gepubliceerd op 17 juni 2005
Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de werkingsmodaliteiten van het Comité voor sociaal beleid van het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie"
9 JUNI 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de werkingsmodaliteiten van het Comité voor sociaal beleid van het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Woningfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië)
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Huisvestingscode, gewijzigd bij het decreet van 15 mei 2003, inzonderheid op artikel 184bis;
Gelet op de voordracht van het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie";
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 april 2004;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : - Fonds : het "Fonds du logement des familles nombreuses de wallonie"; - Comité : het Comité voor sociaal beleid opgericht bij het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" overeenkomstig artikel 184bis van het Waalse Huisvestingscode; - instelling : de organen, instellingen, rechtspersonen of diensten bedoeld in artikel 184bis van het Waalse Huisvestingcode.
Art. 2.Op voorstel van elke vertegenwoordigde instelling wijst de Regering de leden van het Comité uit een dubbele lijst aan voor een termijn van vijf jaar.
De voorzitter wordt door de Regering op voorstel van het Comité aangewezen.
Art. 3.Het Comité vergadert na bijeenroeping door het Fonds telkens als het belang dit vereist of wanneer twee leden van de verschillende instellingen hierom verzoeken. In ieder geval vergadert het minstens vier keer per jaar om de ontwikkeling van de sociale instellingen en hun jaarlijkse verslagen te onderzoeken.
De vergaderingen vinden plaats op de administratieve zetel van het Fonds of op de in de oproepingen vermelde plaats.
Art. 4.De oproepingen vermelden de agenda van de zitting.
Elk agendapunt wordt gesteund door een verslag van het Fonds, waarin de aanvraag om beraadslaging van het Comité wordt voorgesteld. Het geheel van deze documenten wordt per gewone post minstens zes dagen vóór de datum van de zitting gestuurd.
Met de instemming van de voorzitter van het Comité en op met redenen omklede voordracht van het Fonds, met name wat betreft de dringende noodzakelijheid, kunnen verslagen voorgelegd worden om beraadslaagd of medegedeeld te worden.
De zittingen worden geopend, voorgezeten, geschorst en gesloten door de voorzitter van het Comité of, bij diens verhindering, door het oudste aanwezige lid.
Het secretariaat van de vergaderingen wordt waargenomen door het Fonds.
Art. 5.De beraadslagingen van het Comité worden in notulen vermeld, die op de zetel van het Fonds worden bewaard en die de leden van het Comité zonder verplaatsing mogen raadplegen.
De notulen die bij de volgende zitting worden goedgekeurd, worden door de voorzitter van het Comité of door zijn vervanger ondertekend.
Op elke zitting ondertekenen de leden van het Comité een presentielijst.
Art. 6.Het Comité kan slechts beraadslagen en beslissingen nemen als de meerderheid van zijn leden aanwezig is.
De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.
De in het kader van de aan de sociale instellingen toe te kennen erkenningen en sancties goed te keuren beslissingen worden bij geheime stemming genomen.
Art. 7.Het is de leden verboden aanwezig te zijn op beraadslagingen over aangelegenheden waarbij zijzelf of hun bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk of rechtstreeks belang hebben, of waarbij hun orgaan een rechtstreeks belang heeft als ze er bestuurder van zijn.
Art. 8.Indien het quorum na bijeenroeping niet bereikt is, beraadslaagt het Comité op geldige wijze bij de bij de tweede oproeping bepaalde zitting, ongeacht het aantal aanwezige leden, over de items die twee keer achtereen op de agenda zijn voorgekomen. De tweede oproeping mag pas na de vergadering waarin is vastgesteld dat het quorum van het Comité niet bereikt was, verzonden worden.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2005.
Art. 10.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 9 juni 2005.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE