Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 12 februari 2009
gepubliceerd op 15 april 2009

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten en verschillende besluiten van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale en integrale voorwaarden

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009201609
pub.
15/04/2009
prom.
12/02/2009
ELI
eli/besluit/2009/02/12/2009201609/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 FEBRUARI 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten en verschillende besluiten van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale en integrale voorwaarden


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 3, 8bis en 11;

Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 3, vierde lid, 4, 5, 7 tot 9, 21, derde lid en 87, derde lid;

Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op artikel D.66, § 2;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2003 tot bepaling van de sectorale voorwaarden voor de installaties voor de inzameling en de sortering van recycleerbare metaalhoudende afvalstoffen, voor de installaties voor de inzameling, de sortering of de terugwinning van onderdelen van afgedankte voertuigen, de demontage en reinigingscentra voor afgedankte voertuigen en de centra voor de vernietiging van afgedankte voertuigen en de behandeling van ferro- en niet-ferro-metalen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2003 houdende integrale voorwaarden i.v.m. de containerparken voor huishoudelijke afvalstoffen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2003 houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de containerparken voor huishoudelijke afvalstoffen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot bepaling van de integrale exploitatievoorwaarden voor de tijdelijke opslag op bouw- of sloopwerven van niet-gesorteerde afvalstoffen bedoeld in rubriek 45.92.01;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of sortering, voorbehandeling en behandeling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA);

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 1 december 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende statische transformatoren van elektriciteit met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of de sortering van afvalstoffen van klasse B1;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of de sortering van afvalstoffen van klasse B1;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of de sortering van afgewerkte oliën;

Overwegende dat artikel 3bis van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, waarbij het begrip "bestaande woning" wordt vastgelegd, dient opgeheven te worden; dat die bepaling haar betekenis immers heeft verloren met de inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering van 1 maart 2007 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten; dat het begrip "bestaande woning" voortaan in de voetnoten van de rubrieken landbouw wordt vastgelegd;

Overwegende dat het toepassingsgebied van rubriek 40.10.01.01.02 dient te worden bepaald om enkel betrekking te hebben op statische transformatoren met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer die met een elektrische installatie zijn verbonden; bijgevolg zijn de statische transformatoren die niet verbonden zijn met een elektrische installatie (b.v. de opslag), niet ingedeeld;

Overwegende dat overeenkomstig rubriek 45.92.01, betreffende de "nodige installaties op bouw- of sloopwerven", de "tijdelijke opslag van afvalstoffen met uitzondering van de opslag van afvalstoffen die het voorwerp uitmaken van een sortering of van een scheiding tussen gevaarlijke, ongevaarlijke en inerte afvalstoffen" aan een aangifte is onderworpen; dat de formulering van deze bepaling problematiek is voor zover de hierboven onderstreepte woorden in tegenspraak zijn met het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot bepaling van de integrale exploitatievoorwaarden voor de tijdelijke opslag op bouw- of sloopwerven van niet gesorteerde afvalstoffen bedoeld in rubriek 45.92.01;

Overwegende dat de artikelen 10 en 11 van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 een sortering van afvalstoffen opleggen om de andere dan inerte afvalstoffen te isoleren; dat de uitbater van een bouw- of sloopwerf tegenover twee andersluidende bepalingen staat, de ene (rubriek 45.92.01) die enkel van toepassing is op zijn bedrijf indien hij zijn afvalstoffen niet sorteert, de andere (de integrale voorwaarden die overeenstemmen met deze rubriek) waarbij hij wordt verplicht diezelfde afvalstoffen te sorteren;

Overwegende dat, met het oog op een zorgvuldig beleid van de afvalstoffen op de werf, de onderstreepte woorden dienen opgeheven te worden om het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 op het geheel van de bij de rubriek 45.92.01 bedoelde bedrijven toe te passen, zelfs als de gevaarlijke, ongevaarlijke en inerte afvalstoffen op de werf worden gesorteerd;

Overwegende dat een nieuwe rubriek 61.20.03 dient toegevoegd te worden betreffende zeehandelshavens, met het land verbonden en buiten havens gelegen pieren voor lossen en laden (met uitzondering van pieren voor veerboten) die schepen van meer dan 1 350 ton kunnen ontvangen om punt 8 van bijlage I van Richtlijn 85/337/EG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particulieren projecten letterlijk om te zetten; dat die bedrijven dienen uitgesloten te worden uit het toepassingsgebied van rubriek 61.20.01 betreffende de aanleg van havens en haveninstallaties waar 25 schepen kunnen liggen, vissershavens inbegrepen;

Overwegende dat de toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan de tijdelijke opslag inhoudt van afvalstoffen die in aanmerking komen voor een terugnameplicht door de eindverkopers, verdelers, producenten of invoerders; dat de huidige rubriek 90.21 betreffende centra voor de samenbrenging en voor sortering van afvalstoffen zou kunnen worden toegepast op alle uitbaters die aan de terugnameplicht onderworpen afvalstoffen opslaan en, in geval van gevaarlijk geachte afvalstoffen, vanaf het eerste hergegroepeerd gram, het gebied onder klasse 2 zou vallen; dat het besluit van 25 april 2002 de eindverkopers precies identificeert die gebruikte goederen moeten overnemen meestal in geval van aankoop van nieuwe goederen, wat overeenstemt met de eerste stap van de ophaling, en met het oog op de valorisatie ervan; dat deze eindverkopers door de instellingen voor het beheer van de terugnameplichten worden gerepertorieerd en aan de "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen) worden meegedeeld; dat de overnamebepalingen van de gebruikte goederen door deze specifieke regeling worden omkaderd; dat bijgevolg een wijziging in het opschrift van de rubriek 63.12.05 bijgevolg uitsluitend de eindverkopers betreft;

Overwegende dat rubriek 37 en de subrubrieken betreffende afvalstoffen momenteel onder het opschrift "Hergroepering, sortering, recuparatie van recycleerbaar afvalstoffen" worden opgenomen en de rubrieken 90.21 onder het opschrift "Centrum voor de inzameling of de sortering van afvalstoffen bestemd voor de verwijdering"; dat dat onderscheid inhoudt dat men enerzijds te maken heeft met centra voor afvalstoffen bestemd voor verwijdering en, anderzijds, met centra voor afvalstoffen bestemd voor recycling;

Overwegende dat dat onderscheid niet beantwoordt aan de feitelijke activiteiten van installaties voor inzameling waar afvalstoffen bestemd voor de verwijdering alsook afvalstoffen bestemd voor de valorisering zich kunnen bevinden; dat een categorie van afvalstoffen bestemd voor verwijdering ooit in een categorie van afvalstoffen bestemd voor valorisering kan worden gewijzigd; dat in dat opzicht de rubrieken 37 met de rubrieken 90.2 dienen te worden samengevoegd en dit, met het oog op de samenhang, de vereenvoudiging en de leesbaarheid van bovenbedoeld besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002;

Overwegende dat, in deze optiek, verschillende rubrieken die geen drempel hadden nu er een bevatten terwijl voor anderen hun drempels werden gewijzigd en dit, om op de hierna nader bepaalde vereisten van het veld in te spelen;

Overwegende dat de drempels voor de installaties voor de verzameling niet meer in jaarlijkse behandelingscapaciteit dienen te worden bepaald maar in maximale tijdelijke opslagcapaciteit; dat de jaarlijkse behandelingscapaciteit immers een relevant criterium is om de omvang van de installatie voor de voorbehandeling, de valorisatie of de verwijdering van de afvalstoffen te schatten; dat het mogelijk is, ofwel op experimentele wijze, owel op grond van de plannen van de installatie, de maximumhoeveelheid afvalstoffen te bepalen die gedurende een tijdseenheid kunnen worden behandeld (uur, dag) en deze waarde daarna in jaarlijkse capaciteit om te zetten;

Overwegende dat het wel uiterst moeilijk is de omloopsnelheid van de afvalstoffen in te schatten als het gaat om de verzameling van afvalstoffen die in een installatie binnenkomen, die er een tijdje blijven, die eventueel opnieuw worden verpakt en, ten laatste, die naar een nieuwe bestemming worden verstuurd; dat deze omloopsnelheid grotendeels van de evolutie van de markt afhangt : hoeveelheden geproduceerde afvalstoffen, beschikbaarheid van de behandelingsstromen; dat dit criterium bij de aflevering van de milieuvergunning niet kan worden bepaald;

Overwegende dat, als de drempels van de installaties voor de verzameling op basis van de behandelingscapaciteit blijven worden vastgesteld, twee identieke installaties op verschillende wijzen zouden kunnen worden ingedeeld terwijl de gevolgen voor de opgeslagen hoeveelheden dezelfde zijn;

Overwegende dat kadavers van gezelschapsdieren categorie 1-materiaal zijn in de zin van artikel 4, § 1, punt iii), van Verordening (EG) nr. 1774/2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten; dat categorie 1-materiaal de belangrijkste risicoklasse is betreffende de veiligheid van de voedselketen; dat daarom moet worden bepaald dat de indeling van de kadavers van gezelschapsdieren in categorie 1 de productie van veevoeder uit deze kadavers moet voorkomen; dat het geenszins betekent dat deze kadavers systematisch gevaarlijk zijn voor de gezondheid; dat gezelschapsdieren die klinische verschijnselen van op mens of andere diersoorten overdraagbare ziekten vertonen (zoals rabiës) het voorwerp uitmaken van een verplichting tot kennisgeving en worden beheerd volgens zeer strenge bijzondere voorschriften;

Overwegende dat, daarenboven, artikel 24, § 1, punt a) van Verordening 1774/2002 de bevoegde overheid (in dit geval, het Gewest) afwijking van de algemene bepalingen van artikel 4, § 2, verleent wat betreft het beheer van categorie 1-materiaal : "de kadavers van gezelschapsdieren kunnen rechtstreeks worden verwijderd door begraving";

Overwegende dat de organisatie van het beheer van de kadavers van gezelschapsdieren - buiten begrafenis - op een systeem gebaseerd is dat op aansporing van een private onderneming in mei 2002 tot stand is gebracht; dat verschillende erkende maatschappijen de kadavers met het geschikte materieel (bestelwagens + hermetische containers) bij particulieren of dierenartsen verzamelen die daarna in hermetisch gesloten plastic zakken worden geplaatst; dat deze kadavers bij dierenartsen in een diepvriezer worden opgeslagen; dat de verzameling door erkende maatschappijen regelmatig is en een dierenarts nooit in de normale praktijk een groot aantal kadavers opslaat; dat de kadavers daarna ofwel in crematoria voor gezelschapsdieren worden verbrand, ofwel door deze private onderneming worden overgenomen;

Overwegende dat de dierenartsen buiten het toepassingsgebied vallen van het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 1993 betreffende dierlijke afvalstoffen (dit betekent in het bijzonder dat ze niet moeten worden erkend als ophaler/vervoerder en het veterinair kabinet niet wordt erkend als een plaats voor de verzameling van dierlijke afvalstoffen); dat het gestelde probleem betrekking heeft op de huidige rubrieken 37.20.10.01 (indien men beschouwt dat het veterinair kabinet toch een verzamelingsplaats is) of 63.12.05.07 (indien men beschouwt dat het veterinair kabinet een plaats is voor de productie van afvalstoffen uit de activiteiten van de dierenarts) die naar het in artikel 4, § 1, van Verordening 1774/2002 bedoeld categorie 1-materiaal verwijzen; dat deze rubrieken aanleiding tot de indeling van de categorie in klasse 2 geven;

Overwegende dat de indeling, op grond van bovenvemelde gegevens, onredelijk en onbetamelijk geacht kan worden; dat er voorgesteld wordt de dierenartspraktijken buiten het toepassingsgebied van deze rubrieken te houden; dat dit geldt voor alle activiteitensectoren die niet bestemd zijn voor de opslag van kadavers van dieren maar om die tijdelijk te bewaren na hun dood; dat het gaat om rubrieken betreffende de installaties voor de teelt of het fokken die onder de landbouwsector vallen, daar het houden van dieren niet onder de landbouwsector, de dierentuinen en maneges valt; dat het beheer van deze afvalstoffen immers in de sectorale, integrale of bijzondere voorwaarden van deze installaties en activiteiten is voorzien;

Overwegende dat de containerparken, bestemd hoofdzakelijk voor de opslag van huishoudelijke afvalstoffen, ook afvalstoffen van K.M.O.'s en zelfstandigen zouden moeten kunnen ontvangen voor zover een nauwkeurige - maar van de stromen van huishoudelijk en professionele oorsprong verschillende - traceerbaarheid van de materiaalstromen wordt verzekerd en het beginsel van dekking door professionelen van de reële en volledige kosten van de door hen aangevoerde afvalstoffen moet worden verzekerd om gekruiste financiële stromen te voorkomen en om te verzekeren dat de toelagen verleend voor de aanleg en de uitbating van parken voor het specifiek beheer van huishoudelijke afvalstoffen daarvoor uitsluitend worden voorbehouden, overeenkomstig het besluit van 13 december 2007 betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties (rubriek 90.21.12); dat de investeringskosten die in aanmerking moeten worden genomen, lager zullen zijn voor bestaande parken vanwege de reeds verrichte afschrijvingen; dat de integrale en sectorale voorwaarden bijgevolg worden aangevuld;

Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 5 maart 2008 betreffende het beheer van de afvalstoffen uit de gebruikelijke activiteit van de gezinnen en de dekking van de desbetreffende kosten de verplichting voor de gemeenten invoert om een ophalingsdienst van afvalstoffen van cementasbest te plannen; dat de containerparken een wijze van ophaling zijn die ter beschikking van de gemeenten wordt gesteld; dat, om de opslag te vergemakkelijken, rekening houdend met de beschikbare ruimte in de containerparken, de opslag- en verpakkingswijze van de afvalstoffen van cementasbest moeten worden uitgebreid, met name rekening houdend met de criteria reeds toegepast bij het besluit 17 juli 2003 houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken; dat de besluiten van 26 augustus 2003 houdende sectorale en integrale voorwaarden i.v.m. de containerparken voor huishoudelijke afvalstoffen op dat punt dienovereenkomstig worden aangevuld;

Overwegende dat het past om de indelingsdrempel van rubriek 90.21.13 betreffende de installaties voor de verzameling bestemd voor de selectieve inzameling van huisafvalstoffen te wijzigen door een aangifte in te dienen voor instellingen met een opslagcapaciteit hoger dan of gelijk aan 3 t en lager dan of gelijk aan 5 t; dat de indeling van de installaties met een opslagcapaciteit lager dan 3 t in een lagere klasse gemotiveerd wordt door de vaststelling dat deze instellingen immers geen milieuhinder veroorzaken; dat deze instellingen, hoewel zij niet meer aan de regeling betreffende de milieuvergunning worden onderworpen, op het vlak van leefmilieu verder worden begeleid;

Overwegende dat de verpakkingsafvalstoffen aan het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval worden onderworpen; dat dit samenwerkingsakkoord voorziet dat de verantwoordelijke voor de verpakking een erkende instelling kan gelasten met de uitvoering van zijn terugnameplicht; dat de erkenningsaanvraag, wanneer deze betrekking heeft op huishoudelijke afvalstoffen, volgens een modelovereenkomst in overeenstemming met de gewestelijke afvalstoffenplannen wordt opgesteld waarbij, onder andere, de milieuvoorwaarden betreffende deze terugnameplicht worden vastgelegd; dat ten slotte de voorwaarden betreffende de inzameling van textiel in een besluit van de Waalse Regering houdende reglementering van de inzameling van textiel zullen worden bepaald;

Overwegende dat een nieuwe rubriek 90.21.15 moet worden ingevoegd in het ontwerp van besluit betreffende de installaties voor de verzameling of de sortering van afvalstoffen van cementasbest; dat deze gevaarlijke afvalstoffen weinig gevaar voor het leefmilieu opleveren; dat het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest immers een dubbele verpakking oplegt van deze hermetisch afgesloten afvalstoffen voorzien van het reglementair etiket dat de aanwezigheid van asbest aangeeft;

Overwegende dat een nieuwe rubriek 90.21.16 wordt aangevuld om meer bepaald de installaties voor de verzameling van uitgegraven gronden buiten de productiesite te beogen; dat bouwwerkzaamheden en saneringswerven van verontreinigde sites belangrijke hoeveelheden uitgegraven gronden veroorzaken; dat het in sommige situaties nodig is de gronden tijdelijk te kunnen verzamelen voor de afvoer ervan al naargelang de gevallen en hun kenmerken naar behandelingscentra of sites voor de valorisatie van afvalstoffen;

Overwegende dat de woorden "verzameling of de sortering" in de rubrieken 90.22.07 en 90.22.08 door het woord "voorbehandeling" moeten worden vervangen en dit, met het oog op het verhogen van de coherentie met de andere gebruikte woorden;

Overwegende dat de voormalige rubriek 37.10.02 betreffende installaties voor het hergroeperen, sorteren of recupereren van buiten gebruik gestelde voertuigen moet worden opgeheven; dat deze rubriek immers een overlapping vormt met rubriek 37.10.03 (nieuwe rubriek 90.22.14) betreffende de demontage- en reinigingscentra voor afgedankte voertuigen; dat rubriek 37.10.02 bijgevolg in de nieuwe rubriek 90.22.14 wordt ingevoegd;

Overwegende dat er voorgesteld wordt het woord "behandeling" in rubriek 90.23 te vervangen door de woorden "valorisatie en verwijdering"; dat deze woorden immers het voorwerp uitmaken van een wettelijke definitie bedoeld bij het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, wat niet het geval is met het begrip behandeling van afvalstoffen;

Overwegende dat rubriek 90.23.04.02 wordt gewijzigd om aan de voorschrift van punt 3 van bijlage I van Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particulieren projecten te beantwoorden; dat op grond van dit punt geen milieuvergunning van klasse 2 immers mag worden verkregen voor door de producent verwijderde gevaarlijke afvalstoffen; dat het ontwerp van besluit garandeert dat een effectenonderzoek wordt vereist voor elke installatie voor de verwijdering door chemische behandeling van gevaarlijke afvalstoffen en elke installatie voor de verwijdering door chemische behandeling van ongevaarlijke afvalstoffen, met een capaciteit van meer dan 100 t, bedoeld respectievelijk in punten 9 en 10 van bijlage 7 bij Richtlijn 85/337/EEG (rubrieken 90.23.14 en 90.23.04);

Overwegende dat het past een nieuwe rubriek betreffende de installaties voor biomethanisatie in te voegen in bovenbedoeld besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002; dat deze activiteit nu in rubriek 90.23.02 betreffende de behandeling van ongevaarlijke afvalstoffen is ingedeeld; dat de bij dat soort installatie betrokken actoren niettemin een grotere leesbaarheid en modelvoorwaarden wensen; dat het bovendien een stimulans kan zijn voor de ontwikkeling van deze activiteit (rubriek 90.23.15);

Overwegende dat de verhoging van de drempels van de rubrieken 90.23.01, 90.23.02 en 90.23.03 gerechtvaardigd is door de vaststelling van een gebrek aan samenhang met de rubrieken 90.22.01, 90.22.02 en 90.22.03 betreffende de voorbehandeling van deze afvalstoffen waarvoor de drempels respectievelijk op 200 000 t/jaar, 100 000 t/jaar en 100 000 t/jaar worden vastgesteld, wat betekent (in de veronderstelling dat een permanente activiteit over 200 arbeidsdagen per jaar wordt gespreid) : 1 000 t/dag, 500 t/dag en 500 t/dag; dat de aanvankelijke drempel voor de rubrieken 90.23.01 en 90.23.02 bovendien niet zeer logisch was daar de drempel dezelfde is voor inerte en ongevaarlijke afvalstoffen;

Overwegende dat de rubrieken 90.23.11.01 en 90.23.11.02 betreffende de composteringsinstallaties (nieuwe rubriek 90.23.12) moeten worden gewijzigd door de maximale drempel van klasse 3 te verhogen van 100 m3 tot 500 m3; dat met deze wijziging wordt voorkomen dat landbouwondernemers die minder dan 500 m3 compost produceren, aan de procedure van behandeling van de aanvraag om een milieuvergunning en aan zware investeringen moeten worden onderworpen en dit, met het oog op samenhang met rubriek 01.49.01.03 (waarbij de drempel voor de opslag van meststoffen van de landbouwsector op 500 m3 voor klasse 3 wordt vastgesteld);

Overwegende dat de exploitatievoorwaarden in voorbereiding de stoffen zullen bepalen die in dat soort installatie kunnen worden gebracht; dat deze stoffen tot plantaardige afvalstoffen afkomstig van parken en tuinen, gemeenten, gezinnen en dierlijke mest worden beperkt; dat, wat betreft de landbouwbedrijven, aanvullende bepalingen worden voorzien om het goede gebruik van de compost te controleren ten opzichte van de problematiek van stikstof;

Overwegende dat het voor een drempel van 100 m3 als volgt kan worden berekend : De vereiste duur om kwaliteitscompost te maken is ongeveer zes maanden. Twee productieloten per jaar kunnen dus worden aanvaard.

De hoeveelheid opgeslagen stof bedraagt maximum 100 m3.

De gewichtsvermindering van de tot compost verwerkte stoffen bedraagt 2/3.

Wegens de verschillende stappen van de compostering wordt de coëfficiënt 0,5 in aanmerking genomen om de jaarlijkse productie van compost te ramen.

De geproduceerde hoeveelheid compost (dichtheid 0,6 t/m3) is : 100 m3 x 2 x 0,5 x 0,6 t/m3 = 60 t compost per jaar.

Stikstofgehalte : 1,5 % grondstof.

Overeenstemmende stikstofbeweging : 60 t x 0,015 = 0,9 t stikstof of 900 kg N. Toegestane verspreiding : - in weiden : 230 kg/jaar; - in teelten : 115 kg/jaar.

Overeenstemmende oppervlakten om de geproduceerde compost te verspreiden : - in weiden : 900/230 = 3,913 ha namelijk 4 ha; - in teelten : 900/115 = 7,826 ha namelijk 8 ha;

Overwegende dat deze cijfers aantonen dat de verspreidingsmogelijkheden dus beperkt zijn; dat ze met kleine landbouwbedrijven overeenstemmen; dat als de landbouwer de dierlijke mest van zijn landbouwexploitatie tot compost verwerkt, de opvangcapaciteit van bedrijfsvreemde plantaardige afvalstoffen evenveel zal worden beperkt daar de hoeveelheid stikstof die hij door compostering kan produceren in korte tijd zal worden bereikt; dat de landbouwer de dierlijke mest toch tot compost moet kunnen verwerken daar deze oplossing interessant is op landbouwkundig en op milieuvlak;

Overwegende dat de rentabiliteit van de installaties nog verre van gewaarborgd is; dat de investeringen immers enkel op kleine hoeveelheden zullen kunnen worden afgelost; dat de landbouwbedrijven van een zekere omvang die in compostering op de boerderij kunnen investeren, zullen worden benadeeld als de drempel van 100 m3 wordt bewaard; dat met een verhoging van de drempel tot 500 m3 zijn de verspreide oppervlakten, berekend met dezelfde veronderstellingen, 20 ha weiden en 40 ha teeltgronden bedragen, wat interessante mogelijkheden oplevert voor de meerderheid van de landbouwbedrijven;

Overwegende dat er een louter vormelijke wijziging in de subrubrieken 90.24 moet worden gebracht om ook betrekking te hebben op de meeverbrandingsinstallaties zoals bedoeld in het opschrift van rubriek 90.24;

Overwegende dat verschillende besluiten van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale en integrale voorwaarden betreffende het beheer van afvalstoffen op zuiver formele wijze moeten worden verbeterd en dit, met het oog op coherentie met de hierboven voorgestelde wijzigingen;

Overwegende dat het past het besluit te wijzigen van de Waalse Regering van 1 december 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende statische transformatoren van elektriciteit met een nominaal vermogen van 1 500 kVA of meer om gevolg te geven aan verschillende ontwikkelingen van de stof;

Gelet op het advies nr. 43.984/4 van de Raad van State, gegeven op 23 januari 2008, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 3bis van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, wordt opgeheven.

Art. 2.Rubriek 37 en de subrubrieken van bijlage II bij hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 3.In rubriek 40.10.01.01 worden de woorden "verbonden met een elektrische installatie" ingevoegd tussen de woorden "statische" en "van een".

Art. 4.In rubriek 45.92.01 worden de woorden "met uitzondering van de opslag van afvalstoffen die het voorwerp uitmaken van een sortering of een scheiding tussen gevaarlijke, ongevaarlijke en inerte afvalstoffen." worden opgeheven.

Art. 5.Het opschrift van rubriek 61.20.02 wordt aangevuld met de woorden "met uitzondering van de installaties bedoeld onder 61.20.03".

Art. 6.Rubriek 61.20.03 wordt toegevoegd als volgt :

Nummer - Installatie of activiteit

Klasse

EIEEIE

Te raadplegen organen

Deelfactoren

ZH

ZHR

ZI

61 VERVOER OVER WATER


61.2 BINNENVAART


61.20 Binnenvaart


61.20.03 Zeehandelshavens, met het land verbonden en buiten havens gelegen pieren voor lossen en laden (met uitzondering van pieren voor veerboten) die schepen van meer dan 1 350 ton kunnen ontvangen

X

DNF, MET-DG II


Art. 7.Het opschrift van rubriek 63.12.05 wordt vervangen door het volgende opschrift : "Afvalstoffen op het productiegebied of door de uitbater opgeslagen in het kader van een terugnameplicht van afvalstoffen krachtens het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan."

Art. 8.Rubriek 90.21 en de subrubrieken worden vervangen door wat volgt :

Nummer - Installatie of activiteit

Klasse

EIEEIE

Te raadplegen organen

Deelfactoren

ZH

ZHR

ZI

90 SANERING, WEGENNET EN AFVALBEHEER


90.2 AFVALSTOFFEN


90.21 Centrum voor de inzameling of de sortering van afvalstoffen


90.21.01 Installatie voor de inzameling of de sortering van inerte afvalstoffen zoals bedoeld in artikel 2, 6°, van het decreet 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen 90.21.01.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 30 t

3


90.21.01.02 als de opslagcapaciteit hoger is dan 30 t

2

OWD


90.21.02 Installatie voor de inzameling of de sortering van ongevaarlijke afvalstoffen met uitzondering van de installaties bedoeld onder 90.21.11, 90.21.12, 90.21.13 en 90.21.15 90.21.02.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 15 t

3


90.21.02.02 als de opslagcapaciteit hoger is dan 15 t

2

OWD


90.21.03 Installatie voor de inzameling of de sortering van huishoudelijke afvalstoffen, zoals bedoeld in artikel 2, 2, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en van afvalstoffen van klasse A zoals bedoeld in artikel 1, 4, van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de afvalstoffen van ziekenhuis- en gezondheidszorgactiviteiten, met uitzondering van de installaties bedoeld onder 90.21.11

2

OWD


90.21.04 Installatie voor de inzameling of de sortering van gevaarlijke afvalstoffen zoals bedoeld in artikel 2, 5°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met uitzondering van de installaties bedoeld onder 90.21.11, 90.21.13, 90.21.14 en 90.21.15 90.21.04.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 50 t

2

OWD


90.21.04.02 als de opslagcapaciteit hoger is dan 50 t

1

X

OWD


7. Installatie voor de inzameling of de sortering van afgewerkte oliën zoals bedoeld in artikel 1, 1°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte oliën met uitzondering van de installaties bedoeld onder 90.21.11 {END_LIST} {END_LIST} {END_LIST}90.21.05.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 50 t

2

OWD


90.21.05.02 als de opslagcapaciteit hoger is dan 50 t

1

X

OWD


90.21.06 Installatie voor de inzameling of de sortering van PCB/PCT's zoals bedoeld in artikel 1, 1°, van het besluit van de Waalse Regering van 9 april 1992 betreffende de polychloorbifenilen en de polychloorterfenilen : 90.21.06.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 20 t

2

OWD


90.21.06.02 als de opslagcapaciteit hoger is dan 20 t

1

X

OWD


90.21.07 Installatie voor de inzameling of de sortering van dierlijke bijproducten van categorie 3 zoals bedoeld in artikel 6, § 1, punten a) tot k) van Verordening nr.1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten 90.21.07.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 300 t

2

OWD


90.21.07.02 als de opslagcapaciteit hoger is dan 300 t

1

X

OWD


90.21.08 Installatie voor de inzameling of de sortering van dierlijke bijproducten van categorie 2 of 1 zoals bedoeld respectievelijk in artikel 5, § 1, punten b) tot g) en in artikel 4, § 1, punten a) tot d) en f) van Verordening nr.1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten met uitzondering van de dierenartsenpraktijken en van de installaties en activiteiten bedoeld onder 01.2, 01.3, 92.53.01 en 92.61.09.02 90.21.08.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 50 t

2

OWD


90.21.08.02 als de opslagcapaciteit hoger is dan 50 t

1

X

OWD


90.21.09 Installatie voor de inzameling of de sortering van afvalstoffen van klasse B1 zoals bedoeld in aritkel 1, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de afvalstoffen van ziekenhuis- en gezondheidszorgactiviteiten 90.21.09.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 1 t

3


90.21.09.02 als de opslagcapaciteit gelijk is aan 1 t of meer

2

OWD


90.21.10 Installatie voor de inzameling of de sortering van afvalstoffen van klasse B2 zoals bedoeld in artikel 1, 6°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de afvalstoffen van ziekenhuis- en gezondheidszorgactiviteiten 90.21.10.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 250 kg

3


90.21.10.02 als de opslagcapaciteit gelijk is aan 250 kg of meer

2

OWD


90.21.11 Containerkparken voor huishoudelijke afvalstoffen en, in voorkomend geval, voor afvalstoffen van K.M.O.'s, zoals bedoeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met inbegrip van de opslag van speciale afvalstoffen van gezinnen; 90.21.11.01 met een oppervlakte lager dan 2 500 m2

3


90.21.11.02 met een oppervlakte hoger dan of gelijk aan 2 500 m2

2

OWD


90.21.12 Installatie voor de selectieve ophaling van huishoudelijke afvalstoffen zoals bedoeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals glasbollen, containers voor papier, karton, kunststoffen, kledingen,... 90.21.12.01 als de opslagcapaciteit hoger is dan of gelijk is aan 3 t en lager is dan of gelijk is aan 5 t

3


90.21.12.02 als de opslagcapaciteit hoger is dan 5 t

2

OWD


90.21.13 Installatie voor de inzameling of de sortering van afvalstoffen van elektrische of elektronische uitrustingen

2

OWD


90.21.14 Installatie voor de inzameling of de sortering van afvalstoffen van cementasbest

2

OWD


90.21.15 Installatie voor de inzameling van uitgegraven gronden buiten het productiegebied 90.21.15.01 als de opslagcapaciteit lager is dan 30 t

3


90.21.15.02 als de opslagcapaciteit gelijk is aan 30 t of meer

2

OWD


Art. 9.In het opschrift van rubriek 90.22 worden de woorden "en de recuperatie" ingevoegd tussen het woord "voorbehandeling" en het woord "van".

Art. 10.De rubrieken 90.22.07 en 90.22.08 worden vervangen door wat volgt :

Nummer - Installatie of activiteit

Klasse

EIEEIE

Te raadplegen organen

Deelfactoren

ZH

ZHR

ZI

90 SANERING, WEGENNET EN AFVALBEHEER


90.2 AFVALSTOFFEN


90.22 CENTRUM VOOR DE VOORBEHANDELING EN DE RECUPERATIE VAN AFVALSTOFFEN


90.22.07 Installatie voor de voorbehandeling van dierlijke bijproducten van categorie 3 zoals bedoeld in artikel 6, § 1, punten a) tot k) van Verordening nr.1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, als de voorbehandelingscapaciteit : 90.22.07.01 lager is dan 100 000 t/jaar

2

OWD

2

2


90.22.07.02 hoger is dan of gelijk is aan 100 000 t/jaar

1

X

OWD

2

2


90.22.08 Installatie voor de voorbehandeling van dierlijke bijproducten van categorie 2 of 1 zoals bedoeld respectievelijk in artikel 5, § 1, punten b) tot g) en in artikel 4, § 1, punten a) tot d) en f) van Verordening nr.1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten

1

X

OWD


Art. 11.De rubrieken 90.22.14 en 90.22.15 worden toegevoegd als volgt :

Nummer - Installatie of activiteit

Klasse

EIEEIE

Te raadplegen organen

Deelfactoren

ZH

ZHR

ZI

90.2 AFVALSTOFFEN


90.22 CENTRUM VOOR DE VOORBEHANDELING EN DE RECUPERATIE VAN AFVALSTOFFEN


90.22.14 Centrum voor de ontmanteling, de zuivering van afgedankte voertuigen20 en de recuperatie van stukken van afgedankte voertuigen20

2

OWD


90.22.15 Centrum voor de vernietiging van afgedankte voertuigen20 en voor de voorbehandeling van ferro- en non-ferrometalen

2

OWD


20 Afgedankte voertuigen : elk voertuig dat niet meer gebruikt kan worden overeenkomstig zijn oorspronkelijke bestemming, met uitzondering van een voertuig dat het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek en nog niet wordt vrijgegeven : - elk voertuig dat wegens de technische staat niet meer kan vliegen, op de openbare weg, op de spoorwegen of op de bevaarbare waterwegen, varen of rijden; - elk niet-ingeschreven voertuig.

Worden niet beschouwd als afgedankte voertuigen : - voertuigen die als verzamelobject bewaard worden in een speciaal daarvoor bestemd afgesloten lokaal; - voertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor het vervoer op privé-wegen en werven; - voertuigen bestemd voor didactische activiteiten, tentoonstellingen of herdenkingen; - voertuigen van de tweedehandsmarkt.

Art. 12.Rubriek 90.23 en de subrubrieken worden vervangen door wat volgt :

Nummer - Installatie of activiteit

Klasse

EIEEIE

Te raadplegen organen

Deelfactoren

ZH

ZHR

ZI

90 SANERING, WEGENNET EN AFVALBEHEER


90.2 AFVALSTOFFEN


90.23 Centrum voor de valorisatie of de verwijdering van afvalstoffen, met uitzondering van de verbrandingsinstallaties en de centra voor technische ingraving


90.23.01 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van inerte afvalstoffen zoals bedoeld in artikel 2, 6°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met een behandelingscapaciteit 90.23.01.01 lager dan 1 000 t/dag

2

OWD

2

2


90.23.01.02 hoger dan of gelijk aan 1 000 t/dag

1

X

OWD

2

2


90.23.02 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van de composteer en biomethaniseringsinstallaties en van de installaties bedoeld onder 90.23.03 en 90.23.14, met een behandelingscapaciteit 90.23.02.01 lager dan 500 t/dag

2

OWD

2

2


90.23.02.02 hoger dan of gelijk aan 500 t/dag

1

X

OWD

2

2


90.23.03. Installatie voor de verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen door chemische behandeling zoals bedoeld in bijlage II, punt D9 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met een capaciteit hoger dan 100 t/dag

1

X

OWD


90.23.04 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen zoals bedoeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met uitzondering van de composteer- en biomethaniseringsinstallaties, met een behandelingscapaciteit 90.23.04.01 lager dan 500 t/dag

2

OWD


90.23.04.02 hoger dan of gelijk aan 500 t/dag

1

X

OWD


90.23.05 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen zoals bedoeld in artikel 2, 5°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met uitzondering van de installaties bedoeld onder 90.23.14

1

X

OWD


90.23.06 Installatie voor de valorisatie of de verwidering van afgewerkte oliën, zoals bedoeld in artikel 1, 1°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte oliën

1

X

OWD


90.23.07 Installatie voor de verwijdering van PCB/PCT's zoals bedoeld in artikel 1, 1°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de polychloorbifenilen en de polychloorterfenilen

1

X

OWD


90.23.08 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van dierlijke bijproducten van categorie 3 zoals bedoeld in artikel 6, § 1, punten a) tot k) van Verordening nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, met uitzondering van de composteer- en de biomethaniseringsinstallaties, als de behandelingscapaciteit 90.23.08.01 lager is dan 100 t/dag

2

OWD


90.23.08.02 hoger is dan of gelijk is aan 100 t/dag

1

X

OWD


90.23.09 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van dierlijke bijproducten van categorie 2 of 1 zoals bedoeld respectievelijk in artikel 5, § 1, punten b) tot g) en in artikel 4, § 1, punten a) tot d) en f) van Verordening nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, met uitzondering van de composteer- en de biomethaniseringsinstallaties

1

X

OWD


90.23.10 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van afvalstoffen van klasse A zoals bedoeld in artikel 1, 4°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de afvalstoffen van ziekenhuis- en gezondheidszorgactiviteiten, met uitzondering van de composteer- en biomethaniseringsinstallaties

2

OWD


90.23.11 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van afvalstoffen van klasse B1 zoals bedoeld in artikel 1, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 betreffende de afvalstoffen van ziekenhuis- en gezondheidszorgactiviteiten

2

OWD


90.23.12 Composteerinstallatie als de hoeveelheid opgeslagen materiaal 90.23.12.01 hoger is dan of gelijk is aan 10 m3 en lager is dan of gelijk is aan 500 m3

3


90.23.12.02 hoger is dan 500 m3 en lager is dan of gelijk is aan 40 000 m3

2

OWD


90.23.12.03 hoger is dan of gelijk is aan 40 000 m3

1

X

OWD


90.23.13 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van stoffen die d.m.v. bagger- of ruimingswerken uit de bedding en de oevers van waterlopen en watervlakken verwijderd worden zoals bedoeld in artikel 4 van het bestuit van de Waalse Regering van 30 november 1995 betreffende het beheer van stoffen die d.m.v. bagger- of ruimingswerken uit de bedding en de oevers van waterlopen en watervlakken verwijderd worden, waarvan de behandelingscapaciteit 90.23.13.01 lager is dan 100 t/dag

2

OWD


90.23.13.02 hoger is dan of gelijk is aan 100 t/dag

1

X

OWD


90.23.14 Installatie voor de valorisatie of de verwijdering van elektrische of elektronische afvalstoffen

2

OWD


90.23.15 Biomethaniseringsinstallatie


90.23.15.01 voor de behandeling van dierlijke bijproducten in de zin van artikel zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, punten a) tot k) van het Reglement nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsmaatregelen, als de behandelingscapaciteit 90.23.15.01.01 lager is dan of gelijk is aan 100 t/dag

2

OWD


90.23.15.01.02 hoger is dan 100 t/dag

1

X

OWD


90.23.15.02 voor de behandeling van andere afvalstoffen dan dierlijke bijproducten, met name afvalstoffen van plantaardige oorsprong en slib uit zuiveringsstations,..., als de behandelingscapaciteit 90.23.15.02.01 lager is dan of gelijk is aan 500 t/dag

2

OWD


90.23.15.02.02 hoger is dan 500 t/dag

1

X

OWD


Art. 13.In de subrubrieken 90.24 worden de woorden "en de coverbranding" ingevoegd na de woorden "installatie voor de verbranding".

Art. 14.In het opschrift van het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2003 tot bepaling van de sectorale voorwaarden voor de installaties voor de verzameling en de sortering van recycleerbare metaalhoudende afvalstoffen, voor de installaties voor de verzameling, de sortering of de terugwinning van onderdelen van afgedankte voertuigen, de demontage- en reinigingscentra voor afgedankte voertuigen en de centra voor de vernietiging van afgedankte voertuigen en de behandeling van ferro- en niet-ferro-metalen, vervalt het woord "recycleerbaar".

Art. 15.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "37.10.01, 37.10.02, 37.10.03 en 37.10.04" vervangen door de woorden "90.21.02.02 wat betreft metaalhoudende afvalstoffen, 90.22.14 en 90.22.15".

Art. 16.In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de woorden "37.10.02 en 37.10.03" vervangen door de woorden "90.22.14".

Art. 17.In artikel 78 van hetzelfde besluit wordt het woord "37.10.04" vervangen door het woord "90.22.15".

Art. 18.In artikel 46 van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de integrale voorwaarden voor de opslag van brandbare vloeistoffen in vaste houders, met uitzondering van installaties voor bulkopslag van olieproducten en gevaarlijke stoffen alsook de opslag in benzinestations worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in punt 1 vervallen de woorden "19bis, § 3";2. er wordt een punt 8° toegvoegd, luidend als volgt : « 8° artikel 19bis, § 3, is enkel vanaf de eerste periodieke controle van toepassing op de bestaande inrichtingen.»

Art. 19.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2003 houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de containerparken voor huishoudelijke afvalstoffen wordt het woord "37.20.05.02" vervangen door het woord "90.21.11.02".

Art. 20.In hetzelfde besluit, na artikel 33, wordt een vierde afdeling toegevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 4. - Afvalstoffen van de K.M.O.'s

Art. 33bis.Als het containerpark afvalstoffen van K.M.O.'s ontvangt, maken de afvalstoffen bij hun binnenkomst in het park het voorwerp uit van een specifieke identificatie van de hoeveelheid en de aard, per onderneming.

De kostprijs van het beheer van deze afvalstoffen, met inbegrip van de investeringskosten en de werkingskosten van het containerpark, subsidies inbegrepen, wordt integraal doorgerekend aan de professionelen of, in de gevallen voorzien door de wet, aan de terugnameplichtigen. »

Art. 21.In artikel 39 worden, vóór de woorden "uitsluitend voor deze laatste voorbehouden", de woorden "of een duidelijk afgebakende ruimte" toegevoegd. Het artikel wordt aangevuld als volgt : "Een paneel bepaalt de vereiste procedure en conditionering voor de opslag van asbestcement. Als het asbestcement in kleine zakken wordt verpakt en opgeslagen, moet de uitbater de nodige maatregelen nemen om te voorkomen dat de particulieren de materialen van tevoren breken, met name door het plaatsen van containers die groot genoeg zijn, door het vergemakkelijken van de opslag van deze afvalstoffen, en door het geven van passende aanbevelingen. De zakken hebben een dubbele wand, waarvan de binnenwand in doorzichtig polyethyleen is (dikte van minstens 80 |gmm) en waarvan de buitenwand in gevlochten polypropyleen is (dikte hoger dan 200 |gmm of waarvan de wand bestaat uit bandjes in gewassen polypropyleen van minimum 100 g/m2). De zakken en de containers worden van een merkteken voorzien zodat de aard, de samenstelling, de hoeveelheid en de gevaarlijkheid van de afvalstoffen kunnen worden herkend.

Art. 22.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2003 houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de containerparken voor huishoudelijke afvalstoffen, wordt het woord "37.20.05.01" vervangen door het woord "90.21.11.01".

Art. 23.In hetzelfde besluit, na artikel 33, wordt een vierde afdeling toegevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 4. - Afvalstoffen van de K.M.O.'s

Art. 33bis.Als het containerpark afvalstoffen van K.M.O.'s ontvangt, maken de afvalstoffen bij hun binnenkomst in het park het voorwerp uit van een specifieke identificatie van de hoeveelheid en de aard, per onderneming.

De kostprijs van het beheer van deze afvalstoffen, met inbegrip van de investeringskosten en de werkingskosten van het containerpark, subsidies inbegrepen, wordt integraal doorgerekend aan de professionelen of, in de gevallen voorzien door de wet, aan de terugnameplichtigen. »

Art. 24.In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt het laatste lid gewijzigd als volgt : « Als het containerpark de afvalstoffen in asbestcement aanvaardt, wordt een bord aangebracht voor de container of de ruimte die uitsluitend voor de opslag daarvan bestemd is. Dit bord geeft de procedure en de conditionering aan voor de opslag van asbestcement.

Als het asbestcement in kleine zakken wordt verpakt en opgeslagen, moet de uitbater de nodige maatregelen nemen om te vermijden dat de particulieren de materialen van tevoren breken, met name door het plaatsen van afvalbakken die groot genoeg zijn, door het vergemakkelijken van de opslag van deze afvalstoffen, en door het geven van passende aanbevelingen. De zakken hebben een dubbele wand, waarvan de binnenwand in doorzichtig polyethyleen is (dikte van minstens 80 |gmm) en waarvan de buitenwand in gevlochten polypropyleen is (dikte hoger dan 200 |gmm of waarvan de wand bestaat uit wandjes in gewast polypropyleen van minimum 100 g/m2). De zakken en de containers worden van een merkteken voorzien zodat de aard, de samenstelling, de hoeveelheid en de gevaarlijkheid van de afvalstoffen kunnen worden herkend. »

Art. 25.In hetzelfde besluit, na artikel 33, wordt een vierde afdeling toegevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 4. - Afvalstoffen van de K.M.O.'s

Art. 33bis.Als het containerpark afvastoffen van K.M.O.'s ontvangt, maken de afvalstoffen bij hun binnenkomst in het park het voorwerp uit van een specifieke identificatie van de hoeveelheid en de aard, per onderneming.

De kostprijs van het beheer van deze afvalstoffen, met inbegrip van de investeringskosten en de werkingskosten van het containerpark, subsidies inbegrepen, wordt integraal doorgerekend aan de professionelen. »

Art. 26.In het opschrift van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot bepaling van de integrale exploitatievoorwaarden voor de tijdelijke opslag op bouw- of sloopwerven van niet-gesorteerde afvalstoffen bedoeld in rubriek 45.92.01, vervallen de woorden "niet-gesorteerde".

Art. 27.In artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de inzameling of sortering, voorbehandeling en behandeling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), worden de woorden "37.10.05, 37.20.12" vervangen door de woorden "90.21.13.02".

Art. 28.In artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 1 december 2005 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende statische transformatoren van elektriciteit met een nominaal vermogen van 1500 kVA of meer, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2, worden de woorden "van het publiek" ingevoegd tussen de woorden "blootstelling" en "aan";2° in punt 5, worden de woorden "lokaal of afstands-" ingevoegd voor de woorden "controlesysteem" en "per";3° punt 7° vervalt.

Art. 29.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 4.Onverminderd de artikelen R.90 en R.153 tot R.173 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en de bepalingen van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, is elke transformator met een vloeibare diëlektrische isolatie uitgerust met een voorziening voor de opvang van het gezamenlijke volume van de vloeibare diëlektrische isolatie in de transformator in geval van lekkage of elektrisch ongeval. Als de retentievoorziening een kuip is, is ze vervaardigd uit materialen die lekvrij en scheikundig inert zijn t.o.v. de vloeibare diëlektrische isolatie.

Als de inrichting wordt uitgerust met kuipen voor meer dan een transformator, is de nuttige opvangcapaciteit van elk van de kuipen minstens gelijk aan de capaciteit van de grootste container van vloeibare diëlektrische isolatie die ingezameld zou kunnen worden.

Als de kuip geschikt is voor de retentie van regen- of afvloeiend water, wordt ze uitgerust met een passief systeem dat het wegvloeien van elektrolytische stoffen in openbare riolen of in het milieu voorkomt. »

Art. 30.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "wint de exploitant het advies in van de territoriaal bevoegde brandweerdienst i.v.m." worden vervangen door de woorden "stelt de exploitant de territoriaal bevoegde brandweerdienst in kennis van"; 2° de woorden "te treffen" worden vervangen door het woord "getroffen";3° de woorden "aan te brengen" worden vervangen door het woord "aangebrachte".

Art. 31.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 7bis, luidend als volgt : «

Art. 7bis.De exploitant zorgt voor een regelmatige visuele controle om elke roestvorming op het hulsel van de transformator op te sporen en te verwijderen. »

Art. 32.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 8° in punt 2° worden de woorden "opvangvoorziening of van een berschermingssysteem" vervangen door de woorden "retentievoorziening overeenkomstig artikel 4";2° punt 4° wordt opgeheven.

Art. 33.De vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit ingediende vergunningsaanvragen alsmede de desbetreffende administratieve beroepen worden behandeld volgens de regels en voorwaarden van kracht op de datum van indiening van de aanvraag voor de artikelen 2 tot 12.

Art. 34.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de hergroepering of de sortering van afvalstoffen van klasse B1, worden de woorden "37.20.11.02" vervangen door de woorden "90.21.11.01".

Art. 35.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de hergroepering of de sortering van afvalstoffen van klasse B1, worden de woorden "37.20.11.02" vervangen door de woorden "90.21.11.02".

Art. 36.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de hergroepering of de sortering van afgewerkte oliën, worden de woorden "37.20.08" vervangen door de woorden "90.21.08".

Art. 37.De vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit ingediende vergunningsaanvragen alsmede de desbetreffende administratieve beroepen worden behandeld volgens de regels en voorwaarden van kracht op de datum van indiening van de aanvraag voor de artikelen 2 tot 12, met uitzondering van artikel 4.

Art. 38.Artikel 4 van dit besluit is van toepassing drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.

De artikelen 13 tot 35 zijn van toepassing op de bestaande inrichtingen zodra dit besluit in werking treedt.

Art. 39.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 12 februari 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

begin


Publicatie : 2009-04-15 Numac : 2009201609

^