Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 05 maart 1998
gepubliceerd op 13 maart 1998

Besluit van de Waalse Regering betreffende de adviescommissie en het onderzoek van de beroepen die bij de Regering worden ingesteld

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1998027145
pub.
13/03/1998
prom.
05/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/05/1998027145/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MAART 1998. Besluit van de Waalse Regering betreffende de adviescommissie en het onderzoek van de beroepen die bij de Regering worden ingesteld


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 120 en 133, vervangen bij het decreet van 27 november 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 februari 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 februari 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het decreet van 27 november 1997 in werking treedt op 1 maart 1998 en dat dit besluit onontbeerlijk is voor de toepassing van artikel 120 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium zodra het in werking treedt; bij gebreke hiervan kan de in het nieuwe artikel 120 bedoelde procedure immers niet uitgevoerd worden vanaf 1 maart 1998, aangezien de adviescommissie niet ingesteld is bij de wetgeving die voorafgaat aan het decreet van 27 november 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 februari 1998, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, Besluit :

Artikel 1.In Titel I van Boek IV van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, gewijzigd bij het decreet van 27 november 1997, wordt een hoofdstuk XXI ingevoegd, met als opschrift « Adviescommissie en onderzoek van de bij de Regering ingestelde beroepen », alsook de artikelen 450/1 à 450/19, luidend als volgt : « HOOFDSTUK XXI. - Adviescommissie en onderzoek van de bij de Regering ingestelde beroepen Afdeling I. - Algemene bepaling

Art. 450/1.De krachtens artikel 120 opgerichte adviescommissie heeft haar zetel in Namen, in de lokalen van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium (afgekort: D.G.A.T.L.P.). Afdeling II. - Samenstelling van de adviescommissie

Art. 450/2.§ 1. De voorzitter van de adviescommissie is de Minister van Ruimtelijke Ordening of zijn door de Regering aangewezen vertegenwoordiger. § 2. De gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening legt de Regering een lijst voor met vier van haar leden. § 3. Ten einde te voorzien in één van de twee mandaten die door de orde der architecten worden voorgedragen, leggen de raden van de orde der architecten van de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen en de raad van de Franstalige orde van de provincie Brabant, ieder wat hem betreft, de Regering een lijst voor met twee architecten die ingeschreven zijn op het tableau van de orde der architecten van hun ambtsgebied.

Ten einde te voorzien in het tweede mandaat dat door de orde der architecten wordt voorgedragen, legt de nationale raad van de orde der architecten de Regering een lijst voor met twee architecten die op het tableau van de orde der architecten ingeschreven zijn. § 4. De bestendige deputaties van de provincieraden van de provincies Waals Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen leggen de Regering, ieder wat haar betreft, een lijst voor met vier personen van hun ambtsgebied. § 5. Al naar gelang het in artikel 119 bedoelde beroep een goed betreft dat gelegen is in de provincie Waals Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg of Namen, hebben de volgende leden zitting in de adviescommissie : het lid dat voorgedragen wordt door de raad van de orde der architecten van de betrokken provincie en de twee leden die voorgedragen worden door de bestendige deputatie van de betrokken provincieraad.

Art. 450/3.Voor ieder gewoon lid, de voorzitter inbegrepen, benoemt de Regering een plaatsvervangend lid met inachtneming van de voorwaarden en de procedure die voor de benoeming van de gewone leden gelden.

De plaatsvervangende leden hebben zitting bij verhindering van het gewone lid dat ze vervangen.

Art. 450/4.§ 1. Elk mandaat duurt vier jaar, te rekenen van de datum van het benoemingsbesluit. Het is verlengbaar. § 2. Het mandaat van lid van de adviescommissie verstrijkt wanneer het lid de hoedanigheid verliest waarvoor hij benoemd werd. § 3. De Regering kan een lid ontslaan in geval van kennelijk wangedrag of plichtverzuim, of als hij drie keer achtereen afwezig is op de vergadering, behalve wegens overmacht. § 4. Wanneer een mandaat komt open te staan vóór het verstrijken ervan, wordt het plaatsvervangende lid benoemd voor de resterende duur van het mandaat.

Hij wordt vervangen binnen twee maanden na zijn benoeming. § 5. De §§ 2 à 4 zijn van toepassing op de voorzitter.

Art. 450/5.Behalve de voorzitter mogen de ambtenaren en personeelsleden van het Gewest geen lid zijn van de adviescommissie. Afdeling III. - Werking van de adviescommissie

Art. 450/6.De leden mogen geen zitting hebben wanneer zij, hetzij persoonlijk, hetzij via een tussenpersoon, hetzij als zaakgelastigde, een rechtstreeks belang hebben bij de beraadslaging. Dit geldt eveneens voor de voorzitter.

Art. 450/7.De directeur-generaal van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, de inspecteur-generaal van de Afdeling Inrichting en Stedebouw van voornoemde Algemene Directie of

hun afgevaardigden mogen de vergaderingen van de commissie bijwonen, met uitzondering van de beraadslagingen.

Art. 450/8.Binnen vijfentwintig dagen na ontvangst van het in artikel 119 bedoelde beroep brengt het secretariaat van de adviescommissie het in gereedheid en houdt het ter beschikking van de leden.

Art. 450/9.Binnen vijtig dagen na ontvangst van het in artikel 119 bedoelde beroep brengt de adviescommissie haar gemotiveerd advies uit en deelt ze het mee aan de Minister van Ruimtelijke Ordening; na afloop van die termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn voor de persoon die het beroep heeft ingesteld. Al naar gelang de plaatselijke stedebouwkundige en architecturale situatie vermeldt het advies de redenen waarom de algemene bestemming van het gebied en de architecturale aard ervan al dan niet in het gedrang komen.

Art. 450/10.De commissie beraadslaagt slechts op geldige wijze indien ten minste de voorzitter en drie andere leden aanwezig zijn.

De adviezen worden door de aanwezige leden gegeven; de voorzitter is niet stemgerechtigd.

Bij staking van stemmen wordt het advies geacht gunstig te zijn voor de persoon die het beroep heeft ingesteld.

Art. 450/11.De leden van de adviescommissie, de voorzitter inbegrepen, hebben recht op : 1° BF 2 500 presentiegeld per zitting of BF 1 250 presentiegeld per hoorzitting, en op maximum BF 7 500 per dag;2° de terugbetaling van hun reiskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.Voor de toepassing van dit koninklijk besluit worden ze gelijkgesteld met ambtenaren van rang 15.

Art. 450/12.De commissie maakt haar huishoudelijk reglement op en onderwerpt het aan de goedkeuring van de Regering. Afdeling IV. - Regels voor de instelling van een beroep bij de

Regering

Art. 450/13.De in artikel 119 bedoelde beroepen zijn bij ter post aangetekend schrijven te richten aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium.

De aanvrager die een beroep instelt, vermeldt in zijn brief de datum waarop hij de in artikel 119, § 1, eerste lid, 1° of 2°, bedoelde beslissing ontvangen heeft, of de datum van de in artikel 119, § 1, 3° bedoelde aangetekende verzending.

Art. 450/14.De in artikel 119, § 2, vermelde beroepen moeten vergezeld gaan van een afschrift van het bedoelde dossier, dat een markering bevat en, in voorkomend geval, een afschrift van de verkavelingsvergunning en van het streekplan die van toepassing zijn.

De markering heeft betrekking op : 1° de ligging van het goed op het gewestplan, het gemeentelijk plan van aanleg, het stuurplan, op een streekplan, een kavel, langs een gewestelijke of provinciale weg, een gemeenteweg die aan een rooiplan werd onderworpen, een spoorlijn, een waterloop van eerste, tweede of derde categorie;2° erfdienstbaarheden of reservaties, een gewestelijk stedebouwkundig reglement dat toepasselijk is, een gemeentelijk stedebouwkundig reglement dat toepasselijk is, een procedure van daadwerkelijke ruimtelijke ordening en stedebouw, een bij proces-verbaal vastgestelde overtreding;3° de inschrijving van het goed in de inventaris van het onroerend patrimonium of op een beschermingslijst, zijn bescherming, zijn ligging in een beschermingsgebied bedoeld in artikel 205 of in een landschap dat voorkomt in de atlas bedoeld in artikel 215. De markering bevat ook alle andere gegevens die nuttig kunnen zijn voor de Regering.

Art. 450/15.Het in artikel 120, eerste lid, bedoelde ontvangbewijs dat aan de aanvrager wordt verzonden, vermeldt de inhoud van artikel 450/19.

Art. 450/16.Indien ze geen beroep hebben ingesteld, bezorgen het college van burgemeester en schepenen en de gemachtigd ambtenaar de in artikel 450/13 bedoelde algemene directeur, binnen tien dagen na ontvangst van de in artikel 120, eerste lid, 2°, bedoelde documenten, een afschrift van het bedoelde dossier met de in artikel 450/14, tweede lid, bedoelde markering en, in voorkomend geval, een afschrift van de verkavelingsvergunning en van het streekplan die van toepassing zijn.

Art. 450/17.De voorzitter van de adviescommissie is door de Regering gemachtigd om de in artikel 120, derde lid, bedoelde hoorzitting voor te zitten.

De voorzitter hoort alle partijen of hun vertegenwoordigers, die in voorkomend geval door hun raadsman worden bijgestaan, de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium en de leden van de adviescommissie.

Hij kan bijkomende stukken, inlichtingen, documenten en gegevens eisen als hij het nuttig acht.

De secretaris van de adviescommissie maakt het verslag van de hoorzitting op.

Art. 450/18.De hoorzitting wordt gehouden binnen veertig dagen na ontvangst van het in artikel 119 bedoelde beroep.

Art. 450/19.De in artikel 121 bedoelde rappelbrief moet bij ter post aangetekend schrijven gezonden worden naar de directeur-generaal van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium en de volgende gegevens bevatten : 1° de naam en het adres van de aanvrager;2° de kenmerken van het dossier;3° het woord rappel.»

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 5 maart 1998.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN

^