Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 mei 2007
gepubliceerd op 13 juni 2007

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 januari 2007 betreffende de steun aan en de ontwikkeling van bedrijvennetwerken of clusters

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007201903
pub.
13/06/2007
prom.
16/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/16/2007201903/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MEI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 januari 2007 betreffende de steun aan en de ontwikkeling van bedrijvennetwerken of clusters


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 18 januari 2007 betreffende de steun aan en de ontwikkeling van bedrijvennetwerken of clusters, inzonderheid op de artikelen 1, 3, 4 tot en met 6, 8 tot en met 10;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 april 2006;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 april 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 42.294/2, gegeven op 7 maart 2007, overeenkomstig artikel 84, § 1, lid 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° "decreet" : het decreet van 18 januari 2007 betreffende de steun aan en de ontwikkeling van bedrijvennetwerken of clusters; 2° "Minister" : de Minister bevoegd voor Economie en K.M.O.'s; 3° "bestuur" : het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;4° "bedrijvennetwerk of cluster" : het bedrijvennetwerk of cluster bedoeld in artikel 1 van het decreet;5° "comité" : het onderzoekscomité bedoeld in artikel 4 van het decreet;6° "subsidie" : de driejarige subsidie bedoeld in artikel 3, § 1, van het decreet;7° "specifieke subsidie" : de subsidie bedoeld in artikel 3, § 2, van het decreet.

Art. 2.De voorzitter van het comité wordt door de Minister aangewezen en benoemd en de leden, de deskundigen en de plaatsvervangers van het comité worden in voorkomend geval op de voordracht van hun opdrachtgever door hem benoemd. Het comité bepaalt zijn huishoudelijk reglement, dat ter goedkeuring aan de Minister wordt voorgelegd. Dat huishoudelijk reglement heeft enkel betrekking op de bijkomstige aspecten van de werking van het comité.

Art. 3.§ 1. Het bedrijvennetwerk of de cluster dient bij het bestuur ofwel per schrijven of wel per e-mail een aanvraag tot erkenning en subsidiëring in, samen met een dossier dat volgende gegevens bevat : 1° een afschrift van de statuten van de vereniging zonder winstoogmerk, van het contract tot oprichting van het economisch samenwerkingsverband of Europees economisch samenwerkingsverband, of de verenigingsovereenkomst als het een feitelijke vereniging betreft;2° de identiteit van de leden die deel uitmaken van het bedrijvennetwerk of de cluster;3° de omschrijving van de ondernemingen, universiteitsinstellingen, onderzoekscentra of vormingscentra die deel kunnen uitmaken van het activiteitsgebied van het bedrijvennetwerk of de cluster;4° de diagnose van het (de) betrokken activiteitsgebied(en);5° het strategisch actieplan van het bedrijvennetwerk of de cluster over drie jaar, samen met een financieel plan voor dezelfde periode;6° het omstandige operationele activiteitsprogramma betreffende de eerste drie jaar;7° het profiel van de animator die in dienst genomen moet worden door het bedrijvennetwerk of de cluster;8° een voorstel voor de kwalitatieve en kwantitatieve prestatie-indicatoren die in het situatieoverzicht bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, opgenomen moet worden;9° de onderkende synergieën met andere bedrijvennetwerken of clusters of concurrentiepolen die door de gewestelijke overheid worden ondersteund. De verenigingsovereenkomst bedoeld in § 1, lid 1, 1°, bevat meer bepaald volgende gegevens : 1° de aanwijzing van een vertegenwoordiger die de andere leden van het bedrijvennetwerk of de cluster tegenover het Gewest juridisch verbindt;2° een hoofdelijke verbintenis van de leden van het bedrijvennetwerk of cluster ten opzichte van het Gewest;3° de aanwijzing van een vertegenwoordiger aan wie de subsidie wordt gestort;4° de mogelijkheid voor elke onderneming of vereniging die tegemoetkomt aan de doelstellingen van het bedrijvennetwerk of de cluster om erin opgenomen te worden. § 2. In de hypothese bedoeld in artikel 3, § 2, 1°, van het decreet dient het bedrijvennetwerk of de cluster bij het bestuur ofwel per schrijven of wel per e-mail een specifieke subsidiëringsaanvraag in, samen met een dossier dat volgende gegevens bevat : a) de identificatie van het bedrijvennetwerk of de cluster;b) de identificatie van de leden van het bedrijvennetwerk of de cluster die bij het samenwerkingsverband betrokken zijn;c) de identificatie van het programma en de betrokken oproep tot de kandidaten;d) de identificatie van de gepolste buitenlandse partners en de plaats van elkeen ervan in het project;e) de voornaamste bestanddelen van het project die ingediend moeten worden bij de betrokken internationale instantie;f) de voornaamste begrotingsposten die ingevuld moeten zijn om de oproep tot de kandidaten te beantwoorden. § 3. In de hypothese bedoeld in artikel 3, § 2, 2°, van het decreet dient het bedrijvennetwerk of de cluster bij het bestuur ofwel per schrijven of wel per e-mail een specifieke subsidiëringsaanvraag in, samen met een dossier dat volgende gegevens bevat : a) de identificatie van het bedrijvennetwerk of de cluster;b) de identificatie van de bedrijvennetwerken of de clusters die bij de samenwerking betrokken zijn;c) het samenwerkingsakkoord tussen de betrokken bedrijvennetwerken of clusters, met inbegrip van de verdeling van de rollen en de middelen die ingezet worden om de taak uit te voeren;d) een omstandige omschrijving van de uit te voeren taak in de vorm van een in de tijd en fasen opgedeeld actieplan met cijferdoelstellingen;e) een omstandig financieel plan met opgave van de kosten en de financieringsbronnen die aangesproken zullen worden. § 4. Binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van de aanvraag bedoeld in §§ 1, 2 en 3 maakt het bestuur het bedrijvennetwerk of de cluster ofwel een bericht van ontvangst over waarin vermeld wordt dat het dossier volledig is ofwel een schrijven waarin de nog over te maken stukken aangegeven worden.

Art. 4.§ 1. Binnen de dertig dagen na de ontvangst van een volledige aanvraag zoals bedoeld in artikel 3 maakt het bestuur een analyseverslag over aan het comité.

Binnen de vijftien dagen na aanhangigmaking ervan bij het comité onderzoekt laatstgenoemde het verslag volgens de criteria bedoeld in artikel 5 van het decreet en brengt een gemotiveerd advies uit aan de Minister.

Binnen een termijn van twintig dagen na de dag na de ontvangst van het gemotiveerde advies van het Comité treft de Minister een ministerieel besluit dat hij aan het bestuur overmaakt. Het bestuur geeft er kennis van aan het bedrijvennetwerk of de cluster per aangetekend schrijven of bij elk middel waaruit de zending blijkt. § 2. De subsidie wordt gestort aan het bedrijvennetwerk of de cluster op volgende wijze : 1° een eerste schijf van 16 % zodra kennis is gegeven van het ministerieel besluit;2° de andere halfjaarlijkse tussenschijven en het saldo van de subsidie na voorlegging van de schuldvorderingsverklaringen, samen met de stukken bepaald bij het ministerieel besluit. Na afloop van elke driejarige periode wijst een slotverslag op de resultaten bereikt voor elke hoofdlijn bedoeld in artikel 2 van het decreet zodat deze criteria en de voorwaarden voor de voortdurendheid van het bedrijvennetwerk of de cluster beoordeeld kunnen worden op het einde van de drie jaren van toekenning van de subsidie. § 3. De specifieke subsidie wordt gestort aan het bedrijvennetwerk of de cluster op volgende wijze : 1° een eerste schijf van 70 % zodra kennis is gegeven van het ministerieel besluit;2° het saldo, na voorlegging van een schuldvorderingsverklaring, samen met de stukken bepaald bij het ministerieel besluit.

Art. 5.§ 1. Uiterlijk vier maanden vóór het verstrijken van het lopend ministerieel besluit dient het bedrijvennetwerk of de cluster ofwel per schrijven ofwel per e-mail bij het bestuur een aanvraag in tot verlenging van de erkenning en van de subsidiëring met bijwerking van de gegevens bedoeld in artikel 3, § 1, lid 1.

Binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van de aanvraag bedoeld in lid 1 maakt het bestuur het bedrijvennetwerk of de cluster ofwel een bericht van ontvangst over waarin vermeld wordt dat de aanvraag volledig is ofwel een schrijven waarin de nog over te maken stukken aangegeven worden.

Binnen de dertig dagen na de ontvangst van een volledige aanvraag maakt het bestuur een analyseverslag over aan het comité.

Binnen de vijftien dagen na aanhangigmaking ervan bij het comité onderzoekt laatstgenoemde het verslag en brengt een gemotiveerd advies uit aan de Minister.

Het advies van het comité over de aanvraag tot verlenging van de erkenning of de subsidiëring wordt gemotiveerd door meer bepaald rekening te houden met de naleving van de criteria bepaald in artikel 5 van het decreet, die nader bepaald kunnen worden door de Minister.

Binnen een termijn van twintig dagen na de dag na de ontvangst van het gemotiveerde advies van het comité treft de Minister een ministerieel besluit dat hij aan het bestuur overmaakt. Het bestuur geeft er kennis van aan het bedrijvennetwerk of de cluster per aangetekend schrijven of bij elk middel waaruit de zending blijkt. § 2. De subsidie wordt gestort aan het bedrijvennetwerk of de cluster op de wijze bedoeld in artikel 4, §§ 2 en 3.

Art. 6.Binnen de twee maanden volgend op het einde van elke jaargang van de driejarige subsidie maakt het bedrijvennetwerk of de cluster via het bestuur een verslag aan het comité over waarvan het model door laatstgenoemde wordt bepaald.

Dat verslag bevat onder meer : 1° de jaarbalans van de activiteiten van het bedrijvennetwerk of de cluster;2° de geplande acties voor het lopende jaar;3° het cijfermatige situatieoverzicht met de prestatie-indicatoren voor de acties waarvan het model door het comité bepaald wordt;4° de bijwerking van de gegevens vermeld in de aanvraag tot erkenning en subsidiëring;5° de ontwikkelingsperspectieven van het bedrijvennetwerk of de cluster op middellange en lange termijn. Na analyse maakt het comité dat verslag, voorzien van zijn commentaar, aan de Minister over.

Art. 7.Er wordt een ondersteunings- en begeleidingscomité opgericht in het bestuur.

Het bestaat uit een vertegenwoordiger van de Minister, twee vertegenwoordigers van het bestuur en drie vertegenwoordigers van het bedrijvennetwerk of de cluster met raadgevende stem.

Zijn opdrachten bestaan erin : 1° halfjaarlijks na te gaan of de activiteit van elk bedrijvennetwerk of cluster afgestemd is op het voorgeschrevene van het decreet of dit besluit;2° zijn opmerkingen over te maken aan het comité in het kader van de procedure voor de aanvraag tot verlenging van de erkenning en de subsidiëring bedoeld in artikel 5 waarbij met name gesteund wordt op de globale beoordeling bedoeld in artikel 8 van het decreet en verricht overeenkomstig artikel 10. Het ondersteunings- en begeleidingscomité kan uitgebreid worden naar andere diensten van de Waalse Regering betrokken bij het (de) activiteitsgebied(en) van het bedrijvennetwerk of de cluster en kan systematisch een beroep doen op twee externe en onafhankelijke deskundigen uit het betrokken vakgebied.

Art. 8.De Minister kan de erkenning van een bedrijvennetwerk of een cluster intrekken als die ophoudt te voldoen aan de criteria bedoeld bij of krachtens het decreet of aan de voorwaarden verwoord in het ministerieel subsidiëringsbesluit.

Voorafgaandelijk hoort het comité de vertegenwoordiger(s) van het bedrijvennetwerk of de cluster.

De hoorzitting vindt plaats na het versturen van de oproeping met vermelding van de precieze punten waarover het comité het bedrijvennetwerk of de cluster wenst te horen.

Binnen de vijftien dagen na de hoorzitting brengt het comité een gemotiveerd advies uit aan de Minister. Binnen een termijn van twintig dagen na ontvangst van het advies van het Comité treft de Minister een ministerieel besluit dat hij aan het bestuur overmaakt. Het bestuur geeft er kennis van aan het bedrijvennetwerk of de cluster per aangetekend schrijven of bij elk middel waaruit de zending blijkt.

Bij intrekking van de erkenning wordt de onbehoorlijk ontvangen subsidie of specifieke subsidie bij elk rechtsmiddel teruggevorderd.

Art. 9.Wat betreft de berekening van de termijnen bepaald bij dit besluit is de dag van de akte die de aanvang van de termijnen uitmaakt, niet inbegrepen. De vervaldag is vervat in de termijnen.

Indien die dag evenwel een zater-, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag uitgesteld tot de eerstkomende werkdag.

Art. 10.De beoordeling bedoeld in artikel 8 van het decreet wordt verricht door een organisme dat niet behoort tot de diensten van de Waalse Regering. Die beoordeling steunt op de kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren die vermeld zijn in een op voorhand bepaald type-bestek van het comité.

De beoordeling heeft hoofdzakelijk betrekking op volgende punten : 1° de evolutie van de representativiteit van de leden van het bedrijvennetwerk of de cluster m.b.t. het overeenstemmende activiteitengebied, op schaal van het Gewest; 2° de verhouding van de door het bedrijvennetwerk of de cluster gebruikte strategie tot de concurrentiële en technologische context die dat activiteitengebied kenmerkt; 3° de analyse van de interne dynamiek van het bedrijvennetwerk of de cluster d.m.v. gegevens zoals bestuurswijze, graad van inzet van de leden, animatiemethodes en het gebruik van instrumenten voor de informatie-uitwisseling; 4° de analyse van de verwezenlijkingen en de resultaten van het bedrijvennetwerk of de cluster ten opzichte van de zes actiehoofdlijnen bepaald in artikel 2 van het decreet, met bijzondere aandacht voor de synergieën en de verwezenlijkte of aangevatte samenwerkingsverbanden;5° de verwijzing naar de toekomstperspectieven van het bedrijvennetwerk of de cluster, op grond van meer bepaald zijn zelffinancieringsvermogen.

Art. 11.Overeenkomstig artikel 10 van het decreet heeft de erkenning van het bedrijvennetwerk of de cluster bedoeld in lid 1 een duur die gelijk is aan het aantal jaren en maanden die overblijven tot aan de afsluiting van de lopende driejarige periode.

Art. 12.Het decreet van 18 januari 2007 betreffende de steun aan en de ontwikkeling van bedrijvennetwerken of clusters treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 16 mei 2007 De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT

^