Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 15 september 2016
gepubliceerd op 12 oktober 2016

Besluit van de Waalse Regering betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties die onder de bevoegdheid van de gemeenten en verenigingen van gemeenten vallen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2016205084
pub.
12/10/2016
prom.
15/09/2016
ELI
eli/besluit/2016/09/15/2016205084/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties die onder de bevoegdheid van de gemeenten en verenigingen van gemeenten vallen


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, artikel 28, gewijzigd bij het decreet van 5 juni 2008;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/12/2007 pub. 18/02/2008 numac 2008200426 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties sluiten betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 maart 2016;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 17 maart 2016;

Gelet op het advies van de gewestelijke afvalcommissie, gegeven op 29 april 2016;

Gelet op het rapport opgesteld op 9 juni 2016 overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 11 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies 59.591/4 van de Raad van State, gegeven op 11 juli 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Gemeenschappelijke bepalingen HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;2° de afvalbeheersinstallatie, afgekort, de installatie : containerpark, transfercentrum, sorteercentrum, voorbehandelingsinstallatie, centrum voor de valorisatie van fermenteerbare organische afval, verbrandingsinstallatie met energetische valorisatie, biomethaniseringsinstallatie;3° de subsidieerbare uitgave : de uitgave gedaan door de gemeente of de vereniging van gemeenten in het kader van een bepaald project en die het voorwerp kan uitmaken van een toelage naar gelang van de bepalingen van dit besluit;4° het subsidieerbare gedeelte : het gedeelte van de investering gelijk aan de verhouding tussen de gewichtscapaciteit die voor het beheer van de in artikel 3 bedoelde afvalstoffen werkelijk gebruikt wordt en de totale capaciteit van de installatie;5° de Minister : de Minister die voor het Afvalbeleid bevoegd is;6° het Waals afvalplan : het plan bedoeld in artikel 24 van het decreet; HOOFDSTUK II. - Toekenningsvoorwaarden van de subsidies

Art. 2.Voor een subsidie komen in aanmerking, de projecten betreffende : 1° de werken i.v.m. de bouw, de verbouwing, de uitbreiding van afvalbeheersinstallaties, evenals de daarop betrekking hebbende renovatiewerken, met inbegrip van : a) het materieel voor het beheer, de hantering en de opslag van de afval;b) de controle-uitrustingen die nodig zijn voor de bediening van de installaties en de uitrustingen die de naleving van de milieunormen van de installaties waarborgen;c) de aanleg van zones voor de opslag van de afval vooraleer hij behandeld wordt of voor de opslag van de door de verwerkingseenheid geweigerde afval;d) het geheel of een deel van de inrichting van de omgeving en de private toegangswegen van de gesubsidieerde installaties binnen de eigendomsgrenzen van de betrokken site;e) de gebouwen die nodig zijn voor de bediening van de afvalbeheersinstallaties.2° de geotechnische studies die nodig zijn voor de uitvoering van subsidieerbare werken bedoeld in 1° en de kosten voor de uitvoering van proeven waarmee de administratie instemt;3° de aankoop van gebouwen die nodig zijn voor de uitvoering van subsidieerbare werken bedoeld in 1°;4° de niet-ingeschreven voertuigen en tuigen die voor de andere afvalbeheersinstallaties dan de containerparken bestemd worden;5° de uitrustingen voor het vervoer van de door de begunstigde van de subsidie voortgebrachte energie tot aan de grens van de eigendom van de betrokken site.

Art. 3.Om in aanmerking te komen voor een subsidie, moeten de afvalbeheersinstallaties gedeeltelijk of geheel bestemd zijn voor het beheer van de volgende afval : 1° de afval afkomstig van de gebruikelijke activiteiten van de gezinnen;2° de afval bedoeld in de rubrieken 20 03 02 en 20 03 03 alsook die bedoeld in de rubrieken 20 02 01, 20 03 01 en 20 03 07 voor zover ze door administraties voortgebracht worden, van bijlage 1 bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 10/07/1997 pub. 30/07/1997 numac 1997027374 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van een afvalcatalogus sluiten tot opstelling van een afvalcatalogus;3° de ziekenhuis- en gezondheidszorgafval van klasse A en B1 die eventueel voortkomt uit voorbehandelingseenheden, zoals bepaald in artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de ziekenhuis- en gezondheidszorgafval;4° de afval waarvoor het beheer het voorwerp uitmaakt van een gewestelijke toelage in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2008 tot toekenning van subsidies voor afvalpreventie en -beheer aan de plaatselijke besturen.

Art. 4.Er wordt geen subsidie toegekend voor : 1° de afvalbeheersinstallaties waarvoor de begunstigde niet beschikt over een zakelijk recht, noch over het recht om een zakelijk recht te verwerven krachtens een aankoopoptie;2° de voertuigen voor afvalophaal en -vervoer;3° de openbare toegangswegen buiten de exploitatiesite; 4° elke uitgave i.v.m. de aanleg, de exploitatie en het herstel van de centra voor technische ingraving; 5° de ontmanteling van de gesubsidieerde goederen;6° de renovatie of de verbouwing van gesubsidieerde installaties tijdens de hele afschrijvingsperiode van het gesubsidieerde gedeelte van die installaties, met uitzondering van de werken bestemd om de installaties aan te passen aan nieuwe regelgevingen of om nieuwe stromen van afvalstoffen op te vangen, behalve degene die onderworpen zijn aan een terugnameplicht ten gevolge van de totstandbrenging van nieuwe economische of milieuopportuniteiten van valorisatie;7° de installatie van fotovoltaïsche panelen;8° behalve voor de containerparken, de afvalinstallaties of het gedeelte van die installaties bestemd voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen onderworpen aan de terugnameplicht;9° elke uitgave die niet nodig is voor de exploitatie van de gesubsidieerde installatie.

Art. 5.De toelage wordt toegekend of geweigerd naar gelang van : 1° de perken van de begrotingskredieten m.b.t. de subsidies; 2° de conformiteit van het project met de bepalingen van het decreet en de coherentie ervan t.o.v. de doelstellingen van het Waalse afvalplan; 3° de naleving door de begunstigde van de bepalingen bedoeld in het Waalse afvalplan voor het beheer van de afval betrokken door de subsidie. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de begunstigde van de subsidies Afdeling 1. -Verplichtingen betreffende de werking van de installaties

Art. 6.De begunstigde van de subsidie : 1° bevoorraadt prioritair de gesubsidieerde installatie met de afval bedoeld in artikel 3 om het subsidieerbare gedeelte dat is vastgelegd bij de vaste subsidietoezegging te halen;2° neemt tijdelijk en op verzoek van de Regering de in artikel 3 bedoelde afval uit andere gemeenten of verenigingen van gemeenten aan onder de financiële voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan degene die van toepassing zijn op de gemeenten die de installatie doorgaans gebruiken, indien buitengewone omstandigheden het vereisen;3° verleent althans een niet-discriminerende toegang tot de gesubsidieerde installaties aan de in artikel 3 bedoelde afval uit andere gemeenten of verenigingen van gemeenten;4° wanneer de subsidie de aankoop of de bouw van een gebouw betreft : a) wijzigt de bestemming van het gebouw niet zonder de toestemming van de Minister;b) informeert, in geval van gehele of gedeeltelijke vervreemding van het gesubsidieerde gebouw vóór het verstrijken van zijn afschrijvingsduur, onmiddellijk de administratie en betaal het niet-afgeschreven gedeelte van het bedrag van de subsidie verhoogd met zestig procent van de eventuele meerwaarde terug. De meerwaarde is gelijk aan het verschil tussen het bij de aankoop van het gebouw betaalde bedrag en zijn wederverkoop prijs in de wetenschap dat : - het bij de aankoop van het gebouw betaalde bedrag gelijk is aan de aan de verkoper betaalde prijs verhoogd met de kosten die de aankoper werkelijk heeft betaald; dit bedrag kan verhoogd worden met de kosten van de werken gedragen door eigenaar; - de wederverkoopprijs de door de verkoper verkregen prijs is, zonder kleiner te mogen zijn dan de verkoopwaarde van het goed, die door het aankoopcomité of de ontvanger van de registratie is geëvalueerd, en verminderd met de kosten die hij heeft betaald om het goed te verkopen; 5° legt voorschotten voor grote herstellingen aan op de totale investering met het oog op een optimale werking van de installatie over de gezamenlijke afschrijvingsduur. De in 5° bedoelde voorschotten worden jaarlijks aangelegd naar rato van minimum 0,5 % van de civieltechnische investeringen, 2 % voor de investeringen in elektromechanica en 5 % voor de investeringen in rollend materieel; 6° gebruikt de benaming "Recyparc" in elke vermelding betreffende een containerpark dat in het kader van dit besluit het voorwerp heeft uitgemaakt van een subsidie.

Art. 7.Voor de subsidies betreffende andere afvalbeheersinstallaties dan de containerparken beschikt de begunstigde van de subsidie over de volgende garanties inzake de bevoorrading van de installatie : 1° minstens negentig procent van de capaciteit van de installatie worden voor de in artikel 19, § 2, bedoelde duur gewaarborgd;2° minstens negentig procent van het subsidieerbare gedeelte dat is vastgelegd bij de vaste subsidietoezegging, worden voor de duur bedoeld in artikel 19, § 2, gewaarborgd door een bevoorrading in afval bedoeld in artikel 4. De in het eerste lid bedoelde garanties worden gegeven hetzij met verwijzing naar de tonnages die daadwerkelijk behandeld of ingezameld werden in de loop van het jaar vóór de aanvraag of naar de vooropgestelde hoeveelheden die volgens het inzamelingsschema ingezameld moeten worden, hetzij bij overeenkomst in de zin van artikel 5bis van het decreet, hetzij, desgevallend, door de statuten van de vereniging. Afdeling 2. - Informatieplicht

Art. 8.Tijdens het eerste kwartaal van elk jaar maakt de gemeente of de vereniging van gemeenten elke wijziging aangebracht in de goedgekeurde projecten aan de administratie over, die er de Minister over inlicht.

Art. 9.De gemeente of de vereniging van gemeenten bezorgt de administratie via het door haar bepaalde informaticasysteem de inlichtingen, waarmee de ontwikkeling van de uitvoering van het Waals afvalplan kan worden beoordeeld, en met name de inlichtingen betreffende de inzameling, de valorisatie en de verwijdering van afvalstoffen. HOOFDSTUK IV. - Toekenning van de subsidies Afdeling 1. - Basis voor de berekening van de subsidies

Art. 10.§ 1. De subsidie wordt op grond van het door de Regering bepaalde eindbedrag van de subsidieerbare uitgaven berekend. § 2. Als een andere afvalbeheersinstallatie dan een containerpark niet uitsluitend voor het beheer van de in artikel 3 bedoelde afval gebruikt wordt, wordt de subsidie tot het subsidieerbare gedeelte beperkt zonder dat bedoelde gedeelte hoger mag zijn dan het voorlopige subsidieerbare gedeelte dat overeenkomstig artikel 16, § 4, door de Minister is bepaald.

In afwijking van het eerste lid mag het subsidieerbare gedeelte hoger zijn dan het voorlopige subsidieerbare gedeelte in de volgende gevallen : 1° indien de verhoging kleiner dan of gelijk aan 5 % van het voorlopige subsidieerbare gedeelte blijft;2° bij toepassing van artikel 6, eerste lid, 2°;3° in geval van voorafgaande instemming van de Regering om, met het oog op een onderling gebruik van de installaties voor de behandeling van afvalstoffen, het subsidieerbare gedeelte van een installatie die van plan is een groter deel van afval bedoeld in artikel 3 op te vangen, te verhogen. Voor de containerparken en de terreinen wordt het subsidieerbare gedeelte op 100 % vastgelegd.

Art. 11.De subsidieerbare uitgaven omvatten het in de vaste toezegging goedgekeurde bedrag, waaraan de volgende behoorlijk gerechtvaardigde kosten worden toegevoegd : 1° de kostprijs van de herzieningen van de prijzen voor zover de werken uiterlijk binnen twee jaar na de toekenning van de vaste subsidietoezegging zijn begonnen.Na afloop van die termijn wordt de kostprijs van de herzieningen slechts in aanmerking genomen indien de aanvrager het uitstel van uitvoering met elementen van overmacht rechtvaardigt; 2° de kostprijs van de wijzigingen en de noodzakelijke of onvoorzienbare bijkomende werken of leveringen;3° 5 % van het totaalbedrag van de opdracht als algemene kosten betreffende de uitvoering van de opdracht, met inbegrip van : a) de honoraria van de auteur van het project en de onderzoekskosten;b) de kosten van het toezicht op de uitvoering van de opdracht;c) de aanbestedingskosten;d) de kosten inzake verzekering en de kosten inzake controle en opvolging van de uitvoering van de werf tot de definitieve oplevering;e) de kosten inzake de coördinatie van de veiligheid;4° het oninbare gedeelte van de btw.

Art. 12.§ 1. Voor de aankoop van onroerende goederen, met uitzondering van de terreinen, wordt de subsidie berekend op grond van de aankoopprijs die niet hoger is dan de schatting vastgelegd door het aankoopcomité of door de Ontvanger van de Registratie. Het in artikel 13 bedoelde subsidiepercentage is van toepassing. § 2. Voor de terreinen wordt de subsidieerbare uitgave op 60 % van de aankoopprijs bepaald, die niet hoger is dan de schatting van de bevoegde ontvanger van de registratie of van het aankoopcomité en wordt ze op 42.000 euro beperkt. Het in artikel 13 bedoelde subsidiepercentage is van toepassing. § 3. Voor de bouw, de uitbreiding en de renovatie van een containerpark wordt de subsidieerbare uitgave, behalve de aankoopprijs van het terrein, beperkt op één miljoen euro, excl. btw. § 4. De in § § 2 en 3 bedoelde plafonds kunnen na advies van de administratie en op beslissing van de Regering tot maximum 84.000 euro en 1.500.000 euro, excl. btw, verhoogd worden voor containerparken gelegen op het grondgebied van de gemeenten van meer dan 150 000 inwoners waarvan de afmeting aangepast wordt aan de opvang van een grotere bevolkingsdichtheid. Deze containerparken kunnen evenwel in een aangrenzende gemeente gelegen zijn.

De in het eerste lid bedoelde maatregel kan slechts voor maximum twee containerparken per bedoelde territoriale zone toegepast worden. Afdeling 2. - Percentages van de subsidies

Art. 13.§ 1. Onverminderd de toepassing van het subsidieerbare gedeelte wordt het percentage van de subsidie bepaald op : 1° 60 % voor de bouw van een nieuw containerpark opgenomen in het Waalse net dat overeenkomstig het Waals afvalplan is bepaald;2° 20 % voor de bouw van nieuwe containerparken niet-opgenomen in bedoeld net;3° 70 % voor de renovatie of de uitbreiding van bestaande containerparken op de datum van goedkeuring van dit besluit;4° 30 % voor de biomethaniseringsinstallaties;5° 25 % voor de installaties voor afvalverbranding met energieterugwinning;6° 20 % voor de composteerinstallaties;7° 20 % voor de voorbehandelings- of sorteerinstallaties, de installaties voor de behandeling van grove afval, de transfercentra en de administratieve gebouwen die niet geïntegreerd zijn in de behandelingsinstallaties en die bestemd zijn voor het afvalbeheerspersoneel. Wat punt 3° betreft, wordt de bouw van een nieuw containerpark samen met de sluiting van een bestaand park als een renovatie beschouwd. § 2. De percentages bedoeld in § 1, 4°, 5° en 7°, worden met drie procent verhoogd indien de gesubsidieerde installatie minstens tien procent van de in artikel 3 bedoelde afval opvangt die in het territoriale ambtsgebied van een andere vereniging van gemeenten geproduceerd wordt.

Ze worden met zes procent verhoogd, indien de gesubsidieerde installatie minstens vijfendertig procent van die afval opvangt en met negen procent indien ze minstens zestig procent opvangt.

Indien de gesubsidieerde installatie afval opvangt die geproduceerd wordt in het ambtsgebied van verschillende andere verenigingen van gemeenten, wordt de verhoging van de percentages, zoals bedoeld in de twee vorige leden, beperkt tot tien procent.

Voor de toepassing van deze paragraaf stemt het afvalpercentage dat recht geeft op de percentageverhoging overeen met het bevolkingspercentage waarvan de afval ingezameld wordt om beheerd te worden in de installatie van een ander territoriaal ambtsgebied.

Art. 14.Voor de composteer- en biomethaniseringsinstallaties wordt het percentage met 5 % verhoogd na overlegging van de borderellen waaruit blijkt dat minimum 90 % van de hoeveelheden geproduceerde compost of digestaat daadwerkelijk gevaloriseerd werd in de land-, tuin- en bosbouw of anderen tuinwerken. Afdeling 3. - Principiële subsidietoezegging

Art. 15.§ 1. Om de principiële toezegging te krijgen, deelt de aanvrager het technisch project en een begrotingsraming van het project alsook de geplande datum voor de industriële ingebruikname van de installatie aan de administratie mee. § 2. De administratie bericht ontvangst van de aanvraag voor de principiële toezegging binnen vijftien dagen na ontvangst ervan.

Als het dossier onvolledig is, worden de nader te bepalen of te verstrekken ontbrekende gegevens nader bepaald in het bericht van ontvangst. De aanvrager beschikt over één maand na ontvangst van het bericht van ontvangst om de ontbrekende elementen aan de administratie over te maken. § 3. De administratie onderzoekt de technische en economische relevantie van het project, de bijzondere bestekken en de boekhouding van het project met zijn begroting.

De administratie brengt haar verslag en haar advies aan de Minister uit binnen negentig dagen na ontvangst van het volledige dossier.

De in het tweede lid bedoelde termijn wordt eventueel verlengd met de aan de aanvrager toegekende termijn van antwoord, indien het nodig bijkomende inlichtingen aangevraagd door de administratie in het kader van de behandeling van de aanvraag te verstrekken. § 4. De Minister beslist over de aanvraag voor de principiële subsidietoezegging binnen negentig dagen na ontvangst van het dossier. Afdeling 4. - Vaste subsidietoezegging

Art. 16.§ 1. De aanvrager maakt een aanvraag voor een vaste subsidietoezegging aan de administratie over op grond van een rechtvaardiging van de subsidieerbare uitgave goedgekeurd door haar bevoegde instanties.

De aanvraag omvat : 1° de schatting van het subsidiepercentage toepasselijk aan de overwogen investering;2° de schatting van het subsidieerbare gedeelte;3° de schatting van de datum van industriële ingebruikname;4° in geval van aankoop van onroerend goed : a) de schatting van de waarde uitgevoerd door het aankoopcomité of de ontvanger van de registratie;b) het kadastrale perceelplan;5° in het kader van de gesubsidieerde overheidsopdracht : a) het bijzonder definitief bestek dat als basis voor de oproep tot de concurrentie heeft gediend;b) het proces-verbaal van de opening van de offertes;c) de offerte ingediend door de gekozen inschrijver;d) het verslag van analyse van de offertes vergezeld van de met redenen omklede beslissing van aanbestedende overheid die de gunning van de opdracht goedkeurt. Voor de toekenning van de vaste toezegging zal de administratie bovendien nagaan of die beslissing het voorwerp heeft uitgemaakt van een beslissing van de toezichthoudende overheid tot goedkeuring van de gunningswijze en de gunning van de opdracht; 6° het bewijs dat de in artikel 7 bedoelde bevoorradingsgaranties vervuld worden. § 2. De administratie bericht ontvangst van de aanvraag voor de vaste toezegging binnen vijftien dagen na ontvangst ervan. Als het dossier onvolledig is, worden de nader te bepalen of te verstrekken ontbrekende gegevens nader bepaald in het bericht van ontvangst. De aanvrager beschikt over één maand na ontvangst van het bericht van ontvangst om de ontbrekende elementen aan de administratie over te maken. § 3. De administratie deelt haar verslag samen met haar beslissingsproject aan de Minister mee binnen negentig dagen na ontvangst van het volledige dossier.

De in het eerste lid bedoelde termijn wordt eventueel verlengd met de aan de aanvrager toegekende termijn van antwoord, indien het nodig is bijkomende inlichtingen aangevraagd door de administratie in het kader van de behandeling van de aanvraag te verstrekken. § 4. De Minister beslist over de aanvraag voor de vaste subsidietoezegging binnen negentig dagen na ontvangst van het verslag van de administratie. De vaste toezegging bepaalt het voorlopige bedrag van de subsidieerbare uitgaven en het voorlopige subsidieerbare gedeelte. Afdeling 5. - Goedkeuring van de eindrekeningen

Art. 17.§ 1. Zodra het project dat het voorwerp uitmaakt van de subsidie, uitgevoerd wordt, richt de aanvrager van de subsidie een aanvraag tot goedkeuring van de eindrekening van de uitgaven betreffende de kostprijs van de uitvoering van het project aan de administratie.

De in het eerste lid bedoelde aanvraag omvat alle elementen waarmee de eindrekeningen kunnen worden opgemaakt en waarmee de subsidieerbare uitgaven definitief kunnen worden berekend, en omvat minstens : 1° een afschrift van de kennisgeving van de gunning van de opdracht van de aannemer;2° een afschrift van het bevel tot aanvatting van de werken;3° een afschrift van de eventuele aanhangsels bij de opdracht of van elke andere wijziging van de opdracht;4° een afschrift van de maandelijkse staten van vordering waarin de gedetailleerde lijst van de uitgevoerde werken wordt bepaald, die de door de ondernemer aangevraagde betalingen, de goedgekeurde facturen en de overeenstemmende schuldvorderingverklaringen rechtvaardigen;5° de lijst van de werken in min met deze in meer uitgevoerd in het kader van een overheidsopdracht voor de aanneming van werken met vermoedelijke hoeveelheden;6° de lijst van de wijzigings- of bijkomende werken en de bewijselementen die hun onontbeerlijk of onvoorzienbaar karakter motiveren;7° de contractuele herziening van de prijzen van de opdracht met inbegrip van het detail van de berekening van de herziening van de staten van vordering;8° het detail van de eventuele nalatigheidsinterest;9° een afschrift van het proces-verbaal van voorlopige oplevering, desgevallend ondersteund door verslagen van prestatietesten;10° het attest met vermelding van het deel van btw dat door de vereniging van gemeenten of de gemeente teruggevorderd wordt;11° het verslag van de bevoegde overheid tot goedkeuring van de eindrekening;12° in geval van aankoop van onroerend goed;het afschrift van de verkoopakte.

Bovendien zal het proces-verbaal van definitieve oplevering zodra het beschikbaar is, voor informatie gericht worden aan de administratie. § 2. Het bestuur stuurt een bericht van ontvangst binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag bedoeld in § 1.

Als het dossier onvolledig is, worden de nader te bepalen of te verstrekken ontbrekende gegevens nader bepaald in het bericht van ontvangst. De aanvrager beschikt over één maand na ontvangst van het bericht van ontvangst om de ontbrekende documenten of elementen aan de administratie over te maken. § 3. De administratie bepaalt het bedrag dat door de Regering als subsidieerbare uitgave goedgekeurd moet worden binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van het volledige dossier.

De in het eerste lid bedoelde termijn wordt eventueel verlengd met de aan de aanvrager toegekende termijn van antwoord, indien het nodig is bijkomende inlichtingen aangevraagd door de administratie in het kader van de behandeling van de aanvraag te verstrekken. § 4. De eindrekening van de subsidieerbare uitgaven wordt na advies van de administratie per dossier door de Regering bepaald. In voorkomend geval bepaalt de Regering in haar beslissing de duur van de afschrijving van de subsidie overeenkomstig artikel 19. Afdeling 6. - Toekenning en uitbetaling van de subsidies

Art. 18.De uitbetaling van de subsidie hangt af van : 1° de voorafgaande verkrijging en de handhaving van alle vereiste machtigingen;2° de naleving van de in artikel 6 bedoelde verplichtingen.

Art. 19.§ 1. De subsidies worden in jaarlijkse schijven uitbetaald.

Het uitbetaalde bedrag van de subsidie wordt jaarlijks voor het afgelopen boekjaar bepaald naar gelang van het subsidieerbare gedeelte. § 2. De betaling van de subsidie wordt over een periode van twintig jaar in schijven verdeeld.

In buitengewone en behoorlijk gemotiveerde gevallen kan de in artikel 17 bedoelde beslissing van de Regering een verschillende periode bepalen voor de betaling van de subsidie. § 3. Elke schijf dekt een jaarlijkse periode die begint op 1 januari van het kalenderjaar voor de uitbetalingsaanvraag en die eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Art. 20.§ 1. De begunstigde van de subsidie dient zijn aanvraag voor de uitbetaling van de subsidie voor het afgelopen kalenderjaar in. De uitbetaling gebeurt op de verjaardagsdatum van de industriële ingebruikname of, bij gebreke daarvan, op de verjaardagsdatum van de voorlopige oplevering van de installatie. § 2. De uitbetalingsanvraag wordt bij de administratie ingediend en omvat : 1° de kenmerken van de door de betrokken infrastructuur behandelde afval, het soort behandelde stromen en de overeenstemmende tonnages en elke andere informatie om het subsidieerbare gedeelte voor de betrokken periode te bepalen;2° de documenten en inlichtingen waarmee de naleving van de in artikel 6 bepaalde verplichtingen kan worden nagegaan;3° de documenten en inlichtingen waarmee elke eventuele wijziging van de eigendomsregeling van de gesubsidieerde installatie kan worden beoordeeld;4° de voor het verkrijgen van een eventuele verhoging van het subsidiepercentage nodige aangiften, overeenkomstig artikel 14;5° het detail van de berekening van de door de begunstigde aangevraagde subsidie;6° de schuldvorderingverklaring in twee originele exemplaren. § 3. De administratie stuurt een bericht ontvangst binnen vijftien dagen na ontvangst van het uitbetalingsdossier.

Als het dossier onvolledig is, worden de te verstrekken ontbrekende gegevens nader bepaald in het bericht van ontvangst. De aanvrager beschikt over één maand na ontvangst van het bericht van ontvangst om de ontbrekende elementen aan de administratie over te maken.

Bij gebrek aan antwoord van de aanvrager van de subsidie kan de administratie veronderstellen dat de installatie aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de subsidie niet meer voldoet. § 4. De administratie deelt haar verslag met vermelding van het bedrag van de subsidie of de schijf aan de Minister mee binnen negentig dagen na ontvangst van het volledige dossier. Deze termijn wordt eventueel verlengd met de aan de aanvrager toegekende termijn van antwoord, indien het nodig is bijkomende inlichtingen aangevraagd door de administratie in het kader van de behandeling van de aanvraag te verstrekken. § 5. De Minister keurt het bedrag van de uitbetaling goed binnen negentig dagen na ontvangst van het verslag van de administratie.

De beslissing van de Minister die de subsidie of de annuïteit toekent, bepaalt het definitieve subsidieerbare gedeelte.

Art. 21.De uitbetaling van de subsidie wordt door de administratie uitgevoerd binnen tien dagen na ontvangst van de beslissing van de Minister. Afdeling 7. - Terugvordering van de subsidies

Art. 22.In het kader van die subsidies vordert de Minister het geheel of een gedeelde van de subsidie terug : 1° wanneer de in dit besluit bedoelde toekenningsvoorwaarden en de verplichtingen van hun begunstigde niet meer nageleefd worden;2° in geval van vermindering van het subsidieerbare gedeelte. TITEL II. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 23.Voor de toepassing van dit besluit dienen de vermelde bedragen exclusief btw te worden verstaan.

Art. 24.Behalve wat in artikel 25 wordt bepaald, wordt het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/12/2007 pub. 18/02/2008 numac 2008200426 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties sluiten betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties opgeheven.

Art. 25.§ 1. De aanvragen voor subsidies waarvoor een vaste toezegging vóór 1 januari 2016 is toegekend, blijven geregeld bij het besluit van de Waalse Regering van 13december 2007betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties, zoals gewijzigd als volgt : 1° in artikel 17, § 1, worden de volgende wijzigingen aangebracht : - in het eerste lid worden de woorden "vijf percent" vervangen door de woorden "drie procent"; - In het tweede lid worden de woorden "tien percent" vervangen door de woorden "zes procent"en worden de woorden "vijftien percent" vervangen door de woorden "negen procent"; - in het derde lid worden de woorden "twintig percent" vervangen door de woorden "tien procent"; 2° artikel 9, 3°, vervalt. § 2. Deze bepalingen treden in werking vanaf 1 januari 2016 voor de verschuldigde schijven.

Art. 26.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 15 september 2016.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

^