Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 01 februari 2007
gepubliceerd op 20 februari 2007

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005 houdende oprichting van een Opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007200554
pub.
20/02/2007
prom.
01/02/2007
ELI
eli/besluit/2007/02/01/2007200554/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 FEBRUARI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005 houdende oprichting van een Opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005 houdende oprichting van een Opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 6 oktober 2005 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering;

Overwegende dat de gewestelijke beleidsverklaring van de Waalse Regering van 20 juli 2004 in de oprichting voorziet van een interministerieel comité voor de opvolging van de alternatieve financieringen en van de financiële toestand van de openbare instellingen;

Overwegende dat de gewestelijke beleidsverklaring voorts aangeeft dat dat comité zich zal laten bijstaan door een ondersteunende cel;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 januari 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 1 februari 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er een regelgevende grondslag gegeven dient te worden voor de terbeschikkingstelling van personeel;

Overwegende dat de begrotingsverwijzingen, opgenomen in het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005 houdende oprichting van een Opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen van het Waalse Gewest, gewijzigd dienen te worden om ze in overeenstemming te brengen met de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest en om de opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen in de mogelijkheid te stellen om de uitgaven te ordonnanceren;

Overwegende dat de kredieten voor het dekken van de uitgaven van de Opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen opgenomen zijn in organisatie-afdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting en dat de Minister van Begroting en Financiën er de primaire ordonnateur van is;

Overwegende dat er vanuit een streven naar billijkheid tussentijdse verhogingen verleend moeten worden aan de contractuele personeelsleden net zoals dat gebeurt voor de ambtenaren van het Gewest;

Overwegende dat de leden van de opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen de noodzaak bewezen hebben om in aanmerking te komen voor de afwijking bedoeld in artikel 21, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering;

Overwegende dat deze wijzigingen dringend doorgevoerd dienen te worden om de continuïteit in de werking van genoemde Cel te verzekeren;

Op de voordracht van de Minister van Begroting en Financiën, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1, lid 1, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005 houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen worden de woorden "bij de Waalse Regering" ingevoegd tussen de woorden "Er wordt" en "een cel opgericht".

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "en Financiën" ingevoegd tussen de woorden "Minister van Begroting" en de woorden "waarin de werkzaamheden van de cel".

Art. 3.In artikel 4, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "en Financiën" ingevoegd na de woorden "Minister van Begroting".

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 1 worden de woorden "artikel 9" vervangen door de woorden "artikel 8";b) in § 2 worden de woorden "27 juli 2004" vervangen door de woorden "14 december 2006";c) er worden een § 3 en een § 4 toegevoegd, luidend als volgt : « § 3.De in dit artikel bedoelde personeelsleden genieten de tussenwedden die met weddetrappen van geldelijke anciënniteit overeenkomen en die voortvloeien uit tussentijdse verhogingen voorzien in de schaal waarin hun als wedde geldende kabinetstoelage is vastgesteld. De verdiende geldelijke anciënniteit die hen kan worden toegekend, wordt berekend volgens dezelfde regels als die welke vastgesteld zijn voor de berekening van de in aanmerking komende diensten van het personeel van de Diensten van de Waalse Regering. § 4. Bij gemotiveerde beslissing kan de Minister van Begroting en Financiën, met de toestemming van de Minister-President, binnen de perken van de aan het personeel van de Cel toegekende begrotingskredieten, de als wedde geldende toelagen waarvan sprake in dit artikel verhogen. »

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "van 27 juli 2004" worden vervangen door de woorden "van 14 december 2006";b) de woorden "De personen die een ambt uitoefenen bij de cel wordt een toelage verleend die als volgt is vastgelegd : "worden vervangen door de woorden "De personeelsleden die naar de cel gedetacheerd zijn, wordt een toelage verleend die als volgt is vastgelegd :".

Art. 6.Artikel 10 wordt opgeheven.

Art. 7.Na artikel 12 van hetzelfde besluit worden de artikelen 12bis tot 12quinquies ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 12bis.Het rechtsstelsel van de in artikel 4, § 2, bedoelde personeelsleden van de CIF is van het statutaire type en de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten is niet van toepassing.

Ze zijn onderworpen aan het statuut van de sociale zekerheid van de contractuele personeelsleden van de Staat.

Art. 12ter.De bepalingen bedoeld in artikel 21 van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering inzake verloven en afwezigheden van de statutaire en contractuele personeelsleden zijn van toepassing op de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 4, § 2.

Art. 12quater.§ 1. De bepalingen waarin wordt voorzien voor de personeelsleden van de Waalse Ministeries en van de instellingen van openbaar nut die onderworpen zijn aan de statuten van de gewestelijke ambtenaren inzake verblijf- en reiskosten die voortvloeien uit verplaatsingen in het belang van de dienst en uit het gebruik van het openbaar vervoer, zijn mutatis mutandis toepasselijk op de personeelsleden van de CIF. § 2. De personeelsleden bedoeld in artikel 4, § 2, van dit besluit kunnen ter vervanging van de maaltijdcheques een jaarlijkse forfaitaire verblijfkostenvergoeding genieten.

Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald met verwijzing naar de vergoedingen bepaald bij artikel 22, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het bedrag van de vergoeding staat gelijk met : a) de vergoeding voor een attaché of adviseur voor de personeelsleden van niveau 1 bedoeld in artikel 4, § 2, litera a) ;b) de vergoeding voor uitvoerend personeel of attaché voor de personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 4, § 2, litera b). De vergoeding wordt aan het einde van elke maand betaald en kan worden geproratiseerd in geval van deeltijdse dienstverstrekking.

De vergoeding wordt gehandhaafd in geval van hoogstens dertig kalenderdagen afwezigheid. § 3. De personeelsleden bedoeld in artikel 4, § 2, wier woonplaats en administratieve verblijfplaats buiten de vestigingsplaats van de CIF liggen, hebben recht op een abonnement voor een openbaar vervoermiddel of, afwijkingshalve, op de financiële tegenwaarde daarvan mits, in dit laatste geval, een bijzondere machtiging van de Minister van Begroting en Financiën en mits vermelding van de redenen van de afwijking. Het abonnement loopt één maand en moet maandelijks verlengd worden. De klas van het abonnement wordt bepaald op basis van de graad die het personeelslid bekleedt. Die maatregel mag niet inhouden dat de personeelsleden ingedeeld worden in een lagere klas dan die welke ze genieten in hun oorspronkelijke bestuur. § 4. Binnen de perken van de begrotingskredieten van de CIF bepaalt de Minister van Begroting en Financiën het individuele kilometercontingent dat jaarlijks moet worden toegekend aan de andere personeelsleden van de CIF die ertoe kunnen worden gemachtigd hun persoonlijke motorvoertuig te gebruiken in het belang van de dienst onder dezelfde voorwaarden als die welke waarin is voorzien bij de Waalse Ambtenarencode. Dit contingent mag echter niet hoger zijn dan 12 000 km per jaar per begunstigde. De terugbetaling geschiedt pas na voorlegging van een maandelijkse schuldvorderingsverklaring die gestaafd wordt door bewijsstukken waaruit de verplaatsingen om dienstredenen blijken. § 5. De nadere regels voor de aankoop en het gebruik van ambts- en dienstvoertuigen, de nadere regels voor de bijdrage in de abonnementskosten voor het vaste en het mobiele telefoonnet, fax en internet en de gesprekskosten van de in artikel 4, § 2, bedoelde personeelsleden van de CIF worden geregeld bij de omzendbrief van de Waalse Regering bedoeld in artikel 1, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering.

Art. 12quinquies.Een compenserende toelage wordt toegekend aan de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 6, § 1, overeenkomstig de bepalingen van artikel 26, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering. »

Art. 8.In artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "en Financiën" ingevoegd tussen de woorden "Minister van Begroting" en "kan volgens".

Art. 9.De artikelen 14 tot en met 16 van hetzelfde besluit worden vervangen door volgende bepaling : «

Art. 14.Er wordt een machtiging verleend aan de kabinetschef van de Minister van Begroting om elke uitgave vast te leggen en goed te keuren die toerekenbaar is op basisallocatie 11.01 van programma 06 van organisatie-afdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest betreffende de vergoedingen en toelagen verleend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2, van dit besluit.

Art. 15.Er wordt aan de leider van de CIF bedoeld in artikel 4, § 1, van dit besluit tot en met het bedrag van 5.500 euro een machtiging verleend om elke uitgave vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren die toerekenbaar is op basisallocaties 12.01 en 74.01 van programma 06 betreffende, respectievelijk, de werking van de CIF en de aankoop van allerlei goederen van organisatie-afdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest.

Art. 16.§ 1. De Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten is belast met de administratieve bijstand in de personeelszaken van de CIF en de loonadministratie van de wedden, vergoedingen en toelagen toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2. § 2. Er wordt een machtiging verleend aan de adviseur verantwoordelijk voor de Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten om elke uitgave vastgelegd door de primaire ordonnateur of zijn gemachtigde bedoeld in artikel 14 te ordonnanceren die toerekenbaar is op basisallocatie 11.01 van programma 06 van organisatie-afdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest betreffende de wedden, vergoedingen en toelagen verleend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2. »

Art. 10.Een artikel 17bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Art. 17bis.Er wordt een buitengewoon rekenplichtige aangewezen onder de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 4, § 2. Er worden hem voorschotten verleend met inachtneming van de maximumbedragen vastgesteld in het beschikkende gedeelte van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor de buitengewone rekenplichtigen van het Ministerie van het Waalse Gewest en het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer ter betaling van de schuldvorderingen die 5.500 euro, BTW niet meegerekend, niet overschrijden. »

Art. 11.Een artikel 17ter, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Art. 17ter.De Minister van Begroting en Financiën treft de nuttige maatregelen om lokalen, meubilair en software- en kantoorautomatiseringsbenodigdheden voor de werking ervan ter beschikking van de CIF te stellen. De benodigdheden kunnen aangekocht of gehuurd worden in de voorwaarden verwoord in artikel 18. »

Art. 12.In artikel 18 van hetzelfde besluit woorden de woorden "in artikel 19" vervangen door de woorden "in artikel 17ter ".

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2007.

Art. 14.Artikel 4, c), van dit besluit belet niet de handhaving, na inwerkingtreding van dit besluit, van de geldelijke anciënniteit die aan de personeelsleden van de Cel erkend is vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 15.De Minister van Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 1 februari 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN

^