Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 14 juli 2016
gepubliceerd op 08 september 2016

Besluit van de Waalse Regering betreffende de vergoedingen en toelagen teogekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op desites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur

bron
waalse overheidsdienst
numac
2016204493
pub.
08/09/2016
prom.
14/07/2016
ELI
eli/besluit/2016/07/14/2016204493/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JULI 2016. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de vergoedingen en toelagen teogekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op desites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur


De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EU) nr. 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;

Gelet op Verordening (EU) nr.1305/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98,(EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad;

Gelet op de gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;

Gelet op Verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake bijstand voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot invoering van overgangsbepalingen;

Gelet op Verordening (EG) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

Gelet op Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo);

Gelet op Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden;

Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, inzonderheid op de artikelen D.4, D.242, D.243, D.249;

Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, artikel 28, § 2 en § 4, gewijzigd bij het decreet van 22 mei 2008, artikel 31, gewijzigd bij de decreten van 30 april 2009 en 22 december 2010, de artikelen 36 en 37, gewijzigd bij het decreet van 22 mei 2008;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 tot bepaling van de beheerseenheidstypes die binnen een Natura 2000-locatie afgebakend zouden kunnen worden, alsook tot bepaling van de verbodsmaatregelen en van de bijzondere preventieve maatregelen die erop toepasselijk zijn;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-sites en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 december 2015;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 10 december 2015;

Gelet op het rapport van 10 december 2015, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid van 17 december 2015;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" (Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud), gegeven op 12 januari 2016;

Gelet op het advies 59.033/4 van de Raad van State, gegeven op 6 april 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Commissie, met haar Besluit C(2015) 5117 van 20 juli 2015, het Waals programma voor plattelandsontwikkeling voor de programmeringsperiode 2014-2020 heeft goedgekeurd en dat bedoeld programma uitgevoerd moet worden;

Op de voordracht van de Minister van Natuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit en voor de ministeriële besluiten wordt verstaan onder : 1° landbouwactiviteit: de activiteit bedoeld in artikel 4, § 1, c), i) en ii) van Verordening 1307/2013. Punt c), ii), wordt uitgevoerd bij de artikelen 8 tot 8/2 van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015; 2° de Administratie : de Administratie bedoeld in artikel D.3, 3° van het Waalse Landbouwwetboek; 3° de landbouwer: de landbouwer bedoeld in artikel D.3, 4°, van het Waalse Landbouwwetboek en die een in 1° bedoelde landbouwactiviteit uitoefent; 4° een biologisch waardevolle boom : een biologisch waardevolle boom zoals bedoeld in artikel 1, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011;5° een dode boom : een dode boom zoals bedoeld in artikel 3, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011;6° het aanwijzingsbesluit : elk besluit van de Waalse Regering genomen krachtens artikel 26 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;7° het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 : het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net;8° het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 : het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 tot bepaling van de beheerseenheidstypes die binnen een Natura 2000-locatie afgebakend zouden kunnen worden, alsook tot bepaling van de verbodsmaatregelen en van de bijzondere preventieve maatregelen die erop toepasselijk zijn;9° het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 : het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers;10° het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2015 : het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2015 tot vastlegging van de regels betreffende de randvoorwaarden inzake landbouw, tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 13 juni 2014 tot vaststelling van de eisen en normen van de randvoorwaarden inzake landbouw en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers;11° het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015 : het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015 betreffende de identificatie in het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, de toekenning van een landbouwernummer tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 7 mei 2015 tot toekenning van een gekoppelde steun aan de landbouwers voor vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;12° het ministerieel besluit van 27 maart 2014 : het ministerieel besluit van 27 maart 2014 tot bepaling van de mededelingsprocedures voor de instandhouding van kleine landschapselementen en van voor het merken van dode bomen, van biologisch waardevolle bomen en van de kleine, in stand te houden landschapselementen in de Natura 2000-locaties en in de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk; 13 ° een extensieve strook : een met gras bezaaide strook gelegen in UG 4; 14° de productiviteitsklasse van een opstand van naaldbomen;de klasse bepaald volgens een door de Minister vastgestelde rangschikking rekening houdende met de opperhoogte van de opstand van 50 jaar; 15° de steunaanvraag : de steunaanvraag bedoeld in artikel 2, § 1, 3 van Verordening nr.640/2014 van 11 maart 2014; 16° de betalingsaanvraag : de betalingsaanvraag bedoeld in artikel 2, § 1, 4°, van Verordening nr.640/2014 van 11 maart 2014 en in artikel 47 van Verordening nr. 809/2014 van 17 juli 2014; 17° de bijstandsaanvraag : de bijstandsaanvraag bedoeld in artikel 47 van Verordening nr.809/2014 van 17 juli 2014; 18° de steunaanvraag voor bosmaatregelen : de steun- en betalingsaanvraag van de bosbeheerder waarin al zijn bospercelen in Natura 2000-locatie of in een site die in aanmerking komt voor het Natura 2000-net en hun oppervlakten worden vermeld; 19 ° de verzamelaanvraag : de aanvraag bedoeld in de artikelen 2 tot 7 van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015; 20° het bos : het bos bedoeld in artikel 2, § 1, r), van Verordening 1305/2013 van 17 december 2013 alsook de gronden die bij erbij behoren, zoals de ruimtes met natuurlijke habitats, de houtopslagen, de open voederplaatsen, de moerassen, de vijvers, de brandwegen, met uitzondering van de grond die voornamelijk worden bestemd voor een landbouw- of stedelijk gebruik;21° de privé-beheerder : de privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het beheer, zoals landbouwer of bosbeheerder in de zin van artikel 30, § 2, van Verordening 1305/2013 van 17 december 2013, van een perceel in een Natura 2000-locatie, in een site die in aanmerking komt voor het Natura 2000-net of in de ecologische hoofdstructuur;22° de openbare beheerder : de publiekrechtelijke rechtspersoon die een perceel gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest in een Natura 2000-locatie, in een site die in aanmerking komt voor het Natura 2000-net of in de ecologische hoofdstructuur bezit en die op dergelijke goeden houder is van een zakelijk recht dat het gebruik van zulke goeden tot gevolg heeft;23° een instandhoudingseiland : een eiland bedoeld in artikel 2, § 1, § 2 en § 4 van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011; 24° een werkdag : een dag bedoeld in artikel D.3, 21° van het Waalse Landbouwwetboek; 25° de basislijn : het geheel van de verplichte normen vastgesteld overeenkomstig de goede landbouw- en milieucondities vermeld in artikelen 94 en in bijlage II bij Verordening (EU) nr.1306/2013 van 17 december 2013, van de relevante criteria en van de minimale activiteiten bepaald overeenkomstig artikel 4, § 1, c), ii) van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van 17 december 2013 zoals uitgevoerd bij de artikelen 8 tot 8/2 van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015; 26° de rand : de rand bedoeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011;27° de Minister : de Minister bevoegd voor het natuurbehoud;28° het identificatienummer : het referentienummer toegekend overeenkomstig artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015; 29° het betaalorgaan of zijn afgevaardigde : het betaalorgaan bedoeld in artikel D.3, 25° van het Waalse Landbouwwetboek en van het besluit van de Waalse Regering van 8 oktober 2015 tot aanwijzing van het Waals betaalorgaan voor de Fondsen ELGF en ELFPO en tot opheffing van de artikelen 1 en 2 van het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2013 tot aanwijzing van het Waals betaalorgaan voor de Fondsen ELGF en ELFPO en tot instelling van een opvolgingscomité voor het Waals betaalorgaan of het orgaan waaraan bedoeld betaalorgaan het geheel of een gedeelte van zijn opdrachten heeft overgedragen; 30° een landbouwperceel : een landbouwperceel bedoeld in artikel 1, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015;31° de vergunning : de vergunning bedoeld in artikel 1bis, 28°, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud met inbegrip van de afwijkingen en vergunningen toegekend krachtens de artikelen 5, 28 en 41 van dezelfde wet;32° de weide : de weide bedoeld in artikel 1, 15°, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun met inbegrip van de topografische elementen die op het perceel aanwezig zijn en die bestanddelen zijn van de habitat zoals de inheemse bomen, de inheemse hagen en de poelen bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2015 alsook de bosjes en struiken van een inheemse loofsoort gelegen op meer 1,50 m en de bosjes van minder dan 10 are;33° Verordening nr.1305/2013 van 17 december 2013 : Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad; 34° Verordening nr.1306/2013 van 17 december 2013 : Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1200/2005 en nr. 485/2008 van de Raad; 35° Verordening nr.640/2014 van 11 maart 2014 : Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden; 36° Verordening nr.809/2014 van 17 juli 2014 : Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden; 37° de D.A.E.B. : de dienst van algemeen economisch belang zoals bedoeld in de artikelen 14 en 106, § 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, afgekort : "VWEU" alsook in het Protocol nr. 26 gevoegd bij het VWEU, die een mandaat toegewezen krijgt zoals bepaald in de artikelen 27 tot 38, volgens de modaliteiten bepaald door de Regering; 38° de landbouwoppervlakte : de landbouwoppervlakte die bedoeld is in artikel 4, § 1, e) van Verordening (EU) nr.1307/2013 en die aangegeven wordt bij het Geïntegreerde beheers- en controlesysteem, "GBCS" afgekort; 39 ° een "UG" : een beheerhseenheid bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijke bepalingen Afdeling I. - Algemene bepalingen

Art. 2.Enkel de oppervlakten gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest genieten de krachtens dit besluit toegekende vergoedingen en toelagen.

Art. 3.Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde is belast met de betaling van de vergoedingen en toelagen, met de terugvordering van de ten onrechte gestorte bedragen, met de toepassing van de straffen en met het beheer van de beroepen.

Art. 4.De bijkomende niet-agrarische toelagen toegekend krachtens artikel 25 worden door directeur-generaal van de Administratie, of bij diens afwezigheid of verhindering, door de hem vervangende ambtenaar, vastgelegd, goedgekeurd en geordonnanceerd.

Art. 5.De toelagen bedoeld in de artikelen 25 tot 35 maken deel uit van het totaalbedrag van de de minimis-steun bedoeld in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 306/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de uitvoering van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen. Afdeling 2. - Ecologische hoofdstructuur

Art. 6.De ecologische hoofdstructuur bestaat uit de Natura 2000-locaties, de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en de sites met een grote biologische waarde.

Een site met een hoge biologische waarde is een geografische eenheid die een geheel van habitat- of biotoopeenheden omvat, die homogeen en aangrenzend zijn of die op een afstand van minder dan 600 meter gelegen zijn. Die site herbergt minstens een zeldzaam, bedreigd of beschermde soort of minstens een zeldzame, bedreigde of beschermde habitat zoals bedoeld in de artikelen 2, 2bis en 3, §§ 1 en 2, 3°, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud.

Art. 7.Buiten de Natura 2000-locaties en de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net bepaalt de Minister de ecologische hoofdstructuur. Die structuur wordt periodiek door hem bijgewerkt om rekening te houden met de nieuwe biologische informatie en met de beschermings- en herstelacties van de veldactoren en om er de perken van te bepalen. Afdeling 3. - Betaling en inning van de ten onrechte gestorte bedragen

Onderafdeling 1. - Naleving van de eisen

Art. 8.§ 1. Naast de basislijn leven de begunstigden van de in hoofdstuk 3 en in hoofdstuk 4 bedoelde bijkomende vergoedingen en toelagen de maatregelen na die vermeld worden in het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011, in het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 en, in voorkomend geval, in het aanwijzingsbesluit.

De in hoofdstuk 4 bedoelde begunstigden : 1° bakenen de in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 bedoelde instandhoudingseilanden fysiek op het terrein af volgens de modaliteiten van het ministerieel besluit van 27 maart 2014;2° merken de in het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 bedoelde dode bomen en de biologisch waardevolle bomen fysiek op het terrein volgens de modaliteiten van het ministerieel besluit van 27 maart 2014. § 2. De begunstigden van de in hoofdstuk 5 bedoelde toelagen leven de verbintenissen en andere verplichtingen vermeld in het besluit tot toekenning van de toelage na.

Bovendien leven ze de voorlichtings- en publiciteitsverplichtingen na die bepaald zijn in artikel 13 van de uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

Onderafdeling 2. - Betaling

Art. 9.§ 1. Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde betaalt jaarlijks de in hoofdstuk 3 bedoelde vergoedingen op grond van een betalingsaanvraag ingediend via de verzamelaanvraag. § 2. Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde betaalt jaarlijks de in hoofdstuk 4 bedoelde bijkomende vergoedingen en toelagen op grond van een betalingsaanvraag ingediend via de steunaanvraag voor bosmaatregelen.

De in het eerste lid bedoelde steunaanvraag wordt ingediend bij het betaalorgaan of zijn afgevaardigde binnen de door de Minister bepaalde termijnen. Die termijnen mogen niet van na 15 mei van het aanvraagsjaar dateren. § 3. De betaling van de in hoofdstuk 5 bedoelde toelagen wordt overeenkomstig de artikelen 36 en 37 uitgevoerd.

Art. 10.§ 1. De steun-, betalings- en bijstandsaanvragen die ingediend worden en die recht geven op een vergoeding of een toelage, worden ingewilligd tot uitputting van de beschikbare begrotingskredieten. § 2. Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde berekent het bedrag van de krachtens dit besluit toegekende vergoedingen of toelagen op grond van alle relevante gegevens, met inbegrip van : 1° de gegevens vermeld in de steunaanvraag, in de bijstandsaanvraag en in de betalingsaanvraag;2° de gegevens vermeld in het aanwijzingsbesluit, in het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 en in het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011;3° de vergunningen toegekend voor de percelen die voor de steun in aanmerking komen;4° het in artikel 37 bedoelde conformiteitsattest;5° de gegevens uit de administratieve controles en, in voorkomend geval, uit de controles ter plaatse.

Art. 11.§ 1. Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde betaalt de in de hoofdstukken 3 en 4 bedoelde bijkomende vergoedingen en toelagen ten vroegste op 1 december van het jaar waarop ze betrekking hebben en uiterlijk op 30 juni van het volgende jaar.

De periode gedekt door de in het eerste lid bedoelde vergoeding of toelage gaat in op 1 januari van het jaar waarop ze betrekking heeft en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar. § 2. Overeenkomstig artikel 75, § 1, vierde lid, van Verordening nr. 1306/2013, kunnen voorschotten van ten hoogste 75 % van het totaalbedrag van de in de artikelen 20 en 23 bedoelde vergoedingen of van de in artikel 25 bedoelde toelage vóór 1 december en alleen vanaf 16 oktober worden betaald. § 3. Een mededeling met vermelding van de berekening van de vergoeding of de toelage bedoeld in § 1 wordt na elke betaling aan de begunstigde verzonden.

Onderafdeling 3. - Betaling van de ten onrechte gestorte bedragen

Art. 12.Indien vergoedingen of toelagen zoals bedoeld in de hoofdstukken 3 en 4, afdeling 1, en in hoofdstuk 5, onrechtmatig gestort worden, kan het betaalorgaan of zijn afgevaardigde voorzien in een compensatie zoals voorzien in het Waalse Landbouwwetboek of in een terugvordering zoals voorzien in de artikelen D.259 en D.260 van het Waalse Landbouwwetboek.

Art. 13.Indien een krachtens hoofdstuk 4, afdeling 2, toegekende toelage onrechtmatig gestort wordt, kan het betaalorgaan of zijn afgevaardigde voorzien in een compensatie met elk ander bedrag dat aan de aanvrager verschuldigd is.

De terugvordering van een ten onrechte gestort bedrag kan worden verricht door aftrek op de betalingen of op de voorschotten ten bate van de betrokken begunstigde na de beslissing tot inning.

Het tweede lid blijft van toepassing in geval van beslag, overdracht, samenloop of een insolvabiliteitsprocedure. Afdeling 4. - Controle

Art. 14.§ 1. Het betaalorgaan of zijn afgevaardige controleert via administratieve controles en controles ter plaatse de naleving van : 1° de toelaatbaarheidsvoorwaarden van de steun toegekend overeenkomstig dit besluit;2° de eisen bedoeld in artikel 8;3° in voorkomend geval, van de vergunningen of overeenkomsten gesloten krachtens de artikelen 26, § 3, vierde lid, en 27 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud van de beheersplannen zoals bedoeld in artikel 1, 9°, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011, waarbij sommige eisen bedoeld in artikel 8 aangepast kunnen worden. § 2. De begunstigde machtigt de bevoegde ambtenaren en personeelsleden om zijn eigendom te betreden om de goede uitvoering van de krachtens dit besluit genomen maatregelen te controleren. § 3. Elke controleweigering door een begunstigde of elke vrijwillige daad die bedoelde controle hindert, heeft van rechtswege een verlaging of het verlies van de steun tot gevolg, behalve in de gevallen van overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden. Afdeling 5. - Straf

Art. 15.§ 1. Voor de in de hoofdstukken 3 en 4 bedoelde bijkomende vergoedingen en toelagen leidt de niet-naleving van de toelaatbaarheidsvoorwaarden alsook van de in artikel 8 bedoelde eisen tot verlagingen, afschaffingen van de steun of straffen overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van Verordening nr. 809/2014 van 17 juli 2014. § 2. Overeenkomstig artikel 35, § 1, van Verordening nr. 640/2014 van 11 maart 2014 wordt de in § 2 bedoelde steun volledig afgeschaft wanneer de toelaatbaarheidsvoorwaarden niet nageleefd worden. § 3. Overeenkomstig artikel 35, §§ 2 en 3 van Verordening nr. 640/2014 van 11 maart 2014, wordt het bedrag van de verlagingen in geval van niet-naleving van de in artikel 8, § 1, bedoelde eisen bepaald naar gelang van de ernst, de omvang, de duur en de herhaling van de vastgestelde niet-naleving.

De Minister kan een verlagingsrooster vaststellen naar gelang van de niet-naleving van de vastgestelde eisen. § 4. In naar behoren gerechtvaardigde gevallen voorzien door de Minister kan het betaalorgaan of zijn afgevaardigde een hoger of lager verlagingsniveau dan het niveau bepaald in de verlagingsrooster naar gelang van de ernst, de omvang en het permanente karakter van de vastgestelde tekortkoming verklaren.

Overeenkomstig artikel 35, § 3, van Verordening nr. 640/3014 van 11 maart 2014 en als de onregelmatigheid zich herhaalt of aanhoudt, wordt het niveau van de steunverlaging overeenkomstig de door de Minister voorziene bepalingen verhoogd.

Indien verschillende gevallen van niet-naleving van de voorwaarden voor eenzelfde beheerseenheid of voor eenzelfde perceel worden vastgesteld, kan de Minister voorzien in een hogere steunverlaging dan die bepaald krachtens § 3, tweede lid. § 5. Als er sprake is van een als ernstig beoordeelde niet-naleving gezien de omvang van de gevolgen die ze met zich meebrengt ten opzichte van de doelstellingen van de niet-nagekomen verbintenissen of verplichtingen, wordt de begunstigde, overeenkomstig artikel 35, § 5, van Verordening nr. 640/2014 van 11 maart 2014, voor het betrokken kalenderjaar en het daaropvolgende kalenderjaar uitgesloten en wordt de steun hem geweigerd, en zelfs volledig ingetrokken. § 6. Wanneer vast komt te staan dat de begunstigde valse informatie heeft verstrekt om bijstand te ontvangen, of verzuimd heeft de nodige informatie te verstrekken, wordt de bijstand overeenkomstig artikel 35, § 6, van Verordening nr. 640/2014 van 11 maart 2014, geweigerd of volledig ingetrokken, wordt hij voor het kalenderjaar van de bevinding en het daaropvolgende kalenderjaar uitgesloten uit de maatregel. De steun wordt hem eveneens geweigerd en zelfs volledig ingetrokken.

Art. 16.§ 1. Wanneer de toelaatbaarheidsvoorwaarden voorzien voor de in hoofdstuk 5 bedoelde toelagen voor het herstel en het onderhoud niet nageleefd worden, wordt de steun volledig afgeschaft overeenkomstig artikel 35, § 1, van Verordening nr. 640/2014 van 11 maart 2014. § 2. Overeenkomstig artikel 35, §§ 2 en 3 van Verordening nr. 640/2014 van 11 maart 2014, wordt het bedrag van de verlagingen in geval van niet-overeenstemming met de eisen bedoeld in artikel 8, § 2, bepaald naar gelang van de ernst, de omvang, de duur en de herhaling van de vastgestelde niet-naleving.

De Minister kan de verlagingen bepalen die toegepast moeten worden voor een niet-uitvoering of voor een uitvoering van de in artikel 8, § 2, bedoelde eisen.

Als de onregelmatigheid zich herhaalt of aanhoudt, wordt het niveau van de steunverlaging Overeenkomstig artikel 35, § 3, van Verordening nr. 640/3014 van 11 maart 2014 en overeenkomstig de door de Minister voorziene bepalingen verhoogd.

Indien verschillende gevallen van niet-naleving van de voorwaarden voor eenzelfde beheerseenheid of voor eenzelfde perceel worden vastgesteld, kan de Minister voorzien in een hogere steunverlaging dan die bepaald krachtens § 2, tweede lid.

Er wordt geen verlaging toegepast indien de begunstigde aantoont dat hij voor de niet-uitgevoerde werken niet aansprakelijk is. § 3. Als er sprake is van een als ernstig beoordeelde niet-naleving gezien de omvang van de gevolgen die ze met zich meebrengt ten opzichte van de doelstellingen van de niet-nagekomen verbintenissen of verplichtingen, wordt de begunstigde overeenkomstig artikel 35, § 5, van Verordening nr. 640/2014, voor het betrokken kalenderjaar en het daaropvolgende kalenderjaar uitgesloten en wordt de steun hem geweigerd, en zelfs volledig ingetrokken. § 4. Wanneer vast komt te staan dat de begunstigde valse informatie heeft verstrekt om bijstand te ontvangen, of verzuimd heeft de nodige informatie te verstrekken, wordt de bijstand overeenkomstig artikel 35, § 6, van Verordening nr. 640/2014 van 11 maart 2014 geweigerd of volledig ingetrokken, wordt hij voor het kalenderjaar van de bevinding en het daaropvolgende kalenderjaar uitgesloten uit de maatregel. De steun wordt hem eveneens geweigerd en zelfs volledig ingetrokken. § 5. Overeenkomstig artikel 63, van Verordening (EU) nr. 809/2014 worden verlagingen en sancties toegepast op de in hoofdstuk 5, afdeling 2, bedoelde toelagen voor het herstel en het onderhoud in geval van niet-subsidiabele uitgaven ontdekt tijdens de administratieve controles en de controles ter plaatse. Afdeling 6. - Overdracht

Art. 17.Voor de aanvragen en de toekenningen van vergoedingen of toelagen heeft een overdracht uitwerking met ingang van 1 januari van het jaar volgend op die overdracht.

Art. 18.§ 1. Wanneer de aanvrager of de begunstigde van een in hoofdstuk 5 bedoelde toelage een recht van gebruik tussen levenden, het geheel of een gedeelte van een perceel gelegen in een Natura 2000-locatie of in een site die in aanmerking komt voor het Natura 2000-net of een in het kader van dat besluit genomen verbintenis tijdelijk of definitief aan een derde overdraagt, stelt de overdrager via een het door het betaalorgaan of zijn afgevaardigde ter beschikking gesteld formulier en bij elk middel dat een vaste datum aan de verzending verleent in de zin van de artikelen D.15 en D.16 van het Waalse Landbouwwetboek, de overnemer van de verbintenissen betreffende het bij de overdracht betrokken perceel in kennis daarvan uiterlijk binnen drie maanden na de overdracht. § 2. Binnen één maand na deze mededeling aan de overnemer zenden de overdrager en de overnemer bij elk middel dat een vaste datum aan de verzending verleent in de zin van de artikelen D.15 en D.16 van het Waalse Landbouwwetboek het in § 1 bedoelde formulier medeondertekend door de overnemer, waarin wordt bepaald dat laatstgenoemde de verbintenissen overneemt, aan het betaalorgaan of aan zijn afgevaardigde.

Bij gebrek aan zending van het in eerste lid bedoelde formulier blijft de overdrager aan zijn verbintenissen gebonden. § 3. Behoudens voorafgaandelijke afwijking van de Administratie leven de overnemers de verplichtingen gebonden aan het aanwijzingsbesluit en aan de krachtens dit besluit genomen verbintenis tot hun vervaldatum na.

Art. 19.Bij overlijden van de aanvrager of de begunstigde van een toelage informeren hun erfgenamen of legatarissen het betaalorgaan of zijn afgevaardigde binnen drie maanden na het overlijden daarover door het in § 1 bedoelde formulier bij elk middel dat een vaste datum aan de verzending verleent in de zin van de artikelen D.15 en D.16 van het Waalse Landbouwwetboek, aan laatstgenoemden te richten. De erfgenamen of legatarissen leven de verplichtingen gebonden aan het aanwijzingsbesluit en aan de krachtens dit besluit door de cujus genomen verbintenis tot hun vervaldatum na. HOOFDSTUK III. - Agrarische vergoeding

Art. 20.De agrarische vergoedingen worden alleen toegekend voor een landbouwoppervlakte die als weide is aangegeven.

De Minister bepaalt de bedragen van de voor de agrarische vergoedingen toegekende steun in overeenstemming met het Waals programma voor plattelandsontwikkeling.

De Minister kan het bedrag van de vergoedingen verminderen wanneer de instandhoudingsmaatregelen opgenomen in het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011, in het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 of in een aanwijzingsbesluit door een vergunning worden ingetrokken. De Minister stelt de bedragen en de verhouding van die verlagingen vast.

Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde past het bedrag van de vergoedingen aan naar gelang van de beheerseenheid vermeld in het in artikel 37 bedoelde conformiteitsattest, indien bedoeld attest door de Administratie goedgekeurd wordt voor 1 januari van de periode waarop de vergoedingen betrekkingen hebben.

Art. 21.Om in aanmerking te komen voor de in artikel 20 bedooelde vergoeding, voldoet de landbouwer aan de volgende cumulatieve toelaatbaarheidsvoorwaarden : 1° hij beschikt over een landbouwernummer overeenkomstig hoofdtuk 3 van het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015;2° hij dient jaarlijks een formulier voor de verzamelaanvraag in;3° hij beschikt over het perceel overeenkomstig artikel 39 van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015;4° hij beschikt over een gecumuleerde oppervlakte met als gevolg minstens een vergoeding van 100 euro;5° hij oefent een landbouwactiviteit op het perceel uit. HOOFDSTUK IV. - Bijomende niet-agrarische toelagen en vergoedingen Afdeling 1. - Niet-agrarische vergoeding

Art. 22.De Minister bepaalt de bosoppervlakten die in aanmerking komen voor de niet-agrarische vergoeding in overeenstemming met het programma voor plattelandsontwikkeling.

Art. 23.De Minister bepaalt de bedragen van de voor de niet- agrarische vergoedingen toegekende steun in overeenstemming met het Waals programma voor plattelandsontwikkeling.

De Minister kan het bedrag van de vergoedingen verminderen wanneer de instandhoudingsmaatregelen opgenomen in het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011, in het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 of in een aanwijzingsbesluit door een vergunning worden ingetrokken. De Minister stelt de bedragen en de verhouding van die verlagingen vast.

Art. 24.Om in aanmerking te komen voor de in artikel 23 bedooelde vergoeding, voldoet de privé-beheerder aan de volgende cumulatieve toelaatbaarheidsvoorwaarden : 1° hij is bij het betaalorgaan geïdentificeerd overeenkomstig hoofdstuk 2 van het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015;2° hij dient jaarlijks een formulier voor de steunaanvraag voor bosmaatregelen in;3° hij beschikt werkelijk over het perceel (de percelen);4° hij geeft al zijn percelen gelegen in een Natura 2000-locatie waarvan hij de beheerder is, aan.Die percelen worden indien mogelijk op grond van fysische elementen aanwezig op het terrein vastgesteld.

Ze hebben een minimale oppervlakte van 10 are en een maximale oppervlakte van 30 ha behalve in afwezigheid van fysische elementen waarmee hun beperkingen kunnen worden bepaald; 5° hij beschikt over een gecumuleerde oppervlakte met als gevolg minstens een vergoeding van 100 euro;6° hij identificeert de instandhoudingseilanden op fotoplan;7° voor elk perceel gelegen buiten de instandhoudingseilanden wijst hij het aantal dode bomen en biologisch waardevolle bomen aan;8° hij leeft artikel 56, §§ 1 en 2 2, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud na. Afdeling 2. - Bijkomende niet-agrarische toelage

Art. 25.§ 1. De privé-beheerder die de in afdeling 1 bedoelde niet-agrarische vergoedingen geniet, kan een bijkomende toelage krijgen indien hij ze in zijn steunaanvraag bedoeld in artikel 24, 2°, vraagt.

Deze bijkomende toelage wordt niet toegekend voor de oppervlakten : 1° van randen bestaande uit een strook van maximum twintig meter breed boven de eerste tien meter rand;2° van een instandhoudingseiland dat boven de eerste 3 % oppervlakte van instandhoudingseilandje ligt in een in aanmerking komend woud. De in aanmerking komende oppervlakte voor de bijkomende instandhoudingseilanden is niet hoger dan 10 % van de totale oppervlakte van het woud in Natura-2000 waarvan hij de beheerder is. § 2. Om in aanmerking te komen voor die bijkomende toelage, identificeert de privé-beheerder op het fotoplan : 1° de randen;2° de instandhoudingseilanden die ook op het terrein fysisch gemarkeerd zijn volgens de modaliteiten van het ministerieel besluit van 27 maart 2014. § 3. De in § 1 bedoelde toelage kan ook aan de openbare beheerders, die geen gewestelijke of federale eigenaars zijn, toegekend worden, ongeacht de oppervlakte van de bossen en wouden waarvan ze beheerder zijn, onder dezelfde voorwaarden als die bedoeld in §§ 1 en 2, voor oppervlakten groter dan het minimum bepaald bij artikel 71, eerste lid, 4°, en tweede lid, van het Boswetboek. § 4. Het bedrag van de bijkomende toelage is vastgelegd op 100 euro voor elke hectare bedoeld in § 1, tweede lid. § 5. De gecumuleerde minimale oppervlakte om de bijkomende toelage te krijgen is vastgelegd op 1 ha. Ze mag bestaan uit meerdere delen voor zover ze een individuele oppervlakte van minimum 10 are bestrijken.

De bijkomende instandhoudingseilanden worden in de gebieden van ouder hout van in aanmerking komend woud van de betrokken eigendom of in de gebieden die een bijzondere biologische waarde hebben, aangewezen door de beheerder die in onderlinge overeenstemming met de bevoegde directeur van het Departement Natuur en Bossen of zijn afgevaardigde bepaald moet worden.

De bijkomende instandhoudingseilanden worden niet in de open milieus aangewezen. § 6. De randen en instandhoudingseilanden die in aanmerking komen voor die bijkomende toelage worden tijdens minimum dertig jaar in stand gehouden.

Art. 26.De aanvrager van een niet-agrarische bijkomende toelage kan met inachtneming van de artikelen D.17, D.18 en D.257 van het Waalse Landbouwwetboek een beroep instellen tegen de beslissing tot toekenning of weigering van die toelage die door het betaalorgaan of zijn afgevaardigde is genomen.

Art. 27.De hoedanigheid van privé-beheerder die in aanmerking komt voor de in afdeling 1 bedoelde niet-agrarische vergoedingen of van andere openbare beheerders dan de gewestelijke en federale beheerders van een in aanmerking komend woud, vormt een bevel tot het beheer van de D.A.E.B. voor de oprichting van instandhoudingseilanden en randen zoals bepaald in artikel 25, § 1. HOOFDSTUK V. - Toelagen voor het herstel en het onderhoud van de open milieus Afdeling 1. - Selectie van de projecten

Art. 28.§ 1. Een toelage mag toegekend worden voor herstelwerken van natuurlijke habitats en habitats van soorten met een gemeenschappelijk belang, voor onderhoudswerken van open milieus alsook voor de aankoop van terreinen via een procedure van projectenoproep.

De aanvrager van de toelage dient de bijstandsaanvraag in de vormen bedoeld in de projectenoproep in. § 2. Na goedkeuring van het toezichtcomité bepaalt de Minister de selectiecriteria, de selectiemethode en de minimale quotering met het Waalse programma voor plattelandsontwikkeling. § 3. De toelage wordt toegekend aan de openbare of privé-beheerders van terreinen gelegen in het Waalse Gewest met uitzondering van de aankoop van terreinen uitsluitend bestemd voor de openbare beheerders.

Art. 29.Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde kan aanvullende stukken of gegevens van de aanvrager verlangen in het kader van de analyse van de selectiecriteria. Afdeling 2. - Toelagen voor het herstel en het beheer van natuurlijke

habitats en van habitats soorten met een gemeenschappelijk belang

Art. 30.§ 1. De werken die in aanmerking komen voor de toelagen voor het herstel en het onderhoud zijn : 1° de ontbossing;2° de verwijdering van het struikgewas;3° het plaatsen van omheiningen;4° de installatie van schuilplaatsen voor schapen;5° de opvulling van de draineerbuizen;6° het wortelsnoeien, het inzetten van mulchmachines, het frezen;7° het onderhoud van open milieus;8° de heraanplanting van inheemse loofboomsoorten in proefstation;9° de creatie of de ruiming van poelen;10° alle andere werken voor de verbetering of de handhaving van de instandhouding van de habitats of soorten met een gemeenschappelijk belang. Overeenkomstig het eerste lid komen de aankoop van materiaal zoals de draad voor afrastering, het plantenmateriaal of het didactische materiaal en elke andere kosten uitgegeven voor de werken in aanmerking voor de toelage. § 2. De overheidssteun dekt : 1° in de gevallen vermeld in § 1, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 5° tot 10° en voor de aankoop en de kosten bedoeld in § 1, tweede lid, 100 % van de werkelijke kosten, ongeacht of ze door een onderneming of door de aanvrager zelf worden uitgevoerd. 2° in het geval bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, 40 % van het bedrag van de werken, waarbij bedoelde werken tot 3.000 euro worden beperkt, per schuilplaats en met een maximum van één schuilplaats per 5 ha herstelde of onderhouden milieus.

Art. 31.Voor de toekenning van een toelage voor het herstel of het onderhoud moeten de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld worden : 1° het perceel dat het voorwerp uitmaakt van de toelageaanvraag is gelegen in een Natura 2000-locatie, in een site die in aanmerking komt voor het Natura 2000-net of in de ecologische hoofdstructuur;2° het perceel heeft het voorwerp uitgemaakt van een evaluatie van het biologische potentieel;3° de begunstigde verbindt zich ertoe om de in het toelagebesluit bepaalde voorwaarden na te leven naar gelang van de categorie en het type voorziene herstelwerken.

Art. 32.Een toelage voor de voortijdige exploitatie van naaldbomen kan slechts toegekend worden voor de percelen van naaldbomen van productiviteitsklasse 5 en 6 gelegen in de gebieden waar de aanplanting van naaldbomen tijdens de aanplanting wettelijk was toegelaten.

Art. 33.De werken worden uitgevoerd binnen een termijn van 22 maanden uiterlijk na de kennisgevingsdatum van de selectie behalve afwijking toegekend door het betaalorgaan of zijn afgevaardigde zoals aangewezen door de Minister.

Art. 34.Na de uitvoering van de herstel- of onderhoudswerken behoudt de begunstigde van de toelage het perceel in de voorwaarden bepaald in het toelagebesluit tijdens een door de Minister vastgestelde periode.

Als de beheerder voor deze werken om een toelage verzoekt en als hij aan de voorwaarden voldoet om ervoor in aanmerking te komen, maar de toelage toch niet kan verkrijgen wegens begrotingstekort, omdat de toegekende middelen afgeschaft zijn of hem niet meer toegekend kunnen worden, is hij in afwijking van het eerste lid en wanneer een voorwaarde van het toelagebesluit op de handhaving van open milieus slaatvoor het betrokken begrotingsjaar niet meer verplicht de verplichting om het milieu open te handhaven na te leven. Afdeling 3. - Aankoop van terreinen

Art. 35.In de gevallen bedoeld in afdeling 2 komt de aankoop van terreinen in aanmerking voor de toelage als bedoelde aankoop gekoppeld wordt aan een herstelproject of aan de investering gebonden aan het onderhoud van het natuurlijke erfgoed.

De bedragen die in aanmerking komen voor de aankoop van terreinen vertegenwoordigen maximum 90 % van de totale uitgaven die in aanmerking komen voor het herstel- of onderhoudsproject.

Elk terrein dat met de toelage aangekocht kan worden : 1° biedt de garanties voor de definitieve bestemming voor het natuurbehoud met inbegrip van het herstel of het onderhoud van de natuurlijke habitats en de habitats met een gemeenschappelijk belang;2° is op lange termijn bestemd voor het natuurbehoud;3° blijft het eigendom van de openbare aankoper voor een duur overeenstemmend met minstens de duur van de nagestreefde doelstelling. In het geval van de kosten gebonden aan de aankoop van terrein worden de algemene kosten beperkt op maximum 15 % van de voor het project in aanmerking komende uitgaven.

De belasting over de toegevoegde waarde en de registratierechten komen niet in aanmerking. Afdeling 4. - Uitbetaling van de toelagen

Art. 36.Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde betaalt het bedrag overeenstemmend met de bijstandsaanvraag in één keer uit na een administratieve controle en een controle ter plaatse op basis van een betalingsaanvraag met inbegrip van de door de aanvrager betaalde facturen, of op voorlegging van een schuldvorderingsverklaring als de werken door de aanvrager zelf worden uitgevoerd.

Het betaalorgaan of zijn afgevaardigde keurt de voorgelegde facturen of de schuldvorderingsverklaring goed.

Indien de uitvoering van handelingen of werken een vergunning of een aangifte vereist, worden de toelagen alleen uitbetaald indien de aanvrager van tevoren die vergunning heeft verkregen of zijn aangifte heeft meegedeeld.

Art. 37.Wanneer herstelwerken uitgevoerd zijn, bezorgt het betaalorgaan of zijn afgevaardigde de beheerder een attest van conformititeit of van kennisgeving van de berekening van de betaling van het bedrag van de toelage.

Dit attest bepaalt de berekening van het bedrag van de toelage, wijst op de na te leven voorwaarden en verplichtingen alsook de beheerseenheid/eenheden waarin het/de herstelde perceel/perceelen het voorwerp uitmaakt/uitmaken van een cartografie.

In voorkomend geval kan de beheerder met dit attest de in de hoofdstukken 3 en 4 bedoelde bijkomende vergoedingen en toelagen aanvragen. Afdeling 5. - D.A.E.B. - Bevelschrift

Art. 38.De hoedanigheid van privé-beheerder of openbare beheerder van terreinen gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest in een Natura 2000-site, in een site die in aanmerking komt voor het Natura 2000-net of in de ecologische hoofdstructuur bezit vormt een bevel tot het beheer van de D.A.E.B's voor het herstel en het onderhoud van natuurlijke habitats en habitats van soorten met een gemeenschappelijk belang zoals bepaald in artikel 30, § 1.

De hoedanigheid van openbare beheerder van terreinen gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest in een Natura 2000-site, in een site die in aanmerking komt voor het Natura 2000-net of in de ecologische hoofdstructuur bezit vormt een bevel tot het beheer van de D.A.E.B voor de aankoop van terreinen bepaald in artikel 35, derde lid, om er een herstelproject of een investering gebonden aan het onderhoud van het natuurlijke erfgoed uit te voeren. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingsbepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk

Art. 39.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 1er maart 24 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2011-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) punt 8° wordt vervangen als volgt : « 8° in aanmerking komend woud : bossen en wouden die in aanmerking komen voor steun zoals bepaald in artikel 22, eerste lid, van het besluit van het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 2016 betreffende e vergoedingen en toelagen teogekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op desites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur;»; b) hetzelfde artikel wordt aangevuld met een 16°, luidend als volgt : « 29° de weide : a) voor de percelen aangegeven in de verzamelaanvraag, de weide bedoeld in artikel 1, 15°, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende agromilieu- en klimaatsteun met inbegrip van de topografische elementen die op het perceel aanwezig zijn en die bestanddelen zijn van de habitat zoals de inheemse bomen, de inheemse hagen en de poelen bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2015 alsook de bosjes en struiken van een inheemse loofsoort gelegen op meer 10 m en de bosjes van minder dan 10 are;b) voor de percelen die niet aangegeven zijn in de verzamelaanvraag, elke oppervlakte gedekt voor meer dan 50 % met grasachtigde planten en andere oppervlakten aangepast aan het grasland en die het voorwerp uitmaken van belangrijke praktijken voor de instandhouding van de habitats en habitats van soorten, met ingebrip van de rotsachtige milieus en de hoogstamboomgaarden.»

Art. 40.In artikel 2, § 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht : « 1° in de eerste zin worden de woorden "in aanmerking komende bossen en wouden" vervangen door de woorden "in een in aanmerking komende woud" ; 2° in 2 ° wordt, in de Franse versie, het woord "éligible" vervangen door het woord "admissible" ».

Art. 41.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt 6° vervangen als volgt : « 6° vanaf de inwerkingtreding van het in besluit tot aanwijzing van de Natura 2000-locatie, de mechanische en chemische vernietiging van de vegetatie van de weiden, ook door het omploegen of de overschakeling op teelt, met inbegrip van de teelt van kerstbomen. »

Art. 42.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen als volgt : « 1° bij gebrek aan vigerend besluit tot aanwijzing van de Natura 2000-locatie, de mechanische en chemische vernietiging van de vegetatie van de weiden, ook door het omploegen of de overschakeling op teelt, met inbegrip van de teelt van kerstbomen.»; 2° in 6° wordt, in de Franse versie, het woord "éligible" vervangen door het woord "admissible".

Art. 43.In bijlage 2 bij hetzelfde besluit vervallen de woorden "38.

Grove den (Pinus sylvestris)". HOOFDSTUK VII. - Overgangsbepalingen

Art. 44.De bijkomende instandhoudingseilanden die overeenkomstig artikel 33, § 5, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-sites en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, vóór de inwerkingtreding van dit besluit afgebakend zijn en die niet aangewezen zijn in de gebieden van ouder hout van in aanmerking komend woud van de betrokken eigendom gelden als bijkomende instandhoudingseilanden in de zin van dit besluit voor zover ze aangewezen zijn overeenkomstig artikel 2, §§ 1 en 2, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 en betekend zijn in artikel 2, § 3, van voornoemd besluit vóór de inwerkingtreding van dit besluit. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 45.Dit besluit waarborgt de naleving van de bepalingen van de artikelen 3 tot 10, 13 en 36 van Verordening (EG) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Art. 46.Het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-sites en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur wordt opgeheven.

Art. 47.Dit besluit is van toepassing op alle lopende steunaanvragen.

In afwijking van het eerste lid worden de volgende aanvragen onderworpen aan et besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-sites en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur : 1° de steun- of betalingsaanvragen ingediend vóór het jaar 2016;2° de betalingsaanvragen betreffende de toekenning van een jaarlijkse schijf die een periode dekt die aan het jaar 2016 voorafgaat;3° de bijstandsaanvragen betreffende de in hoofdstuk 5 bedoelde toelagen voor het herstel en het onderhoud goedgekeurd door het betaalorgaan of zijn afgevaardigde vóór het jaar 2016.

Art. 48.De Minister van Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 14 juli 2016.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Luchthavens, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, R. COLLIN

^