel 149/14 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde opdrachten, waarvan minstens 400 uur worden verdeeld tussen de opdrachten bedoeld in artikel 149/14, eerste lid, 1°en 6°, van het decreetgevend deel van het Wetboek.
De in artikel 149/14, eerste lid, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde opdracht wordt kosteloos uitgevoerd. Afdeling 2. - Toekenningsprocedure
Art. 235/4.De in artikel 149/16 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde erkenningsaanvraag wordt bij de Administratie ingediend via elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent.
Naast de informatie vereist bij artikel 149/16 van het decreetgevend deel van het Wetboek bevat het aanvraagdossier de volgende gegevens : 1° de identiteit en de personalia van de persoon die de dienst vertegenwoordigt;2° het adres van de dienst;3° de namen, titels, kwalificaties, afschrift van de diploma's en de vermelding van hun statuten alsook de functies van de personen die de acties vervullen bedoeld in artikel 149/14 van het decreetgevend deel van het Wetboek;4° de jaarlijkse voorbegroting met vermelding, met name, van de andere eventuele financieringsbronnen betreffende de acties bedoeld in artikel 149/14 van het decreetgevend deel van het Wetboek;5° het aantal voorziene diensten of voorzieningen met motivering van hun toestand, de vermelding van de openingsuren, de omschrijving van de lokalen en het uurvolume bestemd voor elke van de opdrachten bedoeld in artikel 149/14 van het decreetgevend deel van het Wetboek;6° de beraadslaging van de inrichtende macht waarbij besloten wordt tot de indiening van de erkenningsaanvraag;7° een brandveiligheidattest, afgegeven sinds minder dan één jaar door de burgemeester en opgemaakt overeenkomstig het model bepaald in bijlage 2/1, voor de lokalen waarin de activiteiten plaatsvinden;8° een verklaring van de naleving van de reglementering betreffende de bescherming van de gegevens van de natuurlijke personen.
Art. 235/5.De Administratie gaat na of de aanvraag volledig is en verzoekt de aanvrager in voorkomend geval binnen dertig na ontvangst van de aanvraag om de toezending van de ontbrekende stukken of gegevens.
Binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag of na ontvangst van de ontbrekende stukken of inlichtingen maakt de Administratie een zending aan de dienst over, waarbij ze hem meedeelt dat de aanvraag volledig is.
Wanneer de voor het onderzoek van de erkenningsaanvraag nodige gegevens bij authentieke bronnen beschikbaar zijn, zamelt de Administratie die gegevens rechtstreeks bij de authentieke bronnen in.
Art. 235/6.De Minister beslist over de aanvraag binnen twee maanden te rekenen van de ontvangst van het voorstel van de Administratie. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, aan de dienst medegedeeld.
In het geval van een overtallige aanvraag ten opzichte van het maximumaantal diensten of voorzieningen bedoeld in artikel 149/15 van het decreetgevend deel van het Wetboek, beslist de Minister over de aanvragen met inachtneming van de geografische verspreiding, de opdrachten van de diensten, de ervaring van de diensten, de complementariteit van de verschillende diensten op het gegeven grondgebied en, in voorkomend geval, hun positieve evaluatie inzake administratief en boekhoudkundig beheer.
Het erkenningsbesluit bepaalt het aantal erkende diensten en voorzieningen en hun territoriaal ambtsgebied.
Art. 235/7.In geval van wijziging van één van de elementen vermeld in de erkenningsaanvraag overeenkomstig artikel 235/4 geeft de houder van de erkenning onmiddellijk via een zending kennis daarvan aan de Administratie. Afdeling 3. - Intrekking
Art. 235/8.Wanneer de Minister vaststelt dat een erkende dienst of voorziening de erkenningsvoorwaarden niet meer vervult, kan hij de erkenning krachtens artikel 149/18 van het decreetgevend deel van het Wetboek opschorten. De intrekking van de erkenning wordt voorafgegaan door een waarschuwing die gestuurd wordt door de Administratie door elk middel dat vaste datum aan de zending verleent. Die waarschuwing vermeldt de geformuleerde klachten en staat de erkende dienst of voorziening een termijn van dertig dagen die begint te lopen na ontvangst van bedoelde waarschuwing, toe om een antwoordmemorie over te maken. HOOFDSTUK III. - Subsidiëring
Art. 235/9.De in artikel 149/17 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde subsidieaanvraag wordt jaarlijks met een voorbegroting voor de volgende twaalf jaar aan de Administratie gericht.
Art. 235/10.§ 1. De Minister verleent binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten aan elke erkende dienst of voorziening een forfaitaire subsidie. De werkingskosten vertegenwoordigen maximum 50 percent van het bedrag van de totale subsidie.
Het bedrag van de subsidie wordt bepaald naar gelang van het volume activiteiten. § 2. De in § 1 bedoelde subsidie bedraagt: 1° voor de voorzieningen: a) 11.250 euro voor het minimumaantal uren dat voor de in artikel 235/3 omschreven opdrachten is bestemd; b) 28.000 euro voor minstens 1.200 uur bestemd voor de in artikel 235/3 omschreven opdrachten; 2° voor de diensten: a) 45.000 euro voor het minimumaantal uren dat voor de in artikel 235/3 omschreven opdrachten is bestemd; b) 67.500 euro voor minstens 1.800 uur bestemd voor de in artikel 235/3 omschreven opdrachten; c) 90.000 euro voor minstens 2.000 uur bestemd voor de in artikel 235/3 omschreven opdrachten.
Art. 235/11.De bedragen bedoeld in artikel 235/10, § 2, worden gekoppeld aan de spilindex 105,10 (basis 2013) die toepasselijk is op 1 juni 2017 en aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Art. 235/12.De administratieve, financiële en kwalitatieve controle van de diensten en voorzieningen wordt gevoerd door de personeelsleden die binnen de Administratie worden aangewezen.
De personeelsleden hebben vrije toegang tot de lokalen en hebben het recht om ter plaatse inzage te nemen van de stukken en documenten die ze nodig achten voor de vervulling van hun opdracht.".
Art. 3.In hetzelfde Wetboek wordt een bijlage 2/1 ingevoegd die als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 5.De Minister van Sociale Actie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 21 maart 2019.
Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging, A. GREOLI
Bijlage "Bijlage 2/1 bij het reglementair deel van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid Model van brandattest van de diensten en voorzieningen voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld Gelet op het rapport opgesteld door................................., Hoofd van de brandweerdienst, op.............................................., betreffende de dienst/voorziening voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld* genaamd................................................................................................................................................... . . . . . ................................................................................................................................................... . . . . ., gelegen....................................................................................................................................... . . . . . .................................................................................................................................................... . . . . . en beheerd door......................................................................................................................... . . . . . ....................................................................................................................... . . . . ., Ondergetekende,...................................................................................................................... . . . . ., Burgemeester van.................................................................................................................................................... . . . . .
Eerste mogelijkheid * stem in met de conclusies van het verslag van de brandweerdienst.
Tweede mogelijkheid* stem niet in met de conclusies van het verslag van de brandweerdienst om de volgende redenen: ..................................................................................................................................... . . . . . .................................................................................................................................................... . . . . . .................................................................................................................................................... . . . . . .................................................................................................................................................... . . . . .
Bijgevolg, Eerste mogelijkheid ** de inbedrijfstelling - de voortzetting van de activiteiten van de hierboven vermelde dienst/voorziening voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld wordt toegelaten voor een periode van vier jaar ** - van.............. (te bepalen voor een periode van minder dan vier jaar).
Tweede mogelijkheid ** de inbedrijfstelling - de voortzetting van de activiteiten van de hierboven vermelde dienst/voorziening voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld wordt toegelaten voor een periode van............... - en tot de datum van ....................................
Tijdens die periode zal inzake veiligheid en brandbeveiliging aan de volgende punten moeten voldaan worden: Het hoofd van de brandweerdienst zal een controle moeten uitvoeren.
Derde mogelijkheid * de inbedrijfstelling - de voortzetting van de activiteiten - is niet toegelaten*.
De Burgemeester, (datum en handtekening) (*) Schrappen wat niet past. (**) Schrappen wat niet past en aanvullen.".
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 21 maart 2019 tot invoeging van een Titel VIII in Boek II van het tweede deel van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten en voorzieningen voor de begeleiding van partnergeweld en gendergerelateerd geweld.
Namen, 21 maart 2019.
Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging, A. GREOLI