gepubliceerd op 05 februari 2014
Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende het bezit van exotische dieren die tot niet-gedomesticeerde soorten behoren en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
16 JANUARI 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende het bezit van exotische dieren die tot niet-gedomesticeerde soorten behoren en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027817 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027815 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, de artikelen 4, 5, 7 gewijzigd bij het decreet van 22 november 2007, 8, 9 en 14 gewijzigd bij de decreten van 3 februari 2005 en van 18 december 2008;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027817 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027815 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten betreffende de procedure en diverse maatregelen tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;
Gelet op het advies nr. 53.971/4 van de Raad van State, gegeven op 25 september 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit;
Na beraadslaging, Besluit: Titel 1. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving
Artikel 1.Deze integrale voorwaarden zijn van toepassing op de installaties en activiteiten bedoeld in de rubrieken 92.53.02.02, 92.53.02.04 en 92.53.02.05 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027817 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027815 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.
Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° dieren: dieren die niet tot gedomesticeerde exotische soorten behoren; 2°de zogenaamde invaderende soorten: de soorten dieren die zich gevestigd hebben in gebieden die niet tot hun gewone habitat behoren en die een bedreiging voor de biodiversiteit zijn geworden; 3° dierlijke mest: de dierlijke uitwerpselen of mengsels, ongeacht de verhoudingen, van dierlijke uitwerpselen en andere bestanddelen zoals stalstro, zelfs na verwerking;4° bestaande inrichting: een inrichting die behoorlijk vergund of aangegeven is vóór de inwerkingtreding van dit besluit. Titel 2. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Vestiging en bouw Art.3. § 1. De infrastructuren of gebouwen bestemd voor de huisvesting van dieren worden gebouwd om elke ontsnapping te vermijden. § 2. De muren, wanden of tralies van de infrastructuren of gebouwen zijn vlot wasbaar over de gezamenlijke hoogte die bevuild kan worden.
Art. 4.Een omheining die hoog en stevig genoeg is en die aangepast is aan de dieren die ze bevat, wordt rond de omheinde ruimte geplaatst. HOOFDSTUK II. - Exploitatie
Art. 5.Producten die een gevaar inhouden voor de mens en het milieu, zoals bijtende, ontvlambare, giftige producten, pesticiden, producten ter bestrijding van ongedierte, insecten en knaagdieren, alsmede reinigingsproducten, dierenzorg- en ontsmettingsproducten worden opgeslagen op een wijze die alle accidentele lozingen in het natuurmilieu of in het afwateringsnet voorkomt.
Art. 6.Er worden maatregelen genomen om ongedierte, insecten en knaagdieren of vogels te voorkomen met uitzondering van degene die voor de voeding van de gehouden dieren dienen, in het gebruik van erkende bestrijdingsmiddelen, toegelaten vallen of giften voor knaagdieren, in het behoud van de opslagen van voedermiddelen voor dieren in gezonde omstandigheden, in de sluiting van de deuren, in de bescherming ervan met voorzieningen zoals dunne afrasteringen, klamboes, elektrische insectenverdelgers, netten die boven de voedermiddelen geplaatst worden of in het gebruik van elk ander gelijkwaardig systeem.
Art. 7.De deuren of openingen van de infrastructuren of gebouwen bestemd voor de huisvesting van dieren worden permanent gegrendeld, uitgezonderd tijdens de verrichtingen nodig voor de zorg, de voeding, het onderhoud en het ophalen van de afval of dierlijke afval, of tijdens de invoering van een nieuw dier.
De vensters van de infrastructuren of gebouwen bestemd voor de huisvesting van dieren blijven gesloten tenzij ze worden uitgerust met voorzieningen die de ontsnapping van de dieren verhinderen.
Art. 8.De aanplantingen worden uitgevoerd en gesnoeid zodat de dieren die erover kunnen klimmen of erin kunnen springen daardoor niet kunnen ontsnappen.
Art. 9.De sluitingsmiddelen en, in voorkomen geval, de beschadigde elektrische leidingen worden onmiddellijk hersteld of vervangen. De sluitingsmiddelen worden zo ontworpen dat de dieren ze niet kunnen openen.
Art. 10.De teelt van prooien met name van insecten, wormen of van knaagdieren mag het nodige voor de voeding van de gehouden dieren niet overschrijden.
De teelt van invaderende soorten is verboden.
Art. 11.Als een dier ontsnapt, wordt verloren of gestolen, verwittigt de exploitant onmiddellijk de burgemeester en de toezichthoudend ambtenaar en deelt, in voorkomend geval, zijn identificatiesysteem mee.
Art. 12.§ 1. De exploitant vergewist zich ervan dat iemand die bekwaam is voor de dieren kan zorgen tijdens elke afwezigheid van meer dan 48 uur. § 2 Het telefoonnummer van de contactpersoon wordt op zichtbare plaatsen aangeplakt in de nabijheid van de infrastructuur of het gebouw bestemd voor de huisvesting van de dieren. HOOFDSTUK III. - Afval en dierlijke mest
Art. 13.De verwijdering van dierlijke mest en afval wordt regelmatig uitgevoerd zodat de buren er geen last van hebben.
Art. 14.§ 1. Het kreng van een klein dier wordt in een dichte en hermetisch afgesloten container geplaatst, gemakkelijk te hanteren met een mechanisch middel, gelegen op een daartoe bestemde plaats in afwachting van zijn verwijdering overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 1993 betreffende dierlijke afvalstoffen.
Het kreng van een groot dier wordt geplaatst hetzij in een daartoe bestemde plaats onder een dekzeil dat het geheel van het dier bedekt in afwachting van zijn verwijdering, hetzij in een dichte en hermetisch afgesloten container, gemakkelijk te hanteren met een mechanisch middel, gelegen op een daartoe bestemde plaats in afwachting van zijn verwijdering overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 1993 betreffende dierlijke afvalstoffen.
De ratieten waarvan de hoogte groter is dan 50 centimeter en de zoogdieren waarvan de schofthoogte groter is dan 50 centimeter, zijn grote dieren. De andere dieren zijn grote dieren als hun lengte groter is dan 50 centimeter. § 2. Na elke verwijdering worden de opslagplaats en de containers gereinigd en ontsmet. HOOFDSTUK IV. - Controle en toezicht
Art. 15.De exploitant houdt een register met de lijst van alle gehouden soorten (Latijnse naam en, in voorkomen geval, volksnaam) en het aantal dieren per soort. Dit register bevat ook de volgende informatie geordend volgens het diersoort: 1°de verhogingen van het aantal dieren (datum, geboorte of herkomst, aantal dieren); 2° de verminderingen van het aantal dieren (datum, koper of dood, aantal dieren);3° in voorkomend geval, de vaccinatiebewijzen.
Art. 16.De in de artikelen 15 en 20 bedoelde registers worden voortdurend op de exploitatiezetel bewaard en ter inzage gelegd van de toezichthoudende ambtenaar.
De informatie die erin voorgesteld wordt kan na vijf jaar eruit verwijderd worden.
Een keer per jaar, in geval van wijziging van de registers, wordt een afschrift van de documenten naar de technische ambtenaar en naar het gemeentecollege toegestuurd. HOOFDSTUK V. - Overdracht of verkoop van dieren
Art. 17.De dieren kunnen slechts kosteloos gegeven worden of verkocht worden aan iemand die over de vereiste vergunning beschikt om de betrokken soorten te bezitten, zoals een dierentuin of een dierenasiel. HOOFDSTUK VI. - Stopzetting van activiteit
Art. 18.In geval van stopzetting van activiteit moeten de gehouden dieren verplicht gegeven worden aan iemand die over de vereiste vergunning beschikt om de betrokken soorten te bezitten.
Titel 3. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Zoogdieren
Art. 19.Het is verboden rechtstreeks of onrechtstreeks dierlijke mest, afvloeisels en ander afvalwater dan huishoudelijk en regenwater te lozen in de ondergrond, een openbare riolering, een oppervlaktewater of een afvoer voor regenwater.
Art. 20.§ 1. Bij gebrek aan een valorisatie door de exploitant wordt de dierlijke mest naar een landbouwer overgebracht overeenkomstig bepalingen van Hoofdstuk IV van Titel VII van Deel II van het regelgevend deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat hetWaterwetboek met als opschrift "duurzame stikstofbeheer in de landbouw" inhoudt, of door een erkende ophaler weggehaald. § 2. De exploitant maakt een register op waarin hij voor elke handeling tot afvoer van dierlijke mest de volgende gegevens vermeldt : 1°datum van overdracht; 2° de opgehaalde hoeveelheid in t of in m[00b3];3° het soort afvoeringskanaal;4° identiteit van natuurlijke persoon of rechtspersoon die de overdracht uitvoert.5° de ontvanger en zijn gegevens. HOOFDSTUK II. - Reptielen
Art. 21.Het lokaal waarin de terrariums geplaatst worden, wordt ontworpen om alle ontsnapping van reptielen te voorkomen.
Art. 22.De terrariums worden geplaatst op de grond of op meubelen die stevig genoeg zijn om ze te dragen en worden aangelegd zodat ze niet toevallig omgegooid of gebroken kunnen worden.
Als het dier uit zijn terrarium wordt genomen, wordt het onmiddellijk in een ander terrarium of in een speciale bak geplaatst die gesloten kan worden.
Art. 23.Op elk terrarium wordt een etiket geplakt dat de Latijnse naam van het dier en, in voorkomend geval, zijn volksnaam vermeldt. HOOFDSTUK III. - Vogels
Art. 24.De kooibodems worden regelmatig vervangen. De bevuilde kooibodems worden in gesloten zakken of containers gestopt in afwachting van hun ontruiming.
De bodems van de vogelkooien worden regelmatig gereinigd. Het afval en de uitwerpselen die worden opgehaald, worden in gesloten zakken of containers gestopt in afwachting van hun ontruiming. HOOFDSTUK IV. - Amphibia
Art. 25.Een dun draadgaas wordt aan het terrarium vastgemaakt om alle ontsnapping van dieren te verhinderen. HOOFDSTUK V. - Vissen
Art. 26.De bodems of de meubelen die het of de aquarium(s) dragen, zijn stevig genoeg om hen te dragen zonder gevaar voor instorting overeenkomstig de norm NF P06-001 Berekeningsbasis voor bouwwerken - Exploitatiekosten voor gebouwen of overeenkomstig elke andere Europese gelijkwaardige norm.
Titel 4. - Wijzigingsbepalingen
Art. 27.Het artikel 67 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027817 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027815 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, gewijzigd bij het besluit van 5 juni 2008, wordt aangevuld als volgt : "Indien de verklaring betrekking heeft op een activiteit bedoeld in de rubrieken 92.53.02.02 en 92.53.02.04 en 92.53.02.05 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027817 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027815 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, bevat ze, naast de gegevens van het formulier bedoeld in het eerste lid, de gegevens opgenomen in bijlage XXIX." Titel 5. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 28.Dit besluit is van toepassing op de bestaande inrichtingen zodra het in werking treedt.
In afwijking van het eerste lid zijn artikel 3, § 1, en artikel 4 niet van toepassing op de bestaande inrichtingen uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 29.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 16 januari 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY