Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 mei 2024
gepubliceerd op 30 juli 2024

Besluit van de Waalse regering met betrekking tot de subsidies voor de sanering van sites en de versterking van de ecosysteemdiensten

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024203846
pub.
30/07/2024
prom.
16/05/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MEI 2024. - Besluit van de Waalse regering met betrekking tot de subsidies voor de sanering van sites en de versterking van de ecosysteemdiensten


De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordening (EU) nr. 1306/2013;

Gelet op Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2022/1173 van de Commissie van 31 mei 2022 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op het Waals Landbouwwetboek, artikelen D.4, D.243 en D. 249, lid 2, 2°;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/07/2016 pub. 08/09/2016 numac 2016204493 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de vergoedingen en toelagen teogekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op desites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur sluiten betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2011 pub. 03/05/2011 numac 2011202045 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk sluiten houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur;

Gelet op het verslag van 31 januari 2024 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 februari 2024;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 23 februari 2024;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale overheid d.d. 21 maart 2024;

Gelet op het verzoek om advies aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, bij toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het verzoek om advies op 22 april 2024 werd ingeschreven op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder nummer 76.213/4;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving om geen advies te geven binnen de gevraagde termijn, krachtens artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op advies 24.0345 van de beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Natuur", gegeven op 22 maart 2024;

Op de voordracht van de minister van Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Definities


Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° het aanwijzingsbesluit: besluit van de Waalse Regering tot aanwijzing van een Natura 2000-gebied, aangenomen overeenkomstig artikel 26 van de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud;2° het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2011 pub. 03/05/2011 numac 2011202045 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk sluiten: het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2011 pub. 03/05/2011 numac 2011202045 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk sluiten houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk; 3° het betaalorgaan: het betaalorgaan bedoeld in artikel D.3, 25°, van het Waals Landbouwwetboek of het orgaan aan hetwelk het een of meerdere van zijn opdrachten overdraagt, overeenkomstig artikel D.256 van het Waals Landbouwwetboek; 4° de vergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 1bis, 28°, van de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud met inbegrip van de afwijkingen en de vergunningen verleend krachtens de artikelen 5, 28 en 41 van diezelfde wet;5° het biologisch potentieel: de waarschijnlijkheid van welslagen van acties voor herstel van de natuurlijke biodiversiteit, op basis van de aanwezigheid op het terrein of in de nabijheid van de elementen of voorwaarden die het welslagen van voornoemde acties mogelijk maken;6° de Verordening nr.2021/2115 van 2 december 2021: de Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013; 7° de Verordening nr.2021/2116 van 2 december 2021: de Verordening (EU) nr. 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013; 8° het gebied van groot biologisch belang of "GGBB": geografische eenheid die een geheel van eenheden van habitats of homogene biotopen omvat die gelegen zijn op minder dan zeshonderd meter van elkaar en die ten minste één zeldzame, bedreigde of beschermde soort huisvest of ten minste één zeldzame, bedreigde of beschermde habitat zoals bedoeld in de artikelen 2, 2bis en 3, § § 1 en 2, 3°, van de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud;9° de ecologische hoofdstructuur of "EHS": de gecumuleerde oppervlakte van de Natura 2000-gebieden, de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en de gebieden van groot biologisch belang. Buiten de Natura 2000-gebieden en de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net stelt de minister de ecologische hoofdstructuur vast en werkt hij die periodiek bij om rekening te houden met de nieuwe biologische informatie en de acties voor bescherming en herstel van de actoren op het terrein alsook om de grenzen ervan nader te bepalen. Afdeling 2. - Doel en toepassingsgebied


Art. 2.Bij toepassing van artikel 73 van Verordening nr. 2021/2115 van 2 december 2021 worden er subsidies toegekend tegen de voorwaarden zoals vastgesteld in het huidige besluit om de sanering van sites en de versterking van de ecosysteemdiensten te financieren.

Art. 3.De subsidie voor het herstel van sites wordt toegekend met het oog op het herstel en het onderhoud van de habitats van communautair belang en de habitats van soorten van communautair belang om hun herstel en behoud mogelijk te maken in een gunstige staat van bewaring.

Art. 4.De subsidie voor de versterking van de ecosysteemdiensten wordt toegekend om het overstromingsrisico te beperken en de insijpeling van water te bevorderen teneinde: 1° het debiet in natuurlijke of kunstmatige draineersystemen te verminderen, door afvloeiend water te onderscheppen of op te slaan met als doel: a) waterlopen die werden geartificialiseerd voor de bosbouw te hermeanderen of tijdelijke overstromingsgebieden te creëren, dijken om het water tegen te houden in de hoofdbedding van de waterlopen;b) bosopstanden op anticipatieve wijze te exploiteren om de ontwikkeling mogelijk te maken van natuurlijke oeverhabitats of habitats die typisch zijn voor vochtige gebieden of de aanplanting van opstanden die aangepast zijn aan dit type gebieden;c) de oevers te herbebossen waardoor de natuurlijke systemen kunnen worden hersteld om te helpen het debiet van waterlopen te vertragen en water op te slaan;2° inrichtingen te installeren die toelaten de erosie en de samendrukking van bodems te beperken in geval van exploitatie, in grotere mate dan opgelegd door wettelijke verplichtingen;3° het wegennet en de infrastructuur aan te passen aan de geplande inrichtingen om tegemoet te komen aan de vastgestelde doelstellingen. HOOFDSTUK 2. - Procedures voor indiening, voor analyse van de subsidiabiliteit en voor selectie van de projecten Afdeling 1. - Indiening en ontvankelijkheid van de subsidieaanvraag


Art. 5.De in het huidige besluit bedoelde subsidies worden toegekend in het kader van een periodieke procedure van projectoproepen waarvan de minister de modaliteiten en de periodiciteit bepaalt.

Art. 6.Op straffe van onontvankelijkheid moet de subsidieaanvraag voldoen aan onderstaande cumulatieve voorwaarden: 1° ze wordt ingediend in de vorm, binnen de termijnen en volgens de nadere regels zoals bepaald door de minister;2° ze bevat een beschrijving van de verrichtingen en van de nuttige documenten zoals bepaald door de minister.

Art. 7.Het betaalorgaan geeft de aanvrager kennis van zijn beslissing betreffende de ontvankelijkheid van de aanvraag met behulp van eender welk middel dat een zekere datum geeft aan de verzending binnen de dertig dagen na afsluiting van de projectoproep. Afdeling 2. - Subsidiabiliteit van de subsidieaanvragen en selectie

van de projecten

Art. 8.De subsidieaanvraag is subsidiabel tegen onderstaande cumulatieve voorwaarden: 1° het project voldoet aan een van de doelstellingen zoals bedoeld in de artikelen 3 en 4;2° het project heeft betrekking op terreinen op het grondgebied van het Waals Gewest;3° de verrichtingen die het voorwerp uitmaken van de subsidieaanvraag, worden ten vroegste uitgevoerd op de dag van de kennisgeving van ontvankelijkheid zoals bedoeld in artikel 7;4° de begunstigde verbindt zich ertoe de verplichtingen in acht te nemen waaraan hij zal worden onderworpen in de selectiebeslissing krachtens artikel 12, § 5, lid 1, 6°;5° de verrichtingen die het voorwerp uitmaken van de subsidieaanvraag, voldoen aan de toepasselijke Europese en gewestelijke regelgeving;6° onverminderd het bepaalde in 7° is de aanvrager de eigenaar of de beheerder, natuurlijke persoon of rechtspersoon, van het terrein dat het voorwerp uitmaakt van de subsidieaanvraag;7° in het geval van een aankoop van terrein zoals bedoeld in artikel 14, § 1, lid 1, 12°, is de aanvrager een publiekrechtelijke rechtspersoon. Voor de toepassing van lid 1, 6°, moet de beheerder - zo hij niet de eigenaar van het terrein is - beschikken over het akkoord van de eigenaar van het terrein om het project uit te voeren.

Voor de toepassing van lid 1, 7°, moet de aanvrager - indien de aankoop betrekking heeft op een terrein dat het voorwerp uitmaakt van een verhuur voor landbouwdoeleinden - beschikken over het akkoord van de betrokken huurder(s).

Art. 9.Naast de in artikel 8 vastgestelde voorwaarden zijn subsidieaanvragen voor het herstel van sites subsidiabel tegen onderstaande cumulatieve voorwaarden: 1° het perceel dat het voorwerp uitmaakt van de subsidieaanvraag, is gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur;2° het biologisch potentieel van het project krijgt, volledig of gedeeltelijk, een gunstige beoordeling vanwege het betaalorgaan;3° na uitvoering van rooiwerken en op basis van een wetenschappelijk rapport handelt de aanvrager als volgt: a) in het kader van werken met het oog op het herstel van open milieus handhaaft hij het open karakter van het grasveld of de heide door uitdunnen van struikgewas, maaien of door de opmaak van een onderhoudsprogramma dat het betaalorgaan goedkeurt;b) in het kader van werken met het oog op het herstel van bosmilieus bevordert hij de natuurlijke regeneratie of herplant hij inheemse soorten in station, met naleving van het in het Waals Gewest toepasselijk beleid voor bosregeneratie. Voor de toepassing van lid 1, 2°: 1° kan het biologisch potentieel gebaseerd zijn op: a) de aanwezigheid van een zelfs beschadigde habitat van communautair belang;b) de floristische rijkdom van de habitat van communautair belang;c) de passende ecologische omstandigheden voor onthaal van de habitat;d) de aanwezigheid in de nabijheid van een kerngebied of een populatie van soorten die de herstelde habitat kunnen koloniseren;e) de mogelijkheid om onderhoudswerken uit te voeren eens de habitat is hersteld.2° indien het project de aankoop omvat van een perceel overeenkomstig wat er is bepaald in artikel 14, § 1, lid 1, 12°, wordt het biologisch potentieel enkel beoordeeld op de oppervlakten die effectief het voorwerp uitmaken van herstelmaatregelen.

Art. 10.Naast de in artikel 8 vastgestelde voorwaarden zijn subsidieaanvragen voor de versterking van de ecosysteemdiensten subsidiabel tegen onderstaande cumulatieve voorwaarden: 1° indien het project betrekking heeft op een woud, wordt er van het perceel dat het voorwerp uitmaakt van de subsidieaanvraag een plan van bosaanleg of een eenvoudig beheerplan opgesteld; 2° het project wordt in de toepassing van de rivieractieprogramma's geïdentificeerd door een geïntegreerde en gesectoriseerde benadering voor elk Waals deelstroomgebied (PARIS) zoals aangenomen krachtens de artikelen D.33/3 tot D.33/6 van het Waterwetboek.

Lid 1, 1°, is niet van toepassing indien het betrokken perceel eigendom is van een privéeigenaar die minder dan vijf hectare woud bezit.

Art. 11.In het kader van de analyse van de subsidiabiliteit van de aanvraag kan het betaalorgaan de aanvrager verzoeken om bijkomende documenten of informatie te verstrekken.

Het verzoek bedoeld in lid 1 schort de termijn voor verwerking van het dossier op.

Op straffe van niet-subsidiabiliteit van de subsidieaanvraag verstrekt de aanvrager de bijkomende informatie binnen een termijn van tien werkdagen vanaf de ontvangst van het verzoek om bijkomende documentatie of informatie te verstrekken.

Art. 12.§ 1. Na afloop van de analyse van de ontvankelijkheid en de subsidiabiliteit van de subsidieaanvragen in overeenstemming met de artikelen 6 tot 11, beoordeelt het betaalorgaan de projecten die in het kader van de projectoproep zijn ingediend op basis van hun verenigbaarheid, op het ogenblik van indiening van de subsidieaanvraag, met de selectiecriteria.

Er wordt een weging toegekend aan elk selectiecriterium.

Voor de toepassing van deze paragraaf stelt de minister de selectiecriteria en hun weging vast. § 2. In het kader van de analyse van de verenigbaarheid van de projecten ten aanzien van de selectiecriteria, kan het betaalorgaan de aanvrager verzoeken om bijkomende documenten of informatie te verstrekken.

De aanvraag bedoeld in lid 1 schort de termijn voor verwerking van het dossier op.

Op straffe van afwijzing van de subsidieaanvraag verstrekt de aanvrager de bijkomende informatie binnen tien werkdagen vanaf de ontvangst van het verzoek. § 3. Volgend op de analyse van de ingediende projecten wordt er een rangschikking opgemaakt in functie van het totale aantal punten dat aan elk project is toegekend. § 4. Binnen een termijn van negentig dagen vanaf de afsluiting van de projectoproep analyseert het selectiecomité van het strategisch GLB-plan de rangschikking en keurt het die desgevallend goed. Zo het comité vaststelt dat de rangschikking een duidelijke fout bevat, wijzigt het de rangschikking.

De goedkeuring van de rangschikking houdt rekening met het budget dat is toegewezen voor de periode van de betrokken projectoproep.

Om te worden geselecteerd moet elk project een door de minister bepaald minimum aantal punten behalen.

Indien meerdere projecten een gelijk aantal punten behalen, wordt er met de datum van indiening van de subsidieaanvraag rekening gehouden om de volgorde van de rangschikking te bepalen. Een project dat vroeger werd ingediend, krijgt voorrang op een project dat later werd ingediend.

Voor de toepassing van deze paragraaf is het gedelegeerd orgaan van het betaalorgaan de inspecteur-generaal van het departement Natuur en Bossen. § 5. De krachtens paragraaf 4 genomen beslissing bepaalt voor elk in aanmerking genomen project: 1° het type en de beschrijving van de toegelaten verrichtingen en de motivering van de niet-toegelaten verrichtingen;2° het totale bedrag van de subsidiabele kosten van het project dat de begunstigde zal uitvoeren en, desgevallend, de motivering van de niet-subsidiabele kosten;3° het voorlopig bedrag van de steun en de motivering van dit bedrag;4° de uiterste datum voor uitvoering van het project;5° de uiterste datum voor verzending van het laatste verzoek tot betaling;6° de verplichtingen waaraan de begunstigden onderworpen zijn, met inbegrip van de eisen met betrekking tot het behoud van de te herstellen terreinen. Voor de toepassing van lid 1, 6°, bepaalt de minister, in functie van verschillende types werken, de minimale duur tijdens dewelke de eisen met betrekking tot het behoud van de te herstellen terreinen van kracht zijn.

Art. 13.Binnen een termijn van één week vanaf de aanname van de selectiebeslissing brengt het betaalorgaan de aanvragers op de hoogte van zijn beslissing wat betreft de subsidiabiliteit en de selectie van de projecten met behulp van eender welk middel dat aan de verzending een zekere datum geeft.

HOOFDSTUK 3. - Subsidiabele kosten en uitvoering van de geselecteerde projecten

Art. 14.§ 1. De subsidies voor het herstel van sites of voor de versterking van de ecosysteemdiensten hebben betrekking op een of meerdere van de volgende verrichtingen: 1° het plaatsen van afsluitingen;2° de installatie van schuilhokken voor het vee dat zorgt voor begrazing voor onderhoud, met maximaal één schuilhok per vijf hectare herstelde milieus;3° ontbossen en uitdunnen van struikgewas;4° vullen van draineerbuizen;5° wortelsnoeien, schoonhouden van de omtrek en frezen;6° onderhoud van open milieus;7° aanplanten van inheemse loofboomsoorten in station;8° creëren en schoonmaken van poelen;9° aankoop en installatie van materieel voor bewustmaking voor de bescherming van de herstelde habitats;10° eender welke andere verrichting bestemd voor het herstel of het onderhoud van sites;11° inrichtingen aanbrengen of verrichtingen uitvoeren bestemd ter versterking van de ecosysteemdiensten;12° aankoop van terreinen in combinatie met een project voor herstel of versterking van de ecosysteemdiensten. Voor de toepassing van lid 1, 12°, is de aankoop van grond die eigendom is van een publiekrechtelijke rechtspersoon niet subsidiabel.

Het huidige lid is niet van toepassing op aankopen van grond door het Waals Gewest. § 2. De subsidies voor het herstel van sites of voor de versterking van de ecosysteemdiensten dekken de gemaakte reële kosten die inherent zijn aan de verrichtingen zoals bedoeld in paragraaf 1.

Indien uit de informatie in het bezit van het betaalorgaan blijkt dat de kosten die de aanvrager heeft opgegeven voor een in zijn subsidieaanvraag opgenomen verrichting duidelijk hoger zijn dan de marktprijzen, kan het betaalorgaan het bedrag van de subsidie voor deze verrichting aanpassen om het in overeenstemming te brengen met de door het betaalorgaan vastgestelde marktprijzen. § 3. De subsidies voor het herstel van sites of voor de versterking van de ecosysteemdiensten kunnen de reële kosten dekken die zijn gemaakt voor immateriële prestaties die inherent zijn aan de verrichtingen zoals bedoeld in paragraaf 1 alsook de kosten die verbonden zijn met de haalbaarheidsstudies, de milieueffectenbeoordeling en het verkrijgen van de vergunningen binnen een limiet van 15 van het totale bedrag van de subsidie. § 4. De subsidies dekken honderd procent van de gemaakte reële kosten zoals bedoeld in de paragrafen 2 en 3.

Bij afwijking van lid 1 is het bedrag van de subsidie gelijk aan vijftig procent van de gemaakte reële kosten voor de aankopen van terreinen door andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan het Waals Gewest.

Bij afwijking van lid 1 is het bedrag van de subsidie beperkt tot veertig procent van de gemaakte reële kosten voor de bouw van schuilhokken voor het vee zoals bedoeld in paragraaf 1, lid 1, 2°. § 5. Wat betreft de aankoop van grond dekt de subsidie niet de volgende elementen: 1° de belasting over de toegevoegde waarde, afgekort tot btw, wanneer de begunstigde van de subsidie het Waals Gewest is of eender welke andere btw-plichtige openbare begunstigde;2° de registratierechten.

Art. 15.§ 1. Voor de toepassing van artikel 14, § 1, lid 1, 12°, moet elk terrein: 1° garanties bieden van definitieve bestemming voor natuurbehoud of voor versterking van ecosysteemdiensten;2° eigendom blijven van de begunstigde voor een duur die ten minste gelijk is aan de duur van het behoud van het terrein onder de voorwaarden zoals vastgesteld in de selectiebeslissing, krachtens artikel 12, § 5, lid 1, 6°. § 2. Het voor de aankoop van terreinen toegewezen bedrag vertegenwoordigt maximaal 90 van het totale bedrag van de subsidiabele kosten van het project.

De algemene kosten in verband met de aankoop van grond zijn beperkt tot maximaal 15 van het totale bedrag van de subsidiabele kosten in verband met de aankoop van de grond.

Art. 16.De verrichtingen die het voorwerp uitmaken van de subsidie, worden uitgevoerd binnen een termijn van twee jaar vanaf de datum van kennisgeving van de selectiebeslissing, behoudens door het betaalorgaan toegestane afwijking.

Art. 17.Na uitvoering van de verrichtingen die het voorwerp uitmaken van de subsidie, behoudt de begunstigde het terrein onder de voorwaarden en voor de periode zoals bepaald in de selectiebeslissing krachtens artikel 12, § 5, lid 1, 6°.

Bij afwijking van lid 1 kan de begunstigde of de door deze laatste gemachtigde beheerder, wanneer een voorwaarde bedoeld in artikel 12, § 5, lid 1, 6°, betrekking heeft op de verplichting om de open milieus te behouden, door het betaalorgaan worden vrijgesteld, voor het betrokken begrotingsjaar, van de verplichting inzake behoud van het open milieu, en dit tegen onderstaande cumulatieve voorwaarden: 1° de begunstigde of de door deze laatste gemachtigde beheerder vraagt een subsidie voor het onderhoud van de percelen;2° de subsidie kan hem niet worden toegekend voor het lopende jaar wegens: a) ofwel een tekort aan budget;b) ofwel omdat de steunmaatregel werd geschrapt;c) ofwel omdat de subsidie niet langer toegankelijk is voor de begunstigde of de door deze laatste gemachtigde beheerder. HOOFDSTUK 4. - Betalingen, overdrachten, controle en invordering van onterecht betaalde bedragen Afdeling 1. - Algemene bepalingen


Art. 18.De directeur-generaal van de administratie bedoeld in artikel D.3, 3°, van het Waals Landbouwwetboek of de ambtenaar die hem vervangt, is bevoegd om de uitgaven met betrekking tot de in dit besluit bedoelde subsidies vast te leggen, goed te keuren en betaalbaar te stellen.

Het betaalorgaan betaalt de subsidies, vordert de onterecht betaalde bedragen in, legt de boetes op en beheert de beroepen. Afdeling 2. - Betaling


Art. 19.§ 1. Wanneer een project is gerealiseerd, dient de begunstigde een verzoek tot betaling in volgens de vormen en nadere regels die de minister bepaalt.

Voor een project dat bestaat uit meerdere verrichtingen, kunnen er verschillende betalingsverzoeken worden ingediend naargelang de voortgang van het project.

Het betalingsverzoek vermeldt het bedrag dat overeenstemt met de steun of een deel van de steun zoals bedoeld in de selectiebeslissing. Het verzoek wordt gemotiveerd: 1° ofwel door de betaalde facturen indien de werken worden uitgevoerd door een aannemer;2° ofwel door een schuldvordering indien de werken worden uitgevoerd door de aanvrager zelf. § 2. Bij afwijking van paragraaf 1 kan een begunstigde een geldvoorschot vragen voor projecten die nog niet zijn uitgevoerd. Het verzoek wordt gemotiveerd door een schuldvordering waarbij de kennisgeving van de selectiebeslissing wordt gevoegd. Het bedrag van het voorschot is maximaal gelijk aan 30 van het totale bedrag van de steun zoals bepaald in de selectiebeslissing.

Art. 20.Het betaalorgaan berekent het bedrag van de subsidie die krachtens het huidige besluit mag worden toegekend op basis van alle nuttige gegevens waarover het beschikt, met inbegrip van: 1° de gegevens die voorkomen in de subsidieaanvraag en in het verzoek tot betaling;2° voor de projecten die gelegen zijn in Natura 2000-gebied, het besluit tot aanwijzing van de site, het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2011 pub. 03/05/2011 numac 2011202045 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk sluiten houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 tot bepaling van de beheerseenheidstypes die binnen een Natura 2000-locatie afgebakend zouden kunnen worden, alsook tot bepaling van de verbodsmaatregelen en van de bijzondere preventieve maatregelen die erop toepasselijk zijn;3° de administratieve gegevens afkomstig van het Département de la Nature et des Forêts (departement natuur en bossen) van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;4° de gegevens afkomstig van de administratieve controles en van de controles ter plaatse.

Art. 21.Het betalingsverzoek zoals bedoeld in artikel 19, § 1, wordt vereffend na uitvoering van de administratieve controles en van de controles ter plaatse.

Indien de uitvoering van handelingen of werkzaamheden een vergunning of een verklaring vereist, wordt het betalingsverzoek enkel vereffend indien de aanvrager voorafgaandelijk deze vergunning heeft verkregen of zijn verklaring heeft betekend.

De geldvoorschotten bedoeld in artikel 19, § 2, worden uitsluitend vereffend op de gewestelijke begroting.

Art. 22.Wanneer alle verrichtingen van het project zijn uitgevoerd en de overeenstemmende betalingsverzoeken zijn vereffend, betekent het betaalorgaan aan de begunstigde een attest met de volgende gegevens: 1° de gedetailleerde berekening van het bedrag van de vereffende steun;2° de in acht te nemen verplichtingen na afloop van het herstel, zoals gedefinieerd krachtens artikel 12, § 5, lid 1, 6°;3° de in acht te nemen verplichtingen inzake bekendheid en zichtbaarheid zoals bedoeld in artikel 6 van Verordening nr.2022/129 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van regels voor interventietypes voor oliehoudende zaden, katoen en bijproducten van de wijnbereiding krachtens Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad en voor de vereisten inzake informatie, bekendheid en zichtbaarheid aangaande steun van de Unie en de strategische GLB-plannen; 4° desgevallend, indien de bij het project betrokken percelen in Natura 2000-gebied gelegen zijn, de beheerseenheid of -eenheden waarin het of de herstelde percelen in kaart zal (zullen) worden gebracht.

Art. 23.De ingediende betalingsverzoeken die recht geven op vereffening, worden uitgevoerd totdat de beschikbare begrotingsmiddelen zijn opgebruikt. Afdeling 3. - Overdrachten


Art. 24.Voor de aanvragen en toekenningen van subsidies heeft een overdracht uitwerking vanaf één januari van het jaar dat volgt op de bedoelde overdracht.

Art. 25.§ 1. Wanneer de aanvrager of de begunstigde van een subsidie aan een derde een recht van bezetter onder levenden overdraagt, tijdelijk of definitief, voor het geheel of een deel van een perceel dat het voorwerp uitmaakt van een verbintenis die in het kader van het huidige besluit is aangegaan, brengt de overdrager - via een formulier dat het betaalorgaan ter beschikking stelt en met eender welk middel dat een zekere datum geeft aan de verzending krachtens de artikelen D.15 en D.16 van het Waals Landbouwwetboek - de verkrijger van de vastleggingen die betrekking hebben op het perceel dat het voorwerp uitmaakt van de overdracht daarvan op de hoogte ten laatste binnen de drie maanden vanaf de overdracht. § 2. Binnen de maand die volgt op deze kennisgeving aan de verkrijger versturen de overdrager en de verkrijger aan het betaalorgaan, met eender welk middel dat een zekere datum geeft krachtens de artikelen D.15 en D.16 van het Waals Landbouwwetboek, het formulier zoals bedoeld in paragraaf 1, medeondertekend door de verkrijger en waarin wordt bepaald dat deze laatste de verbintenissen overneemt.

Bij gebreke van verzending van het formulier zoals bedoeld in lid 1, blijft de overdrager gebonden door de verbintenissen die hij is aangegaan. § 3. Behoudens voorafgaande afwijking toegestaan door het betaalorgaan schikken de verkrijgers zich naar de verplichtingen in verband met het aanwijzingsbesluit en de verbintenis aangegaan krachtens het huidige besluit, tot hun einddatum.

Art. 26.In geval van overlijden van de aanvrager of de begunstigde van een subsidie brengen zijn erfgenamen of legatarissen het betaalorgaan daarvan op de hoogte binnen de drie maanden volgend op het overlijden door het formulier toe te sturen zoals bedoeld in artikel 25, § 1, met eender welk middel dat toelaat een zekere datum te geven krachtens de artikelen D.15 en D.16 van het Waals Landbouwwetboek.

De erfgenamen of legatarissen schikken zich naar de verplichtingen in verband met het aanwijzingsbesluit en de verbintenis aangegaan door de persoon van wie de nalatenschap is geopend, krachtens het huidige besluit, tot hun einddatum. Afdeling 4. - Controle

Onderafdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle controles

Art. 27.§ 1. De begunstigde of zijn vertegenwoordiger machtigt de bevoegde ambtenaren en personeelsleden om zijn eigendom te betreden om de correcte uitvoering van de krachtens het huidige besluit genomen maatregelen te controleren.

De begunstigde of zijn vertegenwoordiger verleent zijn medewerking en bijstand voor de goede uitvoering van de krachtens het huidige besluit verrichte controles. § 2. Elke weigering van controle door een begunstigde of elke opzettelijke handeling die de controle in het gedrang brengt, heeft van rechtswege als gevolg dat de steun wordt verlaagd of ingetrokken, behoudens overmacht. § 3. Wanneer een controle een geval van niet-naleving aan het licht brengt en het betaalorgaan vraagt om bewijsstukken over te leggen, verstrekt de begunstigde de betrokken documenten binnen een termijn van vijftien kalenderdagen volgend op het verzoek vanwege het betaalorgaan. Bij gebreke daarvan wordt de vaststelling van niet-naleving gehandhaafd.

Art. 28.Het betaalorgaan controleert de naleving van de subsidiabiliteitsvoorwaarden en van elke verplichting en houdt rekening met de vermoedelijke gevallen van niet-naleving die andere instellingen melden.

Art. 29.Het betaalorgaan maakt gebruik van de bewijsstukken die afkomstig zijn van andere instellingen om de in artikel 28 bedoelde elementen te controleren.

Onderafdeling 2. - Administratieve controles

Art. 30.Het betaalorgaan controleert de in de subsidieaanvragen en de betalingsverzoeken vermelde gegevens evenals de bewijsstukken. De administratieve controles hebben betrekking op alle elementen die kunnen en moeten worden gecontroleerd.

Bij de administratieve controle van de subsidieaanvraag controleert het betaalorgaan ten minste: 1° de ontvankelijkheid van de subsidieaanvraag;2° de subsidiabiliteit van de aanvrager en van de subsidieaanvraag;3° de inachtneming van de gekozen selectiecriteria bij de evaluatie van het project in het kader van de selectieprocedure;4° de subsidiabiliteit van de verrichtingen die het voorwerp uitmaken van de subsidieaanvraag;5° de subsidiabiliteit van de vermoedelijke kosten en hun redelijke aard. Bij de administratieve controle van het betalingsverzoek controleert het betaalorgaan ten minste: 1° de overeenstemming tussen de uitgevoerde verrichtingen en de verrichtingen die worden toegestaan in de selectiebeslissing zoals bedoeld in artikel 12, § 4;2° de inachtneming van de verplichtingen zoals vastgesteld in de selectiebeslissing krachtens artikel 12, § 5, lid 1, 6°;3° de inachtneming van de uitvoeringstermijn van het project zoals bepaald in artikel 16;4° de bewijsstukken met betrekking tot de gemaakte reële kosten, ingediend overeenkomstig artikel 19, § 1, lid 3;5° de overeenstemming van de documenten zoals vereist krachtens artikel 21, lid 2;6° het ontbreken van dubbele financiering door andere steunregelingen van het Gewest of de Gemeenschap. Onderafdeling 3. Controles ter plaatse

Art. 31.§ 1. Het betaalorgaan voorziet in een controle ter plaatse voor alle betalingsverzoeken die worden ingediend overeenkomstig artikel 19. § 2. De controles ter plaatse worden uitgevoerd vóór de vereffening van het betalingsverzoek. § 3. Bij de controle ter plaatse controleert het betaalorgaan ten minste: 1° de juistheid van de gegevens zoals opgegeven in de subsidieaanvraag en het betalingsverzoek alsook in de bewijsstukken;2° de effectieve en functionele uitvoering van de verrichtingen die het voorwerp uitmaken van de subsidieaanvraag;3° de overeenstemming tussen de uitgevoerde verrichtingen en de verrichtingen die worden toegestaan in de selectiebeslissing;4° de inachtneming van de verplichtingen zoals vastgesteld in de selectiebeslissing krachtens artikel 12, § 5, lid 1, 6°.

Art. 32.De controles ter plaatse krijgen de vorm van fysieke verificaties op het terrein.

Art. 33.§ 1. De controles ter plaatse worden onverwachts uitgevoerd.

De uitvoering van een controle ter plaatse kan van tevoren uit beleefdheid worden aangekondigd voor zover dit geen impact heeft op het doel of de doeltreffendheid van de controle. De aankondiging uit beleefdheid van de controle wordt strikt beperkt tot de vereiste minimale duur en mag niet meer dan drie werkdagen bedragen. § 2. Bij afwijking van paragraaf 1 mogen de controles ter plaatse worden voorafgegaan door een voorafgaande aankondiging van de uitvoering van een controle van meer dan drie werkdagen op voorwaarde dat deze voorafgaande aankondiging naar behoren met redenen wordt omkleed.

Art. 34.§ 1. Van elke controle ter plaatse door het betaalorgaan wordt een controleverslag opgesteld van de verificaties die worden verricht krachtens artikel 31, § 3. § 2. Het controleverslag bevat de volgende gegevens: 1° het betalingsverzoek dat het voorwerp uitmaakt van de controle ter plaatse;2° de bij de controle ter plaatse aanwezige personen;3° desgevallend, de kennisgeving aan de begunstigde van de uitvoering van een controle ter plaatse door het versturen van een voorafgaande kennisgeving overeenkomstig artikel 33, § 2, evenals de duur en de motivering van de voorafgaande kennisgeving;4° de resultaten van de controle ter plaatse en de eventuele vaststellingen in verband met de controle;5° de bewijselementen die toelaten het bewijs te leveren van de resultaten van de controle ter plaatse;6° in voorkomend geval, de opmerkingen van de begunstigde die kunnen worden meegedeeld na afloop van de controle ter plaatse door het versturen van een formulier overeenkomstig paragraaf 3, lid 2. Het controleverslag wordt gevalideerd door een medewerker van het betaalorgaan. § 3. Een kopie van het controleverslag wordt opgestuurd naar de begunstigde.

De begunstigde kan opmerkingen met betrekking tot het controleverslag formuleren binnen een termijn van vijfenveertig werkdagen vanaf de ontvangst ervan door het betwistingsformulier toe te sturen dat aan het verslag wordt gehecht.

De opmerkingen met betrekking tot het controleverslag vormen geen administratief beroep. § 4. De begunstigde kan administratief beroep instellen tegen eender welke beslissing die wordt genomen op basis van een controleverslag dat een geval van niet-naleving vaststelt, overeenkomstig artikel D.257 van het Waals Landbouwwetboek.

Onderafdeling 4. - Controle ex post

Art. 35.§ 1. Het betaalorgaan verifieert ter gelegenheid van de controle ex post de inachtneming van de voorwaarden die zijn vastgesteld in het attest krachtens artikel 22, lid 1, 2° en 3°.

De controle ex post van de verplichtingen inzake bekendheid en zichtbaarheid kan enkel worden uitgevoerd tijdens de periode van vijf jaar die volgt op de vereffening van de subsidie.

Art. 36.§ 1. Voor elk kalenderjaar voert het betaalorgaan controles ex post uit die betrekking hebben op een minimumpercentage van de uitgaven in verband met de projecten waarvoor, op cumulatieve wijze: 1° het attest bedoeld in artikel 22 werd betekend;2° voorwaarden van behoud zoals vastgesteld in het attest bedoeld in artikel 22 van kracht zijn. Voor de toepassing van lid 1 stelt de minister het minimumpercentage vast van de uitgaven die het voorwerp uitmaken van controles ex post. § 2. Om het minimumpercentage te bereiken zoals bedoeld in paragraaf 1 selecteert het betaalorgaan een controlesteekproef die omvat wat volgt: 1° een willekeurige component, bestemd om een foutpercentage te verkrijgen dat representatief is voor de volledige gecontroleerde populatie;2° een component gebaseerd op de risico's, bestemd om de domeinen te identificeren waar het foutrisico het hoogst is voor de volledige gecontroleerde populatie. Het betaalorgaan selecteert de willekeurige component alvorens de risicogebaseerde component te selecteren.

Voor de toepassing van lid 1 en lid 2 stelt de minister, op voorstel van het betaalorgaan, de verhoudingen van de steekproef vast die worden gewijd aan respectievelijk de willekeurige en de risicogebaseerde component.

Elk jaar evalueert het betaalorgaan de doeltreffendheid van de risicogebaseerde component. Desgevallend actualiseert het betaalorgaan de risicogebaseerde component. § 3. Ter aanvulling van de controles bedoeld in paragraaf 1 kan het betaalorgaan ook voorzien in een controle ex post die gebaseerd is op een risicoanalyse, ter rechtvaardiging van deze controle, van een welbepaald project. Afdeling 5. - Sancties


Art. 37.§ 1. Wanneer de subsidiabiliteitsvoorwaarden met betrekking tot de subsidieaanvraag, de aanvrager of de verrichtingen die het voorwerp uitmaken van de subsidieaanvraag niet in acht worden genomen, wordt de overeenstemmende steun volledig geschrapt.

In geval van overschrijding van de termijn voor uitvoering van de werken of voor aankoop, dooft het recht op de subsidie uit, tenzij een verlenging van termijn wordt gevraagd en verkregen van het betaalorgaan. § 2. In geval van niet-naleving van de verplichtingen die aan de begunstigde worden opgelegd alsook in geval van niet-overeenstemming tussen de uitgevoerde verrichtingen en de toegelaten verrichtingen zoals betekend in de selectiebeslissing bedoeld in artikel 12, § § 4 en 5, wordt het subsidiebedrag verlaagd. Het bedrag van de vermindering wordt vastgesteld in functie van de ernst, de omvang, het aanhouden en de herhaling van het vastgestelde geval van niet-naleving.

Voor de toepassing van lid 1 geldt wat volgt: 1° de ernst van het geval van niet-naleving is afhankelijk van de omvang van de gevolgen van de niet-naleving ten aanzien van het doel van de vereisten die niet in acht zijn genomen;2° de omvang van het geval van niet-naleving is afhankelijk van de impact ervan op het geheel van de subsidie;3° het aanhouden van het geval van niet-naleving is afhankelijk van de periode waarin de gevolgen van de niet-naleving blijven bestaan en van de mogelijkheid om er een einde aan te stellen door de inzet van redelijke middelen;4° de herhaling van het geval van niet-naleving is afhankelijk van de vaststelling, tijdens de laatste vier jaar, van soortgelijke gevallen van niet-naleving bij eenzelfde begunstigde. De minister kan bepalen welke verlagingen moeten worden toegepast voor een geval van niet-naleving of gedeeltelijke naleving van de vereisten zoals bepaald in lid 1.

Indien het geval van niet-naleving zich opnieuw voordoet of aanhoudt, kan de subsidie nog verder worden verlaagd overeenkomstig de door de minister vastgestelde bepalingen.

Indien meerdere gevallen van niet-naleving van de vereisten worden vastgesteld voor eenzelfde beheerseenheid of eenzelfde perceel, kan de minister voorzien in een grotere verlaging van de subsidie dan de verlaging die wordt vastgesteld krachtens lid 1 tot lid 3. § 3. Wanneer wordt vastgesteld dat de begunstigde valse bewijzen heeft geleverd om een subsidie te verkrijgen krachtens het huidige besluit of door nalatigheid de noodzakelijke informatie niet heeft verstrekt, wordt hij uitgesloten van de interventie tijdens het kalenderjaar van de vaststelling en voor de resterende jaren van de programmatieperiode. Bovendien wordt de volledige subsidie hem geweigerd of ingetrokken.

Art. 38.Overeenkomstig artikel 62 van Verordening nr. 2021/2116 van 2 december 2021 wordt elke subsidie volledig geweigerd of ingetrokken ten aanzien van de begunstigden die op kunstmatige wijze de voorwaarden creëren die vereist zijn om steun te verkrijgen, in tegenspraak met de doelstellingen van de betrokken interventie.

Art. 39.§ 1. In het kader van de controles ex post worden de in de huidige afdeling bedoelde sancties niet opgelegd in onderstaande gevallen: 1° de niet-naleving is het gevolg van een geval van overmacht;2° de betrokken persoon toont met eender welk bewijsmiddel aan dat de niet-naleving van de verplichtingen die op hem wegen niet aan hem toerekenbaar is of het betaalorgaan wordt er op een andere manier van overtuigd dat de betrokkene geen fout heeft begaan. § 2. De gevallen van overmacht worden schriftelijk aan het betaalorgaan betekend binnen een termijn van vijftien werkdagen vanaf de dag waarop de begunstigde, of zijn rechthebbende, in staat is om dat te doen. De bewijselementen die toelaten het bewijs te leveren van de gevallen van overmacht, worden bij de kennisgeving gevoegd.

Het betaalorgaan beslist geval per geval over de erkenning van het geval van overmacht op basis van de bewijselementen bedoeld in lid 1.

Art. 40.De toepassing van de administratieve sancties, de weigeringen van toekenning en de intrekkingen van steun zoals bedoeld in het huidige besluit gebeuren onverminderd de toepassing van strafrechtelijke sancties. Afdeling 6. - Terugvordering wegens onverschuldigde betaling


Art. 41.Indien subsidies onterecht zijn uitbetaald, gaat het betaalorgaan over tot schuldvergelijking of terugvordering volgens de modaliteiten vastgesteld in de artikelen 97 tot 105 van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 betreffende de controles, administratieve sancties en terugvordering die van toepassing zijn op interventies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en in het kader van de conditionaliteit.

HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 42.De subsidies voor het herstel van sites en de versterking van de ecosysteemdiensten vormen investeringssteun ter verbetering van de veerkracht en de milieuwaarde van de bosecosystemen en steun voor de basisdiensten en de infrastructuur in landbouwgebieden in de betekenis van de artikelen 44 en 55, respectievelijk, van Verordening nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Art. 43.In het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/07/2016 pub. 08/09/2016 numac 2016204493 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de vergoedingen en toelagen teogekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op desites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur sluiten betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2011 pub. 03/05/2011 numac 2011202045 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk sluiten houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-locaties en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur, wordt een artikel 47/2 ingevoegd dat als volgt luidt: "

Art. 47/2.Op de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering van 16 mei 2024 betreffende de subsidies voor het herstel van sites en de versterking van de ecosysteemdiensten houdt het huidige besluit op uitwerking te hebben wat betreft de subsidies voor het herstel en het onderhoud van open milieus."

Art. 44.De minister bevoegd voor het Natuurbehoud is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 45.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024.

Namen, 16 mei 2024.

Voor de Regering: De minister-president, E. DI RUPO De minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER


^