3 JULI 2008. - Besluit van de Waalse Regering houdende organisatie van het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" (Waals Agentschap voor Lucht en Klimaat)

De Waalse Regering, Gelet op artikel 87, §§ 1 en 2, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

Gelet op artikel 140 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991;

Gelet op artikel 5 van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging;

Gelet op de artikelen 11, 13, §§ 3 en 4, 14, § 2, en 15, § 2, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een " Fonds wallon Kyoto " (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto;

Gelet op het decreet van 5 maart 2008 houdende oprichting van het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" als dienst met afzonderlijk beheer;

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van deze verschillende maatregelen de aanpassing van het besluitvormingsproces en van de desbetreffende administratieve structuren vergt;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 december 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 6 september 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 6 september 2007;

Gelet op advies van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2008;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Agentschap : het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" in de zin van het decreet van 5 maart 2008 houdende oprichting van het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" als dienst met afzonderlijk beheer, opgericht binnen de diensten van de Waalse Regering;2° "Minister" : de Minister van Leefmilieu;3° gevoelige zone : zone die bijzonder getroffen is door verontreiniging te wijten aan chronische gasemissies veroorzaakt door installaties en/of duidelijk vastgestelde verschijnsels.

Art. 2.Het Agentschap wordt binnen het Ministerie van het Waalse Gewest opgericht.

Het Agentschap staat onder het hiërarchisch gezag van de Minister. HOOFDSTUK II. - Opdrachten van het Agentschap

Art. 3.§ 1. Het Agentschap wordt belast met de volgende opdrachten : 1° bijdragen tot de coherente tenuitvoerlegging en de coördinatie van het "Plan wallon Air-Climat" (Waals Plan Lucht-Klimaat);2° binnen de perken van de door de Regering toegewezen bevoegdheden het administratief en financieel beheer van het "Fonds wallon Kyoto" waarnemen en de opbrengsten van dat Fonds bestemmen voor de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 13, § 2, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto;3° het beheer waarnemen van de rekeningen van partijen en van de rekeningen van personen van het Waalse Gewest en in dat raam advies uitbrengen over de opportuniteit om eenheden zoals bedoeld in artikel 2, 15° tot 18°, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een " Fonds wallon Kyoto " en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto te kopen of te verkopen;4° in het raam van de internationale betrekkingen van België, alsook van de Belgische intergewestelijke betrekkingen, inzake het lucht- en klimaatbeleid : expertises uitvoeren, de onderhandelingen van de verdragen, overeenkomsten, samenwerkingsinstrumenten en -akkoorden tot vastlegging van de aan het Waalse Gewest opgelegde verplichtingen inzake het lucht- en klimaatbeleid voorbereiden en eraan deelnemen en zorgen voor de financiële tegemoetkomingen van het Waalse Gewest aan de instellingen die uit die verdragen, overeenkomsten, samenwerkingsinstrumenten en -akkoorden voortkomen; 5° studies en analyses uitvoeren i.v.m. de kwaliteit van de lucht en de evolutie van het klimaat, en in het bijzonder : - gegevens inzamelen en opslaan, o.a. via databanken; - in samenwerking met de entiteiten van het Gewest die inzake geomatica bevoegd zijn regelmatige emissiekaarten en -inventarissen opmaken; - perspectiefstudies uitvoeren over de evolutie van de emissies en de kwaliteit van de lucht en het klimaat op middellange termijn en zorgen voor het opstellen van verslagen; 6° studies uitvoeren i.v.m. de effecten van de luchtverontreiniging op de gezondheid van de mens en de kwaliteit van het leefmilieu, informatie verstrekken en in samenwerking met de overige betrokken diensten strategieën voorstellen met het oog op de aanpassing aan de klimaatveranderingen; 7° zorgen voor de tenuitvoerlegging en het beheer van de verplichtingen die inzake het luchtbeleid toepasselijk zijn op het Waalse Gewest, o.a. : - tekstontwerpen opstellen met het oog op de omzetting of de tenuitvoerlegging van de internationale en Europese regelgeving in het Waalse Gewest en, in het algemeen, meewerken aan het uitwerken van de Waalse wetgeving inzake het lucht- en klimaatbeleid en er de coherente tenuitvoerlegging van voortzetten in de overige beleidsvoeringen; - ontwerpen van plannen en programma's bedenken en ontwikkelen met het oog op de uitvoering van de internationale regelgeving en op het halen van de aan het Waalse Gewest opgelegde doelstellingen, ze aan een openbaar onderzoek onderwerpen en, desgevallend, de effecten ervan laten evalueren, overeenkomstig de geldende regelgeving; - voorstellen indienen i.v.m. reglementaire maatregelen en instrumenten, al dan niet economische incentives, die tot deze tenuitvoerlegging bijdragen; - specifieke doelstellingen voor het Waalse Gewest indienen en in cijfers vertalen; - actief meewerken aan de ontwikkeling van het netwerk van meetstations; - zorgen voor de opvolging en de bevordering van de technologieën inzake de bestrijding van emissies; - de bevoegde overheden advies geven in het raam van de procedures tot aflevering van vergunningen en machtigingen i.v.m. de exploitatie van risicoactiviteiten; - de overheden en bedrijven technische bijstand en advies geven bij het uitvoeren van punctuele metingen ter beperking van de verontreiniging; 8° in het raam van het beheer van bestaande verontreinigingen en crisistoestanden : - de lijst van de gevoelige zones bijhouden en beheersplannen voor deze bijzondere zones uitwerken; - in geval van belangrijke en onverwachte verontreiniging, in nauwe samenwerking met de dienst "SOS pollution" van het Ministerie van het Waalse Gewest en op verzoek van de Minister dringend oplossingen uitwerken om de omvang en/of de duur van de verontreinging te beperken en ervoor zorgen dat ze onmiddellijk ten uitvoer gelegd worden; - naast de bevoegde overheden als bemiddelaar optreden tussen de vervuilers en de personen die schade hebben opgelopen; 9° in het raam van de controle op de luchtverontreiniging en de verontreinigende emissies : - de controle-instellingen expertise verlenen in de vorm van elke door hen gevraagde gespecialiseerde hulp; - zorgen voor het beheer van de erkenningen afgegeven krachtens het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een " Fonds wallon Kyoto " en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto; - zorgen voor het beheer, de validering en de bevoorrading van de databanken betreffende de luchtemissies; - in het raam van "trading" controle op de emissies uitvoeren en zorgen voor het beheer van die controle, ter uitvoering van de artikelen 9 en 10 van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto; - de quotalijst bijhouden overeenkomstig de artikelen 11 en 15, § 4, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto en volgens de modaliteiten die de Waalse Regering krachtens artikel 11, § 2, van hetzelfde decreet heeft vastgelegd; - de JI-projectactiviteiten en de CDM-projectactiviteiten goedkeuren, ter uitvoering van artikel 14, § 2, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto en volgens de modaliteiten die de Waalse Regering krachtens artikel 11, § 3, van hetzelfde decreet heeft vastgelegd; - meewerken aan flexibiliteitmechanismen overeenkomstig artikel 15, § 2 of § 3, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto en met inachtneming van de modaliteiten die de Waalse Regering krachtens artikel 15, § 5, van hetzelfde decreet heeft vastgelegd; - in samenwerking met de entiteiten van het Gewest die inzake financieringsproject bevoegd zijn en, desgevallend, met de entiteiten die met internationale betrekkingen belast zijn, zorgen voor de tenuitvoerlegging van flexibiliteitmechanismen overeenkomstig artikel 15, § 2 of § 3, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto; - de opdrachten vervullen die bedoeld worden in artikel 5 van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging; - de opdrachten vervullen die hem toegewezen worden bij het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2000 betreffende de beoordeling en het beheer van de omgevingsluchtkwaliteit; - uitleg geven over de gegevens ingezameld in het raam van zijn opdrachten; 10° toezicht houden op de onderzoeksprojecten, actieprogramma's en -plannen inzake de lucht en het klimaat. § 2. In het raam van de uitoefening van zijn opdrachten geeft het Agentschap de bevoegde overheden advies over de bestaande en de toekomstige regelgeving. § 3. Het Agentschap voert een eenheidsloket "Lucht/Klimaat" in om het publiek en de bij de problematiek van de luchtverontreiniging en de klimaatveranderingen betrokken instellingen te informeren, te sensibiliseren en op te leiden.

Het Agentschap ontwikkelt bewustmakings- en informatiecampagnes opdat de burgers meer zouden bijdragen tot de maatregelen en acties ter vermindering van de luchtverontreiniging.

Het Agentschap tracht ervoor te zorgen dat de gewestelijke actie coherent is met de doelstelling bestrijding van de luchtverontreiniging en de klimaatveranderingen. Wat zijn vestiging en aankopen betreft, zal het derhalve de voorkeur geven aan de minst verontreinigende oplossingen.

Art. 4.Het Agentschap bestaat uit drie afdelingen : - een technische afdeling belast met de bespreking en de uitwerking van de normen, alsook met de tenuitvoerlegging ervan; - een financiële afdeling belast met het beheer van het "Fonds wallon Kyoto" en met de opvolging van de CDM (Clean Developpement Mecanism); - een afdeling informatie belast met informatieverstrekking, bewustmaking, communicatie in het algemeen en kennisgeving van het risico in crisistoestand.

Elke afdeling staat onder het operationeel gezag van een verantwoordelijke. HOOFDSTUK III. - Directieorgaan

Art. 5.Binnen het Agentschap wordt een directieorgaan opgericht dat samengesteld is uit de verantwoordelijken van de afdelingen van het Agentschap.

De voorzitter van het directieorgaan van het Agentschap, hierna "de voorzitter" genoemd, wordt door de Regering onder de verantwoordelijken van de afdelingen aangewezen.

Binnen zes maanden na de eerste aanwijzing van de voorzitter neemt de Regering, op voorstel van de Minister, het eerste meerjarenwerkprogramma van het Agentschap voor vijf jaar aan.

De directeur-generaal van het operationele Directoraat-generaal nr. 3 of, in afwachting van zijn aanwijzing de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, woont de vergaderingen van het directieorgaan met raadgevende stem bij.

Art. 6.§ 1. De voorzitter wordt onder het toezicht van de Minister belast met de algemene directie en het dagelijks beheer van het Agentschap. Hijzelf of zijn afgevaardigde neemt deel aan het strategisch comité dat ingesteld is bij het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of het directiecomité van het operationele Directoraat-generaal nr. 3. § 2. Het directieorgaan legt elk kalenderjaar een voorstel van werkprogramma voor het komende jaar over. Het voorstel wordt overgelegd voor wat de opdrachten betreft die bij artikel 3 van dit besluit aan het Agentschap toegewezen worden, alsook voor wat betreft het meerjarenwerkprogramma bedoeld in artikel 5 van dit besluit. § 3. Het directieorgaan brengt om de zes maanden verslag aan de Minister uit over de uitvoering van de opdrachten van het Agentschap, voor wat zijn werkprogramma betreft, en over de uitoefening van zijn eigen verantwoordelijkheden.

Het directieorgaan maakt het door hem opgesteld jaarverslag aan de Waalse Regering over via de Minister. Dat jaarverslag wordt jaarlijks op 15 oktober aan de Minister overgemaakt.. Het wordt door de Regering goedgekeurd vóór 31 december van het jaar waarop het betrekking heeft.

Behalve die periodieke verslagen kan de Minister de voorzitter en het directieorgaan elk ogenblik verzoeken om de overlegging of de mededeling van gegevens over de uitoefening van hun verantwoordelijkheden.

Art. 7.Het directieorgaan neemt alle beslissingen i.v.m. de organisatie van de werken en de vlotte werking van het Agentschap.

Art. 8.§ 1. Het directieorgaan maakt een huishoudelijk reglement op. § 2. Het directieorgaan kan slechts zitting hebben als minstens de meerderheid van de leden aanwezig is.

Indien mogelijk worden de beslissingen van het directieorgaan bij consensus en, in voorkomend geval, bij gewone meerderheid van de aanwezige leden genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. HOOFDSTUK IV. - Personeel

Art. 9.§ 1. Het personeel van het Agentschap bestaat uit : 1° een directeur;2° tweeëntwintig personen van niveau 1, van wie twee afdelingsverantwoordelijken die op de voordracht van de Minister door de Waalse Regering onder het personeel van het Agentschap aangewezen worden;3° twee personen van niveau 2+;4° twee personen van niveau 2;5° één persoon van niveau 3. § 2. Het directieorgaan wordt belast met de werkorganisatie en met de toewijzing van de functies die binnen het Agentschap uitgeoefend worden.

Art. 10.De arbeidsovereenkomsten betreffende nieuwe functies worden aan een proefperiode onderworpen overeenkomstig de bepalingen van artikel 67 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK V. - Begroting en rekeningen Afdeling 1. - Begroting

Art. 11.De begroting van het Agentschap omvat het geheel van zijn ontvangsten en uitgaven.

Ze wordt jaarlijks opgemaakt. Het begrotingsjaar, hierna "boekjaar" genoemd, begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Art. 12.De uitgaven i.v.m. de werking van het Agentschap en het beheer van de goederen die hem toegewezen worden, zijn ten laste van zijn begroting.

Art. 13.§ 1. De begroting van het Agentschap onderscheidt de volgende uitgaven : 1° de dotatie van het Waalse Gewest, berekend op basis van het werkprogramma van het Agentschap;2° de fondsen van derden toegewezen aan het Agentschap voor de uitvoering van bijzondere actieplannen of -programma's;3° de opbrengsten en winsten die voortkomen uit de uitoefening van de opdrachten en activiteiten van het Agentschap, waarbij een onderscheid gemaakt wordt op grond van de herkomst van deze ontvangsten;4° de ontvangsten uit de financiële opbrengsten van de specifieke rekeningen die geopend worden om de fondsen van derden in ontvangst te nemen die verkregen werden in het raam van de financiering van de door het Agentschap opgestarte actieprogramma's en -plannen, alsook van het beheer van zijn rekeningen;5° de opbrengst van diensten die aan derden verleend worden;6° de bijdrage van het "Fonds wallon Kyoto", overeenkomstig artikel 13, § 2, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto en artikel 2, § 5°, van het decreet houdende oprichting van het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" als dienst met afzonderlijk beheer.§ 2. De begroting van het Agentschap verdeelt de uitgaven als volgt : 1° werkingskosten;2° aankoopkosten;3° ramingskosten;4° diverse kosten.

Art. 14.De begroting van het Agentschap is opgesplitst in drie delen : a) de lopende verrichtingen;b) de kapitaalverrichtingen;c) de orderverrichtingen. De verrichtingen worden ingedeeld overeenkomstig de economische indeling.

Binnen elke gedeelte wordt het onderscheid ontvangsten-uitgaven gemaakt.

Art. 15.De begroting van het Agentschap kan voorzien in een jaarlijkse bijdrage die met het oog op de financiering van de kosten van het administratief en financieel beheer van het Kyotofonds en van kosten voor studies en prestaties van derden uitgetrokken wordt op de ontvangsten bestemd voor het "Fonds wallon Kyoto", overeenkomstig artikel 13, § 2, van het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een "Fonds wallon Kyoto" en betreffende de flexibiliteitmechanismen van het Protocol van Kyoto en artikel 2, 5°, van het decreet van 5 maart 2008 houdende oprichting van het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" als dienst met afzonderlijk beheer.

De personeelskosten zijn voor rekening van de algemene begroting van het Waalse Gewest.

Art. 16.De financiële middelen die beschikbaar zijn aan het einde van een boekjaar mogen vanaf het begin van het volgende boekjaar gebruikt worden.

De overdrachten van de middelen bedoeld in artikel 13, § 1, 2°, zijn toegelaten binnen de looptijd van elk actieprogramma of -plan dat door het Agentschap opgestart wordt.

Art. 17.§ 1. Het directieorgaan legt jaarlijks een begrotingsvoorstel over, desgevallend samen met de wijzigingen die aangebracht moeten worden in het meerjarenwerkprogramma bedoeld in artikel 5 van dit besluit.

Het directieorgaan kan de Minister, tegelijkertijd met het begrotingsvoorstel bedoeld in het eerste lid, een voorstel tot uitbreiding van de bij dit besluit vastgelegde personeelsformatie overleggen. § 2. Het voorontwerp van begroting wordt uiterlijk 30 juni van het jaar dat aan het boekjaar voorafgaat aan de Minister overgemaakt.

De begroting van het Agentschap wordt opgenomen in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest en in titel VI van de tabel van dat decreet.

De begroting van het Agentschap wordt goedgekeurd na stemming van de desbetreffende bepalingen van het decreet houdende de algemene begroting van het Gewest. Dat begrotingsdecreet machtigt de Minister ertoe kredietoverdrachten te verrichten.

Bij gebrek aan goedkeuring vóór het begin van het boekjaar kan het Agentschap op basis van voorlopige twaalfde werken. Afdeling 2. - Boekhouding en overlegging van rekeningen

Art. 18.Aan het einde van elk kwartaal worden een staat van de ontvangsten en een staat van de uitgaven opgemaakt.

De Minister legt die staten aan het Rekenhof over via de Minister van Financiën.

De bewijsstukken worden ter plaatse bewaard.

Art. 19.Aan het einde van elk boekjaar worden overeenkomstig de hoofdstukken V en VI van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, de volgende stukken opgemaakt : a. een overzicht van de activa en passiva van het Agentschap;b. een uitvoeringsrekening van de begroting;c. een rekening van de veranderingen van het vermogen, vergezeld van een inventaris van het vermogen;d. een schatkistrekening die de overeenstemming van het begrotingsresultaat met het schatkistresultaat vaststelt. Die resultaten worden uiterlijk 31 maart na het jaar waarop ze betrekking hebben door de Minister overgemaakt aan de Minister van Financiën, die ze vóór 30 april van hetzelfde jaar aan het Rekenhof overlegt.

Art. 20.De rekeningen bedoeld in artikel 19, eerste lid, worden gevoegd bij de uitvoeringsrekeningen van het Waalse Gewest - Ministerie van het Waalse Gewest (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu) en opgenomen op de algemene rekening van het Waalse Gewest. Afdeling 3. - Financieel en boekhoudkundig beheer

Art. 21.Het bedrag van de uitgaven mag niet hoger zijn dan het bedrag van de ontvangsten of van de limitatieve kredieten die ten gunste van het Agentschap gestemd worden.

De begroting van het Agentschap wordt beheerd door de voorzitter van het directieorgaan of door een daartoe door de bevoegde Minister gedelegeerd ordonnateur. In die functie houden ze zich aan de regels vastgelegd krachtens de hoofdstukken II, III en IV van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, die de vastlegging van de uitgaven regelen. Daartoe houden ze de boeken van de vastleggingen.

Art. 22.§ 1. De voorzitter van het directieorgaan van het Agentschap heeft de hoedanigheid van gedelegeerd ordonnateur.

Hij kan elke uitgave die op de begroting van het Agentschap uitgetrokken mag worden, vastleggen, goedkeuren en ordonnanceren tot een bedrag van 5.500 euro, excl. BTW. De voorzitter kan die bevoegdheid aan de afdelingsverantwoordelijken delegeren. § 2. Het directieorgaan is bevoegd om binnen de perken van de kredieten die in de begroting van het Agentschap vastliggen, te beslissen over elke vastlegging, goedkeuring en ordonnancering van uitgaven boven 5.500 euro, excl. BTW. Het directieorgaan is ook bevoegd om elke beslissing i.v.m. de inning van de ontvangsten en inkomsten te nemen. Het is bevoegd om te beslissen over de aanvaarding of de weigering van giften en legaten.

Art. 23.In het raam van het beheer van de actieprogramma's en -plannen bedoeld in artikel 3, § 1, 10°, wordt het Agentschap belast met het beheer van de specifieke bankrekeningen die bij de Kashouder van het Waalse Gewest geopend worden, onder de operationele directie van het directieorgaan. De creditrente van die rekeningen wordt ook door het Agentschap via een specifieke bankrekening beheerd onder de operationele directie van het directieorgaan.

Het directieorgaan is bevoegd om de subsidies die uit de tenuitvoerlegging van de door het Agentschap opgestarte actieplannen en -programma's voortkomen aan de verschillende begunstigden over te dragen.

Het beslist over de bestemming van de financiële opbrengsten uit het beheer van de specifieke rekeningen die door het Agentschap worden geopend met het oog op het beheer van de fondsen van derden verkregen in het raam van de door hem opgestarte actieplannen en -programma's.

Art. 24.De daartoe door de Waalse Regering gedelegeerde Minister stelt een aan het Rekenhof onderworpen boekhouder ter beschikking van het Agentschap. Die boekhouder zal toezicht houden op de fondsen en waarden van het Agentschap.

Art. 25.De uitgaven van het Agentschap worden vereffend en betaald zonder de voorafgaande tussenkomst van het Rekenhof. Het Rekenhof kan de boekhouding ter plaatse controleren en elk ogenblik verzoeken om de overlegging van alle bewijsstukken, staten, gegevens en uitleg i.v.m. de ontvangsten, uitgaven, alsook vermogens en schulden. Afdeling IV. - Overheidsopdrachten

Art. 26.Onverminderd de regels die vastliggen inzake de controle op de uitgaven, namelijk artikel 46 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, heeft het directieorgaan volmacht voor de keuze van de gunningswijze, bericht van opdracht inbegrepen, en voor de toewijzing van overheidsopdrachten waarvan de bedragen (uitgedrukt in euro) niet hoger mogen zijn dan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 27.Het directieorgaan is bevoegd om elke beslissing inzake de uitvoering van overheidsopdrachten te nemen. Wat de beslissingen met een financiële weerslag betreft, mag het directieorgaan slechts handelen in het raam van de opdracht en voor zover de maximale financiële weerslag niet hoger is dan 15 % van het toewijzingsbedrag van de opdracht. HOOFDSTUK VI. - Overgangs-, wijzigings-, slot- en diverse bepalingen

Art. 28.In het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2000 betreffende de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit worden de woorden "het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu" vervangen door de woorden "l'Agence wallonne de l'Air et du Climat".

Art. 29.Het Agentschap mag gebruik maken van de gebouwen van het Ministerie van het Waalse Gewest om er zijn lokalen te vestigen, alsook van de informaticadiensten die voor het Waalse Gewest verstrekt worden.

Art. 30.Bij de indiening van het eerste begrotingsvoorstel van het directieorgaan van het Agentschap maken de Minister en de Minister van Begroting een openingsbalans op op basis van een inventaris van de bestanddelen van het vermogen van het Agentschap. De in de inventaris op te nemen activa en passiva worden door de Regering vastgelegd.

Art. 31.In afwijking van de bepalingen van het besluit van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode en van het besluit van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden, kunnen de personen die al een betrekking bekleden of met een opdracht belast zijn binnen de Cel lucht van het Directoraat-generaal Natuurlijke en Leefmilieu hun kandidatuur indienen voor een gelijkaardige functie bij het Agentschap en er bij ministerieel besluit naar overgeplaatst of gemuteerd worden of weer in dienst genomen worden zonder onderworpen te worden aan een geschiktheidstest i.v.m. de betrekking.

Art. 32.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De inwerkingtreding van het decreet van 5 maart 2008 houdende oprichting van het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" als dienst met afzonderlijk beheer wordt vastgelegd op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 33.De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 3 juli 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN