gepubliceerd op 24 januari 2008
Besluit van de Waalse Regering genomen ter uitvoering van artikel 21 van het decreet van 8 december 2005 tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
20 DECEMBER 2007. - Besluit van de Waalse Regering genomen ter uitvoering van artikel 21 van het decreet van 8 december 2005 tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
De Waalse Regering, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het decreet van 8 december 2005 tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 21;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 19 november 2007, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State;
Gelet op het advies van de " Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne " (Hoge Raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 24 september 2007;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit decreet regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 38, §§ 2 tot 5, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt vervangen als volgt : « § 2. De som van het presentiegeld van het raadslid voor maatschappelijk welzijn en van de bezoldiging en voordelen in natura die hij ontvangt vanwege zijn oorspronkelijk mandaat, zijn afgeleide mandaten en zijn openbare mandaten, functies en activiteiten van politieke aard zoals omschreven in artikel L 5111-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, is gelijk aan of lager dan anderhalve keer het bedrag van de parlementaire vergoeding van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat.
Bij overschrijding van de grens die in het eerste lid vastligt, wordt het bedrag van het presentiegeld en/of de bezoldiging en de voordelen in natura die het raadslid voor maatschappelijk welzijn ontvangt vanwege zijn afgeleide mandaten en zijn openbare mandaten, functies en activiteiten van politieke aard in evenredige mate verminderd. § 3. De functies van de raadsleden voor maatschappelijk welzijn die ook een mandaat van gemeenteraadslid uitoefenen, worden gelijkgesteld met openbare mandaten, functies en activiteiten van politieke aard voor de toepassing van de regels vermeld in het vijfde deel van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie dat op hen van toepassing is. § 4. De raadsleden voor maatschappelijk welzijn die geen gemeenteraadslid zijn, worden gelijkgesteld met de gemeenteraadsleden voor de toepassing van de regels vermeld in het vijfde deel van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie dat op hen van toepassing is.
Voor de toepassing van artikel L 5111-9, § 2, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, gebeurt de terugbetaling ten voordele van de raad voor maatschappelijk welzijn. § 5. Voor de toepassing van artikel L 5111-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt onder niet-verkozen personen verstaan de personen die geen raadslid voor maatschappelijk welzijn zijn en die na een beslissing van één van de organen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verantwoordelijkheden uitoefenen in het beheer van een rechtspersoon of een feitelijke vereniging. § 6. De som van de wedde van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de bezoldiging en voordelen in natura die hij ontvangt vanwege zijn oorspronkelijke mandaten, zijn afgeleide mandaten en zijn openbare mandaten, functies en activiteiten van politieke aard is gelijk aan of lager dan anderhalve keer het bedrag van de parlementaire vergoeding van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat.
Bij overschrijding van de grens die in het eerste lid vastligt, wordt het bedrag van de wedde van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en/of de bezoldiging en de voordelen in natura die de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn ontvangt vanwege zijn afgeleide mandaten en zijn openbare mandaten, functies en activiteiten van politieke aard in evenredige mate verminderd. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Namen, 20 december 2007.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD