gepubliceerd op 09 mei 2012
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo, voorgeschreven door de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en tot aanvulling ervan met een regeling voor de afbakening van overstromingsgebieden
30 MAART 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo, voorgeschreven door de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 22/01/2010 numac 2010035060 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 sluiten tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en tot aanvulling ervan met een regeling voor de afbakening van overstromingsgebieden
De Vlaamse Regering, Gelet op de
wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
28/12/1967
pub.
17/08/2007
numac
2007000737
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen
sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen, artikel 10, 11 en 19, eerste lid;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming van de instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, artikel 11, artikel 12, § 1, vierde en zesde lid vervangen bij het decreet van 12 december 2008, artikel 17, § 1, eerste en derde lid, vervangen bij het decreet van 12 december 2008 en § 2, tweede lid gewijzigd bij het decreet van 12 december 2008, en artikel 50bis, ingevoegd bij het decreet van 16 juli 2010;
Gelet op het decreet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/06/2006 pub. 09/02/2007 numac 2006036937 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen sluiten betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen, artikel 19, § 1, 4° ;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo, voorgeschreven door de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 22/01/2010 numac 2010035060 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 sluiten tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 december 2011;
Gelet op advies 50.798/3 van de Raad van State, gegeven op 31 januari 2012, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur en de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo, voorgeschreven door de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen wordt een artikel 12/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 12/1.Als het onderzoek betrekking heeft op de afbakening van een overstromingsgebied als vermeld in artikel 50bis van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, wordt het gevoerd volgens de regels die zijn opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 22/01/2010 numac 2010035060 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 sluiten tot uitvoering van onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. ».
Art. 2.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 22/01/2010 numac 2010035060 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 sluiten tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 worden de woorden « en de vergoedingsplicht » vervangen door de zinsnede « , de vergoedingsplicht en de afbakening van overstromingsgebieden ».
Art. 3.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° gebruiker : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op het moment dat het onroerend goed, gelegen binnen een afgebakend overstromingsgebied, actief wordt ingeschakeld in de waterbeheersing, het onroerend goed voor eigen rekening exploiteert als landbouw of bosbouw of voor wiens rekening een perceel wordt geëxploiteerd;»; 2° er worden een punt 9°, 10°, 11°, 12° en 13° ingevoegd, die luiden als volgt : « 9° afgebakend overstromingsgebied : een afgebakend overstromingsgebied als vermeld in artikel 3, § 2, 44° bis, van het decreet;10° afgebakende oeverzone : een oeverzone, afgebakend zoals bepaald in artikel 9 van het decreet;11° waterbeheerder : een waterwegbeheerder of een waterbeheerder van onbevaarbare waterlopen;12° waterwegbeheerder zoals vermeld in punt 11° : a) het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap nv De Scheepvaart, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 2 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004035825 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart sluiten betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap nv De Scheepvaart;b) de publiekrechtelijke overheden, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 2 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/1999 pub. 08/04/1999 numac 1999035415 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende het beleid en het beheer van de zeehavens sluiten houdende het beleid en het beheer van de zeehavens;c) het Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid;d) het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, naamloze vennootschap van publiek recht, vermeld in artikel 3 van het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, naamloze vennootschap van publiek recht; 13° waterbeheerder van onbevaarbare waterlopen zoals vermeld in punt 11° : a) het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaamse Milieumaatschappij, vermeld in artikel 10.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid; b) de provincies en de gemeenten;c) de polders en wateringen.».
Art. 4.Het artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 2.Het machtigen van de provincies en de gemeenten om over te gaan tot onteigeningen ten algemene nutte als vermeld in artikel 11 van het decreet, verloopt zoals geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 inzake onteigening ten algemenen nutte ten behoeve van de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven, de O.C.M.W.'s, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen. ».
Art. 5.De artikelen 3 en 4 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 6.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Als de initiatiefnemer een waterbeheerder van onbevaarbare waterlopen is, bezorgt de Vlaamse Grondenbank de aanbiedingen van de goederen die geheel of gedeeltelijk in de afgebakende overstromingsgebieden of afgebakende oeverzones gelegen zijn, voor advies aan de initiatiefnemer in kwestie. ».
Art. 7.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 9.§ 1. Voor een onroerend goed dat binnen een afgebakend overstromingsgebied gelegen is en actief wordt ingeschakeld in de waterbeheersing, maakt de initiatiefnemer de volgende gegevens bekend, minstens door bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en door aanplakking aan alle toegangswegen tot het overstromingsgebied in kwestie : 1° de gegevens over het overstromingsgebied : a) de naam van het overstromingsgebied;b) de datum waarop het overstromingsgebied werd afgebakend;2° de datum van de actieve inschakeling;3° de initiatiefnemer die overeenkomstig het waterbeheerplan belast is met de uitvoering van de acties of maatregelen om het overstromingsgebied te realiseren;4° een vermelding van de kadastrale percelen die binnen het overstromingsgebied gelegen zijn;5° gegevens over de aankoopplicht : a) vermelding van de mogelijkheid voor de eigenaar van een onroerend goed dat binnen een afgebakend overstromingsgebied gelegen is, om de initiatiefnemer tot aankoop te verplichten, alsook de vermelding aan welke voorwaarden als vermeld in artikel 10, voldaan moet zijn om de aankoopplicht te kunnen inroepen;b) de vermelding van de instantie waarbij de aankoopplicht moet worden ingeroepen;c) de uiterste datum waarop de aankoopplicht moet worden ingeroepen;6° gegevens over de vergoedingsplicht : a) vermelding van de mogelijkheid voor de gebruiker van een onroerend goed dat binnen een afgebakend overstromingsgebied gelegen is, om een vergoeding te vragen van de initiatiefnemer, alsook de vermelding aan welke voorwaarden als vermeld in artikel 14, voldaan moet zijn om de vergoeding te kunnen vragen;b) de vermelding van de instantie waarbij de vergoeding moet worden gevraagd;c) de uiterste datum waarop de vergoeding moet worden gevraagd;d) de elementen op basis waarvan het vergoedingsbedrag berekend zal worden. § 2. De initiatiefnemer bezorgt aan alle eigenaars en gebruikers van de percelen in kwestie voor elk kadastraal perceel waarvan ze eigenaar en/of gebruiker zijn de volgende gegevens via een aangetekende brief : a) de gegevens, vermeld in paragraaf 1;b) de oppervlakte van het perceel dat actief wordt ingeschakeld in de waterbeheersing;c) de frequentie waarmee het perceel overstroomt voordat het perceel actief in de waterbeheersing is ingeschakeld;d) de frequentie waarmee het perceel vermoedelijk zal overstromen nadat het perceel actief is ingeschakeld in de waterbeheersing. Die gegevens worden bepaald op basis van statistische berekeningen. § 3. De administratieve overheden stellen aan de initiatiefnemer op eenvoudig verzoek of uit eigen beweging alle informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, ter beschikking die nodig is voor de uitoefening van de taken uit paragraaf 2. ».
Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De eigenaar van een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk gelegen is binnen een oeverzone of overstromingsgebied, kan binnen een periode van vijf jaar nadat de afbakening van de oeverzone of het overstromingsgebied van kracht werd, of binnen een periode van vijf jaar nadat het afgebakende overstromingsgebied actief is ingeschakeld, de initiatiefnemer verplichten tot aankoop van het onroerend goed, op voorwaarde dat aan de voorwaarden, vermeld in dit artikel, voldaan is. »; 2° in paragraaf 2 worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt : « De eigenaar van een onroerend goed kan de aankoopplicht inroepen als aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° het onroerend goed is geheel of gedeeltelijk binnen een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone gelegen;2° er is een ernstige waardevermindering van het onroerend goed in kwestie of de leefbaarheid van de bestaande bedrijfsvoering komt door de afbakening ernstig in het gedrang.Er is een ernstige waardevermindering van het onroerend goed in kwestie als de waarde van het gedeelte van het onroerend goed dat gelegen is binnen een oeverzone of een overstromingsgebied, met meer dan 20 % verminderd is als gevolg van de afbakening. »; 3° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Als aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1 en 2, is voldaan, is de aankoopplicht van toepassing op het deel van het onroerend goed dat in een afgebakende oeverzone of overstromingsgebied gelegen is.».
Art. 9.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De gebruiker van een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk binnen een afgebakend overstromingsgebied gelegen is, kan binnen een periode van één jaar na de datum van actieve inschakeling, zoals bekendgemaakt werd overeenkomstig artikel 9, een vergoeding vragen aan de initiatiefnemer. ».
Art. 10.In artikel 23 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt : « § 3. Boven op de vergoeding, vermeld in paragraaf 1, wordt een vergoeding toegekend voor niet-terugverdienbare investeringen.
Niet-terugverdienbare investeringen zijn investeringen op het perceel in kwestie die ten gevolge van het actief inschakelen van de percelen in de waterbeheersing niet terugverdiend kunnen worden. Bij het berekenen van de niet-terugverdienbare investeringen wordt er geen rekening gehouden met de investeringen die werden gedaan na de begindatum van het openbaar onderzoek dat gevoerd werd ten behoeve van de afbakening van het overstromingsgebied. ».
Art. 11.In artikel 24, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° de gebruiker toont aan dat vanaf de begindatum van het openbaar onderzoek dat gevoerd wordt ten behoeve van de afbakening van het overstromingsgebied in kwestie, alleen andere teelten dan grasland voorkwamen op het perceel;».
Art. 12.Aan hetzelfde besluit wordt een titel V, die bestaat uit artikel 28 tot en met 33, toegevoegd, die luidt als volgt : « Titel V. - Afbakening van overstromingsgebieden
Art. 28.De waterbeheerder, hierna de initiatiefnemer te noemen, kan het initiatief nemen om over te gaan tot de afbakening van overstromingsgebieden die verband houden met de door hem beheerde waterloop of waterweg, zoals bedoeld in artikel 50bis van het decreet.
Art. 29.De initiatiefnemer stelt een voorontwerp van afbakeningsbesluit op, dat de volgende bijlagen bevat : 1° een nota waarin gemotiveerd wordt waarom de afbakening nodig is. Daarbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen, vermeld in artikel 5 van het decreet, de beginselen, vermeld in artikel 6 van het decreet, en wordt aangegeven hoe het initiatief past binnen de waterbeheerplannen die van kracht zijn; 2° een plan waarop de afbakening van het overstromingsgebied nauwkeurig is aangeduid.De schaal die daarbij gehanteerd wordt, moet overeenstemmen met de schaal van de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen; 3° een lijst met de kadastrale percelen die geheel of gedeeltelijk in het overstromingsgebied liggen. De initiatiefnemer licht de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid in van zijn voornemen en bezorgt het voorontwerp van afbakeningsbesluit, samen met de bijlagen, aan de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid.
Art. 30.De initiatiefnemer bezorgt het voorontwerp van afbakeningsbesluit en de bijlagen aan het college van burgemeester en schepenen van elke gemeente waarin de percelen gelegen zijn waarop het overstromingsgebied wordt afgebakend.
Het college van burgemeester en schepenen zorgt ervoor dat het voorontwerp van afbakeningsbesluit en de bijlagen gedurende zestig dagen ter inzage van het publiek liggen.
Art. 31.§ 1. Gedurende zestig dagen vanaf de aanvang van het openbaar onderzoek, hangt het college van burgemeester en schepenen op de gewone aanplakplaatsen en in ieder geval aan het gemeentehuis een bekendmaking uit.
De eigenaars van de percelen die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn in het af te bakenen overstromingsgebied, worden voor de aanvang van het openbaar onderzoek door de initiatiefnemer met een ter post aangetekende brief of met een individueel bericht tegen ontvangstbewijs op de hoogte gebracht van het feit dat een openbaar onderzoek wordt gehouden over een voorontwerp van afbakeningsbesluit waarbij hun gronden betrokken zijn. De eigenaars zijn ertoe gehouden de gebruikers van de percelen in kwestie onmiddellijk in te lichten over het openbaar onderzoek.
Onder het begrip eigenaar mag worden begrepen, de eigenaar volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de initiatiefnemer verstrekte informatie, tenzij die beschikt over recentere informatie. § 2. Bezwaren en opmerkingen worden uiterlijk de laatste dag van de termijn van het openbaar onderzoek per aangetekende brief toegezonden aan het betrokken bekkensecretariaat, of daar afgegeven tegen ontvangstbewijs.
De bezwaren en opmerkingen kunnen ook uiterlijk de laatste dag van die termijn aan het gemeentehuis van elke betrokken gemeente worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt in dat geval uiterlijk de derde werkdag na het openbaar onderzoek, de bezwaren en opmerkingen aan het betrokken bekkensecretariaat.
Met bezwaren en opmerkingen die laattijdig aan het betrokken bekkensecretariaat worden bezorgd, moet geen rekening worden gehouden. § 3. Het openbaar onderzoek, vermeld in paragraaf 1, geldt als onderzoek de commodo et incommodo als vermeld in artikel 19, eerste lid, van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen.
Art. 32.Het betrokken bekkensecretariaat bundelt en coördineert alle bezwaren en opmerkingen.
Het betrokken bekkenbestuur brengt binnen dertig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies bij de initiatiefnemer, waarbij nagegaan wordt in hoeverre het voorontwerp van afbakeningsbesluit in overeenstemming is met de geldende waterbeheerplannen en het decreet betreffende het integraal waterbeleid. Wanneer het betrokken bekkenbestuur geen advies verleent binnen de gestelde termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.
Het betrokken bekkensecretariaat bezorgt het advies van het bekkenbestuur aan de initiatiefnemer, samen met de gebundelde en gecoördineerde bezwaren en opmerkingen. Wanneer het bekkenbestuur niet tijdig advies verleent, bezorgt het bekkensecretariaat onmiddellijk de gebundelde en gecoördineerde bezwaren en opmerkingen aan de initiatiefnemer.
Art. 33.De initiatiefnemer bereidt een ontwerp van afbakeningsbesluit voor. Het plan waarop de afbakening van het overstromingsgebied nauwkeurig is aangeduid op een schaal die overeenstemt met de schaal van de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen, alsook een lijst met de kadastrale percelen die geheel of gedeeltelijk in het overstromingsgebied liggen, maken deel uit van dat ontwerp.
De initiatiefnemer legt het ontwerp van afbakeningsbesluit samen met de stukken bedoeld in het eerste lid, de gebundelde en gecoördineerde bezwaren en opmerkingen en in voorkomend geval het advies van het betrokken bekkenbestuur ter goedkeuring voor aan : 1° de Vlaamse Regering indien de oppervlakte van het afgebakend overstromingsgebied groter of gelijk aan 25 ha is;2° de minister bevoegd voor de openbare werken en het vervoer indien de initiatiefnemer een waterbeheerder is bedoeld in artikel 1, 12°, a) tot en met d) en de oppervlakte van het afgebakende overstromingsgebied kleiner dan 25 ha is.Indien de oppervlakte van het afgebakende overstromingsgebied tussen de 5 en de 25 ha is, wordt het afbakeningsbesluit aan de Vlaamse Regering meegedeeld; 3° de minister bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid indien de initiatiefnemer de waterbeheerder is bedoeld in artikel 1, 13°, a) tot en met c) en de oppervlakte van het afgebakende overstromingsgebied kleiner dan 25 ha is.Indien de oppervlakte van het afgebakende overstromingsgebied tussen de 5 en de 25 ha is, wordt het afbakeningsbesluit aan de Vlaamse Regering meegedeeld.
De Vlaamse Regering respectievelijk de bevoegde minister kan bij betekenisvolle afwijking van het ontwerp ten opzichte van het voorontwerp van afbakening nagaan in hoeverre het ontwerp van afbakeningsbesluit in overeenstemming is met de geldende waterbeheerplannen en het decreet betreffende het integraal waterbeleid.
Art. 13.Aan hetzelfde besluit wordt een nieuwe titel VI, die bestaat uit artikel 34, toegevoegd, die luidt als volgt : « Titel VI. - Slotbepalingen
Art. 34.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. ».
Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 maart 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Mevr. H. CREVITS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Mevr. J. SCHAUVLIEGE