gepubliceerd op 03 november 2011
Besluit van de Waalse Regering betreffende de certificering van bestaande niet-residentiële gebouwen
20 OKTOBER 2011. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de certificering van bestaande niet-residentiële gebouwen
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, inzonderheid op de artikelen 237/27, tweede lid, 237/29, 237/30, tweede lid, 237/31, derde lid, en 237/35, eerste lid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 juni 2011;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juni 2011;
Gelet op advies nr. 49.868/4 van de Raad van State, gegeven op 11 juli 2011, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Bij dit besluit wordt Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen gedeeltelijk omgezet, overeenkomstig artikel 15, § 1, tweede lid.
Art. 2.In het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, onder Titel IV van Boek V, worden de volgende bepalingen ingevoegd, na artikel 611 : « HOOFDSTUK VIII. - Certificering van bestaande niet-residentiële gebouwen Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Art. 612.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op elk bestaand niet-residentieel gebouw of gedeelte van gebouw bedoeld in artikel 530, 11°, 12°, 13° en 14°. Afdeling 2. - EPB-certificaat van bestaande niet-residentiële gebouwen
Art. 613.Het EPB-attest van bestaande niet-residentiële gebouwen wordt opgemaakt door een erkende EPB-certificeerder voor bestaande niet-residentiële gebouwen.
Het vloeit uitsluitend voort uit de toepassing van de software en van het protocol.
Er wordt één attest opgesteld per EPB-eenheid.
Art. 614.Het EPB-certificaat van bestaande niet-residentiële gebouwen is tien jaar geldig.
Art. 615.§ 1. Naast de in artikel 237/27 bedoelde elementen bevat het EPB-certificaat voor bestaande niet-residentiële gebouwen minstens de volgende gegevens : 1° het adres van het gebouw of van de EPB-eenheid;2° indien bestaand, de datum van toekenning van de bouw-, stedenbouwkundige of globale vergunning die de bouw van het gebouw machtigt en het referentienummer;3° een buitenfoto van het gebouw, waarbij de betrokken EPB-eenheid wordt geïdentificeerd;4° de versie van de gebruikte berekeningsoftware en protocol voor de verzameling van de gegevens;5° het referentienummer van het attest;6° de prijs van het attest;7° de datum van afgifte van het attest;8° de identificatie en het erkenningsnummer van de erkende EPB-certificeerder voor bestaande niet-residentiële gebouwen en diens handtekening. § 2. De Minister kan de inhoud van het EPB-certificaat voor bestaande niet-residentiële gebouwen aanvullen om er de indicatoren van de energieprestatie van het gebouw en de aanbevelingen voortvloeiend uit de software in te voegen.
Hij maakt het model van een EPB-certificaat voor een bestaand niet-residentieel gebouw op en kan, tussen de in artikel 530, 11°, 12°, 13° en 14° bedoelde categorieën van niet-residentiële gebouwen, subcategorieën van gebouwen onderscheiden, op basis van hun energie-bijzonderheden.
Art. 616.Het Bestuur zorgt voor de organisatie en het beheer van een databank die alle EPB-certificaten van bestaande niet-residentiële gebouwen bevat.
De technische gegevens die voor de opmaking van een EPB-certificaat voor een bestaand niet-residentieel gebouw hebben gediend, met uitzondering van de persoonsgegevens, kunnen opnieuw worden gebruikt door een andere erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen om een nieuw EPB-certificaat voor een bestaand niet-residentieel gebouw op te maken.
Art. 617.Het Bestuur wordt ertoe gemachtigd om de EPB-certificaten voor bestaande niet-residentiële gebouwen te controleren.
Daartoe mag het eisen dat de erkende EPB-certificeerder voor een bestaand niet-residentieel gebouw alle bewijsdocumenten die hij heeft bewaard, overmaakt aan het Bestuur.
De controle wordt ofwel op grond van die documenten uitgeoefend, ofwel op grond van de gegevens die het bestuur zelf in het gebouw of op de installaties heeft vastgesteld, ofwel op grond van de gegevens die in de databank worden opgenomen, overeenkomstig de artikelen 632 en 633. Afdeling 3. - Erkende EPB-certificeerders van bestaande
niet-residentiële gebouwen Onderafdeling 1. - Erkenning van EPB-certificeerders van bestaande niet-residentiële gebouwen
Art. 618.§ 1. In de hoedanigheid van EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen kan ook erkend worden, elke natuurlijke persoon die de volgende voorwaarden vervult : 1° houder zijn van een geldige erkenning : a) hetzij als erkende auditor overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 30 mei 2002 betreffende de toekenning van toelagen voor de verbetering van de energetische efficiëntie en voor de bevordering van een rationeler energiegebruik van de privésector ("AMURE"), of overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen (UREBA).De AMURE- of UREBA-auditoren dienen minstens te worden erkend voor aangelegenheden in verband met gebouwen en systemen; b) hetzij als auteur van de technische, milieu- en economische haalbaarheidsstudie;c) hetzij als EPB-verantwoordelijke;d) hetzij als EPB-certificeerder van bestaande woongebouwen;e) hetzij als EPB-buitencertificeerder openbaar gebouw;2° een specifieke opleiding hebben gevolgd en geslaagd zijn voor het examen bedoeld in artikel 623. § 2. In de hoedanigheid van EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen kan erkend worden, elke rechtspersoon die onder zijn personeel of medewerkers minstens een erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen telt, die aan de rechtspersoon verbonden is middels een contract.
Art. 619.§ 1. Om als EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen erkend te worden, dienen de kandidaten bedoeld in artikel 618, § 1, het formulier voor aanvraag van erkenning bij het Bestuur in, dat hun ter beschikking wordt gesteld door het Bestuur. Dat formulier bevat minstens de volgende elementen : 1° de naam, het adres en het beroep van de aanvrager;2° het (of de) referentienummer(s) in verband met de in artikel 618, § 1, 1°, bedoelde erkenningen, of, bij gebrek eraan, het afschrift van de beslissing(en) tot erkenning;3° een afschrift van het attest bedoeld in artikel 626, lid 1;4° de verbintenis op erewoord om de voorwaarden betreffende de erkenning en de opdrachten van de erkende EPB-certificeerder voor bestaande niet-residentiële gebouwen na te leven. De Minister kan de vorm en de inhoud van het formulier voor de aanvraag tot erkenning bedoeld in het eerste lid bepalen. § 2. Binnen tien dagen na ontvangst van het dossier betreffende de aanvraag tot erkenning, stuurt het Bestuur een bericht van ontvangst naar de aanvrager.
Dit bericht van ontvangst vermeldt : 1° de ontvangstdatum van de aanvraag;2° de termijn waarin de beslissing moet worden genomen;3° de rechtsmiddelen en de bevoegde instanties alsook de vormen en termijnen die dienen te worden nageleefd;4° dat bij het uitblijven van een beslissing binnen de voorziene termijn, de vergunning geacht wordt te zijn verleend. Binnen veertig dagen te rekenen van de zending van het bericht van ontvangst, geeft de Minister kennis van zijn beslissing aan de aanvrager.
In afwijking van het derde lid,, brengt het Bestuur indien het dossier onvolledig is de aanvrager er zo spoedig mogelijk van op de hoogte.
Bij deze kennisgeving wordt gewezen op de ontbrekende stukken en wordt bepaald dat de procedure met ingang van de datum van ontvangst van alle ontbrekende stukken ingaat. § 3. Het ministerieel besluit waarbij de erkenning wordt toegekend, vermeldt het erkenningsnummer.
De kennisgeving ervan bepaalt de modaliteiten voor de toegang tot de overeenkomstig de artikelen 632 en 633 te gebruiken databank.
Art. 620.§ 1. Om als EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen erkend te worden, dienen de kandidaten bedoeld in artikel 618, § 2, het formulier voor aanvraag tot erkenning bij het Bestuur in, dat hun ter beschikking wordt gesteld door het Bestuur. Dat formulier bevat minstens de volgende elementen : 1° de officiële identificatie van de rechtspersoon, een gecoördineerde versie van zijn statuten, de lijst van de bestuurders of zaakvoerders alsook het ondernemingsnummer;2° de naam, het adres en de hoedanigheid van de contactpersoon;3° een afschrift van het contract waarmee de rechtspersoon verbonden is aan de erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen;4° een afschrift van het erkenningsattest van de erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen. De Minister kan de vorm en de inhoud van het formulier voor de aanvraag tot erkenning bedoeld in het eerste lid bepalen. § 2. Binnen tien dagen na ontvangst van het dossier betreffende de aanvraag tot erkenning, stuurt het Bestuur een bericht van ontvangst naar de aanvrager.
Dit bericht van ontvangst vermeldt : 1° de ontvangstdatum van de aanvraag;2° de termijn waarin de beslissing moet worden genomen;3° de rechtsmiddelen, de bevoegde instanties alsook de vormen en termijnen die dienen te worden nageleefd;4° dat bij het uitblijven van een beslissing binnen de voorziene termijn, de vergunning geacht wordt te zijn verleend. Binnen veertig dagen te rekenen van de zending van het bericht van ontvangst, geeft de Minister kennis van zijn beslissing aan de aanvrager.
In afwijking van het derde lid brengt het Bestuur, indien het dossier onvolledig is, de aanvrager er zo spoedig mogelijk van op de hoogte.
Bij deze kennisgeving wordt gewezen op de ontbrekende stukken en wordt bepaald dat de procedure met ingang van de datum van ontvangst van alle ontbrekende stukken ingaat. § 3. Het ministerieel besluit waarbij de erkenning wordt toegekend, vermeldt wat volgt : 1° het erkenningsnummer;2° de identificatie van de erkende EPB-certificeerder(s) van bestaande niet-residentiële gebouwen die middels een contract aan de rechtspersoon verbonden is (zijn). De kennisgeving ervan bepaalt de modaliteiten voor de toegang tot de overeenkomstig de artikelen 632 en 633 te gebruiken databank.
Art. 621.Het Bestuur maakt de lijst van de erkende EPB-certificeerders van bestaande niet-residentiële gebouwen bekend en houdt ze bij.
Art. 622.De erkenning gaat in op de datum van ondertekening van het erkenningsbesluit.
Als de erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, dan vervalt automatisch zijn erkenning.
Onderafdeling 2. - De opleiding van EPB-certificeerders van bestaande niet-residentiële gebouwen
Art. 623.De opleidingen en de examens van de kandidaat-EPB-certificeerders van bestaande niet-residentiële gebouwen worden door erkende opleidingscentra georganiseerd.
De erkende opleidingscentra gebruiken de opleidingsmodules die de Minister hun ter beschikking stelt.
Art. 637.§ 1. Wanneer een erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw zijn verplichtingen verzuimt, kan de Minister hem bestraffen.
De bedoelde tekortkomingen zijn : 1° de slechte kwaliteit van de attesten veroorzaakt met name door tekortkomingen op het gebied van de kwaliteit en de volledigheid van de vastgestelde gegevens of van de resultaten;2° de tekortkomingen betreffende de in de artikelen 632 tot 636 bedoelde verplichtingen. De eerste keer dat een tekortkoming wordt vastgesteld, kan de Minister de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw bestraffen en hem aanmanen zich aan te passen aan de eisen van dit hoofdstuk en eventueel aan een opleiding deel te nemen.
Als de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw weigert zich aan te passen aan de eisen van dit hoofdstuk of aan een opleiding deel te nemen of indien nieuwe tekortkomingen worden vastgesteld, kan de Minister de erkenning intrekken.
Art. 638.Wanneer de Minister het voornemen heeft om een erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw te bestraffen, licht hij hem per aangetekend schrijven daarover in.
Die zending vermeldt de vastgestelde tekortkomingen, de eventueel overwogen sanctie, de datum waarop de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw erom verzocht wordt zijn opmerkingen in te dienen, samen, in voorkomend geval, met zijn advocaat, en de wijze waarop de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw het volledige dossier betreffende de ten laste gelegde tekortkomingen kan raadplegen.
Er wordt een proces-verbaal van het verhoor opgemaakt. De erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw wordt binnen twintig dagen na het verhoor in kennis gesteld van dat proces-verbaal.
De Minister stuurt zijn beslissing aan de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw binnen een termijn van veertig dagen na het verhoor.
Art. 639.Wanneer zijn erkenning wordt ingetrokken, verwittigt de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw onverwijld alle eigenaren of houders van zakelijke rechten met wie contracten met het oog op de opmaking van een attest uitgevoerd worden.". HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 3.Artikel 627, 3°, is uiterlijk één jaar nadat het eerste opleidingscentrum erkend is, van toepassing. Het onderwijzend personeel wordt ondertussen geput uit de reserve opgebouwd door de Minister.
Art. 4.Wat betreft de attesten bedoeld in artikel 237/28, § 1, tweede lid, voor de gebouwen bedoeld in artikel 612, sub artikel 2 van dit besluit, treedt Titel V van Boek IV sub artikel 10 van het kader decreet van 19 april 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/04/2007 pub. 29/05/2007 numac 2007201675 bron ministerie van het waalse gewest Kaderdecreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium met het oog op het bevorderen van de energieprestatie van de gebouwen sluiten tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium in werking de dag waarop dit besluit in werking treedt.
Art. 5.De Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 20 oktober 2011.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET