gepubliceerd op 26 oktober 2018
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016 betreffende het Pendelfonds
28 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2016 pub. 26/10/2016 numac 2016036495 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds sluiten betreffende het Pendelfonds
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 30 juni 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2006, artikel 52, artikel 54, § 4 en artikel 57, § 1;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2016 pub. 26/10/2016 numac 2016036495 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds sluiten betreffende het Pendelfonds;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 juni 2018;
Gelet op het advies nr. 63.846/1/V van de Raad van State, gegeven op 16 augustus 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2016 pub. 26/10/2016 numac 2016036495 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds sluiten betreffende het Pendelfonds wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Voor de verwerking van persoonsgegevens die het Provinciaal Mobiliteitspunt uitvoert in het kader van zijn taken, vermeld in het eerste lid, is het gekwalificeerd als verwerker in opdracht van de projectindiener als vermeld in artikel 4, 8) verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), en voldoet het Provinciaal Mobiliteitspunt aan de verplichtingen die het in dat verband heeft.".
Art. 2.In artikel 10, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt tussen de woorden "infrastructurele ingrepen die functionele fietsverplaatsingen" en de woorden "of carpooling faciliteren" de zinsnede ", verplaatsingen met elektrisch aangedreven fietsen, verplaatsingen met een voortbewegingstoestel" ingevoegd;2° aan punt 2° wordt de zinsnede ", elektrisch aangedreven bedrijfsfietsen en bedrijfsvoortbewegingstoestellen" toegevoegd;3° aan punt 5° worden de woorden "en de kosten voor het onderhoud van elektrisch aangedreven fietsen en voortbewegingstoestellen" toegevoegd; 4° punt 8° wordt vervangen door wat volgt : "8° de aankoop van uitrusting voor fietsers, gebruikers van elektrisch aangedreven fietsen en gebruikers van voortbewegingstoestellen;"; 5° er wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : "10° vergoedingen om innovatieve vormen van woon-werkverkeer te organiseren en te gebruiken.".
Art. 3.In artikel 18, derde lid, van hetzelfde besluit worden de zinnen: "De rangorde wordt voor 50% bepaald op basis van de aanvaarde projectkosten per werknemer die in het potentieel werd opgenomen in het kader van een modale verschuiving. Daarnaast wordt de verwachte procentuele modale verschuiving voor 30% in rekening gebracht. 20% van de weging wordt afhankelijk gemaakt van de kwaliteit van het ingediende dossier." vervangen door de zinnen "De rangorde wordt voor 20% bepaald op basis van de aanvaarde projectkosten per werknemer die in het potentieel is opgenomen in het kader van een modale verschuiving. Daarnaast wordt de verwachte procentuele modale verschuiving voor 30% in rekening gebracht. 50% van de weging wordt afhankelijk gemaakt van de inhoudelijke onderbouwing, meer bepaald de inhoudelijke volledigheid van het dossier, de mate waarin het dossier bijdraagt aan het mobiliteitsbeleid op Vlaams niveau in het algemeen en de mate waarin het beantwoordt aan de strategische focus van de projectoproep in het bijzonder.".
Art. 4.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 19.Als voor een oproep het totale bedrag van de aangevraagde subsidies van de gunstig geadviseerde projecten hoger is dan het totale subsidiebedrag dat in de oproep is bepaald, dan wordt het totale beschikbare bedrag verdeeld volgens de rangorde, vermeld in artikel 18, tot het totale bedrag is opgenomen.".
Art. 5.Aan artikel 20 van hetzelfde besluit wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Als er gegronde redenen zijn voor een eventuele vertraging, kan de minister een verlenging toestaan van de termijn, vermeld in het derde lid, waarin het betalingsbewijs van de facturatie ingediend moet worden.".
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 26/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 26/1.De projectindiener kan de subsidie cumuleren met andere subsidies, conform de verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer de de-minimisdrempels in de verordening nr.1407/2013 van de Commissie zijn overschreden.".
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 september 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS