Besluit van de Waalse Regering betreffende de certificering van bestaande niet-residentiële gebouwen | Arrêté du Gouvernement wallon relatif à la certification des bâtiments non résidentiels existants |
---|---|
WAALSE OVERHEIDSDIENST 20 OKTOBER 2011. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de certificering van bestaande niet-residentiële gebouwen De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, inzonderheid op de artikelen 237/27, tweede | SERVICE PUBLIC DE WALLONIE 20 OCTOBRE 2011. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif à la certification des bâtiments non résidentiels existants Le Gouvernement wallon, Vu le Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme, du Patrimoine et de l'Energie, les articles 237/27, alinéa 2, 237/29, |
lid, 237/29, 237/30, tweede lid, 237/31, derde lid, en 237/35, eerste lid; | 237/30, alinéa 2, 237/31, alinéa 3, et 237/35, alinéa 1er; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 juni 2011; | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 14 juin 2011; |
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 | Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 16 juin 2011; |
juni 2011; Gelet op advies nr. 49.868/4 van de Raad van State, gegeven op 11 juli | Vu l'avis 49.868/4 du Conseil d'Etat, donné le 11 juillet 2011, en |
2011, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le |
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Duurzame Ontwikkeling en | Sur la proposition du Ministre du Développement durable et de la |
Ambtenarenzaken; | Fonction publique; |
Na beraadslaging, | Après délibération, |
Besluit : | Arrête : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | CHAPITRE Ier. - Dispositions générales |
Artikel 1.Bij dit besluit wordt Richtlijn 2002/91/EG van het Europees |
Article 1er.Le présent arrêté transpose partiellement la Directive |
Parlement en van de Raad van 16 december 2002 betreffende de | 2002/91/CE du Parlement européen et du Conseil du 16 décembre 2002 sur |
energieprestatie van gebouwen gedeeltelijk omgezet, overeenkomstig | la performance énergétique des bâtiments, conformément à son article |
artikel 15, § 1, tweede lid. | 15, § 1er, alinéa 2. |
Art. 2.In het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, |
Art. 2.Dans le Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de |
l'Urbanisme, du Patrimoine et de l'Energie, sous le Titre IV du Livre | |
Patrimonium en Energie, onder Titel IV van Boek V, worden de volgende | V, les dispositions suivantes sont insérées à la suite de l'article |
bepalingen ingevoegd, na artikel 611 : | 611 : |
« HOOFDSTUK VIII. - Certificering van bestaande niet-residentiële | « CHAPITRE VIII. - De la certification des bâtiments non résidentiels |
gebouwen | existants |
Afdeling 1. - Toepassingsgebied | Section 1re. - Champ d'application |
Art. 612.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op elk |
Art. 612.Les dispositions du présent chapitre s'appliquent à tout |
bestaand niet-residentieel gebouw of gedeelte van gebouw bedoeld in | bâtiment ou partie de bâtiment non résidentiel existant visé à |
artikel 530, 11°, 12°, 13° en 14°. | l'article 530, 11°, 12°, 13° et 14°. |
Afdeling 2. - EPB-certificaat van bestaande niet-residentiële gebouwen | Section 2. - Du certificat PEB de bâtiment non résidentiel existant |
Art. 613.Het EPB-attest van bestaande niet-residentiële gebouwen |
Art. 613.Le certificat PEB de bâtiment non résidentiel existant est |
wordt opgemaakt door een erkende EPB-certificeerder voor bestaande | établi par un certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant |
niet-residentiële gebouwen. | agréé. |
Het vloeit uitsluitend voort uit de toepassing van de software en van | Il est le résultat, exclusivement, de l'application du logiciel et du |
het protocol. | protocole. |
Er wordt één attest opgesteld per EPB-eenheid. | Un certificat est réalisé par unité PEB. |
Art. 614.Het EPB-certificaat van bestaande niet-residentiële gebouwen |
Art. 614.Le certificat PEB de bâtiment non résidentiel existant a une |
is tien jaar geldig. | durée de validité de dix ans. |
Art. 615.§ 1. Naast de in artikel 237/27 bedoelde elementen bevat het |
Art. 615.§ 1er. Le certificat PEB de bâtiment non résidentiel |
EPB-certificaat voor bestaande niet-residentiële gebouwen minstens de | existant contient, outre les éléments visés à l'article 237/27, au |
volgende gegevens : | minimum les éléments suivants : |
1° het adres van het gebouw of van de EPB-eenheid; | 1° l'adresse du bâtiment ou de l'unité PEB; |
2° indien bestaand, de datum van toekenning van de bouw-, | 2° s'il existe, la date d'octroi du permis de bâtir, d'urbanisme ou |
stedenbouwkundige of globale vergunning die de bouw van het gebouw | unique autorisant sa construction et son numéro de référence; |
machtigt en het referentienummer; | |
3° een buitenfoto van het gebouw, waarbij de betrokken EPB-eenheid wordt geïdentificeerd; | 3° une photo extérieure du bâtiment identifiant l'unité PEB concernée; |
4° de versie van de gebruikte berekeningsoftware en protocol voor de | 4° la version du logiciel de calcul et du protocole de collecte des |
verzameling van de gegevens; | données utilisés; |
5° het referentienummer van het attest; | 5° la référence du certificat; |
6° de prijs van het attest; | 6° le prix du certificat; |
7° de datum van afgifte van het attest; | 7° la date d'émission du certificat; |
8° de identificatie en het erkenningsnummer van de erkende | 8° l'identification et le numéro d'agrément du certificateur PEB de |
EPB-certificeerder voor bestaande niet-residentiële gebouwen en diens handtekening. | bâtiment non résidentiel existant agréé, ainsi que sa signature. |
§ 2. De Minister kan de inhoud van het EPB-certificaat voor bestaande | § 2. Le Ministre peut compléter le contenu du certificat PEB de |
niet-residentiële gebouwen aanvullen om er de indicatoren van de | bâtiment non résidentiel existant en vue d'y intégrer les indicateurs |
energieprestatie van het gebouw en de aanbevelingen voortvloeiend uit | de performance énergétique du bâtiment et les recommandations issus du |
de software in te voegen. | logiciel. |
Hij maakt het model van een EPB-certificaat voor een bestaand | Il établit le modèle de certificat PEB de bâtiment non résidentiel |
niet-residentieel gebouw op en kan, tussen de in artikel 530, 11°, | existant et peut distinguer, parmi les catégories de bâtiments non |
12°, 13° en 14° bedoelde categorieën van niet-residentiële gebouwen, | résidentiels visées à l'article 530, 11°, 12°, 13° et 14°, des |
subcategorieën van gebouwen onderscheiden, op basis van hun energie-bijzonderheden. Art. 616.Het Bestuur zorgt voor de organisatie en het beheer van een databank die alle EPB-certificaten van bestaande niet-residentiële gebouwen bevat. De technische gegevens die voor de opmaking van een EPB-certificaat voor een bestaand niet-residentieel gebouw hebben gediend, met uitzondering van de persoonsgegevens, kunnen opnieuw worden gebruikt door een andere erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen om een nieuw EPB-certificaat voor een bestaand niet-residentieel gebouw op te maken. Art. 617.Het Bestuur wordt ertoe gemachtigd om de EPB-certificaten voor bestaande niet-residentiële gebouwen te controleren. Daartoe mag het eisen dat de erkende EPB-certificeerder voor een bestaand niet-residentieel gebouw alle bewijsdocumenten die hij heeft bewaard, overmaakt aan het Bestuur. De controle wordt ofwel op grond van die documenten uitgeoefend, ofwel op grond van de gegevens die het bestuur zelf in het gebouw of op de installaties heeft vastgesteld, ofwel op grond van de gegevens die in |
sous-catégories de bâtiments, en considération de leurs spécificités énergétiques. Art. 616.L'Administration organise et gère une base de données qui contient tous les certificats PEB de bâtiment non résidentiel existant. Les données techniques ayant servi à l'élaboration d'un certificat PEB de bâtiment non résidentiel existant, à l'exception des informations à caractère personnel, peuvent être réutilisées par un autre certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé pour établir un nouveau certificat PEB de bâtiment non résidentiel existant. Art. 617.L'Administration est habilitée à contrôler les certificats PEB de bâtiment non résidentiel existant. Pour ce faire, elle peut exiger du certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé qu'il lui remette tous les documents de preuve qu'il a conservés. Le contrôle est effectué, soit sur la base de ces documents, soit sur la base des données constatées par l'Administration elle-même dans le bâtiment et sur les installations, soit sur la base des informations |
de databank worden opgenomen, overeenkomstig de artikelen 632 en 633. | enregistrées dans la base de données conformément aux articles 632 et 633. |
Afdeling 3. - Erkende EPB-certificeerders van bestaande | Section 3. - Des certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel |
niet-residentiële gebouwen | existant agréés |
Onderafdeling 1. - Erkenning van EPB-certificeerders van bestaande | Sous-section 1re. - De l'agrément des certificateurs PEB de bâtiment |
niet-residentiële gebouwen | non résidentiel existant |
Art. 618.§ 1. In de hoedanigheid van EPB-certificeerder van bestaande |
Art. 618.§ 1er. Peut demander à être agréée en qualité de |
niet-residentiële gebouwen kan ook erkend worden, elke natuurlijke | certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant, toute personne |
persoon die de volgende voorwaarden vervult : | physique répondant aux conditions suivantes : |
1° houder zijn van een geldige erkenning : | 1° être titulaire d'un agrément valable : |
a) hetzij als erkende auditor overeenkomstig het besluit van de Waalse | a) soit en tant qu'auditeur agréé conformément à l'arrêté du |
Regering van 30 mei 2002 betreffende de toekenning van toelagen voor | Gouvernement wallon du 30 mai 2002 relatif à l'octroi de subventions |
de verbetering van de energetische efficiëntie en voor de bevordering | pour l'amélioration de l'efficience énergétique et la promotion d'une |
van een rationeler energiegebruik van de privésector ("AMURE"), of | utilisation plus rationnelle de l'énergie du secteur privé (AMURE), ou |
overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 | conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 10 avril 2003 |
betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke | relatif à l'octroi de subventions aux personnes de droit public et aux |
personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de | organismes non commerciaux pour la réalisation d'études et de travaux |
verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie | visant l'amélioration de la performance énergétique des bâtiments |
van de gebouwen beogen (UREBA). De AMURE- of UREBA-auditoren dienen | (UREBA). Les auditeurs AMURE ou UREBA doivent être agréés au minimum |
minstens te worden erkend voor aangelegenheden in verband met gebouwen en systemen; | pour les matières relatives aux bâtiments et aux systèmes; |
b) hetzij als auteur van de technische, milieu- en economische | b) soit en qualité d'auteur d'étude de faisabilité technique, |
haalbaarheidsstudie; | environnementale et économique; |
c) hetzij als EPB-verantwoordelijke; | c) soit en tant que responsable PEB; |
d) hetzij als EPB-certificeerder van bestaande woongebouwen; | d) soit en qualité de certificateur PEB de bâtiment résidentiel |
e) hetzij als EPB-buitencertificeerder openbaar gebouw; | existant; e) soit en qualité de certificateur PEB externe de bâtiment public; |
2° een specifieke opleiding hebben gevolgd en geslaagd zijn voor het | 2° avoir suivi la formation spécifique et réussi l'examen visés à |
examen bedoeld in artikel 623. § 2. In de hoedanigheid van EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen kan erkend worden, elke rechtspersoon die onder zijn personeel of medewerkers minstens een erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen telt, die aan de rechtspersoon verbonden is middels een contract. Art. 619.§ 1. Om als EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen erkend te worden, dienen de kandidaten bedoeld in artikel 618, § 1, het formulier voor aanvraag van erkenning bij het Bestuur in, dat hun ter beschikking wordt gesteld door het Bestuur. Dat formulier bevat minstens de volgende elementen : 1° de naam, het adres en het beroep van de aanvrager; 2° het (of de) referentienummer(s) in verband met de in artikel 618, § 1, 1°, bedoelde erkenningen, of, bij gebrek eraan, het afschrift van de beslissing(en) tot erkenning; 3° een afschrift van het attest bedoeld in artikel 626, lid 1; 4° de verbintenis op erewoord om de voorwaarden betreffende de erkenning en de opdrachten van de erkende EPB-certificeerder voor bestaande niet-residentiële gebouwen na te leven. De Minister kan de vorm en de inhoud van het formulier voor de aanvraag tot erkenning bedoeld in het eerste lid bepalen. § 2. Binnen tien dagen na ontvangst van het dossier betreffende de aanvraag tot erkenning, stuurt het Bestuur een bericht van ontvangst naar de aanvrager. Dit bericht van ontvangst vermeldt : 1° de ontvangstdatum van de aanvraag; 2° de termijn waarin de beslissing moet worden genomen; 3° de rechtsmiddelen en de bevoegde instanties alsook de vormen en termijnen die dienen te worden nageleefd; 4° dat bij het uitblijven van een beslissing binnen de voorziene termijn, de vergunning geacht wordt te zijn verleend. Binnen veertig dagen te rekenen van de zending van het bericht van ontvangst, geeft de Minister kennis van zijn beslissing aan de aanvrager. In afwijking van het derde lid,, brengt het Bestuur indien het dossier onvolledig is de aanvrager er zo spoedig mogelijk van op de hoogte. Bij deze kennisgeving wordt gewezen op de ontbrekende stukken en wordt bepaald dat de procedure met ingang van de datum van ontvangst van alle ontbrekende stukken ingaat. § 3. Het ministerieel besluit waarbij de erkenning wordt toegekend, vermeldt het erkenningsnummer. De kennisgeving ervan bepaalt de modaliteiten voor de toegang tot de overeenkomstig de artikelen 632 en 633 te gebruiken databank. Art. 620.§ 1. Om als EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen erkend te worden, dienen de kandidaten bedoeld in artikel 618, § 2, het formulier voor aanvraag tot erkenning bij het Bestuur in, dat hun ter beschikking wordt gesteld door het Bestuur. Dat formulier bevat minstens de volgende elementen : 1° de officiële identificatie van de rechtspersoon, een gecoördineerde versie van zijn statuten, de lijst van de bestuurders of zaakvoerders alsook het ondernemingsnummer; 2° de naam, het adres en de hoedanigheid van de contactpersoon; 3° een afschrift van het contract waarmee de rechtspersoon verbonden is aan de erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen; 4° een afschrift van het erkenningsattest van de erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen. De Minister kan de vorm en de inhoud van het formulier voor de aanvraag tot erkenning bedoeld in het eerste lid bepalen. § 2. Binnen tien dagen na ontvangst van het dossier betreffende de aanvraag tot erkenning, stuurt het Bestuur een bericht van ontvangst naar de aanvrager. Dit bericht van ontvangst vermeldt : 1° de ontvangstdatum van de aanvraag; 2° de termijn waarin de beslissing moet worden genomen; 3° de rechtsmiddelen, de bevoegde instanties alsook de vormen en termijnen die dienen te worden nageleefd; 4° dat bij het uitblijven van een beslissing binnen de voorziene termijn, de vergunning geacht wordt te zijn verleend. Binnen veertig dagen te rekenen van de zending van het bericht van ontvangst, geeft de Minister kennis van zijn beslissing aan de aanvrager. In afwijking van het derde lid brengt het Bestuur, indien het dossier onvolledig is, de aanvrager er zo spoedig mogelijk van op de hoogte. Bij deze kennisgeving wordt gewezen op de ontbrekende stukken en wordt bepaald dat de procedure met ingang van de datum van ontvangst van alle ontbrekende stukken ingaat. § 3. Het ministerieel besluit waarbij de erkenning wordt toegekend, vermeldt wat volgt : 1° het erkenningsnummer; 2° de identificatie van de erkende EPB-certificeerder(s) van bestaande niet-residentiële gebouwen die middels een contract aan de rechtspersoon verbonden is (zijn). De kennisgeving ervan bepaalt de modaliteiten voor de toegang tot de overeenkomstig de artikelen 632 en 633 te gebruiken databank. Art. 621.Het Bestuur maakt de lijst van de erkende EPB-certificeerders van bestaande niet-residentiële gebouwen bekend en houdt ze bij. Art. 622.De erkenning gaat in op de datum van ondertekening van het erkenningsbesluit. Als de erkende EPB-certificeerder van bestaande niet-residentiële gebouwen niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, dan vervalt automatisch zijn erkenning. Onderafdeling 2. - De opleiding van EPB-certificeerders van bestaande niet-residentiële gebouwen Art. 623.De opleidingen en de examens van de kandidaat-EPB-certificeerders van bestaande niet-residentiële gebouwen worden door erkende opleidingscentra georganiseerd. De erkende opleidingscentra gebruiken de opleidingsmodules die de Minister hun ter beschikking stelt. Art. 637.§ 1. Wanneer een erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw zijn verplichtingen verzuimt, kan de Minister hem bestraffen. De bedoelde tekortkomingen zijn : 1° de slechte kwaliteit van de attesten veroorzaakt met name door tekortkomingen op het gebied van de kwaliteit en de volledigheid van de vastgestelde gegevens of van de resultaten; 2° de tekortkomingen betreffende de in de artikelen 632 tot 636 bedoelde verplichtingen. De eerste keer dat een tekortkoming wordt vastgesteld, kan de Minister de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw bestraffen en hem aanmanen zich aan te passen aan de eisen van dit hoofdstuk en eventueel aan een opleiding deel te nemen. Als de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw weigert zich aan te passen aan de eisen van dit hoofdstuk of aan een opleiding deel te nemen of indien nieuwe tekortkomingen worden vastgesteld, kan de Minister de erkenning intrekken. Art. 638.Wanneer de Minister het voornemen heeft om een erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw te bestraffen, licht hij hem per aangetekend schrijven daarover in. Die zending vermeldt de vastgestelde tekortkomingen, de eventueel overwogen sanctie, de datum waarop de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw erom verzocht wordt zijn opmerkingen in te dienen, samen, in voorkomend geval, met zijn advocaat, en de wijze waarop de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw het volledige dossier betreffende de ten laste gelegde tekortkomingen kan raadplegen. Er wordt een proces-verbaal van het verhoor opgemaakt. De erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw wordt binnen twintig dagen na het verhoor in kennis gesteld van dat proces-verbaal. De Minister stuurt zijn beslissing aan de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw binnen een termijn van veertig dagen na het verhoor. Art. 639.Wanneer zijn erkenning wordt ingetrokken, verwittigt de erkende EPB-certificeerder voor een niet-residentieel bestaand gebouw onverwijld alle eigenaren of houders van zakelijke rechten met wie contracten met het oog op de opmaking van een attest uitgevoerd worden.". HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen |
l'article 623. § 2. Peut également demander à être agréée en qualité de certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant, toute personne morale comptant parmi son personnel ou ses collaborateurs au moins un certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé lié avec elle par une convention. Art. 619.§ 1er. Pour être agréés en tant que certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant, les candidats visés à l'article 618, § 1er, introduisent auprès de l'Administration le formulaire de demande d'agrément mis à leur disposition par l'Administration. Ce formulaire contient au minimum : 1° les nom, adresse et profession du demandeur; 2° le ou les numéros de référence relatifs aux agréments visés à l'article 618, § 1er, 1°, ou, à défaut, copie de la ou des décisions d'agrément; 3° une copie de l'attestation visée à l'article 626, alinéa § 1er; 4° l'engagement sur l'honneur à respecter les conditions relatives à l'agrément et aux missions du certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé. Le Ministre peut déterminer la forme et préciser le contenu du formulaire de demande d'agrément visé à l'alinéa 1er. § 2. Dans les dix jours qui suivent la réception du dossier de demande d'agrément, l'Administration adresse au demandeur un accusé de réception. L'accusé de réception indique : 1° la date à laquelle la demande a été reçue; 2° le délai dans lequel la décision doit intervenir; 3° les voies de recours et les instances compétentes ainsi que les formes et délais à respecter; 4° qu'en l'absence de réponse dans le délai prévu, l'autorisation est considérée comme octroyée. Dans un délai de quarante jours à dater de l'envoi de l'accusé de réception, le Ministre notifie sa décision au demandeur. Par dérogation à l'alinéa 3, si le dossier est incomplet, l'Administration en informe le demandeur dans les plus brefs délais. Cette notification relève les pièces manquantes et précise que le délai visé à l'alinéa 3 commence à courir à dater de la réception de l'ensemble des pièces manquantes. § 3. L'arrêté ministériel accordant l'agrément mentionne le numéro d'agrément. Sa notification précise les modalités d'accès à la base de données à utiliser en application des articles 632 et 633. Art. 620.§ 1er. Pour être agréés en tant que certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant, les candidats visés à l'article 618, § 2, introduisent auprès de l'Administration le formulaire de demande d'agrément mis à leur disposition par l'Administration. Ce formulaire contient au minimum : 1° l'identification officielle de la personne morale, une version coordonnée de ses statuts, la liste des administrateurs ou des gérants ainsi que le numéro d'entreprise; 2° les nom, adresse et qualité de la personne à contacter; 3° une copie de la convention qui lie la personne morale au certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé; 4° une copie de l'attestation d'agrément du certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé. Le Ministre peut déterminer la forme et préciser le contenu du formulaire de demande d'agrément visé à l'alinéa 1er. § 2. Dans les dix jours qui suivent la réception du dossier de la demande d'agrément, l'Administration adresse à la demanderesse un accusé de réception. L'accusé de réception indique : 1° la date à laquelle la demande a été reçue; 2° le délai dans lequel la décision doit intervenir; 3° les voies de recours, les instances compétentes ainsi que les formes et délais à respecter; 4° qu'en l'absence de réponse dans le délai prévu, l'autorisation est considérée comme octroyée. Dans un délai de quarante jours à dater de l'envoi de l'accusé de réception, le Ministre notifie sa décision au demandeur. Par dérogation à l'alinéa 3, si le dossier est incomplet, l'Administration en informe le demandeur dans les plus brefs délais. Cette notification relève les pièces manquantes et précise que le délai visé à l'alinéa 3 commence à courir à dater de la réception de l'ensemble des pièces manquantes. § 3. L'arrêté ministériel accordant l'agrément mentionne : 1° le numéro d'agrément; 2° l'identification du ou des certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés liés avec la personne morale par une convention. Sa notification précise les modalités d'accès à la base de données à utiliser en application des articles 632 et 633. Art. 621.L'Administration publie et tient à jour la liste des certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés. Art. 622.L'agrément prend cours à la date de la signature de l'arrêté d'agrément. Lorsque le certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé ne remplit plus les conditions d'agrément, son agrément est automatiquement caduc. Sous-section 2. - De la formation des certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant Art. 623.Les formations et les examens des candidats certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant sont organisés par des centres de formation agréés. Les centres de formation agréés utilisent les supports de formation mis à leur disposition par le Ministre. Art. 624.§ 1er. La formation comporte au minimum : 1° un volet d'une durée minimale d'une demi journée portant sur le cadre réglementaire en vigueur en matière de certification des bâtiments non résidentiels existants; 2° un volet théorique et pratique d'une durée minimale d'une demi journée relatif à la physique de l'enveloppe du bâtiment; 3° un volet théorique et pratique d'une durée minimale de deux jours relatif aux installations techniques, notamment, de chauffage et de production d'eau chaude sanitaire, en ce compris le recours à des panneaux solaires thermiques, de refroidissement, de ventilation, d'éclairage, ainsi qu'aux installations de panneaux solaires photovoltaïques; 4° un volet d'une durée minimale d'une journée relatif au protocole de collecte des données qui doit être utilisé en vue de l'élaboration du certificat; 5° un volet d'une durée minimale d'une demi journée portant sur l'utilisation du logiciel comprenant au moins un exemple pratique de toutes les étapes nécessaires à l'élaboration d'un certificat; 6° un volet d'une durée minimale d'une demi journée portant sur le fonctionnement de la base de données. La durée globale de l'ensemble de la formation ne peut excéder sept jours. § 2. L'examen comprend une épreuve orale et une épreuve écrite, la réussite de l'examen étant conditionnée par une note globale supérieure ou égale à 12/20. L'examen écrit porte sur les aspects théoriques et pratiques visés au § 1er. L'examen oral consiste à apporter la preuve de la connaissance de l'utilisation du protocole de collecte des données et du logiciel. Art. 625.Le centre de formation agréé communique à l'Administration, au moins quinze jours avant le début des cours et examens, les dates prévues pour ceux-ci. L'Administration peut assister aux formations et aux examens. Art. 626.Le centre de formation agréé remet, dans les quinze jours suivant l'examen, une attestation de réussite de la formation aux candidats qui ont suivi l'ensemble de la formation et obtenu à l'examen une note globale supérieure ou égale à 12/20. Cette attestation est signée par le ou les responsables du centre de formation agréé. Afin de couvrir les frais occasionnés par l'organisation des formations et des examens, le centre de formation agréé peut percevoir un droit d'inscription auprès des candidats. Le Ministre peut fixer le montant maximal du droit d'inscription. Sous-section 3. - De l'agrément des centres de formation Art. 627.Pour être agréé, le centre de formation répond aux conditions suivantes : 1° être à même d'organiser les formations et les examens; 2° être à même d'organiser les formations continues; 3° disposer du personnel enseignant titulaire à la fois d'un des agréments visés à l'article 618, § 1er, 1°, depuis deux ans au moins, et d'un agrément en tant que certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant depuis un an; 4° disposer des équipements techniques nécessaires au bon déroulement des formations et des examens, notamment du matériel informatique performant en nombre suffisant. Le Ministre est habilité à préciser les modalités pratiques d'organisation des formations et examens visés aux articles 623 à 626. Art. 628.§ 1er. La demande d'agrément est introduite par lettre ou remise contre récépissé à l'Administration, au moyen du formulaire mis à disposition par l'Administration. Le Ministre peut déterminer la forme et préciser le contenu du formulaire de demande d'agrément. § 2. L'Administration accuse réception de la demande dans un délai de dix jours à dater de la réception de la demande. L'accusé de réception indique : 1° la date à laquelle la demande a été reçue; 2° le délai dans lequel la décision doit intervenir; 3° les voies de recours et les instances compétentes ainsi que les formes et délais à respecter; 4° la mention qu'en l'absence de réponse dans le délai prévu, l'autorisation est considérée comme octroyée. Dans un délai de quarante jours à dater de l'envoi de l'accusé de réception, le Ministre notifie sa décision au demandeur. Par dérogation à l'alinéa 3, si le dossier est incomplet, l'Administration en informe le demandeur dans les plus brefs délais. Cette notification relève les pièces manquantes et précise que le délai visé à l'alinéa 3 commence à courir à dater de la réception de l'ensemble des pièces manquantes. § 3. L'arrêté ministériel accordant l'agrément mentionne le numéro d'agrément. L'Administration publie et tient à jour la liste des centres de formation agréés. Art. 629.L'agrément prend cours à la date de la signature de l'arrêté d'agrément. Lorsque le centre de formation agréé ne remplit plus les conditions d'agrément, son agrément est automatiquement caduc. Art. 630.§ 1er. Lorsqu'un centre de formation agréé manque à ses obligations, le Ministre peut suspendre ou retirer son agrément. § 2. Lorsque le Ministre a l'intention de suspendre ou de retirer l'agrément, il en informe le centre de formation agréé concerné, par envoi recommandé. Cet envoi indique les manquements constatés, la sanction éventuellement envisagée, la date de l'audition où le centre de formation agréé est invité à faire valoir ses observations, le cas échéant accompagné de son avocat, et la manière dont le centre peut consulter le dossier complet relatif aux manquements reprochés. Il est dressé procès-verbal de l'audition. Ce procès-verbal est notifié au centre de formation agréé dans les vingt jours de l'audition. Le Ministre envoie sa décision au centre de formation agréé dans un délai de quarante jours suivant l'audition. Art. 631.Le centre de formation agréé communique sans délai à l'Administration, toute modification le concernant et pouvant avoir un impact sur son agrément. Sous-section 4. - Des missions des certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés Art. 632.Dans l'exercice de leurs fonctions, les certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés collectent et traitent les données nécessaires à l'application du logiciel selon le protocole établi par l'Administration, mis gratuitement à leur disposition. Ils utilisent la dernière version du logiciel de calcul et du protocole mis à leur disposition. Ils conservent, pendant un an, tous les éléments qui ont servi à l'élaboration du certificat. Art. 633.Les certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés envoient copie à l'Administration, sous format informatique, de chaque certificat qu'ils établissent. Cet envoi doit précéder la remise au propriétaire ou au titulaire de droit réel de l'exemplaire papier du certificat. Les certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés remettent une version papier du certificat tel qu'il est produit par le logiciel au propriétaire ou au titulaire de droit réel, dans un délai de trente jours à dater de l'envoi à l'Administration. Art. 634.Les certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés suivent les sessions de formation continue. Ces formations sont organisées par les centres de formation agréés et ont une durée maximale annuelle de 24 heures. Art. 635.Les certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés exercent leur mission en toute indépendance. Ils ne sont pas autorisés à réaliser des certificats relatifs à des bâtiments ou unités PEB : 1° sur lesquels ils disposent d'un droit réel ou personnel; 2° pour lesquels ils interviennent, à quelque titre que ce soit, dans le cadre d'une transaction immobilière; 3° dont le propriétaire ou le titulaire de droits réels est un ascendant ou descendant en ligne directe, ou leur employeur. Art. 636.Les certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés communiquent sans délai à l'Administration, toute modification d'une des conditions visées à l'article 618 ou des données reprises dans le formulaire visé respectivement aux articles 619 ou 620. Sous-section 5. - Les sanctions applicables aux certificateurs PEB de bâtiment non résidentiel existant agréés Art. 637.§ 1er. Lorsque qu'un certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé manque à ses obligations, le Ministre peut le sanctionner. Les manquements visés sont : 1° la mauvaise qualité des certificats, établie, notamment, par des manquements au niveau de la qualité et de la complétude des données relevées ou des résultats; 2° les manquements relatifs aux obligations visées aux articles 632 à 636. La première fois qu'un manquement est constaté, le Ministre peut sanctionner le certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé en lui adressant un avertissement lui enjoignant de se conformer aux exigences du présent chapitre et éventuellement de participer à une formation. En cas de refus du certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé de se conformer aux exigences du présent chapitre ou de participer à une formation, ou en cas de constatation de nouveaux manquements, le Ministre peut retirer l'agrément. Art. 638.Lorsque le Ministre a l'intention de sanctionner un certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé, il l'en informe, par envoi recommandé. Cet envoi indique les manquements constatés, la sanction éventuellement envisagée, la date de l'audition où le certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé est invité à faire valoir ses observations, le cas échéant accompagné de son avocat, et la manière dont le certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé peut consulter le dossier complet relatif aux manquements reprochés. Il est dressé procès-verbal de l'audition. Ce procès-verbal est notifié au certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé dans les vingt jours de l'audition. Le Ministre envoie sa décision au certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé dans un délai de quarante jours suivant l'audition. Art. 639.Lorsque son agrément lui est retiré, le certificateur PEB de bâtiment non résidentiel existant agréé avertit, sans délai, tous les propriétaires ou titulaires de droit réel avec qui des contrats en vue de l'élaboration d'un certificat sont en cours d'exécution. » CHAPITRE II. - Dispositions transitoires et finales |
Art. 3.Artikel 627, 3°, is uiterlijk één jaar nadat het eerste |
Art. 3.L'article 627, 3°, s'applique au plus tard un an après que le |
opleidingscentrum erkend is, van toepassing. Het onderwijzend | premier centre de formation ait été agréé. Entre-temps, le personnel |
personeel wordt ondertussen geput uit de reserve opgebouwd door de | enseignant est puisé dans la réserve constituée par le Ministre. |
Minister. Art. 4.Wat betreft de attesten bedoeld in artikel 237/28, § 1, tweede |
Art. 4.En ce qu'il concerne les certificats visés à l'article 237/28, |
lid, voor de gebouwen bedoeld in artikel 612, sub artikel 2 van dit | § 1er, alinéa 2, pour les bâtiments visés à l'article 612, sub article |
besluit, treedt Titel V van Boek IV sub artikel 10 van het | 2 du présent arrêté, le Titre V du Livre IV sub article 10 du |
kaderdecreet van 19 april 2007 tot wijziging van het Waalse Wetboek | décret-cadre du 19 avril 2007 modifiant le Code wallon de |
van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium in werking de dag | l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine entre en |
waarop dit besluit in werking treedt. | vigueur au jour de l'entrée en vigueur du présent arrêté. |
Art. 5.De Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering |
Art. 5.Le Ministre qui a l'Energie dans ses attributions est chargé |
van dit besluit. | de l'exécution du présent arrêté. |
Namen, 20 oktober 2011. | Namur, le 20 octobre 2011. |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, | Le Ministre du Développement durable et de la Fonction publique, |
J.-M. NOLLET | J-M. NOLLET |