Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 12 februari 2009
gepubliceerd op 12 maart 2009

Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de waterwinning en/of de behandeling van tot drinkwater verwerkbaar grondwater of van water bestemd voor menselijke consumptie en voor de installaties voor de waterwinning(en) en/of behandeling van niet tot drinkwater verwerkbaar grondwater of van water dat niet bestemd is voor menselijke consumptie

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009201064
pub.
12/03/2009
prom.
12/02/2009
ELI
eli/besluit/2009/02/12/2009201064/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 FEBRUARI 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de waterwinning(en) en/of de behandeling van tot drinkwater verwerkbaar grondwater of van water bestemd voor menselijke consumptie en voor de installaties voor de waterwinning(en) en/of behandeling van niet tot drinkwater verwerkbaar grondwater of van water dat niet bestemd is voor menselijke consumptie


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op artikelen 4, 5, 8, 9 en 14, § 2;

Gelet op advies 43.798/4 van de Raad van State, gegeven op 14 januari 2008, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen

Artikel 1.Deze integrale voorwaarden zijn van toepassing op de installaties voor de waterwinning(en) en/of de behandeling van tot drinkwater verwerkbaar grondwater of van water bestemd voor menselijke consumptie met een waterwinnings- of behandelingscapaciteit kleiner dan of gelijk aan 10 m3/dag of die minder dan 50 personen bevoorraden, wanneer de levering niet wordt uitgevoerd in het kader van een handels-, toeristische of openbare activiteit, en op de installaties voor de waterwinning(en) en/of behandeling van niet tot drinkwater verwerkbaar grondwater of van water dat niet bestemd is voor menselijke consumptie met een waterwinnings- of behandelingscapaciteit kleiner dan of gelijk aan 10 m3/dag en 3000 m3/jaar, die bedoeld zijn in de rubrieken 41.00.00.02.03 en 41.00.03.01 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.

Art. 2.Voor de toepassing van deze bepalingen dient te worden verstaan onder : 1° waterwinning : de verrichting voor de winning van ondergronds water;2° waterwingebied : zoals bepaald in de artikelen D.2, 93 en R.154 van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt; 3° aansluitpunt voor waterwinning : alle putten, winningen, drainages en, in het algemeen, alle werken en installaties die als doel of als gevolg hebben een waterwinning te verrichten met inbegrip van de winningen van bronnen aan het welpunt;4° oppervlakte-installatie : het aan de oppervlakte gelegen gedeelte van het aansluitpunt voor waterwinning alsmede het gebouw dat het beschermt, met inbegrip van de beluchtingssystemen en de kijkgaten;5° Administratie : het Departement Leefmilieu en Water van het operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;6° grondwater : elk water dat zich in de verzadigde zone onder de bodemoppervlakte bevindt in rechtstreeks contact met de grond of ondergrond.Het bronwater aan het welpunt is een grondwater; 7° bestaande inrichting : de vóór de inwerkingtreding van dit besluit uitgebate inrichting.De ombouw of de uitbreiding van een inrichting die de exploitant vóór de inwerkingtreding van dit besluit opgenomen heeft in het register bedoeld in artikel 10, § 2, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning wordt gelijkgesteld met een bestaande inrichting. HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw

Art. 3.Het aansluitpunt voor waterwinning en de oppervlakte-installaties worden zodanig uitgevoerd en ingericht dat elke besmetting van de grondwaterlaag en van het gewonnen water wordt voorkomen.

Art. 4.Wanneer het aansluitpunt voor waterwinning een put is, wordt verhinderd dat onbevoegden het betreden aan de hand van een waterdicht systeem voorzien van een deksel of een deur met een slot.

Art. 5.§ 1. Het aansluitpunt voor waterwinning is voorzien van een volumemeter bestemd om het volume genomen water te controleren.

Wanneer de waterwinningen uitgerust zijn met een tank, kan de apparatuur voor de meting van het volume genomen water geïnstalleerd worden bij de uitgang van laatstgenoemde. § 2. In afwijking van § 1 is de installatie van een watermeter op het aansluitpunt voor waterwinning niet verbindend wanneer dat aansluitpunt een gezin uitsluitend voor huishoudelijk gebruik (voedingsconsumptie, sanitair, keuken, was, schoonmaak) en/of voor tuinbesproeiing bevoorraadt. § 3. In afwijking van § 1 is de installatie van een watermeter op het aansluitpunt voor waterwinning niet verbindend wanneer het toestel voor waterbevoorrading niet uitgerust is met een motorpomp. HOOFDSTUK III. - Uitbating

Art. 6.Het waterwingebied wordt zodanig ingericht dat het afvloeiend hemelwater afkomstig van het gebied zelf daaruit kan vloeien en dat het water, ongeacht de aard, dat van buiten het gebied komt, daarin niet kan binnendringen, noch zich opstapelen aan de rand ervan.

Art. 7.Wanneer het waterwingebied toegankelijk is voor onbevoegden, wordt een bord conform het in bijlage I bedoelde model op zichtbare wijze aangebracht vanaf alle toegangen tot het waterwingebied.

Art. 8.In het waterwingebied verboden zijn, alle andere activiteiten en installaties dan degene die nodig zijn voor de waterwinning.

Art. 9.Wanneer de put waarvan de uitbating definitief verlaten is, niet ter beschikking wordt gesteld van het Waalse Gewest om voor piëzometrische en/of kwalitatieve controles te dienen, wordt hij ten laste van de exploitant opgevuld volgens de voorschriften van bijlage II. HOOFDSTUK IV. - Voorkoming van de ongevallen

Art. 10.Elke verontreiniging vastgesteld door de exploitant of die hem medegedeeld wordt, die het aansluitpunt voor waterwinning bereikt of zou kunnen bereiken, of elke kenmerkende en brutale aantasting van de kwaliteit van het genomen water, wordt onmiddellijk medegedeeld aan de Administratie. HOOFDSTUK V. - Controle en toezicht

Art. 11.De exploitant stelt ter beschikking van de toezichthoudend ambtenaar het conformiteits- en ijkingsattest van de watermeter geïnstalleerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 1.

Art. 12.De exploitant van de waterwinning moet jaarlijks en uiterlijk op 31 maart het volume van het gedurende het vorige jaar genomen jaar aangeven aan de Administratie.

Een in te vullen formulier wordt hem eerst gestuurd door de Administratie.

Art. 13.Wanneer de waterwinning bestemd is voor menselijke consumptie, stelt de exploitant ter beschikking van de toezichthoudend ambtenaar de resultaten van de laatste wateranalyse verricht door een laboratorium erkend krachtens artikel D.147 van Boek I van het Milieuwetboek om officiële analyses uit te voeren inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging alsmede inzake de bescherming en de exploitatie van grondwater en van tot drinkwater verwerkbaar water.

Die analyse omvat minstens de volgende parameters : pH, geleidingsvermogen, nitraten, nitrieten, ammonium, coliforme bacteriën, Escherichia coli en enterococcus. HOOFDSTUK VI. - Bij de aangifte te voegen documenten

Art. 14.§ 1. De behoorlijk ingevulde bijlage 3 wordt gevoegd bij het formulier voor waterwinningsaangifte. § 2. Een plan op een schaal van 1/100e of kleiner voor zover het document leesbaar is en waarin de ligging van het aansluitpunt ten opzichte van de bestaande gebouwen, wegen, waterlopen en andere installaties in de omgeving wordt vermeld, wordt ook gevoegd bij het formulier voor waterwinningsaangifte. HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 15.Dit besluit is van toepassing op de inrichtingen die vanaf zijn inwerkingtreding bestaan.

In afwijking van het eerste lid, zijn de artikelen 4, 5, 7, 11 en 13 van toepassing op de inrichtingen die uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit bestaan.

Art. 16.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 12 februari 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2009 tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de waterwinning(en) en/of de behandeling van tot drinkwater verwerkbaar oppervlaktewater of van water bestemd voor menselijke consumptie en voor de installaties voor de waterwinning(en) en/of behandeling van niet tot drinkwater verwerkbaar oppervlaktewater of van water dat niet bestemd is voor menselijke consumptie.

Namen, 12 februari 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN BIJLAGE 2 : OPVULLING VAN EEN PUT De opvulling van een put wordt uitgevoerd volgens de regels van goed vakmanschap en overeenkomstig de gepaste technieken die het gebrek aan waterstroming tussen de verschillende doorgeboorde grondwaterlagen en het gebrek aan verontreinigingsoverdracht garanderen.

De aanbevolen methode bestaat erin mager beton vanaf de basis van het aansluitpunt voor waterwinning tot bij de grond onder druk in te spuiten zodat de cimentering volkomen wordt gehomogeniseerd.

Wanneer evenwel een risico op insijpeling van cement in de aquifer vastgesteld wordt, met name als de roosters beschadigd worden en als de aquifer belangrijke scheuren vertoont, wordt de opvulling uitgevoerd aan de hand van proper en silicumgrind met een diameter aangepast aan de diameter van de put tot boven het waterniveau.

Boven dat niveau wordt de put gevuld met minimum een meter zwellende klei of met een dunne mortel van pure cement; op deze laag en tot de nabijheid van de bodem komt dan één van de volgende materialen : 1° zand of grind met een diameter aangepast aan de diameter van de put;2° zwellende klei;3° dunne mortel van pure cement;4° beton of dunne mortel;5° niet-grondachtige en niet-schisthoudende inerte opvullingen met een diameter aangepast aan de diameter van de put. De uiteindelijke dichting bestaat uit een plaat van gewapend beton die ter plaatse gegoten wordt; die plaat is minimum 0,20 m dik, op de put gecentreerd en met een voldoende afmeting om die put te dekken met een randovervloeiing van minstens één meter. De wapening wordt zodanig berekend dat de plaat intact blijft onder de plaatselijke voorwaarden van gebruik van de site. De voorzieningen van de put worden zodanig gesneden dat ze in de plaat overstroomd worden op minimum 10 centimeter onder de oppervlakte ervan. Wanneer een bouw gepland wordt op de opgevulde put, wordt de plaat die de put dicht, begraven en gescheiden van de bouw. Wanneer het terrein opnieuw als landbouwgebied wordt aangewend, wordt deze installatie een meter diep begraven en met akkergrond bedekt.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2009 tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de waterwinning(en) en/of de behandeling van tot drinkwater verwerkbaar oppervlaktewater of van water bestemd voor menselijke consumptie en voor de installaties voor de waterwinning(en) en/of behandeling van niet tot drinkwater verwerkbaar oppervlaktewater of van water dat niet bestemd is voor menselijke consumptie.

Namen, 12 februari 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN BIJLAGE 3 : TER VERSTREKKEN GEGEVENS Soort werk : - Boorput - Traditionele put - Draineerbuis - Tunnel - Bron aan het welpunt - Andere (te bepalen) : . . . . .

Benaming van de waterwinning : . . . . .

Datum van uitvoering van het aansluitpunt voor waterwinning (zelfs approximatief) . . . . .

Afmetingen van het werk (gelieve indien nodig een doorsnede van het aansluitpunt voor waterwinning voegen) : Diepte : . . . . .

Binnendiameter : . . . . .

Andere afmetingen : . . . . .

Beschrijving van de inrichtingen voor de bescherming van het werk : Waterwinningapparatuur : Is het werk uitgerust met een motorpomp ? Ja Nee Indien ja : - Onder water liggende pomp ? - oppervlaktepomp : ? Meter : Wordt een volumemeter geplaatst ? ? Ja ? Nee Indien ja : - nummer van de meter : . . . . . - model (merk,...) : . . . . .

Gebruik van het water : - Huishoudelijk en sanitair : - Menselijke consumptie - Landbouw, tuinbouw, boomkwekerij... - Teelt - Bevoorrading van vijver, privé-zwembad en fontein - Andere (te bepalen) : . . . . .

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2009 tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de waterwinning(en) en/of de behandeling van tot drinkwater verwerkbaar oppervlaktewater of van water bestemd voor menselijke consumptie en voor de installaties voor de waterwinning(en) en/of behandeling van niet tot drinkwater verwerkbaar oppervlaktewater of van water dat niet bestemd is voor menselijke consumptie.

Namen, 12 februari 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^