Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 mei 2019
gepubliceerd op 13 augustus 2019

Besluit van de Waalse Regering betreffende de toewijzing van kosteloze broeikasgasemissierechten voor vaste installaties

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019203670
pub.
13/08/2019
prom.
16/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/16/2019203670/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toewijzing van kosteloze broeikasgasemissierechten voor vaste installaties


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een " Fonds wallon Kyoto " (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto, inzonderheid op artikel 5/4, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 21 juni 2012;

Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op artikel D.20.16., ingevoegd bij het decreet van 16 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2006 pub. 06/04/2006 numac 2006201234 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek inzake het recht van toegang van het publiek tot milieu-informatie type decreet prom. 16/03/2006 pub. 29/03/2006 numac 2006201062 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie sluiten en gewijzigd bij het decreet van 24 oktober 2013;

Gelet op het rapport van 13 maart 2019 opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State op 27 maart 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/331 van de Commissie van 19 december 2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, inzonderheid op artikel 3;

Op de voordracht van de Minister van Klimaat en de Minister van Economie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.Dit besluit zet artikel 1, paragraaf 14, f), van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 om en voert artikel 1, paragraaf 17, van dezelfde Richtlijn uit.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Agentschap: het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" (Waals Agentschap voor Lucht en Klimaat);decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten: het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto;3° Minister: de Minister van Klimaat;4° "FAR-Verordening": Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/331 van de Commissie van 19 december 2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad. HOOFDSTUK II. - Lijst van de vallende installaties en bepaling van de toewijzing

Art. 3.De exploitant van een in het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten bedoelde installatie kan uiterlijk op 31 mei 2019 voor de periode 2021-2025 de volgende aanvragen bij het Agentschap indienen: 1° de aanvraag voor de kosteloze toewijzing bedoeld in artikel 4 van de "FAR-Verordening" indien de installatie in aanmerking komt voor de kosteloze toewijzing;2° de uitsluitingsaanvraag bedoeld in artikel 1/1 van het besluit van de Waalse Regering van 22 juni 2006 tot opstelling van de lijst van de broeikasgasuitstotende installaties en activiteiten bedoeld in het decreet van 10 november 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2004 pub. 02/12/2004 numac 2004203609 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een « Fonds wallon Kyoto » en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto (1) sluiten tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto.

Art. 4.De in artikel 3, 1°, bedoelde toewijzingsaanvraag gaat vergezeld van: 1° een verslag met referentiegegevens dat is geverifieerd en bevredigend is bevonden;2° een monitoringmethodiekplan dat de basis vormde voor het verslag met referentiegegevens bedoeld in 1°;3° een verificatieverslag over het verslag met referentiegegevens bedoeld in 1° en over het monitoringmethodiekplan bedoeld in 2°. De in artikel 3, 2°, bedoelde uitsluitingsaanvraag kan vergezeld gaan van de in het eerste lid bedoelde elementen.

De in het eerste lid bedoelde elementen worden opgenomen in de elektronische sjablonen die op de website van het Agentschap beschikbaar zijn. De exploitant stelt het Agentschap per e-mail in kennis wanneer alle elektronische sjablonen ingevuld en ingediend worden.

Het Agentschap zendt een elektronisch ontvangstbewijs toe.

Art. 5.Overeenkomstig artikel 15 van de "FAR-Verordening" maakt de exploitant de bijkomende gegevens over en zorgt hij voor de correctie van de afwijkingen en fouten binnen de door het Agentschap vastgestelde termijn.

Art. 6.Alvorens de lijst overeenkomstig artikel 7 mee te delen, stelt het Agentschap de exploitant in kennis van zijn beslissing over de aanvraag, onder voorbehoud van validatie door de Europese Commissie.

Art. 7.Het Agentschap maakt de lijst van de in artikel 14 van "FAR-Verordening" bedoelde installaties op en deelt deze lijst aan de Nationale Klimaatcommissie mede om ze aan de Europese Commissie voor te leggen.

Art. 8.Het Agentschap licht elke betrokken exploitant in over de beslissing van de Europese Commissie betreffende zijn installatie.

Art. 9.Voor alle installaties waarvoor de Europese Commissie de opneming in de lijst niet heeft geweigerd, noch de gegevens heeft verworpen, stelt het Agentschap de voorlopige jaarlijkse bedragen van de toewijzing vast overeenkomstig de artikelen 14 en 16 van de "FAR-Verordening" en deelt het ze aan de Nationale Klimaatcommissie mee, die ze doorzendt aan de Commissie.

Het Agentschap stelt de jaarlijkse eindbedragen van de toewijzing vast overeenkomstig de artikelen 14 en 16 van de "FAR-Verordening" en deelt het ze aan de Nationale Klimaatcommissie mee, die ze aan de Commissie overmaakt.

In dezelfde tijd als ze de in de leden 2 en 3 bedoelde elementen aan de Nationale Klimaatcommissie zendt met het oog op de overmaking aan de Europese Commissie, informeert het Agentschap elke betrokken exploitant. HOOFDSTUK III. - Monitoringmethodiekplan

Art. 10.Indien het monitoringsmethodiekplan dat vergezeld gaat van de toewijzingsaanvraag niet met artikel 8 van de "FAR-Verordening overeenstemt", zendt de exploitant een herziene versie van het plan uiterlijk op 30 september 2019.

Het Agentschap keurt dit monitoringsmethodiekplan uiterlijk op 31 december 2020 goed en stelt de betrokken exploitanten in kennis daarvan.

Art. 11.De in artikel 9 van de "FAR-Verordening" bedoelde niet-belangrijke wijzigingen van het monitoringsmethodiekplan worden uiterlijk op 31 december van hetzelfde jaar aan het Agentschap meegedeeld.

Art. 12.Wanneer een wijziging van het monitoringsmethodiekplan door het Agentschap goedgekeurd moet worden, zendt het Agentschap zijn beslissing tot goedkeuring van de wijziging aan de aanvrager binnen een termijn van vijfenveertig dagen vanaf de dag waarop het het wijzigingsvoorstel heeft ontvangen.

Art. 13.Voor de wijzigingen van het monitoringsmethodiekplan gebruikt de exploitant de op de website van het Agentschap beschikbare elektronische sjablonen. HOOFDSTUK IV. - Beroep

Art. 14.De exploitant kan bij de Regering een beroep instellen tegen de in artikel 10 bedoelde beslissing tot weigering van de goedkeuring van het monitoringsmethodiekplan of tegen de beslissing tot weigering of tegen de in artikel 12 bedoelde beslissing tot weigering van de goedkeuring van een wijziging van het monitoringsmethodiekplan.

Op straffe van verval wordt het beroep langs elektronische weg bij de Minister ingediend binnen 30 dagen na ontvangst van de beslissing van het Agentschap.

De Minister zendt de beslissing van de Regering bij aangetekend schrijven aan de aanvrager binnen vijfenveertig dagen vanaf de dag waarop hij het beroep heeft ontvangen. HOOFDSTUK V. - Bekendmaking van gegevens gebonden aan de financiële compensatiemaatregelen

Art. 15.Binnen drie maanden na het einde van elk jaar publiceert de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek op zijn website alle compensaties per bedrijfstak en deeltak die in aanmerking komt voor de financiële maatregelen die de Regering heeft aangenomen ten gunste van de bedrijfstakken of deeltakken die worden blootgesteld aan een reëel CO2-weglekrisico als gevolg van de aanzienlijke indirecte kosten die zij daadwerkelijk oplopen door de doorberekening van de broeikasgasemissiekosten in de elektriciteitsprijzen.

Bovendien publiceert de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek voor elk jaar waarin het Gewest meer dan 25 % van de inkomsten uit de veiling van emissierechten voor deze doeleinden gebruikt, een verslag waarin de redenen voor de overschrijding van deze hoeveelheid door het Gewest worden uiteengezet. Het verslag bevat relevante informatie over de elektriciteitsprijzen voor grote industriële verbruikers die van dergelijke financiële maatregelen genieten, onverminderd de eisen inzake de bescherming van vertrouwelijke informatie. Het verslag bevat ook informatie over de vraag of andere maatregelen zijn overwogen om de indirecte koolstofkosten op middellange en lange termijn op duurzame wijze te verminderen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen De Minister van Economie en de Minister van Klimaat zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 16 mei 201 9.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE

^