Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering
gepubliceerd op 04 oktober 2022

Besluit van de Vlaamse Regering over wegcontroles en controles ter plaatse bij ondernemingen van alle vervoerscategorieën inzake voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer

bron
vlaamse overheid
numac
2022033501
pub.
04/10/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering over wegcontroles en controles ter plaatse bij ondernemingen van alle vervoerscategorieën inzake voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 18 februari 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/02/1969 pub. 25/04/2012 numac 2012000279 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg, artikel 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 15 mei 2006, en artikel 3, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999 en het decreet van 26 april 2019; - de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 oktober 2020, en artikel 3, gewijzigd bij de wet van 9 maart 2014, het decreet van 8 juni 2018 en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 19 april 2022. - De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, heeft zijn akkoord gegeven op 2 mei 2022. - De Vlaamse commissie administratie-nijverheid heeft advies gegeven op 13 juni 2022. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2022/051 gegeven op 14 juni 2022. - De Raad van State heeft advies 71.906/1/V gegeven op 26 augustus 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed en de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van: 1° richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr.561/2006 en (EU) nr. 165/2014 en van Richtlijn 2002/15/EG betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad; 2° richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr.1024/2012.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° verordening (EG) nr.561/2006: verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad; 2° verordening (EU) nr.165/2014: verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer; 3° verwerkingsverantwoordelijke: de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming). HOOFDSTUK 2. - Controles Afdeling 1. - Algemeen

Art. 3.Er wordt een systeem van adequate en regelmatige wegcontroles en controles ter plaatse bij ondernemingen van alle vervoerscategorieën georganiseerd, met het oog op de juiste en samenhangende toepassing van verordening (EG) nr. 561/2006 en verordening (EU) nr. 165/2014.

De controles, vermeld in het eerste lid, bestrijken ieder jaar een breed en representatief staal van de mobiele werknemers, bestuurders, ondernemingen en voertuigen die binnen het toepassingsgebied van verordening (EG) nr. 561/2006 en verordening (EU) nr. 165/2014 vallen.

Art. 4.Met behoud van de bevoegdheid van andere personen zijn de wegeninspecteurs belast met de controles, vermeld in artikel 3, eerste lid, en met het toezicht op de naleving van dit besluit.

In het eerste lid wordt verstaan onder wegeninspecteurs: de personeelsleden die aangewezen zijn ter uitvoering van artikel 16 van het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport.

Art. 5.Tijdens de controles, vermeld in artikel 3, eerste lid, verzamelen de bevoegde personen statistische gegevens, die in de volgende categorieën worden ingedeeld: 1° voor de wegcontroles: a) het soort weg, namelijk of het een snelweg, een nationale of een secundaire weg is, en het land waar het gecontroleerde voertuig is ingeschreven, met de doelstelling om discriminatie tegen te gaan;b) het type tachograaf, namelijk analoog of digitaal;2° voor de controles ter plaatse bij de onderneming: a) het soort vervoersactiviteit, namelijk of het internationaal of binnenlands vervoer, personen- of goederenvervoer, vervoer voor eigen rekening of voor rekening van derden is;b) de grootte van het bedrijfswagenpark;c) het type tachograaf, namelijk analoog of digitaal. Afdeling 2. - Wegcontroles

Art. 6.De wegcontroles worden op verschillende plaatsen en op wisselende tijdstippen georganiseerd, waarbij een voldoende uitgebreid gedeelte van het wegennet wordt bestreken om de mogelijkheid om controleposten te vermijden te bemoeilijken.

De wegcontroles worden uitgevoerd volgens een systeem van willekeurigheid, met inachtneming van een passend geografisch evenwicht.

Art. 7.Met behoud van de toepassing van artikel 15, vierde lid, worden wegcontroles zonder discriminatie uitgevoerd.

De bevoegde personen discrimineren niet op een van de volgende gronden: 1° het land waar het voertuig is ingeschreven;2° het land waar de bestuurder zijn verblijfplaats heeft;3° het land waar de onderneming gevestigd is;4° het vertrekpunt en de bestemming van de rit;5° het type tachograaf.

Art. 8.Tijdens de wegcontroles worden de volgende elementen gecontroleerd: 1° registratiebladen van de dagen vóór de wegcontrole die conform artikel 36, lid 1, i), en lid 2, iii), van verordening (EU) nr. 165/2014 in het voertuig aanwezig moeten zijn en de gegevens die voor dezelfde periode worden opgeslagen op de bestuurderskaart, in het geheugen van het controleapparaat of op afdrukken; 2° voor de periode, vermeld in artikel 36, lid 1, i), en lid 2, ii), van verordening (EU) nr.165/2014: alle gevallen van overschrijding van de toegestane snelheid waarbij voor voertuigen van de categorie N3 en M3, vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, de snelheid van het voertuig gedurende meer dan 1 minuut meer dan 90 kilometer per uur respectievelijk 105 kilometer per uur bedraagt; 3° als dat van toepassing is, de momentane snelheden die door het controleapparaat gedurende ten hoogste de 24 afgelopen uren waarin het voertuig is gebruikt, geregistreerd zijn;4° de correcte werking van het controleapparaat en de vaststelling van eventueel misbruik van het controleapparaat, de bestuurderskaart of de registratiebladen;5° als dat nodig is, en met inachtneming van de veiligheid, een controle van de registratieapparatuur die in de voertuigen is geïnstalleerd, om na te gaan of toestellen geïnstalleerd zijn of gebruikt worden die tot doel hebben gegevens achter te houden, te manipuleren of te wijzigen, of een gedeelte van de elektronische gegevensuitwisseling tussen de onderdelen van de registratieapparatuur te verstoren, of de gegevens vóór de codering te onderdrukken of te wijzigen. Als de situatie dat vereist, kunnen de controles op een specifiek punt worden toegespitst.

Art. 9.Met behoud van de verplichtingen van de bestuurder om een correct gebruik van de tachograaf te waarborgen, mag de bestuurder tijdens een wegcontrole contact opnemen met een andere persoon of entiteit opdat die voor het einde van de wegcontrole de bewijzen kan verstrekken die in het voertuig ontbreken. Afdeling 3. - Controles ter plaatse bij ondernemingen

Art. 10.Controles ter plaatse bij ondernemingen worden georganiseerd in het licht van de ervaringen die in het verleden met de verschillende soorten van vervoer en van ondernemingen zijn opgedaan.

De controles, vermeld in het eerste lid, worden ook verricht als er bij wegcontroles ernstige inbreuken zijn vastgesteld op de bepalingen van verordening (EG) nr. 561/2006 of verordening (EU) nr. 165/2014.

Art. 11.Tijdens de controles ter plaatse worden al de volgende elementen gecontroleerd: 1° de elementen, vermeld in artikel 8, eerste lid;2° de registratiebladen;3° de gegevens van het voertuig;4° de bestuurderskaart;5° de afdrukken.

Art. 12.Als een inbreuk wordt vastgesteld op verordening (EG) nr. 561/2006 of verordening (EU) nr. 165/2014, kunnen de bevoegde personen, bij wie dat toepasselijk is, nagaan of er sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid van andere aanstichters of medeplichtigen in de transportketen. Bij de voormelde controle kunnen de bevoegde personen ook nagaan of, in geval van een vastgestelde inbreuk op verordening (EG) nr. 561/2006 of verordening (EU) nr. 165/2014, de vervoerscontracten de naleving van verordening (EG) nr. 561/2006 en verordening (EU) nr. 165/2014 mogelijk maken.

Art. 13.Controles die de bevoegde personen op hun eigen kantoor verrichten op basis van de documenten en de gegevens die de ondernemingen hebben bezorgd op verzoek van de bevoegde personen, worden gelijkgesteld aan controles ter plaatse bij de ondernemingen.

Art. 14.De bevoegde personen houden bij de controle rekening met informatie die door een andere lidstaat wordt verstrekt over de activiteiten van de betrokken onderneming in die andere lidstaat. Afdeling 4. - Risicoclassificatie

Art. 15.De bevoegde personen zorgen ervoor dat de informatie over het relatieve aantal en de relatieve ernst van de inbreuken op verordening (EG) nr. 561/2006 of verordening (EU) nr. 165/2014 die een individuele onderneming heeft gepleegd, ingevoerd wordt in het risicoclassificatiesysteem dat opgezet is krachtens artikel 8 van het koninklijk besluit van 8 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/05/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007014169 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende omzetting van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad sluiten houdende omzetting van richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad.

De inbreuken, vermeld in het eerste lid, en de weging van de ernst ervan zijn opgenomen in de bijlage die bij dit besluit gevoegd is.

Voor de berekening van het risicocijfer van een onderneming wordt gebruik gemaakt van de formule, vermeld in uitvoeringsverordening (EU) 2022/695 van de Commissie van 2 mei 2022 tot vaststelling van regels voor de toepassing van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de gemeenschappelijke formule voor de berekening van de risicoclassificatie van vervoersondernemingen.

Op basis van de informatie, vermeld in het eerste lid, worden ondernemingen met een hoog risicocijfer nauwlettender en vaker gecontroleerd. HOOFDSTUK 3. - Gegevensverwerking

Art. 16.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder Vlaamse Belastingdienst: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst. § 2. De Vlaamse Belastingdienst houdt al de volgende gegevens bij: 1° het proces-verbaal, vermeld in artikel 3, § 1, derde lid, van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, en artikel 3, § 1, tweede lid, van de wet van 18 februari 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/02/1969 pub. 25/04/2012 numac 2012000279 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg;2° het bewijs van de verzending van een afschrift van het proces-verbaal aan de overtreder als vermeld in artikel 3, § 1, vierde lid, van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, en artikel 3, § 1, tweede lid, van de wet van 18 februari 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/02/1969 pub. 25/04/2012 numac 2012000279 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg. § 3. De Vlaamse Belastingdienst is de verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens vermeld in paragraaf 2. § 4. De gegevens, vermeld in paragraaf 2, worden verzameld en verwerkt voor de volgende doeleinden: 1° het toezicht op de naleving van verordening (EG) nr.561/2006, verordening (EU) nr. 165/2014 en dit besluit; 2° de opmaak van algemene en naamloze statistieken om de beleidsmaatregel te onderzoeken en te evalueren. De gegevens die verzameld en verwerkt worden voor het doeleinde, vermeld in het eerste lid, 2°, worden geanonimiseerd. § 5. De gegevens, vermeld in paragraaf 2 worden tien jaar na het verval van de strafvordering bijgehouden.

Art. 17.De ondernemingen die voor de bestuurders verantwoordelijk zijn, houden de volgende documenten en gegevens bij: 1° de notities die de handhavingsinstanties hun ter beschikking stellen;2° het proces-verbaal met de bevindingen van de controles;3° andere relevante gegevens over controles die bij hen ter plaatse of bij hun bestuurders op de weg zijn uitgevoerd. De ondernemingen die voor de bestuurders verantwoordelijk zijn, zijn de verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens vermeld in het eerste lid.

De documenten en gegevens, vermeld in het eerste lid, worden verzameld en verwerkt voor het toezicht op de naleving van verordening (EG) nr. 561/2006, verordening (EU) nr. 165/2014 en dit besluit.

De documenten en gegevens, vermeld in het eerste lid, worden gedurende een jaar bijgehouden. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 18.Het koninklijk besluit van 8 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/05/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007014169 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende omzetting van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad sluiten houdende omzetting van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 27/06/2017 numac 2017012261 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten, wordt opgeheven voor wat de bevoegdheden van het Vlaamse Gewest betreft.

Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor de fiscaliteit, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 september 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^