gepubliceerd op 21 maart 2001
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten
7 MAART 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten
De Waalse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, inzonderheid op artikel 87, § 3;
Gelet op het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 1984 en bij het besluit van de Waalse Regering van 22 januari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 1967 en van 2 maart 1989, inzonderheid op artikelen 1 en 2;
Overwegende dat wegens de belangrijke verhoging van de prijs van brandstoffen in de loop van de laatste maanden, het bedrag van de kilometervergoeding onverwijld moet worden aangepast om de personeelsleden niet te benadelen;
Overwegende dat met het oog op billijkheid en vereenvoudiging, de wijze waarop het bedrag van de kilometervergoeding wordt vastgesteld moet worden gewijzigd om tot een enig bedrag te komen;
Overwegende dat een omniumverzekering die ten laste is van de werkgever, de risico's zal dekken die de personeelsleden lopen wanneer ze hun eigen wagen gebruiken in het belang van de dienst;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 december 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 1 december 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 december 2000;
Gelet op het protocol nr. 324 van het Sectorcomité nr. XVI, opgemaakt op 8 december 2000;
Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering betreffende de aanvraag om advies van de Raad van State binnen een maximumtermijn van één maand;
Gelet op het advies 31.129/2, gegeven op 14 februari 2001, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, wordt het tweede lid gewijzigd als volgt : « Bij ministerieel besluit worden ook het maximum toegestane jaarlijkse aantal kilometers vastgesteld met hoogstens 22.000 kilometer per jaar, alsook het maximale belastbare vermogen van de wagen dat in aanmerking komt voor de vereffening van de vergoeding en, eventueel, de in artikel 14, tweede lid, bedoelde plaats. »
Art. 2.Artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 22 januari 1998, wordt gewijzigd als volgt : «
Art. 13.De personen die voor hun dienstreizen gebruik maken van hun eigen wagen, komen in aanmerking, tot goedmaking van alle kosten die daaraan verbonden zijn, voor een kilometervergoeding ten belope van 8,04 frank per kilometer (hetzij 0,20 euro per kilometer).
De kilometervergoeding dekt alle kosten met uitzondering van degene die betrekking hebben op het betaald parkeren en die gedaan zijn bij de uitvoering van de dienstreizen, en van de omniumverzekering om de risico's te dekken die de personeelsleden lopen wanneer ze hun eigen wagen gebruiken in het belang van de dienst.
Het bedrag van de kilometervergoeding wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de voorschriften van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, en wordt verbonden aan het spilindexcijfer 138,01 van 1 januari 1990. »
Art. 3.Een artikel 13bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : «
Art. 13bis.De Waalse ministeries en de instellingen van openbaar nut bedoeld in het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, moeten een omniumverzekering aangaan om de risico's te dekken die de personeelsleden lopen wanneer ze hun eigen wagen gebruiken in het belang van de dienst. »
Art. 4.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « De kosten m.b.t. het betaald parkeren, die gedaan zijn bij de uitvoering van een dienstreis, worden vereffend op grond van de afgegeven kwitanties, hetzij tevens als de betaling van de kilometervergoedingen waarop ze betrekking hebben voor de personnelsleden die een vergunning hebben om hun eigen wagen te gebruiken, zoals bedoeld in artikel 12, hetzij op grond van een maandelijkse aangifte van schuldvordering voor de personeelsleden die een vervoermiddel gebruiken dat aan het bestuur toebehoort. »
Art. 5.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : «
Art. 17.De voorschriften van artikelen 12, 13 en 13bis zijn niet van toepassing op : 1° de personen die geen deel uitmaken van het bestuur maar wel van raden van beroep, commissies of jury's wanneer ze zich begeven naar de raad van beroep, de commissie of de jury waarvan ze deel uitmaken;2° de personeelsleden die niet beschikken over een vervoermiddel dat aan het bestuur toebehoort of van een vergunning om hun eigen wagen te gebruiken, zoals bedoeld in artikel 12, en die hun eigen wagen af en toe gebruiken voor dienstreizen;3° de personeelsleden die de door het Gewest georganiseerde vormingen volgen. In die gevallen komen de betrokkenen in aanmerking voor een vergoeding die gelijk is aan het bedrag dat door het Gewest zou betaald zijn in geval van gebruik van de openbare vervoermiddelen, zoals bedoeld in artikelen 5 tot 8, die ten laste is van het ministerie of de instelling van openbaar nut waarbij het personeelslid tewerkgesteld is of waarvoor de raad van bestuur, de commissie of de jury zitting moet houden. »
Art. 6.Opgeheven worden : 1° leden 4 en 5 van artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;2° artikel 16 van hetzelfde besluit;3° artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 1984;4° de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 22 januari 1998.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2000, met uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt op 1 juni 2001.
Art. 8.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 7 maart 2001.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL